Dit verhaal wordt een gecombineerd verhaal, zowel een 2de verslag van de droge Smiscruise als van ‘the day after’.
Niet dat de droge Smiscruise niet interessant genoeg was om een eigen verslag te krijgen, integendeel, maar de 201 af te leggen kilometer van thuis uit tot in Kalenberg moesten zich lonen. Bovendien zag ik op de kaart meer water dan land, als je dan een boot in de schuur hebt liggen blijkt het erg moeilijk om deze thuis te laten.
De hondenliefhebbers onder ons (ik heb zelf 2 Border-Collies) kennen vast en zeker het gevoel als je gaat wandelen en de hond thuis laat, awel, dat gevoel dus. Ik besloot de droge Smiscruise te combineren met een zeiltocht in de Weerribben-Wieden, vandaar dat dit verslag dus ook een combi is.
Ik dus naar Kalenberg mét Lugger Mr. Earl en wat kampeerspullen.
Ik sprak nog af met een klant bij de oude watertoren van Zaltbommel die daar een aantal poorten wou, hier bovenop nog wat drukte op de weg en de tijd begon te dringen.
Uiteraard ging in Ossenzijl de brug open waardoor ik nog extra kostbare minuten verloor. Die verrekte bootjesmensen toch, elke keer opnieuw willen die persé onder de brug als ik erover wil! Al wachtende voor de brug klopte er plots zo’n bootjesmens op mijn raam, nog wel een ‘Drascombebootjesmens’ die ik op de zomerbijeenkomst 2024 al had ontmoet met zijn Dabber Catharina.
Na een gezellig buurtje ging de brug omlaag en terug helemaal relaxed reden we beiden achter elkaar richting Kalenberg over de steeds smaller wordende weggetjes. Een Duitse toerist met camper moest nog bijna de Bokvaart in duiken om te kunnen passeren en zodoende arriveerden we ‘slechts’ een 15-tal minuten te laat. De Ooievaar op zijn nest heette ons met luid geklepper welkom.
Ze waren net klaar met de ‘voorstellingsronde’. Ik deed hetzelfde en dan direct het gas erop: zeilen trimmen, sturen met de zeilen, ankeren, meren, getij, stroming,… het kwam allemaal voorbij.
Vragen werden er bij de vleet gesteld en evenveel antwoorden werden gegeven, af en toe een kom koffie en een gezellig praatje tussendoor en het bleek al snel 13u. Tijd voor lunch en een korte wandeling om de benen wat bloed te geven.
Overal op de Kalenbergergracht zag ik werkboten en -vlotten liggen en plots besefte ik dat er helemaal geen weg lag voor het huis van Chris. Achteraan was er niets, dat wisten we zeker, want we hadden tijdens de koffie met zijn zessen naar een ree op de eindeloze rietvlakte staan kijken. Vooraan was er de ‘fietssnelweg’, maar die was duidelijk niet bedoeld voor auto’s of ander vervoer. Tenzij voor een oude, bijzonder mooie, 3-wielige bakbrommer waar een Droge-Smiscruise-deelnemer mee kwam aanzetten.
Ik vroeg me af of dat nu lastig of juist een deugd zou zijn, zo een water- in plaats van een betonweg voor de deur.
Na een eindje wandelen en een korte uitleg over hoe het specifieke en erg mooie landschap zijn huidige vorm kreeg, draaiden we 180° om en wandelden we terug voor de namiddagsessie (helaas heb ook ik, net zoals René Fleur, meer aandacht aan Chris’ uitleg gegeven dan aan mijn telefoon en dus geen foto’s).
Ik leerde ook de woorden ‘kloteklappers’ en ‘spijker’. Niet dat ik als timmerman geen spijker ken, maar als synoniem voor anker had ik het nog niet gehoord. En dan ‘kloteklappers’, het duurde tot de middag tegen ik doorhad dat het van die bal-elastiek-dingen zijn die wellicht iedereen onder ons al wel eens per ongeluk heeft afgeschoten richting voortanden of water!
Er kwamen zeker ook onderwerpen aan bod die ik tijdens mijn zeiltochten met ‘trial and error’ al eerder te weten was gekomen. Een voorbeeld: afstand tussen zeilpunt en lateraal punt, die wel heel erg groot kan wezen zo bleek, als ik weer maar eens te traag overstag ging met een te strakke druil en ik, als een met veren aangespannen windvaan, strak in de wind bleef liggen. Of net andersom: als de wind op een kritisch moment met veel macht de fok weet te vullen en de boeg een zwaai geeft alsof er een boegschroef van 100 pk ergens zit verstopt.
Gelukkig heb ik na 1,5 jaar zeilen de Lugger redelijk onder controle, maar een extra dag oefenen kan zeker geen kwaad vond ik. Ondertussen is elke (flauwe) reden goed genoeg om op pad te gaan, dus ook ‘the day after’.
Na de borrel en wat opruimen, parkeerde ik bus en trailer ergens aan een grachtje, de naam weet ik niet meer, er zijn er zoveel daar.
Ik kookte wat eten, dronk een heerlijke fles Geuze-Girardin met boek erbij en ging te bed in mijn ‘werkbus/camper’.

