Van Kiel naar Stockholm (en verder) in Drascombe Coaster ZILT

“Als jij in Stockholm gaat studeren, kom ik naar je toe varen”. Deze onbezonnen uitspraak deed ik in mei 2020, een paar mijl onder Vlieland, terwijl we droog lagen en net een paar geplukte mosselen hadden verorberd. Samen met dochter Sam voeren we de Covid-bestendigde-privé Smis-cruise in onze Drascombe Coaster ZILT.

En zij ging er studeren en ik voer ernaartoe. Dit is het verhaal:

Na veel puzzelen, passen & meten werden er 6 weken vrij gepland. Half juni mocht er afgevaren worden. Het aanvankelijke plan om te vertrekken uit thuishaven Zaandam werd omgebouwd naar een vertrek uit Kiel. Een genereuze vriend bood aan om me op te halen, waar ik ook uiteindelijk zou belanden. Skipperske bracht me naar Kiel, de trailer bleef daar achter. Het was dus een one-way reisplan zonder heilig einddoel. We zouden wel zien wat haalbaar was en prettig zou uitpakken. Inderdaad ‘we” want dochter Sam zou zich de laatste week aansluiten om mee te varen richting Stockholm.

Het grote voorbereiden kon beginnen. Eindeloze uren You-tube filmpjes werden bekeken, boeken verslonden, maar vooral ervaren Oostzee-gangers waren een bron van informatie en inspiratie. Laat ik vooral Rob en Karin van Coaster Zandloper noemen. Onder het genot van een meer dan zeer prettige lunch werden kaarten, gidsen en verhalen gedeeld. “Hoeveel mijl ga je eigenlijk per dag varen” vroeg Rob terloops en vooral tactisch. “20” zoog ik ter plekke uit de Drascombe-duim, “maar ik zal ook wel eens moeten doorhalen”. Ik bleek er niet veel naast te zitten.

Ook ZILT zelf werd goed voorbereid. Zo kwam er een stuurautomaat, een zonnepaneeltje en werd alles meer dan grondig nagelopen. Het lijstje met boodschappen en to do’s werd gestaag korter tot we uiteindelijk op 14 juni voet op Kielse bodem zetten. ZILT werd te water gelaten (een verhaal op zich), skipperske vertrok richting NL en daar lag ik dan met al m’n stoerigheid. In m’n dooie uppie maar met een tiptop Drascombe waar ik meer dan alle vertrouwen in had.

En we gingen. Meteen met een pittige oversteek naar Denemarken, Kiel >> Bagenkop. 33 mijl. Maar met een prachtige ZO 3 á 4 Bft. Om ons zelf 30 dagen en 575mijl later terug te vinden in Stockholm. Zoals gezegd samen met dochter Sam die in Kalmar aan de Zweedse oostkust opstapte. Na Stockholm kon m’n ega de verleiding niet weerstaan om ook 4 dagen door de scherenkust van Stockholm mee te varen, het eindstation werd Nynashamn. In totaal klokte ZILT 650 mijl op haar digitale tellertje.

Een paar kerncijfers: gemiddeld zeilde ik 23,5 mijl per dag, de langste oversteek was 45 mijl (van Nyord in Denemarken naar Gislovelage Zweden). De gemiddelde snelheid was exact 4 mijl per uur. Zo’n 145 uur zeilen dus. De motor werd in totaal bijna 15 uur bijgezet, vooral haven in en uit, 1 dag werd helemaal gemotord omdat de wind het geheel liet afweten en we op tijd in Kalmar moesten zijn om de onvolprezen matroos in te kunnen schepen. Ik deed 25 verschillende havens aan en lag een keer of 8 voor anker of aan een ankerboei (dat laatste meestal illegaal).

En toegegeven, ik heb stinkende mazzel gehad met het weer. Op één avond na, geen hardere wind dan 5Bft maar meestal een schappelijk 3 á 4 Bft. Veelal uit de goede richting, meer dan regelmatig kon het melkmeisje worden opgetuigd. Het zeilpak moest maar een paar keer uit het achterluik worden getrokken, meestal was het T-shirt-weer. We konden enorm lange dagen maken omdat de zon al om 04:30 uur opkwam en pas laat in de avond weer onder. Niet zelden was ik om 06:00 uur al onder zeil, om ergens begin middag aan te komen en dan was er nog meer dan genoeg tijd om de haven en omgeving te verkennen.

En bottom line: Ik heb me suf genoten.

Er waren ook lessen te leren die ik graag deel:

• Houdt rekening met hogere havengelden dan we in NL gewend zijn. 25 euro is normaal, we betaalden ook 40 euro. Per nacht! Lang niet overal is ankeren een prettig alternatief.
• Ook elektriciteit is belachelijk duur. 5 euro per dag is de standaard. Slimmer is om je mobiel of laptop in een leuk café op te laden onder het genot van een goeie bak koffie.
• Leg in een haven niet in de eerste de beste Gasthamn-plaats aan. Het loont om dieper of verder een haven in te varen en te verkennen. Daar zijn soms verrassend leuke plekjes te vinden die meer bij ons formaat bootjes passen. Ook een Google Earth oriëntatie helpt Drascombe-waardige stekjes te vinden.
• Reken niet op hulp bij het aanleggen. Als er al iemand op de kade staat om een lijntje aan te pakken, zijn dat zeker geen Denen of Zweden. Zweden zijn niet persé onaardige maar om nou te zeggen dat het lachebekjes zijn………
• Wel is er volop belangstelling voor onze bootjes: “Did you sail with THAT boat to HERE? Naar gelang je meer naar het noorden komt, wordt de vraag nadrukkelijker gesteld. En wordt het getoonde respect zo mogelijk nog groter. Ik zou een prachtige bloemlezing kunnen geven van alle ohhhh en ahhhh’s.
• Maar ook mijn eigen conclusie: De Oostzee is een echte zee, welleswaar zonder getij (en dus nauwelijks stroming) maar er waren momenten die me deden beseffen dat er plekken zijn waar een Drascombe met echt harde wind weinig te zoeken heeft. Er staat gauw een steile zee. Voordeel is dat beschutting nooit erg ver weg is.
• Zeker tussen de scheren is navigatie voor een kleurenblinde solo zeiler soms een hele tour. Het onderscheid tussen de “rode” en “groene” staken is soms echt lastig, ze staan ook heel anders gestoken dan wij gewend zijn.

Van de BAD-meester leerde ik ooit dat meer dan 500 woorden voor een stukje ongewenst is en daar zijn we al dik overheen. Voor eenieder die meer gedetailleerde info wil: Altijd welkom, al beloof ik niet zo smakelijke lunch als Rob en Karin kunnen voorschotelen.

Gert Schouten (juli 2021, Drascombe coaster ZILT)