Met Zandloper in Zweden (deel 3)

De marathon van Stockholm zorgt voor een gezellig drukte met overal internationale eettentjes en stalletjes maar het maakt een puzzeltocht van de route van de jachthaven naar het centraal station om de schipperse op te halen. Maar dat lukt allemaal en aan boord bleven de witte handschoentjes gelukkig zonder smerige strepen. ’s Avonds gaan we met de veerboot naar het mooie Gamla Stan voor een hapje eten.

Nr 7 Terras en museum Vaxholm

Zondagochtend, na de laatste inkopen, varen we naar Vaxholm. Doordat we scherp aan de wind moeten varen en er veel verkeer is, is dit niet de prettigste tocht van de vakantie, maar Vaxholm maakt veel goed. Het is een leuke stad in typisch Scandinavische bouwstijl met een vissers-museumtje, en een militair slot.

De volgende dag vertrekken we richting het eiland Grinda, maar door de tegenwind is dat wat veel van het goede. We kiezen halverwege voor een ondiepe geheel beschutte baai om het anker voor de nacht te laten vallen. De toegang gaat door een rietveldje waar de stuurriem nog aan te pas moet komen. ’s Middags is Karin uitgegleden bij een eerste gezamenlijke Zweedse aanlegmanouvre aan een rots. Ze maakt een flinke smak op de zij. Gelukkig heeft ze niets gebroken maar houdt er wel wel een grote blauwe plek aan over en een grote tegenzin voor dit soort aanlegmanouvres.

Daarna gaat het via een lunchstop op Grinda naar de mooie baai op het eiland Vesterholmen . We leggen heel voorzichtig Zweeds aan bij een piertje van rotsblokken (de schipperse kan zittend op de punt voorzichtig afstappen) en we maken een mooie en lange wandeling over het eiland. Omdat voor de nacht en ochtend draaiende winden en regen is voorspeld gaan we voor anker in een ondiepe gedeelte van de baai waar we draaiend om het anker net vrijblijven van alle rotspartijtje aan de oevers. Met regen liggen we zo in ieder geval comfortabel met de kop in de wind.

Nr 8 Vesterholmen

De nacht en ochtend brengen inderdaad de voorspelde regen. Daarom in de ochtend  een uitgebreid Engels ontbijt met eieren, spek, tomaten en champignons. Om 11.00 is het droog, trekt de bewolking geheel weg en is het stralend weer. We varen naar het eiland Moja dat nog net op onze kaart staat en dat een paar aanlegplekken heeft voor bezoekende boten. Wij kiezen voor de meest beschutte plek bij een dorpje aan een ondiepe steiger met achteranker want direct naast de steiger is het zo ondiep dat je er kan staan zonder dat je schoenen erg nat worden.

Moja

Het zomerseizoen is net begonnen op Moja. De bakker zal de volgende dag pas zijn eerste broodjes afleveren aan de (zeer goed gesorteerde) Coop supermarkt. We blijven nog een dagje op Moja om met huurfietsen het eiland te verkennen. Om de fietstocht spannend te houden en te voorkomen dat we dezelfde weg terug moeten fietsen kiezen we voor een wandelpad dwars over het eiland heen. Dat lukt en het is grappig om een rotspartij af te fietsen (minder grappig om met de fiets op de nek deze partij eerst te beklimmen), tussen bomen te zigzaggen, door de achtertuin van zomerhuisjes te fietsen (in Zweden geldt het Allemansrecht, dus het mag buiten het zicht van bebouwing), en over boomstammen te lopen over moerasachtig terrein met de fiets aan de hand. Gelukkig zijn de fietsen in puike conditie.

Nr 12 Moja

Het weer blijft mooi en de wind blijft zich gedragen en de sprookjesachtige tochten en aanlegplaatsen rijgen zich aaneen.

Soms en meestal in de week-einden hebben we gezelschap van (Zweedse) medewatersporters. Op een keer kwam een zeilboot de baai binnenvaren met  accordeon spelende en zingende mannen die een verjaardag aan het vieren waren. Gelukkig werd het ’s avonds koud dus vierden ze binnen in de kajuit verder waardoor het voor ons niet te laat werd.

Een andere keer komen we na een puzzeltocht door smalle en ondiepe doorvaartjes tussen rieteilanden en rotsen door in de Getuddenbaai van het eiland Galno. Omdat het achteranker niet houdt in de dunne slikgrond leggen we uiteindelijk achter het hoofdanker met de achterkant op een zandstrandje getrokken. We wachten een regenbui af en gaan wandelend naar het dorpje dat 5 kilometer verder ligt. Het dorpswinkeltje is klein maar het assortiment is zeer uitgebreid met zelfs een Italiaanse hoek naast de typisch Zweedse lekkernijen als vele soorten ingemaakte haring, kaviaarpasta en 40 soorten knäckebröd. De Zweden nemen het er goed van als ze in hun zomerhuisje zijn. Direct naast het winkeltje staat op een steiger een restaurantje met uitzicht over de baai en net de eerste dag open. Het is inmiddels al avond dus dat lekkere stukje vis en glas wijn hadden we wel verdiend.

Nr 17 Getuddenbaai Galno

Bij een volgende populaire overnachtingsplaats liggen ook 3 andere Nederlandse schepen voor anker die blijkbaar Zweden in konvooi aandoen. Omdat het eiland wandelend te verkennen gaan wij op de Zweedse manier te werk bij het vinden van een overnachtingsplek. Je moet er rustig de tijd voor nemen en een plek kiezen die niet al te veel in de wind ligt, goed ligt tov avond-en ochtend zon en een redelijk makkelijke en veilige op-en afstap heeft naar de rotspartij aan de kant.

