Verslag Cranberry Cruise 2024

Op zondag 15 september vertrokken de Coasters Tyke, Joop en Mellon en de Cruiser Longboats Kanarie en White Seal vanaf Den Helder naar Vlieland om daar cranberries te plukken.

Het werd een gedenkwaardige tocht met een heerlijk lopend windje van Den Helder naar Vlieland, enkele ‘karaktervormende leermomenten’ op de route naar Harlingen en voor Tyke, Joop en Mellon op woensdag 18 september met zeer gunstige stroom en wind in een recordsnelheid van Harlingen terug naar Den Helder.

De ochtend daarop, 19 september, moest het vertrek vanuit de KMJC naar de trailerhelling even worden uitgesteld vanwege een plotseling binnendrijvend mistveld en het daar aan gepaarde vaarverbod (voor jachten) door de Verkeerscentrale. De grote scheepvaart ging echter wel door, onder meer het imposante 44 meter brede ‘Heavy Lift Vessel’ Rambiz, dat met een ‘poot’ van een onttakeld gasplatform de haven in kwam. Het gedwongen oponthoud werd aangenaam verzacht met een smakelijke kroket en niet veel later brak de zon weer door.

Op deze pagina hebben we de foto’s geplaatst die de redactie heeft ontvangen met betrekking tot die Cranberry Cruise. En natuurlijk het verslag dat Sytse Terpstra (Coaster Mellon) heeft geschreven. Als er nog meer verslagen en/of foto’s bij ons binnenkomen dan worden die aan deze pagina toegevoegd.

Verslag van de Cranberry Cruise 2024 vanaf Coaster Mellon

Op zondagochtend 15 september liggen vijf bootjes op stootgaren bij de KMJC te Den Helder. We wachten op een gunstig moment om de oversteek naar het Posthuiswad (in NKDE-termen PHW), aan de westkant van Vlieland, te maken. Gelukkig komt dat moment pas aan het eind van de ochtend, zodat we wat bij kunnen komen van de zware strijd om de Dorus Rijkers wisselbokaal, die gisteren ten westen van Den Helder plaats vond.

Admiraal Harm blijkt bij het eerste palaver duidelijk “in charge”. Er komen heldere instructies, koers NNO, langs de haven van Oudeschild naar de bovenkant van de Texelstroom richting de Binnen Breesem, daar even de tonnen volgen en daarna over de Waardgronden richting het PHW.

Palaver op een rustig plekje oostelijk van de haven

Vier boten, Cruisers White Seal en Kanarie, en Coasters Joop en Mellon volgen de admiraal in Coaster Tyke op een rustige borrelkoers. Alles zal ruime wind zijn in een zwakke tot hooguit matige wind.
ETA 19:00 uur, dus lekker net voor zonsondergang.
Het belooft een oversteek te worden waar geen verhaal van te maken is. Gewoon ruime wind, zo nu en dan zwaard omhoog, zo nu en dan een drankje, zo nu en dan even zwaaien naar een kring-genoot, en een beetje genieten van een lekker nazomer zonnetje. Eigenlijk zoals iedereen dat zou willen.


Bij de BR16 pakken we de Binnen Breesem op, en dan gebeurt het onmogelijke…
De mast van White Seal komt naar beneden. Paniek! Het lijkt in slow motion te gaan. Verwarring alom.

De vloot gaat ten anker, ik precies bovenwinds, en op een verlengde ankerlijn kom ik naast White Seal uit. Samen nemen we de schade op, en constateren we dat het goed te repareren is. We bergen de zeilenzooi en vervangen vervolgens een gebroken blokje bovenin het voorstag.

Het is een wonder dat een voorstag breekt op een voordewindse koers, en het is een nog groter wonder dat er geen gevolgschade is aan mast en mastvoet. Goede schepen, die Drascombes!
Onder gejuich gaat de mast al na een dik half uur weer omhoog en is de vloot met een vertraging van een uur weer onderweg.


Na een rustig vervolg en een mooie avondtocht gaan we nog voor donker vlak onder de wal voor anker in 70 cm. water. Het is net HW geweest en een paar dagen voor springtij. Prima zo.
We bouwen nog even een vlotje voor een borrel, en als snel dwingt het vallende water ons uit elkaar.

Na een rustige nacht worden we rustig wakker en genieten we van een lekker zonnetje. We liggen in de luwte van het eiland en keutelen wat om tot we droogliggen.


