Winnaar Verhalenwedstrijd

Vr. 8 sept. Weer Vänern. Vertrouwd en vol afwisseling. Ruim voor de herfst inviel, vertrok ik weer uit Hällekis.

De weersverwachting was niet stralend: veel wind en regen. Maar met voldoende voedsel kon het weer een mooie tocht worden. De oversteek naar Lurö skärgård met zuid-oostelijke wind ging voorspoedig. Tegen het eind, bij nadering van Lurö, dacht ik even om zeil te minderen. Maar de golven waren me te hoog, beter om met achterlijke wind door te gaan tot ik in de luwte van de eilanden kwam. 3 uur na vertrek kon ik de vertrouwde baai aan de noordkant van Lurö in varen.

Nog een paar uur voor het donker werd, gelegenheid voor een rondwandeling.

De grote verscheidenheid aan zwammen getuigt va een nat najaar.

Het water in de baai is best roerig, dus besluit ik om de boot tegen het strand aan te ankeren. Zo kan ik met laarzen aan droogvoets aan land komen.

Als ik een potje eten wil koken kom ik er achter dat ik de blikjes groente niet bij me heb. Vergeten uit de voorraadkast mee te nemen. Gelukkig geven 3 paprika’s voldoende vitamientjes voor de komende dagen.

De volgende dag is het winderig en nat. Ik laat de boot liggen. Experimenteer met het kuipzeil en vaarboom boven de kajuitingang om droog te kunnen zitten en toch uitzicht te houden. Een prima oplossing voor het gemis van de buiskap. Ik zwerf rond over het eiland, vind mooie koraal-zwammen, verse beversporen. Het is een grijze dag.

 

Aan het eind van de middag is het droog en motor ik voor de verandering naar Svinö, een eilandje 500 m. noordelijker. Weer een beschutte baai. Wilde begroeiing, en dichte rietvelden.

10 sept.: het is opgeklaard, blauw aan de lucht en een westelijke wind, goed voor de oversteek naar Djurö skärgård. Een paar uur later kom ik na een heerlijke zeiltocht voorbij de ankerplek van vorig jaar. Ik vaar een paar 100 m. verder en vind de steiger bij een afvalinzamelpunt. Klopt met de kaart. Net niet te hoog om aan te leggen. Er is verder niemand te bekennen.

Rondstruinend over het eiland geniet ik van het vele natuurschoon, vooral korstmossen.

 

Ma., 11 sept. Om 07:00 hr is de zon er al bij. Donkere wolken drijven voorbij. De wind is zuidelijk, goed voor een oversteek terug naar de Lurö skärgård. Weer in sneltreinvaart. Voor 12:00 uur kan ik al weer ankeren in de baai bij Lurö. ‘s Middags zwerf ik weer over het eiland, fotografeer de koraalzwammen nog een keer bij beter licht, vind de “monniksbron”. Daar zijn munten gevonden uit de tijd van Koning Adolf Frederik, 1751.

Een laatste bewoner is bezig gras te maaien voor hij voor de winter weer naar het vasteland vertrekt.

Omdat de weersverwachting voor de komende dagen niet erg gunstig zijn volgens het thuisfront besluit ik om de volgende dag weer  terug te varen. De tocht is dan wel korter dan gebruikelijk maar  ik heb weer voldoende beleefd om het winterseizoen in te gaan.

In de namiddag is er een mooie regenboog te zien in het noorden, en mooie wolkenpartijen.

Di. 12 sept. Bij een matige tot vrij krachtige zuid-oostelijke wind kruis ik eerst zuidelijk richting  Kållandsö zodat ik in rustiger water en op een bezeilde koers richting Hällekis kan varen. Flinke golven, fraaie luchten, een heldere regenboog. Bij Ekens skärgård nuttig ik een lunch. Dan is het tijd voor de oversteek naar Kinnekulle. Gunstige zuidelijke wind, gereefd grootzeil en in goed 2 uur ben ik terug bij de botenhelling.

 

Een maand later valt mijn oog op een BBC-bericht dat “The Black Swan” is gekozen tot het beste restaurant ter wereld, gebaseerd op een klantenbeoordeling ipv op een panel. Nieuwsgierig klik ik het aan, zie dat het om een pub gaat en bedenk dan dat de “Swarte Swan” geen keuken maar een kombuis heeft. Maar ook met 100% tevreden klanten.

 

Jacob van der Schaaf
Coaster “Swarte Swan”