Na wat rondvaren en speurwerk vinden wij zo’n plek in een erg ondiep gedeelte van de baai waar we voorzichtig een rietoever invaren naar de rots die daarachter ligt (beter kan niet, deze plek moet speciaal voor Drascombes gemaakt zijn). Het achteranker (alu-Fortress met kettingvoorloop) weigert een aantal keren te pakken in de dunne modder-grond. (De Zweden hebben allemaal een Bruce achterop met speciale lanceerinrichtingen en soms elektrische ankerlieren. Gewoon ankeren doen ze niet veel). Na de Fortress versteld te hebben in de slikstand (bladen met een grotere hoek tov van de stok) houdt deze als een huis. (Als het anker nog niet had gehouden was de Bruce op de punt er achter ingegaan). Voor kunnen we met verlengde lijnen vastmaken aan bomen en boomwortels. De rotsharingen met ringen kunnen deze keer aan boord blijven. We wandelen met stevige klimpartijen naar de ‘zeezijde’ van het eiland.  Terug aan boord genieten we van de late avondzon.

Een van de dagen daarop gaat het via het Musko kanaal naar het bekende eiland Uto. Over het kanaal ligt een brug van 32m breed en 36m hoog. Althans zo leek het door de plastic hoes waarin de kaart zit. Omdat de brug maar niet in zicht wilde komen met de sterkste leesbril nog maar eens goed op de kaart gekeken. Er blijken punten te staan. De brug is 3.2 m breed en 3.6m hoog. We vroegen ons al af waarom de andere zeilschepen allemaal uit het zicht verdwenen. Maar met gestreken mast is het goed gekomen. In het 5 meter brede kanaaltje konden we , met de motor in de ondiep waterstand, ook nog een tegemoetkomend bootje met vissers passeren.

Nr 18 Orno

Uto is prachtig en erg in trek is bij de Zweden. Vooral bij wat slechter weer zijn in het seizoen vaak alle 350 ligplaatsen in de haven bezet. We komen laat aan om 20.30 en gaan gelijk door naar het restaurant waar op het terras de zon nog volop schijnt. Met een uitgebreide vismaaltijd, een lokaal biertje voor de schipper en een glaasje wijn voor de schipperse is het goed toeven op het terras.

De ligplaats is aanvankelijk wat onaangenaam in de noordhaven van het plaatsje. De wind staat stevig in de kuip en heeft een hoge opstap naar de kade. Daarom de volgende ochtend Zandloper met gestreken mast verhaald onder de smalle voetgangersbrug door naar de veel comfortabeler zuidhaven waar we beschut en alleen aan een grote en lage steiger liggen. We huren fietsen en verkennen de rest van de dag het eiland en zien een hert met jong die ons stil en aandachtig aanstaren. Ook op eerdere dagen hebben we veel vogels, eekhoorns en zelfs struisvogels gespot (de laatsten op een boerderij). Muggen zijn we weinig tegengekomen. Alleen op de Malaren (zoetwater) op twee erg warme dagen heeft ’s avonds de klamboe over de kuip gehangen en is de Electrische Fliegenklatsche uit de hoes geweest.

De dag erop begint met flinke regenbuien maar om 12 uur is het droog en vertrekken we naar het havenplaatsje Nynashamn. De zeeuitgang van de Zuidhaven is nog even oppassen met veel gemarkeerde rotspartijen onder of net boven water. Na een keer heen en weer varen zien we aan de oever geleideborden. Als we die in 1 lijn houden komen we probleemloos buiten en is ook gelijk duidelijk aan welke kant van de rotspartijen de markeerpaaltje staan.

We kiezen voor een interessante en spannende route naar Nynashamn tussen allerlei rotspartijen en eilanden door en een nauwe doorgang tussen de eilanden Alno en Rano. Een hele rij dubbele paaltjes markeert de doorvaart. Aan beide zijden van de paaltjes is het zo ondiep dat het lijkt alsof we door een Japanse kiezeltuin varen. Als we weer op open water zijn blijkt de wind toegenomen tot een stevige 5 en precies tegen. We vinden dat we het laatste stuk naar Nynashamn wel op de motor mogen doen. Nynasham blijkt een aanloophaven te zijn voor grotere schepen. De steigertje zijn hoger dan het vrijboord van Zandloper dus we moeten de lijnen vastmaken over 2 gigantische plekken heen. De havenmeester vindt dat niet erg want er zijn nog genoeg open plekken voor andere schepen.

Omdat er een week slecht weer op komst is met harde wind en veel regen ga ik de volgende dag vroeg met de trein naar Nykoping om auto en trailer op te halen. Want we hebben besloten de dag daarop naar huis te rijden.

’s Avonds begint het te regen en het houdt niet op tot de volgende middag. 15 uur onafgebroken regen. Zweden huilt blijkbaar omdat we weggaan. Het vergt nog wel wat planning om alles droog te houden in de plensbuien tijdens het op de trailer zetten en rijklaar maken. Belangrijk want een droge auto rijdt lekkerder en een droge ‘camper’ slaapt lekkerder.

Met weer een overnachting in Denemarken rijden we met een voldaan gevoel en mooie herinneringen in 2 dagen naar huis. We komen hier zeker terug.

 

Rob Moot
Coaster Zandloper