Verslag van onze Waddentocht, juli 2020

Om maar met de samenvatting te beginnen: we hebben een heerlijke zeilreis gemaakt langs bijna alle Nederlandse en Duitse waddeneilanden!

We, dat zijn de coasters Mellon met Carol Fuchs en Christel Weiss-Fuchs, de Argo met Peter Hendrix en Boslust met Theo en Kitty van den Bos-Laaij.

De tocht stond weer onder de bezielende leiding van Carol, die alles uitgezocht en gepland had, die alle mogelijke moeilijkheden onderweg al aan kon geven, in de havens altijd wel een plekje wist voor drie Drascombes, en zelfs onderweg de restaurantjes wist waar je lekker kon eten of lekker taart kon eten. Wij, Theo en Kitty, zijn nogsteeds beginnelingen op het Drascombe-tochten-maken vlak, dus wij maken dankbaar gebruik van Carols expertise.

Eigenlijk zouden we deze tocht al begin juni maken, maar de corona gooide roet in het eten. Uiteindelijk de tocht verplaatst naar 11 juli, toen de schoolvakanties al waren begonnen en er nogsteeds beperkingen waren. Op hoop van zegen dan maar. Maar  dankzij het kleine formaat van onze boten, (en niet te vergeten de mondkapjes:)) kwam het allemaal goed. Overal konden we overnachten, en aan een Drascombe kunnen grote zeiljachten niet stapelen, dus altijd lekker rustig. WIj konden zelfs met zijn drieën in een box bestemd voor één jacht…

We begonnen in Workum, daar de boten te water, en de auto’s met de trailers achtergelaten. Op naar de Lorentzsluis bij Kornwerderzand, waar we weer even de regels van zout en zoet water en de daaruit voortvloeiende stroming  in onze herinnering naar boven moesten halen. Door naar Harlingen, aan de kade met het al best hoge getijdejverschil, en ’s avonds vis gegeten, in het restaurant dat we herinnerden van de Smiscruise met Hemelvaart. Op naar de eerste tocht over het wad naar Vlieland, drooggevalllen op het Posthuiswad, ’s avonds naar het Posthuis gelopen, door het zuigende slik, laarzen op het strand en keurig met schoenen aan naar het restaurant. Na het etentje weer terug, lopend naar de boot. Een feest vond ik dat!

Een stuk minder feest de volgende ochtend, we moesten om 4.00 uur weg, vanwege hoog water. Het was zelfs nog donker en het regende!

 Een dipje voor mij, wordt dit de vakantie?… Gelukkig bleek achteraf dat dit de enige regen geweest is in drie weken! Het heeft wel eens  ’s nachts geregend schijnt het, maar dat heb ik niet gemerkt, dus dat telt niet:). Ook niet die keer dat Theo en Carol er een keer ’s nachts uitgegaan zijn vanwege de storm om alle lijnen te controleren en te kijken of alles goed vast zat. We hebben alleen op het laatst een paar dagen verwaaid gelegen op Spiekeroog, verder alle dagen heerlijk gevaren!  Spiekeroog was een ideale plaats om te liggen, een mooi eiland, geen auto’s, zelfs geen huurfietsen, met prachtige stranden en duinen, waar we uitgebreid gewandeld hebben.

Onze tocht is gegaan langs: Workum, Harlingen, Vlieland, Terschelling, Ameland, Lauwersoog, Noordpolderzijl, Borkum, Greetsiel, Juist, Norddeich, Norderney, Baltrum, Langeoog en als laatste eiland Spiekeroog, Vandaar naar Neuharlingersiel, onze laatste haven. Hiervandaan gingen de mannen en Christel met de bus naar Aurich, de woonplaats van Carol en Christel. Met hun auto naar Workum, daar de auto’s met trailers opgehaald en ’s avonds weer bij de boot, een echte autodag.

De boten eruit, er brak nog een lier van een trailer, hierover elders een stukje op de site. Maar Drascombers hebben overal een oplossing voor, dus van een andere trailer lier erop, boot eruit, en lier weer terug.

Onderweg ook een paar tegenslagen, maar naar alle verhalen die ik inmiddels gehoord heb, stelde het niets voor. Een boot die bleef haken achter een ijzeren schroef aan een dukdalf in Noordpolderzijl, de rand beschadigd. Een midzwaard dat vast zat, niet meer wilde zakken, de rand van de zwaardkast bijgezaagd. Twee boten die bij droogvallen als het ware in elkaar haakten, net zo lang gescharreld tot ze weer keurig ruimte hadden.

Een bijna-aanvaring met een kotter, die goed afliep.

En de raad van Carol: wat doe je als je een pont of een grote boot aan ziet komen? Wegwezen! Dat heb ik goed onthouden. Er voeren namelijk heel veel ponten, omdat er veel werden ingezet door het lage aantal passagiers per boot vanwege de corona.

Zo hebben we weer veel geleerd  deze reis, wat betreft het wantij, wanneer eroverheen, de eb- en vloedstroom, de berekeningen waar en hoe de koers uitzetten, wanneer vertrekken enz. Voor ons een rustig gevoel, dat bij het dagelijkse palaver telkens bleek, hoe zorgvuldig Carol een en ander uitgekiend had.

We keken elke dag er weer naar uit, wat de dag ons zou brengen. We zeilden heerlijk, alle haventjes waren nieuw voor ons. Zo vond ik Terschelling erg druk, terwijl de havenmeester vertelde, dat er normaal nog wel 200 boten meer lagen en nu vanwege de corona er maar twee boten aan elkaar mochten liggen! Over Noordpolderzijl had ik al veel gehoord, het einde van de wereld vond ik het daar, met maar een paar boten, die droog konden vallen, met het café met het interieur uit de jaren ’50, alles bij elkaar een unicum.

 Het eiland Juist, klein maar fijn, waar ook diepstekende boten niet kunnen komen.

Met onze bootjes hadden we overal veel bekijks, we waren overal verreweg de kleinste. Het lijkt wel of alle boten tegenwoordig bij 28 voet beginnen! Men vroeg dan zoal: waar komen jullie vandaan, wat zijn dat voor bootjes, slapen jullie daarop? Wij trots! En zoals een schipper van een grote boot naast ons in de sluis zei, toen ik opmerkte dat zijn boot twee keer zo groot was als de onze: ‘Ach mevrouw, het zeilplezier is niet evenredig met de grootte van de boot”. Een waar woord!

DIt is dus geen verslag geworden met precieze waterstanden, windsnelheden of technische zeilwetenswaardigheden. Maar het is een impressie van drie weken zeilplezier, een heerlijke tocht, prachtige eilanden, en veel gezelligheid! Waardoor we alweer uitkijken naar de volgende tocht!

KItty van den Bos-Laaij,

Coaster Boslust