Kleine geschiedenis van mijn herintrede in de watersport in drie delen

2. Een inzicht en een vraag


We waren terug uit het buitenland, het huis was af, en de kinderen op een leeftijd dat ze blij waren met minder ouderlijke aandacht; tijd voor een hobby. Ik vond het tijd weer te gaan zeilen, ik werd dus herintreder in de watersport. In drie delen leest u mijn ervaringen. In deel 1 vertelde ik over de ideale boot, vandaag deel 2: het tweede seizoen van mijn herintrede in de watersport was afgelopen jaar, het tweede coronajaar. De plezierige gelijkgestemdheid tijdens de Smiscruise gaf me een inzicht en plantte een vraag in mijn hoofd.

Smiscruise
Het seizoen begon geweldig met de Smiscruise. Er werd zelfs een ‘Mijn eerste smiscruise’ voor beginners georganiseerd. Ik voegde me bij het gezelschap van ongeveer 6 andere Drascombes, mijn lugger de kleinste. Ik was alleen aan boord, en de meeste andere schippers waren ook alleen. Waarom allemaal alleen, waren ze vrijgezel?, En was dat oorzaak of gevolg van het zeilen? vroeg ik me af. Maar gedurende het lange weekend bleek dat de meeste gewoon getrouwd waren, ook voor hen was de Drascombe de ideale compromisboot in relaties waar maar 1 van de 2 van zeilen houdt.
We voeren de eerste avond op het Lauwersmeer om te oefenen met sturen op de riem, deinzen en bijliggen. De volgende ochtend ging het na de sluis bakboord-uit, het Wad op. Een sensatie om zoveel ruimte in te varen, er onderdeel van te worden. De dagen die volgden vielen we droog onder Ameland, tussen het Rif en Engelsmanplaat en oost van de haven van Schier. De wind en omstandigheden waren vriendelijk, en dat droeg eraan bij dat dit een prachtige ervaring werd. De lugger kon, als je een beetje oplette, de zusterscheepjes met langere waterlijnen prima bijhouden. Het tent opzetten en afbreken ging vlot en de kou viel mee. Singlehanded op het Wad betekende goed plannen: ‘s avonds de route, weerbericht en tij bekijken, ‘s morgens voor vertrek al lunch klaarmaken, inclusief gevulde thermossen. En niet te vergeten: zodra het zeilen en de privacy het toelieten, de kans pakken om te plassen. Dat je niet altijd exact hoefde te navigeren maar ook de andere roodbruine zeiltjes achterna kon varen was prettig. Ik behoorde nu tot zo’n stoer groepje tweemastertjes op het Wad die ik me herinnerde van vroeger.

Inzicht
Ik had genoten van de Smiscruise. Achteraf wist ik nog een extra reden waarom het zo leuk was: Dat Hemelvaartweekend op het oostelijk Wad zagen we overal zeilers. Niet alleen de andere groepjes Drascombes, maar ook platbodems en jachtjes. Een verademing, want het zeilen op binnenwateren lijkt volledig uit de mode geraakt. Natuurlijk, beroepsvaart laat het niet overal toe, maar vaker nog is het recreatievaart die zeilen niet toelaat. En ook waar het water breed uitwaaierde met ruime ondiepe beddingen en een bezeild windje, was ik steeds de enige zeiler. Waar ik ‘s morgens vroeg intens tevreden de stille IJssel afdobberde, was er helemaal níks meer aan toen eenmaal de andere recreanten wakker werden en ik voortdurend gepasseerd werd door jetski’s en speedboten. Alle rust was weg, ze maakten zoveel deining dat mijn zeilen wild heen en weer sloegen en het midzwaard bonkte in zijn kast. Mensen keken me raar aan. Meerdere keren werd ik gemaand om de motor aan te zetten, puur en alleen omdat ánderen het raar vonden dat ík zo langzaam ging. Onwillekeurig beïnvloedt dat je toch, en vaker dan me lief was vond ik ook mezelf terug naast een brullende buitenboordmotor. Was ik hiervoor op het water?

Ronduit beklemmend waren de raceboten op bepaalde trajecten langs de grote rivieren waar hard varen is toegestaan. Speedboten met enorme dubbele buitenboordmotoren stoven langs me, er was geen enkel contact mogelijk met de piloten, die zich achter zonnebrillen en soms zelfs integraalhelmen hulden en zich op speciale stoelen moesten vastgorden. Op de boeg zag ik een soort harpoenen of mitrailleurs gemonteerd, ik denk dat het neerklapbare elektrische op-de-plaats-houd motoren waren, maar het leken wapens. Ik herinner me één die helemaal matzwart van kleur was, een angstwekkend gezicht.

Op plassen en meertjes waren de snelheden lager maar daar overheersten de sloepen, in troepen, hele files. Vroeger waren dit goedmoedige sloepjes, maar ze worden steeds groter en zwaarder, en het kan niet poenig genoeg. Aan boord steevast borrelende boomers.

Nu ben ik bekend met de gewoonte om goedmoedig te smalen over ‘hullie’, dat wil zeggen ándere watersporters. Van huis uit was dit een geliefd tijdverdrijf, dan ging het over motorboten en ‘plastic’, dus seriebouw polyester. Bij Drascombe-vaarders klaagt men in navolging van Vandersmissen over ‘comfort containers’. Maar dit is anders. Ik realiseerde me dat zeilers écht een anachronisme aan het worden zijn. Het zeilen zal niet uitsterven, maar zeilers op binnenwateren lopen het risico te worden als liefhebbbers van een postkoets: ze bestaan nog wel, maar kunnen niet langer met goed fatsoen aan het openbare verkeer deelnemen. Alleen op hun eigen evenementen en in afgelegen hoekjes kunnen ze zich met elkaar baden in hun eigen wereld en nog even gloriëren. Mijn inzicht was: Het Wad bij Schier was dat Drascombe weekend ons postkoetsevenement geweest, en ik had de glorie gevoeld.

Vraag: is zeilen passé?
De vraag was geplant: is zeilen een anachronisme? Is zeilen passé, als de postkoets? Weliswaar namen ledenaantallen van watersportverenigingen toe en het schijnt dat er nog nooit zoveel bootjes zijn verkocht als tijdens Corona. Maar zorgt het ook voor zeilers? Ik weet natuurlijk dat er hordes enthousiaste wedstrijdzeilers en zeezeilers zijn, maar dat is niet het soort zeilen dat ik bedoelde. Ik bedoelde het Smissiaanse varen, kustavonturisme in kleine bootjes, of zoals Rat het tegen Mol zei in Wind in de wilgen:


“Believe me, my young friend, there is nothing — absolutely nothing — half so much worth doing as simply messing about in boats. Simply messing… about in boats — or with boats. In or out of ’em, it doesn’t matter. Nothing seems really to matter, that’s the charm of it. Whether you get away, or whether you don’t; whether you arrive at your destination or whether you reach somewhere else, or whether you never get anywhere at all…” (bron)

De Drascombe heeft een rijke historie, legendarische zeereizen zijn in boeken beschreven; de vraag is, is er voor deze manier van varen ook een toekomst?, en hoe geven we die vorm?


Voornemen
In elk geval beviel mijn herintrede in de watersport me zo goed dat ik me voornam persoonlijk een bijdrage te leveren aan het instandhouden van ‘messing about in boats’. Hoe precies, dat leest u in deel 3.

Josien Kapma

Lugger 1856