Van Zeehond naar Ostria, het verhaal

start2
romp420160310_124747romp2120160517_172949mast7mast11korvijnagels320160229_13535320160307_101004DSC_5960romp84romp10220160623_090122bottlesDSC_6481

Eind januari 2016 word ik getipt dat er een Dabber, bouwjaar 1972??, te koop staat in Haarlem. De prijs van 1500 euro komt aantrekkelijk over. Een telefoontje en op weg naar Haarlem. In de jachthaven Mooie Nel treffen we in de regen de groene Dabber Zeehond aan. Dekzeil eraf en we zien een kuip vol rommel, kale rondhouten en roeispanen. Het geheel zit er niet bepaald z.g.a.n. uit. Het polyester blijkt structureel goed. Geen scheuren in spanten of op andere plaatsen. Alleen de spiegel en spiegelplank zijn beschadigd door een aanvaring tussen de bezaanmast en een brug. Deze mast ziet er op wat verfbeschadigingen goed uit. Helaas blijkt het roer onvindbaar. Spiegelplank, kielbalk en slijtlatten verkeren in slechte staat. Later blijken paalwormen de onderwaterdelen bezocht te hebben.Na wat heen en weer gepraat wordt de koop gesloten voor 800 euro. De verlichting van de roestige trailer blijkt te werken en de reis naar Etten-Leur kan beginnen nadat de boot stevig is vastgesjord.

De eerste klus is het verwijderen van overbodige materialen en rommel. Potdeksel, spiegelplank en andere  teakonderdelen verwijderd. Begonnen met het grote schuurkarwei. Dit valt tegen wanneer hele stukken lak er als een film af te halen zijn. Dit geldt niet voor de hele romp. Met een hogedrukspuit van een garagebedrijf probeer ik de donkergroene laag aan de buiten- en binnenzijde te verwijderen. Dit lukt gedeeltelijk. Stofzuiger aan het schuurapparaat gekoppeld en het stofmasker op: het schuren gaat weer van start. Beginnen en stoppen wanneer het klaar is, is heel wat meer dan enkele woorden.romp45

Een tussentijdse te waterlating leert me dat er een lekkage naast de zwaardkast is. Maarten Adriaans van Adriaans Fijn Houtwerk zorgt voor de polyesterreparatie van de spiegel en vervaardigt een nieuwe spiegelplank, een nieuwe kielbalk, de slijtlatten en de berghouten.

Wanneer de romp naar mijn zin is, draaien we de boot met drie man om. Enkele autobanden om het keerpunt te verzachten. De bovenste ‘plank’ deukt iets teveel naar mijn zin in, maar gelukkig geen schade. Een tweede grote uitdaging vormt de onderzijde. Alle antifouling wordt minutieus verwijderd. Bij het losmaken van de kielbalk doemt een nieuw probleem op. In de kielbalk blijken zowel continentale als imperiale bouten en moeren verwerkt te zijn. Waar vind je Engelse steeksleutels? Bij mijn garagebedrijf blijkt men deze laatste gewoon te gebruiken voor Amerikaanse auto’s. Valt weer mee. De oneffenheden worden glad gesmeerd met de onderwaterplamuur Watertite van International. Het onderwaterschip voorzien van vier lagen epoxy van Poly Service. Poly-Pox THV 500 en Harder 355. Later blijkt dat de boot gelukkig weer waterdicht is. De onderzijde wordt afgewerkt met twee lagen rode antifouling. De uitsparing voor de kiel voorzien van Sikaflex 291. Deromp66 montage van de kielbalk en slijtlatten is eenvoudig.

