Geen begin van het nieuwe zeilseizoen

Omdat ik de winter gewoon ben blijven doorzeilen zal voor mij het zeilseizoen over een paar weken niet beginnen maar gewoon doorgaan. De gretigheid om door te blijven varen was in het afgelopen najaar nog groot. De zeilhonger was niet gestild, ondanks een zeilvakantie in Zeeland en diverse tussen-door- vakanties. Ja, dat kun je hebben als je nog niet zo lang de trotse eigenaar bent van een echte Drascombe Lugger. De ongeveer twintig jarige tweeling Castor en Pollux is pas sinds september 2000 in ons bezit.

Een nadeel is dat ’s winters zeilen een koude bezigheid is. Maar, om met Cruijff te spreken ‘ieder nadeel heb zijn voordeel’. In de winter zeilen is ook genieten van de rust in gebieden waar anders Randstad drukte heerst. Voorrangsregels hoeven niet te worden toegepast omdat er geen verkeer is; mooie strandjes en aanlegplaatsen zijn onbezet waar zomers drie rijen dik wordt gerecreëerd. Eenden kijken je wantrouwend aan (zoals het ook hoort) waar ze zomers meteen om brood komen bedelen.

Vanuit de thuishaven Naarden is mijn vaargebied het Gooimeer en de randmeren. Maar die kou… De laagste temperatuur gemeten aan boord tijdens een prachtige winterse zeiltocht met een strak blauwe lucht en een wind 4 uit het oosten was –4 graden. Het opspattend water uit de zwaardkast bevroor gelijk op de vlonders. Natte vlonders na een omgevallen kop koffie moesten meteen worden droog geveegd om een Jaap Eden baan aan boord te voorkomen. Het weer was prachtig en op kou kun je je kleden.

Mijn standaard antwoord op de vraag of het niet te koud op het water is, is dat je met een petje op en een dikke trui aan een eind komt. Warm blijven heeft ook met veiligheid te maken en ik mag van de thuisbasis in de winter uitvaren als ik beloof ook weer veilig terug te komen. Grootste gevaar is onderkoeling en dat gebeurt vooral erg snel als je in koud water valt. In water van ongeveer drie graden ben je nog vijf à tien minuten in staat om zinnige dingen te doen. Daarna is het snel afgelopen met verstandig handelen. Na nog een kleine 45 minuten bewusteloosheid komt Maarten voor altijd zijn pijp halen. Intussen komt niemand je redden want je vaart buiten de Randstad drukte. Ieder voordeel heeft ook zijn nadeel.

Het petje en die trui is maar een deel van de waarheid. De volledige uitrusting (zwaarste bepakking) is als volgt (van binnen naar buiten):

  1. thermo ondergoed om de huid droog en warm te houden;
  2. dun wollen truitje;
  3. fleece overall;
  4. droogpak: waterdicht met rubberen sokken en manchetten rond polsen en nek en met een waterdichte ritssluiting (na aantrekken de lucht er uit laten lopen door de kraag open te houden en op je hurken gaan zitten);
  5. regenbroek en regenjack;
  6. zelfopblazend reddingsvest;
  7. gevoerde waterdichte laarzen;
  8. waterdichte handschoenen;
  9. bivakmuts, sjaal plus petje.

Als u ooit hoort van een varend Michelin mannetje dan weet u nu de thuishaven. Als de omstandigheden wat minder streng zijn kunnen een of meer lagen worden afgepeld. Het droogpak blijft altijd aan voor de veiligheid, omdat ik het dan nog een paar uur uithoud mocht ik in ijskoud water vallen.

Verdere veiligheid komt van de waterdicht verpakte gsm en zes vuurpijl patroontjes (Nico Signaal) in een soort pistool in een van de jaszakken. Met een gsm is het dan wel zaak je eigen nummer te onthouden. De Kustwacht heeft het een aantal malen meegemaakt dat bellers in nood op of in het water die door de politie werden doorgeschakeld hun eigen nummer (door de paniek) niet meer wisten. Dit maakt terugbellen een beetje lastig.

Met bovengenoemde uitrusting en een volle thermosfles koffie kan een winterse zeildag eigenlijk niet mislukken.

Ieder voordeel heeft ook zijn voordeel.

Rob Moot