Kenterervaringen met een Lugger

Met mijn Drascombe Lugger rustig voor de wind zeilend in een 4 à 5 Beaufort werd ik op de Nieuwe Merwede tussen de Moerdijkbruggen en de Ottersluis(Wantij) overvallen door een zware onweersbui.0…..

Overvallen is het juiste woord. Die ochtend volgde de ene regenbui de andere op, maar tegen de middag klaarde het op. Om de snelle beroepsvaarders te ontlopen ben ik buiten de geul (dat kan met een Drascombe) langs de bakboord oever gaan varen. Lekker lui aan het stuur, genietend van de mooie natuur.

Vrij plotseling ging de boot harder lopen. Achter begon het te rommelen. Toen ik dan eindelijk eens goed achterom keek, zag ik een gevaarlijke inktzwarte lucht vlakbij. Snel kwamen er schuimkoppen op de golven en een regengordijn naderde. Nogal naief veronderstelde ik dat de wind wel eens toe zou kunnen gaan nemen tot 7 Beaufort. De bezaan stond niet bij, dus voor een Lugger geen groot probleem op een voordewinds rak.

Bij nader overwegen besloot ik de fok toch ook maar te laten zakken. Een beetje lastig voor de wind, omdat een Lugger dan prompt uit het roer loopt (M’n rolfok beviel me niet). Verdere actie was echter niet meer haalbaar. Er waren een serie heftige windstoten. Het zicht verminderde tot bijna 5O m. Tijd om van voren naar achteren te springen om de schoten uit de klemmen te rukken was er niet. Heel langzaam sloeg de boot plat en liep vol.

Uiteindelijk lag de mast met een hoek van ca. 45° onder water. Verder bleef ze goed drijven.

M’n eerste daad was om de boot heen te zwemmen. Volgens mij zou de boot zich weer oprichten als ik op het midzwaard zou gaan staan (Tenslotte zeil ik ook in een Laser). Vanwege de naar beneden gerichte hoek van 45° was het zwaard echter omhoog geklapt. Op de romp klimmen lukte niet, wegens gebrek aan houvast. Terug aan de binnenkant was wel veel houvast. Het best beviel me één hand aan een geborgde roeidol en de voeten op de mast. Dit vroeg nauwelijks krachtsinspanning. Toen de bui wat was overgewaaid, kreeg (na 25 minuten) een motorboot me in de gaten (Mijn toeteren was aan de kant niet opgemerkt). Een lijn werd vastgemaakt aan de overloopstang voor de grootschootring. Zodra de motor begon te trekken kwam de Lugger overeind. Het losliggende anker was in het water gevallen en de lijn moest worden gekapt,

De boot was in dit geval niet fout, de bemanning dus wel. Welke lessen heeft het gebeurde me geleerd?

Allereerst wel dat men wat voorzichtig moet omspringen met de mythe. “Drascombe boten kunnen niet omslaan”. Na alle verhalen (Watkinson:”Capsize is most unlikely; swamping is the thing to reckon with) wordt je wat overmoedig op dit punt. Zelfs een test in Yachting World van een aantal open, klassieke boten, waar de Lugger qua initiële stabiliteit en qua “Swamping factor” matig uitkwam hadden me niet aan’t twijfelen gebracht. Anders had ik onmiddelijk de kop in de wind gegooid, geankerd (dat kon daar) en de zeilen gestreken c.q. verder gereefd.

Eveneens werd te weinig rekening gehouden met het feit, dat de Lugger een vrij langzaam schip is. Bovengenoemde test in Yachting World laat zien dat dit vooral geldt op koersen met ruime wind. Dit betekent dat ik voor vertrek de kaart beter had moeten bestuderen. A1ternatieve aanloopplaatsen, ankerplaatsen etc. waren me niet bekend. Ik sloeg om 300m. van een kleine jachthaven naar later bleek. Aan de andere kant bleek dat een snelle Randmeer, die bij de Moerdijk nog naast me voer, vóór de bui reeds bij de Ottersluis was.

De andere lessen zijn:

  • Laat nooit je anker los op ’t dek liggen.
  • Bind alles aan boord (incl. de vlonders en riemen) steeds vast (het eerste dat wegdobberde was een tas waarin o.a. mijn vuurpijlen zaten).
  • Volle jerrycans/benzinetanks hebben meer drijfvermogen dan je vermoedt.
  • Laat altijd het touw van het zwaard in de klem.
  • Wees uiterst conservatief ten aanzien van de hoeveelheid tuig die je gaat voeren, ook voor de wind. Ga boven 7 Beaufort voor anker of loop voor top en takel weg.
  • Doe eerst ervaring op op drukbevaren maar vrij groot water, alvorens je de zee op gaat (Op de Noordzee of op de Wadden had ik daar waarschijnlijk erg eenzaam gedreven). Draag ook dicht bij de wal je zwemvest of veiligheidsgordel. Blijf onder alle omstandigheden bij de boot en zwem geen afdrijvende voorwerpen achterna.
  • Regel dat je je helmstok ca. 5 min. los kunt laten.
  • Houdt vanaf 5 Beaufort je grootschoot in de hand,

Een andere belangrijke ervaring was dat het standaard drijfvermogen onvoldoende is om een volgepakte boot met aanhangmotor (6pk) weer leeg te krijgen. Zelfs al stop je de zwaardkast dicht; het water blijft via het achterdek in de kuip komen.

Mijn eindconclusie is dat de Lugger een goed schip is dat je volledig geeft waarvoor je hem gekocht hebt. Toch wil ik over de volgende punten nog eens goed nadenken.
Zeileigenschappen:
De langzame snelheid, vooral bij licht weer. Zou er een beter zeilplan en een betere (interne) ballastvoering te bedenken zijn??
Veiligheld:
Veel meer drijfvermogen, vooral achter- en onderin is nodig. Om toch niet teveel bergruimte te verliezen zouden waterdichte schotten voor het achterluik en de zijvakken geconstrueerd moeten worden.
Alles moet vastgezet kunnen worden. Metalen ogen op de bodem.
Houvast aan de stootrand maken, om bij omslaan op de romp te kunnen komen (Reddingboot systeem?).

Alle statistieken bewijzen dat omslaan de grootste boosdoener van ongelukken op zee is. Met een Laser weet ik precies wat in zo’n situatie te doen. Bij een fikse bui gooi je je boot zelf wel eens plat. Zeilend met een Lugger was ik er volkomen niet op voorbereid. Maar ook bij volledig vollopen van de kuip had ik het alleen niet kunnen redden. Daarvoor was het drijfvermogen te gering.

Henk Jonkers.