Dan ontstaat er weer beweging bij de schippers, we moeten het eiland op. Er moeten cranberries gezocht worden! Die blijken er in overvloed te zijn en er wordt druk geplukt, en niet alleen door ons. Het blijkt een geliefde bezigheid te zijn en vanaf 15 september volledig legaal.


We maken de rest van de dag een mooie wandeling met een aangename pauze op het terras van het Posthuis.

De boten liggen nog hoog en droog als we terugkomen, en het ‘happy hour’ inclusief palaver vindt plaats aan boord van Tyke. Als het water komt worden ankers naar buiten gebracht om vanavond met HW al vast naar dieper water te gaan. Zo gaan we één voor één ankerop, maar White Seal komt niet lekker los, en wordt bij HW met wat kracht toch losgeduwd.

De dinsdag brengt meer wind. De bedoeling is om ‘s middags met de vloed naar Harlingen te gaan en een groot deel van de dag zullen we overtijen in de haven van Vlieland. We varen er na het ontbijt aan de wind met vallend water heen en dan begint het Grote Genieten. In een lekker zonnetje en lekker beschut tegen een stevige noordooster, doet iedereen zijn ding. Douchen, een beetje wandelen, naar het dorp, chillen. Wat een luxe!

De zeildag begint vandaag eigenlijk pas aan het einde van de middag, we zijn voorbereid op een zware tocht. Het eerste stukje gaat lekker, ruime wind onder fok en druil naar het Fransche Gaatje, waar we toch nog op water moeten wachten. Er is sprake van een verlaging van 30 cm. door de stevige NO wind.

Uiteindelijk is het ver na 18 uur als we dieper water bereiken en we stroom mee krijgen de Blauwe Slenk in. De zee wordt vijandig, er staan hoge holle golven door de felle stroom, het is springtij tegen een sterke NO wind. Onder fok en druil is het houwen en keren, en we krijgen bakken water over. Hoogte houden gaat nèt, en we worden continu door de golven afgestopt. Gelukkig helpt de stroom ons de goede kant op, maar het is donker als we de haven bereiken. De vloot is ver uit elkaar geslagen.

Tot diep in de nacht hebben we de tocht nabesproken, uiteraard met een stevige borrel. Voor het slapen gaan moest in de diverse ‘cuddies’ flink opgeruimd worden, uit de Kanarie komen zelfs zeven emmers water naar buiten.


Na een korte nacht hebben we gelukkig geen haast. We pakken de eb mee, via Kornwerderzand naar Den Helder. We maken met drie man een wandelingetje door Harlingen en worden bij Anna Caspari op het terras door de Admiraal verrast met koffie en overdadig appelgebak. De lunch kan overgeslagen worden!

Aan het eind van de ochtend nemen we afscheid van White Seal en Kanarie en varen we af, dubbel gereefd. White Seal en Kanarie gaan via Kornwerderzand het IJsselmeer op. We schenken elkaar een laatste groet, en dan splitsen letterlijk de wegen.

Met z’n drieën vervolgen we onze weg, geholpen door de ebstroom. De wind begint weer door te zetten, op een zeker moment worden er zelfs vaarsnelheden van 9 knopen geklokt! Dat hebben we ook nodig, het is een stevige tocht van ongeveer 30 mijl.

Het lukt ons weer voor de borrel binnen te zijn. We strijken in de beschutting van de marinehaven, en als we vervolgens de jachthaven van de KMJC binnentuffen staat Roel ons al weer op het havenhoofd op te wachten. We waren reeds gespot op de webcam. Waar Drassen zijn is Roel, wat een ontvangst weer!


We sluiten prachtige dagen af met een diner in de Marineclub. De Cranberry Cruise is voorbij, morgen alleen nog even aar de helling.

De volgende ochtend blijkt ‘even naar de helling varen’ een onmogelijke opgave. De misthoorn loeit, en regels zijn duidelijk. ‘Jachies’ horen onder deze omstandigheden niet in de marinehaven. Zelfs het gezag van een Admiraal die telefonisch contact zoekt met de Verkeerscentrale blijkt ontoereikend. We moeten wachten, men is onverbiddelijk.

19 september 10:15 uur.
Een mistveld gooide -voor jachten- de Helderse haven tijdelijk op slot.
De Noorderhaaks van de MBK (Marine Beveiligingskorps) fungeerde als waakhond.


Met enige vertraging mogen we in de middag alsnog vertrekken.

