Laatste tocht van het seizoen voor Zandloper

Zandloper (ZL) gaat begin november de winterstalling in en daarvoor wil hij en de schipper nog wel even een frisse neus halen op de Wadden. De laatste week van oktober lijkt ideaal. Het is dan springtij zodat met gemak over de platen gevaren kan worden. Vorig jaar is voor zo’n tocht al een principe afspraak gemaakt met Zilt (Z) en bemanning om vanuit Harlingen een paar dagen het wad op te gaan. Ultreia (UA) met bemanning voelde er ook wel voor en ook de schipper van Cornelia Dionisia (CD) liet de deur van deelname op een klein kiertje open staan.

Zoals zo vaak met Drascombe-tochten pakte het gespreid uit. CD vormde op de Grevelingen de zuidelijke vloot, Z ging op eigen kiel van Zaandam via Den Oever naar Harlingen en vormde het westelijk smaldeel en ZL werd op de trailer een stuk op weg geholpen naar Lauwersoog en was daarmee de oostelijke vloot. ZL kreeg gelukkig ook de schipper van UA (de auteur van de beroemde rubriek; “Een idee misschien kun je er wat mee” (zie het archief op de website)) mee aan boord. Aan boord van Zandloper konden we er natuurlijk wat mee en inmiddels zijn alle ideeën en nog veel meer gerealiseerd.

Dinsdagavond het traditionele visje gegeten in Lauwersoog. Woensdagochtend afgevaren naar het oosten, een paar uurtjes voor hoogwater, met de stroom mee, wind is Z4 bij 18 graden. Verwachting voor de volgende dagen: wind Z 2-4 en temperaturen in de nacht die normaal overdag voorkomen. En…. veel zon. Mooier kan het niet. De paspoorten zijn aan boord want misschien zitten met dit weer de Duitse wadden er wel in, hoewel ZL zondag weer terug moet op de trailer.

Het gaat als een trein, over alle ondieptes heen, zelfs zonder het roer eruit te hoeven halen. Iets na hoogwater komen we aan voor de invaart naar Noordpolderzijl (NPZ) waar we een ware kermis aantreffen van boeien en latten die de zeer kronkelige invaart aangeven. Blijkbaar had Rijkswaterstaat een container boeien over. Geef mij maar de ouderwetse ongebonden en opgebonden staken. De in de bodem gestoken latten hebben wel een topkleur rood of groen maar tegen de laagstaande zon herken je de kleur pas als je er voorbij bent. Aan de juiste kant voorbij varen is wel handig, de geul is smal en er naast is het erg ondiep. Het gevaar bij hoogwater en springtij vast te komen zitten is dat pas 14 dagen later, bij een volgend springtij, er voldoende water is om weer los te komen. Als dan na 4 dagen het eten op is, moet je 4 km door de blubber om aan de kant te komen. Geen pretje.
Maar het is natuurlijk allemaal goed gegaan. ZL is het enige bootje in het haventje van NPZ. Vastgemaakt met lange lijnen, een schuurplank langszij en het anker richting vaargeul liggen we rustig.


Met een vast trapje kunnen we altijd aan de wal waar ‘t Zielhoes lonkt. Deze voormalige sluiswachterswoning is al jaren een geliefd café voor zeilers, wandelaars, fietsers en wadlopers. De inrichting met potkachel en Perzische kleedjes op de tafels is gelukkig al jaren onveranderd.
Na een rustige nacht, waarin we niets gemerkt hebben van stijging en daling, de volgende morgen een wandeling gemaakt en een laatste kop koffie gedronken in ’t Zielhoes.


In de middag, kort na hoogwater, vertrekken we. De wind is maar net voldoende om ons tegen de stroom naar buiten te duwen. Maar het is prachtig en kan niet lang genoeg duren. We laten Duitsland maar voor wat het is en gaan westelijk naar het Pieterburen Wad dat een erg vlakke en uitgestrekte zandplaat is waar het rustig droogvallen en overnachten is. De flinke wandeling tegen zonsondergang is sprookjesachtig.


De volgende ochtend (het is inmiddels vrijdag) gaat ZL bij voldoende water richting de haven van Schiermonnikoog. De geplande route over het meest diepe stuk van de plaat loont want nergens hoeft het roer eruit om op de stuurriem verder te gaan.
De betonning van de vaargeul Eilanderbalg die van zuid naar noord over de plaat gaat, is grotendeels echter opgenomen. Bijna overal is het vlak en 1,6 m droogvallend. Zelfs met helikopters heeft Rijkswaterstaat geen geul meer kunnen ontdekken.
Iets na hoogwater varen we de haven van Schier binnen. Het is lekker rustig. Een wandeling naar de ZW kant van het eiland laat zien dat van de beroemde Alexabaai niet veel over is.

Het plan was om de volgende dag (zaterdag) westelijk om de Engelsmanplaat te varen om voor de nacht een droogvalplekje te vinden onder het Rif (west van Schier). Maar dichte mist de volgende ochtend gooit roet in het plan. Als de mist een beetje optrekt in de middag is ook de wind bijna weg. Daarom maar op de motor terug naar Lauwersoog getuft en weer door de sluis naar het Lauwersmeer om tegen een windje Z1, in de zon en met ca 20 graden, naar het Stropersgat eiland gedobberd waar we de enige aangemeerde boot waren. Prachtig, maar dat vonden alle muggen die ons besprongen daar ook. Daarom maar meteen weer losgegooid om een stukje verder in 50 cm diep water voor anker te gaan en daar, door een beetje wind, geen muggen.

Na een stevige bonenmaaltijd volgde natuurlijk de traditionele bonte avond ter afscheid. De volgende ochtend met erg weinig wind terug naar Lauwersoog gezeild met een koffiestop in Oostmahorn.

In het zonnetje ZL op de trailer getrokken en de thuisreis ingezet.

Het was een prachtige en gezellige afsluiting van het seizoen. Beter kun je het niet krijgen.👍
Rob Moot