25 jaar Traditioneel Winter Weekend (TWW)

Pracht en ruimte!

‘Niets doet er nog toe, alleen de wind en het getij’

Bevroren ramen van de buiskap, horizontale sneeuwstormen, nachtelijke tochten over het pikdonkere en vrieskoude wad, natte spullen en warm proberen te blijven met bivakmutsen, extra laagjes kleding en een snorrend petroleumstel. Dat zijn enkele kenmerken van het TWW, het Traditionele Winter Weekeind dat jaarlijks het eerste weekeind van november plaatsvindt.

Volgend jaar volgt een mijlpaal: de vijfentwintigste editie. Dat wordt meteen de laatste keer. ‘Het is dan mooi geweest’, zegt Michel Maartens. Met zijn broer Antoine, die de TWW-organisatie vele jaren voor zijn rekening heeft genomen, blikt Michel terug op een tijdperk.

1993, Michel had net zijn Coaster Yraida bemachtigd.

Het idee voor een TWW ontstond in 1993. Michel had net zijn Coaster Yraida bemachtigd en na afloop van het NKDE-Zomerweekeind opperde broer Antoine dat een vaarseizoen eigenlijk best verlengd kan worden. Het idee was om in het eerste weekeind van november ook nog een tocht te maken op het wad. Michel: ‘Bij de dump haalden we warme spullen, zoals legerondergoed en bivakmutsen.’ Antoine: ‘We vertrokken vanuit Makkum. De eerste nacht in Harlingen stonden de bloemen al op de ruiten. Er was veel condens en alles werd nat, want we hadden geen ademende kleding.’

De eerste nacht in Harlingen stonden de bloemen al op de ruiten

Zonder veel wad-ervaring kwamen de broers ‘niet helemaal gepland’ op Terschelling terecht. Michel: ‘Op de terugweg waarschuwden andere boten ons voor een naderende storm.’’ Antoine: ‘Wij dachten: Dan trekken wij ons veilig terug op een plaat, zoals Hans Vandersmissen altijd adviseerde.’ Doordat de zwaardtalie met een luide knal brak, werd de eerste tocht meteen een vuurdoop. Michel: ‘We moesten ondanks de aantrekkende wind in de geulen blijven omdat het zwaard los hing onder de boot. Op de een of andere manier zijn we toch teruggekomen naar Makkum.’ Daar zorgde een forse verlaging van het waterpeil (een meter) voor de nodige hoofdbrekens om Yraida weer op de trailer te krijgen. Nat, koud, moe maar intens voldaan reden de broers terug. Een traditie was geboren.

Antoine (later met Navis Longboat) en Michel kregen al snel gezelschap van Chris van den Broek en zijn Coaster Olle. Dit drietal vormt al jarenlang de vaste kern van de TWW-gangers, maar worden regelmatig vergezeld door andere NKDE-leden die deze ervaring ook wel eens wilden beleven.

Chris van den Broek en zijn Coaster Olle

De rest van de NKDE geniet vooral thuis van de verslagen op de website, lekker in de luie stoel en de verwarming op 21 graden. Er valt dan ook veel te genieten. Michel: ‘Noordpolderzijl, weet je dat nog? De sneeuw joeg horizontaal door de verlaten jachthaven Noordergat, en ik had griep. De volgende dag zijn we vertrokken in stromende regen.’ Antoine: ‘Noordpolderzijl stond onder water, de kade was niet meer te zien. Toen stapte Chris overboord om aan wal te gaan. Hij verdween tot z’n liezen in het water. ’t Zielhoes was eigenlijk gesloten, maar hij kon toch douchen, voor een kwartje. Aan de toog stond Geurt Busser, de Waddenschilder. Hij wist te vertellen dat alle voorzieningen op Rottumeroog werden verwijderd. ‘Het leek ons leuk om daar naartoe te gaan.’ Michel: ‘We ankerden ten westen van de Zuiderduintjes.

