In juni kon ik weer een week op pad met mijn geliefde Coaster Tyke. Mooie lange dagen alleen op avontuur; iets om maanden van tevoren al naar uit te kijken.
Ik had al enkele mooie dagen verkend op het westelijke wad vanuit Harlingen waar ik aan de zoete kant bij jachthaven Kosik mijn boot te water had gelaten. En natuurlijk over de Waardgronden naar het Posthuiswad. Hele stukken met achterlijke wind op de riem gestuurd omdat het (2 uur voor HW) toch wel heel ondiep was. Alle tijd om de bodem goed te bestuderen!
Het was geen zomerweer, nogal koud en winderig. Maar een heerlijke stilte-retraite op deze speciale Drascombe-plek. Twee dagen en nachten helemaal in mijn eentje met de eidereenden en de lepelaars.
En nu onderweg van Terschelling naar Ameland. Het begint loom met een matig westelijk windje en het rif kan eruit. We zeilen comfortabel op de stroom door de Dodemanshoek en over het wantij. Er staat meer dan genoeg water, nergens minder dan 2 meter. De wind neem toe tot Bft 4-5. Een kleine schouw komt motorzeilend tegemoet, stampend op de golven. ‘Arme mensen’ denk ik. ‘A gentleman sails with the wind and the tide’. Voorlopig voldoe ik daar nog aan.
De Blauwe Balg komt eraan en nu even goed opletten. De ebstroom in combinatie met de stevige wind scheurt Tyke naar voren. Het is jaren geleden dat ik deze passage gedaan heb en ik realiseer me dat er nu geen ruimte is voor fouten. Het is nog hoog water en alleen een klein stukje zandplaat is zichtbaar met een kluitje zeehonden bij elkaar gepakt. Ik probeer hen niet te verstoren maar toch een KLAP, het grootzeil gijpt. Gelukkig blijven de zeehonden op hun plek. Bij de tochtvoorbereiding had ik al gezocht naar een plek om hier ergens in het zeegat van Ameland tij te stoppen. Maar dat is niet eenvoudig bij een sterke westenwind. De westkant is bovendien niet toegankelijk vanwege beschermd gebied. Er zit niks anders op dan tegen de ebstroom, die al hard doorzet, naar het Molengat zien te komen en daar voor anker te gaan op een wat ondieper deel.
Het is nu 12 uur en de stroom gaat pas na 1700 uur meelopen richting Nes. Het wordt keihard zeilen met vol tuig tegen de stroom in, ook al probeer ik de minder diepe stukken van de geul te volgen. Zeilend op volle snelheid maak ik maar 2 knoop voortgang. Dit gaat wel heel lang duren!
Uiteindelijk lukt het mij om in de geul Molengat te komen en buiten de stroom onder de boei MG4 in ondieper water voor anker te gaan. Oef, dat was mooi en afzien tegelijk. Nu uitpuffen, lunchen en wat lezen tot de stroom kentert. Het is heel rustig op het water. In die uren dat ik daar lig zie ik geen enkel ander schip. Als ik enkele uren later anker op wil om naar Nes te varen, heb ik een serieus probleem.
Bij het voor anker gaan hebben de tegengestelde krachten van de sterke stroom en de wind in de druil Tyke op een ‘sur place’ gehouden en heeft de ankerlijn zich om het zwaard gewikkeld. Bah, wat een ellende. Er staat best veel kracht op. Met de hand krijg ik geen beweging in de ankerlijn. En het zwaard wil niet op en neer. Ik probeer in oplossingen te denken. Zeilend op de fok probeer ik om het anker te zeilen. Dat lukt niet. Ik geef meer ankerlijn en probeer dat onder de boot te duwen zodat de lijn vrijkomt. Geen enkel verschil. Ik zit hier hartstikke vast met een anker dat niet omhoog wil en een zwaard dat niet meer beweegt.
Na een poosje kniezen besluit ik om het anker achter te laten. Ik maak een markeringsboeitje vast aan het einde van de ankerlijn en maak een waypoint. Met een ruime boog gooi ik het boeitje weg en trek de fok aan. Yeah, de boot komt los van de ankerlijn. Ik blijf nog in de buurt om te proberen het boeitje op te pikken maar de combinatie van wind en golven maakt dat ik minimaal twee handen te kort kom om de boot te varen en dichtbij genoeg te komen om de ankerboei op te pikken. Met chagrijn kies ik koers Nes, want het originele Bruce anker van 5 kg is mij dierbaar. Een professionele bergingsboot komt tegemoet. Even denk ik hun via de marifoon om hulp te vragen maar het gaat te snel. Na een ruig stukje zeilen met gereefde zeilen kom ik kort na LW in de jachthaven van Nes aan.
Ik zoek op Google en stuur een vriendelijk mailtje naar het Amelander bergingsbedrijf of ze met hun schepen in de buurt van de MG4 boei komen en wellicht mijn anker kunnen oppikken: ‘Durf te vragen’. De volgende dag belt de berger en zegt te willen helpen als vriendendienst. Hij was aan boord en had mij solo in het zeegat zien zeilen met dat leuke bootje en de drie bruine zeiltjes. Zo’n schipper wilde hij wel helpen. Normaal is het uitruktarief 1000 euro en dat voor 5 kg ankertje (wel een ‘genuine Bruce’ natuurlijk) maar nu voor een kleine vrijwillige bijdrage. Zondagmiddag afgesproken en de Vigilant van bergingsbedrijf Veltman stoomt met 14 knopen probleemloos tegen Bft 7 op richting mijn onheilsplek.
Al vrij snel ontdekken we mijn ankerboeitje. Hoera! Het anker zit stevig vast in de bodem maar geeft zich toch gewonnen. En dan met de hoofdprijs aan boord terug naar de haven. Tyke en zijn originele Bruce anker zijn weer met elkaar verbonden.
Rest van de middag heerlijk chillen met een opgeruimd gemoed en dan klaarmaken voor morgen de laatste etappe naar Lauwersoog.
Harm Slomp
Coaster Tyke