Rond een uur of 6 wekte een irritant ritmisch roepende koekoek me en besloot ik op te staan. Nog te vroeg voor ontbijt reed ik eerst naar Blokzijl en liet Mr. Earl daar te water. Er op lettende om zo min mogelijk geluid te maken, het was tenslotte zondagochtend en de helling aan de balkenhaven bevindt zich in een woonwijk.
Ik roeide tegen de wind de havengeul uit (om diezelfde geluidsreden) en eenmaal op het Noorderdiep gingen de zeilen omhoog die zich vlot lieten vullen door de fikse N-NW-wind. Te fiks bleek als snel en het rif ging erin. Inderdaad ‘het’ in enkelvoud, want mijn Lugger heeft slechts 1 rij reefknuttels in het grootzeil. Dit is vaak al erg lastig gebleken, want je haalt direct een flinke hap uit het zeil. 1 rij minder diep en een 2de rij, dan uiteraard wat dieper, zou de boel wat evenwichtiger maken heb ik al vaak gedacht.

Ik zeilde tot onder de zuidkant van het eiland in het Giethoornsche meer waar ik koffie maakte en ontbeet onder een stralende hemel. Ik nam de tijd en genoot van de rust en de uiterst mooie en zonnige ochtend.

Na het ontbijt besloot ik eerst het gebied rond de grote Otterskooi te verkennen. Al zeilend, peddelend, bomend en roeiend en soms ook gewoon ‘meedrijvend’ kamde ik het hele gebied uit.
Het mooiste was een klein slootje tussen de Thijssen- en Brouwersgracht. Zo klein en smal dat ik er zelfs geen naam van vond en een achterop komende kajakker moest wachten om voorbij te kunnen. Van noord naar zuid varend, duwde de (door het bos flink afgeremde) wind me op het dooiste gemak door het slootje.
Om vanzelfsprekende reden doe je een sanitaire ‘stop’ onder zeil steeds aan de lage kant, en over het algemeen begeef je, om eveneens vanzelfsprekende reden, je tijdens dit gebeuren iets verder buitenboord dan gewoonlijk. Het bijzondere fenomeen dat je met gewichtsverplaatsing je boot kan laten oploeven of afvallen mocht ik, bovenstaande actie uitoefenend, al eens ervaren. Chris’ uitleg hierover was dus ook bij dit onderwerp erg bevestigend, maar tijdens een tocht door een of andere kreek bleek ook dat, door je gewicht te verplaatsen, een bos lager dan je mast, geen probleem hoeft te zijn voor een Drascombe. Je ‘zwiept’ de mast gewoon van links naar rechts al slalommend tussen de overhangende takken.
De otterkooi zelf bezocht ik niet, deze is afgesloten voor publiek en dat respecteerde ik.
Na een koffie/lunchstop aan de rand van het bos kwamen er meer kajakkers door de grachten dan me lief was en besloot ik om terug het open water op te zoeken.

De rest van de dag werd zeiltechnisch een erg uitdagende dag. De wind (en vooral de vlagen) trok(ken) flink aan en de combinatie van de ‘grotere’ meren waar de wind vrij spel had in combinatie met de smalle, in alle windrichtingen, kronkelende grachten vol met motorjachten waar de wind vaak wegviel of plots van richting veranderde, zorgde voor een boeiende en uitdagende verdere zeildag.
Na een korte tocht op de Beulakerwijde begon de dag behoorlijk te vorderen en besloot ik terug richting Blokzijl te zeilen. Door de meer westelijk gekrompen wind bleek dat nog een hele opgave en een behoorlijk eind opkruisen. Ter hoogte van het Landal park in Blokzijl begaf zowel de wind als mijn geduld het en zodoende deed ik het laatste stuk richting helling vol op motor, er stond me namelijk nog een 2u durende terugreis te wachten en ik wou nog even een ommetje maken langs de mooie havenkom van Blokzijl.

Gebied rond Gierhoornsche meer
Bij deze ook nog mijn dank voor de vele aangename en positieve reacties op mijn verhaal over olie, het werd blijkbaar erg gesmaakt en geapprecieerd wat uiteraard erg leuk is.

Ook nog dank aan Chris voor tijd, ruimte, moeite, koffie, bier en vooral zijn deskundigheid, het was een leerrijke en gezellige dag.
Tot ergens op het water,
Michiel Jansen, Lugger Mr. Earl
www.weidepoorten.be