In de auto terug naar huis overdenk ik de tocht. Alles zat er in, mooi weer, slecht weer, mooie vaardagen en ook een minder mooie door de vijandige zee. Ook denk ik terug aan de nieuwe contacten die ik heb opgedaan. Voor mij waardevolle contacten, stuk voor stuk super aardige mensen. Dat is de slagroom op de taart. Speciaal een dankjewel voor de Admiraal, over het geheel genomen hebben we een prachtige tocht gehad!

Ook overdenk ik mijn ervaringen met Mellon, dit was tenslotte de eerste serieuze tocht die ik met haar heb gemaakt. Ik ben haar, met alle aanpassingen die mijn voorganger Carol heeft aangebracht, oprecht gaan waarderen.
Ik voel dat er een serieuze relatie aan het ontstaan is!

Sytse Terpstra, Coaster Mellon

Verslag van René Fleur, Cruiser Longboat White Seal

Daags na de Dorus Rijkers Tocht start de Cranberry Cruise op zondag 15 september met vier veteranen van de Dorus Rijkers Tocht, te weten Charles de Cock, Sytse Terpstra, Harm Slomp en ondergetekende. Alexander van Sonsbeeck voegt zich ook bij het palaver op de zandplaat bij de Napoleondam, terwijl Roel Smidt ons als lokale loods netjes op een rij parkeert op de rand van de plaat – wat een service, Roel!


Op het aldus gebouwde ‘vlot’ doet Harm het vaarplan voor vandaag uit de doeken: met de opkomende vloedstroom door de Texelstroom, en dan over de Waardgronden naar Vlieland; aankomst bij het Posthuiswad rond 16:00, een uur na hoogwater.

Het is prachtig zeilweer met een zonnetje en 3 á 4 bft en, uitgezwaaid door Roel, vertrekken we met drie Coasters en twee Cruisers. Het is mijn eerste cruise met de Kring en ik vind het geweldig leuk om met vijf Drascombes in dichte formatie over het Wad te scharrelen. In de Texelstroom varen we ruime wind en dat wordt halve wind boven de Waardgronden. 

Mooie bakstagwind van Den Helder naar Vlieland

Ik zit genietend om me heen te kijken als ik een knal hoor vanuit de masttop. Tot mijn schrik zie ik de voorstag losspringen van de mast, die kreunend en krakend naar beneden komt. Ik buig me naar achteren om het rondhout te ontwijken dat gelukkig recht naar achteren valt en dus niet overboord.

Zo te zien geen grote schade, dus snel het anker uit en de druil bij.

Sytse vaart het dichtsbij en ankert naast me. Ik zie al snel dat het oog van het bovenste blok van de maststrijkinstallatie gebroken is. Sytse heeft gelukkig nog een dubbel blok aan boord, dat we samen monteren waarna we de mast weer overeind zetten. Gejuich klinkt op van de rondom ons geankerde vloot, en met slechts 40 minuten vertraging zeilen we verder. Wat fijn dat Drascombes zulke simpel getuigde scheepjes zijn!

Het varen met de Kring doet me denken aan mijn zeeverkennerstijd, met je maten door weer en wind op het water, tegenslagen opvangend met hulpvaardigheid en inventiviteit. 

Precies om vier uur komen we aan op het Posthuiswad, waar het even zoeken is naar het perfectie droogvalpelekkie zonder te dicht bij het verboden vogelgebied te liggen. Al snel liggen we droog en kunnen we in onze laarzen bij elkaar gaan buurten (lees: borrelen).

Het Posthuiswad is prachtig, en met de kijker zie ik mooie roodbruine steltlopertjes rondscharrelen. Rond etenstijd trekt een ieder zich weer terug op zijn eigen boot. Hans Vandersmissen indachtig trek ik een blik ‘runderlijkjes’ open en kook daar rijst bij. Een feestmaal, op zo’n mooie plek! 

Maandagmorgen brengt opnieuw mooi weer. Na eieren met spek en koffie aan boord eens buurten bij Harm, vragen hoe hij zo keurig waterpas ligt drooggevallen. De White Seal gaf mij de keus tussen scheef over bakboord, of schuin over stuurboord droogvallen. Harms oplossing is ’net zo lang wiebelen tot de kielbalk zich in het zachte slib heeft genesteld’. Tja, dat weten we dan voor het volgende tij.

Tyke (zout)waterpas op het Posthuiswad


Tijd voor een verkenningstochtje naar de cranberry-vallei. We blijken er pal voor te liggen en er zijn al wat mensen aan het plukken. Ondanks eerdere berichten is de vallei kurkdroog en lukt het plukken prima. Heb de rest van de Drassers erbij geroepen en zo wordt er een uurtje serieus geplukt.