We ankerden ten westen van de Zuiderduintjes

Op Rottum stond het ontruimde huis van de familie Toxopeus, de strandvoogd, op een van de laatste duintjes. De volgende ochtend wilden we met eb net gaan wandelen toen we een schip van Rijkswaterstaat zagen naderen. Bleek de toenmalige staatssecretaris Monique de Vries aan boord te zijn met een boel cameraploegen en persmuskieten om de afsluiting van Rottumeroog te bezichtigen.’ Antoine: ‘Een geüniformeerde opzichter van Staatsbosbeheer kwam bij ons informeren wat we hier uitspookten. Er ontstond een vrij gemoedelijke discussie.’

Er ontstond een vrij gemoedelijke discussie

Michel: ‘Aan het eind van het liedje sprak de opzichter de historische woorden: “U heeft mij niet overtuigd”. We konden kiezen tussen een boete van achthonderd gulden per persoon, per boot of een officiële waarschuwing. Die laatste heb ik nog steeds en staat ook nog in de ElectroBaD, de toenmalige NKDE website.

Vaker niet dan wel een motor gebruiken

Denkend aan novemberstormen, de vrieskou, de invallende duisternis te 1700 en het gegeven dat Antoine met zijn Longboat en Michel vaker niet dan wel een motor gebruikten, is alles wonderwel goed gegaan. De aanwezigheid van andere mensen op het wad zorgde eigenlijk voor de meeste opwinding, zoals een speedboot die een keer ’s nachts rakelings langs de geankerde Drascombes op de Vlakte van Kerken raasde en een ander nachtelijk voorval, toen de argeloze schippers op de Blauwe Slenk tijdens een tij-stop een enorme zoekactie van schepen aan zich voorbij zagen trekken. Michel: ‘Het bleek dat de bemanning van de snelle veerboot meende een aanvaring te hebben gehad met een vaartuig, maar er werd niets gevonden.’

Gestrande Drascombe die in de stilte voor de storm met vereende krachten werd gekrengd

Onder de eigen deelnemers waren weliswaar benauwde momenten, zoals een gestrande Drascombe die in de stilte voor de storm met vereende krachten werd gekrengd om het roer uit de modder te bevrijden, maar het is altijd goed afgelopen.

Een kwart eeuw aan TWW’s heeft kleine en grote veranderingen gebracht. Zo werd de dumpkleding gaandeweg vervangen door Musto’s, waardoor het voor de schippers veel beter was uit te houden. De afgelopen jaren hebben de broers veelal met Drifter 22 Dulcibella de TWW-tochten gezeild, waarbij Michel de organisatie voor zijn rekening nam. Antoine bekeerde zich tot een jonkgetuigde Newbridge Coromandel.

Drifter 22, Dulcibella

Een andere grote verandering is het weer. Antoine, projectleider Duurzame Wadden voor de organisatie Urgenda, stelt dat een kwart eeuw TWW past in de klimaatcyclus van dertig jaar, waarin de temperatuur gaandeweg is gestegen. ‘Als je de statistieken erbij neemt, zie je dat de warmste periodes sinds 1901 zich helaas in de afgelopen vijf jaar hebben voorgedaan.’ Michel: ‘Deze TWW was het ’s nachts nog behoorlijk koud met vier graden in de cuddy, maar eerder had je ijs aan dek en was alles dat buiten lag stijf bevroren.’

De broers zullen het wad blijven bezoeken in de novembermaanden die komen, maar zetten een punt achter de organisatie van het evenement in NKDE-verband. Michel: ‘Met vijfentwintig TWW’s is het wel een keer mooi geweest. Als iemand anders het stokje overneemt is dat helemaal prima, maar ik vind het voor mezelf nu voldoende.’ Een TWW aanbevelen zijn de broers echter nog niet verleerd. Antoine: ‘In die periode is het wad gewoon waanzinnig mooi. Alles is weggehaald, er zijn geen afsluitingen meer, je hebt het voor jezelf alleen.’ Michel: ‘Je bent alleen met de vogels, het water, de zeehonden. Die wildheid is heel groot; niets doet er meer toe, alleen de wind en het getij.’

De wildheid is heel groot; niets doet er meer toe, alleen de wind en het getij.