NKDE zomerweekend 2021

In de luwte van de atol die het eiland omarmt is een ondiepe baai onstaan. Voorzichtig roeien we een voor een naar binnen door de smalle opening. We trekken onze bootjes op het strand. We zijn met coastertjes, een enkele longboat cruiser, een scaffie en een lugger op een rij.

Het laatste zonlicht zet alles in een koperen gloed. Overal dwarrelen witte zwanenveertjes. We zitten uit de wind en in de zon. Uit de boordvoorraden en met speciale 8pk koerier komen lekkere hapjes en drankjes. Een samengesteld stranddiner / borrel volgt. De NKDE zomerbijeenkomst vond dit jaar plaats in de Blue Lagoon.  

Okee, de lagoon is groen, niet blauw, en de dag begon héél anders. Als ik zaterdagochtend uit mijn tent kijk giert mijn lugger heen en weer aan de ankerlijn en zie ik regenflarden horizontaal over het water gaan. De Biesbosch kleurt grijs met grijs. De andere bootjes, die maar een klein eindje verderop liggen, zijn niet meer te zien door de mist. Uitslapen dan maar. Een uur later is het nog niet beter. Ik zwaai naar Tarka die naast me heeft geankerd en we zijn het erover eens dat we nog even afwachten. Dus alle tijd om rustig zeilklaar te maken. Maar ik gebruik dus toch nog het zeilpak en de muts die ik niet nodig dacht te hebben. 

Aan het eind van de ochtend klaart het op. We vertrekken dus laat zaterdag, vanuit het hartje van de Biesbosch. Daar zijn we vrijdagavond nog naar toe gegaan vanuit Vissershang in Hank, om meteen het echte Biesboschgevoel te krijgen. De geur van bloeiende springbalsemien, het geluid van een overvliegende zwaan, dichtbegroeide oevers waar dode bomen horizontaal uitsteken, brede kreken en smalle slootjes, en ‘s nachts: muggen. 

Nu gaat het verder westwaarts. Drascombe, zeewaardig maar ook slootvaardig! We doorkruisen een slootje waar het zo smal wordt dat je eigenlijk niet goed kan roeien, en zo ondiep dat je eigenlijk niet goed kan motoren. Als je denkt dat alleen kano’s er nog langs kunnen komt een rondvaartscheepje als tegenligger. Ik moet ongeveer de wal op om hem te laten passeren. 

We hebben afgesproken dat ieder vrij is zijn weg te vinden, zodat we niet in een colonne hoeven te varen. Dat ‘vrijheid met ontmoetingsmomenten’ werkt goed, je voelt je vrij en houdt toch wel een oogje op elkaar. Admiraal-van-dienst Gijs van Kemenade heeft het super georganiseerd.   

Na lekker pielen met roeien en soms even zeilen komen we op de bredere kreek richting het Museum, Gat van den Kleinen Hil. We kruisen in de NO-wind op. Windschiftingen en ondiepten zorgen voor onverwachte positiewissels. Als we arriveren is er nog genoeg tijd om lekker te lunchen en de bootjes liggen verspreid achter hogewalletjes en rietkragen. Inmiddels is het heerlijk weer en gaan de oogjes heel even toe op het achterdek. 

Om drie uur hebben we afgesproken in het museum, alle bootjes komen bijeen en kunnen aan de steiger. Michel Maartens en Mark-de-ontwerper zijn er als verrassing, om de nieuwe NKDE vaandel te presenteren. Hierop staat de meest drassy en classy Drascombe, Het Icoonschip: de lugger. Dank, die vlag gaan we trots voeren. 

Het museum toont de geschiedenis van de Biesbosch op een prachtige manier gepresenteerd. 600 jaar geleden zijn 13 dorpen verzwolgen door de Elizabethsvloed omdat door onderlinge twist het dijkbeheer verwaarloosd was, zo ontstond het gebied. Wat mij verwondert is dat die dorpen en dijken nooit opnieuw opgebouwd zijn, dat het gebied zo natuurlijk is gebleven in dit zeer drukbevolkte en drukbevaren stukje Nederland.  

Na het museum rollen we de zeiltjes uit en kunnen we met ruime koersen afzakken, de lage zon tegemoet. Quality time. LBC Kanarie loopt uit, en scaffie Miss Molly daarachter. We nazomeren aan het strandje van de Blue (green) lagoon. Tegen de tijd dat het donker wordt blijkt het water gezakt en helpen we elkaar de bootjes los te duwen. Er is nog altijd een beetje tijverschil, dat maakt het helemaal echt. Ieder zoekt weer wat ruimte op, zoals het Drascombers bevalt.

Josien Kapma

Lugger 1856