De buit aan boord gebracht en dan op naar het Posthuis, dat ons na enige omzwervingen door het bos onthaalt op koffie met appelgebak. In het zonnetje. Wat een zwaar leven.

Eenmaal weer aan boord zien we in de verte het water alweer opkomen. Plan is om bij hoogwater vlot te komen en de boten dan in dieper water te ankeren, zodat we morgen met het ochtendtij zeker loskomen en dan naar de jachthaven van Vlieland kunnen varen als eerste etappe naar Harlingen. De White Seal lag het hoogst en kwam niet spontaan los, maar met hulp van Sytse kregen we haar toch drijvend.

Dinsdagmorgen begon grauw en met 3 á 4 bft uit het oosten, zodat we op de motor naar de jachthaven voeren. Daar kwamen we precies met laagwater aan, zodat we zonder de gevreesde stroming-dwars-op-de-havenmond naar binnen konden. Tijstop in luxueuze omstandigheden dus: douchen, vers croissantje uit de havenwinkel, wandelingetje naar het dorp. En de accu’s bijladen natuurlijk.

Rond vier uur staat er genoeg water om het erop te wagen en zeilen we door de Vlielander Balg richting het Fransche Gaatje. Voor we daar waren moeten we nog een halfuur wachten tot er genoeg water boven de platen staat, maar dan kunnen we prachtig op fok en druil, sturend op de wrikriem, richting de vaargeul naar Harlingen.

In de geul moeten we wat slagjes maken, de wind trekt aan en het wordt donker, maar uiteindelijk liggen we toch alle vijf bij de Sasbrug in Harlingen. Met een goed glas whisky sluiten we de avond af.

Woensdagmorgen kunnen we rustig aan doen, rond 11 uur gaat de ebstroom lopen richting westen. We zeilen langs De Boontjes en bij Kornwerderzand zwaaien Alexander en ik Charles, Sytse en Harm uit. Zij varen naar Den Helder, wij naar Eemnes en Huizen via IJsselmeer, Ketelmeer en Randmeren.

We besluiten naar Stavoren te zeilen voor douche en boodschappen. Biertje op aan de wal, koken aan boord en een wijntje onder de dektent.

Donderdagmorgen heeft de uitgedunde armada het ruim bezeild naar Urk, en dan steeds hoger aan de wind naar Ketelhaven. Daar even wat slagen maken en uiteindelijk motoren op het Keteldiep. Dan buigt het Vossemeer zich naar het zuidwesten en later wordt de koers pal zuid, zodat we weer een royale bakstagkoers hebben.

Overnachten doen we op een soort Marrekrite-plekje voor de Reevesluis. We hebben de landvasten nog niet vast of de buurman van een motorjachtje komt aan met een doosje rode wijn, dat gelukkig niet helemaal vol meer zit, anders komt er van ons plan om morgenochtend vroeg te vertrekken, niets meer. De zon gaat onder, Alexander hoost zijn voorschip leeg terwijl ik het diner klaarmaak: bruine bonensoep met sneeën bruin brood… en een wijntje erbij.

De vrijdag begint met een mooie zonsopgang en 3 bft die gelukkig nog steeds uit het noorden waait, dus pal in de lengterichting van de Randmeren die we dan ook in sneltreinvaart kunnen afvinken: Drontermeer, Veluwemeer, Wolderwijd, Nuldernauw, Nijkerkernauw met een koffiestop na de Nijkerkersluis, Eemmeer (Alexander uitzwaaien die richting Eemmond afdraait), Gooimeer, Huizen. Eindstation!

Aanleggen bij zonsondergang, boot leeghalen, opruimen en om tien uur rijd ik hondsmoe maar tevreden naar huis.

René Fleur, Longboat Cruiser White Seal


Onderstaande foto’s ontvingen we van Harm Slomp, Coaster Tyke

Napraten in de kuip na een heftige tocht naar Harlingen


en deze foto’s werden aangeleverd door Sytse Terpstra, Coaster Mellon.


en tot slot nog een paar die gemaakt zijn door Roel Smidt, Coaster Seanymph (die ging overigens niet mee naar Vlieland).

19 september 10:15 uur.
Een mistveld gooide -voor jachten- de Helderse haven tijdelijk op slot.
De Noorderhaaks van de MBK (Marine Beveiligingskorps) fungeerde als waakhond.