Wanneer het weer slecht is, houd ik me binnen bezig met het opknappen van het houtwerk. De verweerde roeispanen worden omgetoverd tot z.g.a.n. palen voorzien van een mooi wit roeiblad. De mast is origineel voorzien van een ring voor de verstaging. In de loop van de jaren is de top er natuurlijk gedeeltelijk uitgesleten. Deze delen voorzien van epoxy. Alles gladgeschuurd, een witte top en een bronzen ringband aangebracht. Voor de masttop geldt nu ook: z.g.a.n. De rest van de mast viermaal in de jachtlak gezet. Dit laatste geldt ook voor de rest van de rondhouten. Met houten handvatten en een rondhout van 10 mm nieuwe korvijnagels gemaakt. Twee extra zodat je een mooi handig nagelbankje krijgt. Veel resultaat met de teakonderdelen.  Aanvankelijk lijken deze houtelementen  aangetast te zijn door vocht en algen maar na een intensieve behandeling zeker het predikaat: z.g.a.n. De vloerplanken krijgen ook de nodige aandacht.

Een heel ander verhaal is het ontbrekende roer. Een blik in de prijslijst van Churchouse leert me dat alleen het roer al dicht bij de totale aanschafprijs komt. Door het forum op de DA-site kom ik erachter dat een gemodificeerd roer beter functioneert. Via enkele digitale omwegen kom ik  terecht bij David Tornberg. Hij heeft zelf een verbeterd roer gemaakt. Een mail sturen kan altijd. Tot mijn vreugde ontvang ik een hele enthousiaste reactie: alle  20160617_091423medewerking voorzien van een 1:1-tekening op A0-formaat in een pdf. Een A4-printer spugt er 18 velletjes uit die na een klein beetje puzzelen leiden tot een perfecte werktekening. Bruynzeel 6 mm hechthout in huis en met behulp van de uitgeknipte delen van de tekening de juiste vormen op het hout getekend. Zorgvuldig uitzagen en met Bison professional konstruktielijm plak ik vier delen op elkaar om te komen tot een dikte van 24 mm voor het draaiende deel. Het vaste deel moet 1,5 mm dikker worden om het draaiende deel iets meer ruimte te geven. Dus 4 x 6 mm plus 1,5 mm. Voor het lakken de zijkanten van het roer voorzien van Variopox injectiehars van de IJssel. Het resultaat krijgt de kwalificering: nieuw.

Bij de aanschaf heeft de romp twee kleuren: saai dof groen en voor het onderwaterschip een rode verweerde antifoulinglaag. We hebben gekozen voor de kleur aquamarijn omdat de boot in Griekenland gaat varen.  Zeer fotogeniek op de blauwe Griekse wateren! Bij De IJssel de juiste twee componentenkleur DD lak hoogglans DC33586 laten maken. De twee componenten natuurlijk wel in de exacte verhouding mengen. De binnenzijde wordt met De IJssel DD DC 803 ivoorlak behandeld. Een mooi contrast met de teakdelen.

De zeilen voor een inspectie naar de zeilmaker en voor de voortstuwing een nieuwe Yamaha 2,5 pk bb gekocht.

Voor de inspectie van het drijfvermogen breng ik twee luikjes in de luchtkasten aan. Deze ruimten zijn gedeeltelijk gevuld met piepschuim in plastic. Aan stuurboordzijde tref ik een lek in de plastic zak aan. Alles eruit gehaald, het piepschuim in kleine plastic zakjes gestopt een teruggezet. De rest van de ruimte heb ik opgevuld met kleine plastic waterflesjes. In het achteronder  heb ik een denning aangebracht met daarop een afscheiding. Achter deze afscheiding weer plastic flesjes. De boot is niet voorzien van een lenspomp. De laatste bootklus is de installatie van een lenspomp op het achterdek met wateruitlaat in de spiegel.

De meegeleverde trailer kaalgeschuurd en voorzien van Hammerite metaallak. Bij mijn garagebedrijf de lagers en de banden laten vernieuwen om natuurlijk probleemloos naar het zuiden te kunnen rijden.

In totaal heb ik 3500 euro uitgegeven aan een geheel gerestaureerde en vernieuwde, heerlijk zeilende Drascombe Dabber Ostria.

Gijs van Kemenade

DSC_6866

DSC_6866