Klusverhaal: Isolatie en afwerking cuddy Longboat Cruiser

Ik was eindelijk een trotse bezitster van een Drascombe Longboat Cruiser. Klinkt chiquer dan dat ’t is, want al gauw, bij de eerste tekenen van koude heldere nachten, werd ik lieflijk gewekt met Aziatische marteltechnieken. Druppels van ’t viezige, groenig uitgeslagen plafond deden wel wonderen voor mijn immuunsysteem. En daarnaast was het interieur niet echt uitnodigend. (Duidelijk een product waar vooral veel functioneel over nagedacht was.) Tijd dus voor een make-over!

Een oud bootje (1978), nog in originele staat (tot aan de oranje kussens aan toe) en goed voor veel uurtjes klusgenot (ahum). In dit klusverhaal de oplossing tegen condens bij de Longboat Cruiser Serendipity.

Als voorbereiding werd eerst gedemonteerd wat gedemonteerd moest worden. De raampjes gingen er uit (hierover meer in een volgend klusverhaal). En de houten railing op het dak werd ook los gehaald. De ondergrond werd grondig schoongemaakt, maar bestond uit flackpaint wat voor de helft ongeveer was overgeschilderd. Nog niet geschikt om beplakt te worden. De oplossing kwam uit een pot kunsthars-tegellijm die nog op de plank stond en met een plamuurmes werd aangebracht. Naar alle waarschijnlijkheid zijn hiervoor betere oplossingen te vinden. Van belang is om een (dispersie)lijm te vinden die hecht op verweerde verflagen en alle kunststoffen. Het doel is om een egale ondergrond te creëren waarop het isolatiemateriaal geplakt kan worden. Een proefje doen is aan te raden, maar komt in de vocabulaire van de superklusser die dit uitvoerde niet voor.

Vervolgens kwam de vraag: wat gaan we er eigenlijk op doen. Er werd gegoogled op “scheepsisolatie” en een monster van Isoship opgevraagd. Helaas, ruim een (1) centimeter dik (ik bedoel, de cuddy is al zo klein en dan ga je er ook nog eens een centimeter aan alle kanten afhalen), stug, moeilijk verwerkbaar en saai wit.
Er werd verder gegoogled en op internet gezocht. Tot daar de oplossing werd gevonden: elastilon. (zie www.elastilon.com)
Een dampdichte onderlaag voor parket met de thermische eigenschappen waar ik blijkbaar op zat te wachten. Althans zo had de superklusser bepaald. Eenzijdig zelfklevend (makkelijk aanbrengen) en slechts een paar millimeter dik, het klonk wel goed. Maar ja, het zat op een rol van 50 meter en de locale parketspecialist kon dit niet leveren. Gelukkig bleek er een parketman te zitten in het dorp halverwege mijn domicilie en de zomerresidentie van mijn scheepje. Dichtbij dus.
10m² werd besteld, afgehaald en geplakt.

Verwerken bleek vrij simpel. Door de zelfklevendheid was er geen gedoe met kitspuiten, lijmpistolen of plamuurmessen en potten kleefpasta (nooit een goede combinatie). Wel even slim nadenken over welke strook als eerste en hoe de rest het beste opgevuld kon worden. Verder erg flexibel en het kon ook nog wel een keertje losgetrokken worden als het niet helemaal goed was gegaan. Bij de grote stukken was het handig om met z’n tweeën te zijn (zodat een kan sturen en plakken en de andere de beschermfolie van de plaklaag af kan trekken), maar voor de kleinere stukken is de cuddy daar toch echt te klein voor. Met 10m² was er zelfs genoeg om het plafond van een tweede laag te voorzien (daar condenseert het toch voornamelijk).
Nu werd ook duidelijk waarom het zo handig was dat de raampjes eruit waren. Want er kon over de gaten van de ramen heen geplakt worden. Deze waren later makkelijk uit te snijden.

Dat zat erin.
Maar ja, wat nu. Want een zwarte cuddy vond ik toch niet echt geslaagd. Gothic is nooit echt mijn stijl geweest. Een afwerklaag was echt nodig en het liefst nog in een leuk kleurtje of patroontje. Een behangetje was gewenst, maar ja, papier in een vochtige omgeving leek mij niet echt geslaagd. In de reguliere doe-het-zelf-zaken was alleen een dunne zelfklevende folie in dubieuze alles-is-beter-dan-zwart-dessinetjes te vinden met nogal narcistische trekjes. Bij de locale (domicilie winterberging) interieurspecialist (een behangman met een bootlakken-hoekje; goeie vent) was wel tafelzeil te koop. Van dat spul waarmee vroeger ook kastplanken werden bekleed. Op zich prima spul, een paar mm dik, flexibel. Maar ja, dessins liepen van groene appeltjes tot delftsblauwe tegeltjes. Leek mij ook niet echt geschikt voor mijn chill-cuddy. Uiteindelijk de beste man zelf maar eens het probleem voorgelegd.
Ha! Een vakman, duidelijk. Hij stelde voor om er vinylschuim tegen aan te plakken. Een staalboekje werd gehaald en superklusser en ik waren verkocht. Superklusser dankzij de eigenschappen (een paar millimeter dik en flexibel) en ik omdat het stalenboek behoorlijk dik was. Er werd een keuze gemaakt voor een gladde (want makkelijk schoonhouden) versie in een lichtgroene (want rustgevend) fantasie-streperig-dromerig dessin (enfin, je ziet de foto zo wel en in 2008 ook weer op vele wateren live te bekijken). Ook hier weer 10 meter van besteld (vinylschuim komt in een breedte van 1 meter, in tegenstelling tot regulier behang).

Maar ja, hoe het een op het ander te bevestigen. De behangman had pasta-en-plamuurmes (argh!) voor vinylbehang. De vraag was of dit het elastilon niet zou gaan opeten (want verschillende soorten plastic). Een proef wees uit dat er wat dat betreft weinig gebeurde, maar het geheel wilde überhaupt niet plakken, althans het had niet de kleefkracht waar op gehoopt werd. De pasta werd teruggebracht en er werd verder nagedacht over het probleem. Dubbelzijdig klevend tape was de ideaal (staat qua gebruiksversatiliteit op nummer twee na ducktape), maar met 10m² te plakken niet echt haalbaar. Gelukkig bood ook hier internet uitkomst. Na menig avonduurtje anti-sociaal gedrag uiteindelijk de online winkel van een etalagematerialenhandel uit Leeuwarden (zie www.rinsema.nl) met een tweezijdig klevende folie gevonden.
14 vellen van 70 centimeter bij een meter werden besteld en met de post geleverd. Deze werden vervolgens als eerste aangebracht op het vinylschuim. Het vinylschuim werd vervolgens op het elastilon geplakt. De verwerking hiervan was ook weer goed te noemen. Het was wel zaak om accuraat te werken, want als het geheel al te vast zat (door aanstrijken), dan kon het eigenlijk niet meer losgehaald worden (de toplaag van het elastilon komt dan mee, de lijmlaag bleef zitten, hechting dus prima in orde).
En met enige oefening was het een bijna mediterende bezigheid om alle rondingen van een drascombe cuddy met het vinylschuim te beplakken. Bijna net zo’n goede ontstresser als het voor anker liggen op onmogelijke plekken met een biertje in de hand. Als vervangende winteractiviteit zeker aan te raden.
Maar hier even een “tijdens” foto:

Het zwarte is de laag elastilon. Het groenige het vinylschuim.

Bij het plakken van het vinylschuim werden randen/overlappingen zoveel als mogelijk met het licht mee verwerkt (dus naar voren) zodat bij het naar binnen kijken niet tegen hinderlijke randen opgekeken zou worden. Deze zien er namelijk altijd zwart uit en vallen dus extra op. Naadjes werden aangestreken met een witte kit.

Eenmaal buiten de schuur in de voorjaarszonnestralen (want er moest ook gepoetst worden) bleek dat de groene kleur van het vinylschuim erg goed past bij het duck eggshell blue van het dek. Als naar binnengekeken wordt, dan is dat een zeer natuurlijke overgang en erg rustig en plezierig voor de ogen. En door de lichte kleur lijkt het allemaal ruimer dan het is. Wat weer jammer is als je er met slecht weer toch een dag met z’n tweeën in moet vertoeven.

En dan natuurlijk nog de “after” foto.

In het vooronder bergruimte. Achter het net heerlijke stouw (letterlijk!)
ruimte voor zachte en lichte materialen (zeilpakken bij mooi weer, bijvoorbeeld).

Statistieken:

  • Kosten ca. € 250
  • Totale tijd benodigd ca. 20 uur
  • Resultaat: tevreden lachende gezichten en een knusse cuddy.

Ester ten Hoope
Longboat Cruiser “Serendipity”