Zomertocht 2016 deel 1

Geïnspireerd door verhalen van goede kennissen is het een jaar of vijf geleden dat ik een kijkje nam op de site van de nkde. Ik zeilde al veel, en hield, en hou nog steeds, van pielen in de kleine ruimte (valken in Friesland), van motorloos varen (skutsje Gudsekop) en van het wad (bruine vloot en veel vakanties op eilanden of huurbootjes). In de vaarverslagen op de site leken al deze dingen samen te komen in één bootje, dus dat moest ik natuurlijk proberen. Nadat ik een aantal keer gehuurd had met goede vriendin, vorig jaar in de late herfst voor het eerst solo gevaren. Omdat die dagen vooral uit mist bestonden, kwam ik niet veel verder dan de constatering dat 1) ik de drascombe prima solo beheers en 2) dat het alleen zijn me ook prima af gaat. Tijd dus voor een uitgebreidere ervaring, die ik graag met jullie deel om wellicht weer anderen te inspireren.

Dag 1

Een maandagochtend begin juli. Met naar schatting 360 kilo bepakking  via lopend, trein, trein, bus, bus en lopend naar verhuurder. Met de voorpret had ik me al de nodige tijd vermaakt. Een solo-wimpel was aangeschaft, vooral uit voorzorg (zodat anderen iets meer geduld hebben als ik langzaam ben rond sluis of haven) maar ook een beetje uit trots. Een hengel was aangeschaft, Heuff nog eens doorgebladerd, tabellen en standen uitgeprint van Den Helder tot Wangeroog. Zin, zin, zin!

Bij aankomst alles zorgvuldig gestouwd en nog-missende zaken aan verhuurder ontfrutseld: life-line, radarreflector, Duitse kaart (uit 2011!) allemaal niet standaard aan boord. Wel erg fijn: ik heb (tegen kleine meerprijs) z’n nieuwe schuitje mee, een Coaster. Een flinke verademing in vergelijking met de eerdere (Cruiser?). Want zeg nou zelf: een boot waar continu zout water de kajuit in komt, dat is met alle fatsoen toch nauwelijks een waterdicht, zeewaardig vaartuig te noemen? Maar dit terzijde…

De eerste ontdekking tijdens het zeilen richting de sluis is dat ik m’n stuurtouwtje vergeten ben. Zo gauw geen alternatief voorhanden, dus zit even vast bij de helmstok. Het passeren van de sluis, toch wel een klein beetje spannend, gaat dankzij goede voorbereiding soepeltjes. Altijd fijn, te weten dat ik kan vertrouwen dat het goed gaat als ik bewust en met aandacht voorbereid. Na het weerbericht van 1905 er dan werkelijk op uit. Wind N2, 2 uur na laag. Richting Oost.

Anderhalve week heb ik de tijd, en echte doelen heb ik niet, maar ik ben nog nooit echt naar het Oosten geweest. Wil dus graag kijken bij Noordpolderzijl, en op de Duitse wadden. Windguru gaf aan dat er vooral veel Westelijke winden zouden zijn, dus het vage plan is eerst een paar dagen Oost, en dan maar eens kijken hoe lastig terugvaren is.

Na een uurtje zakt de wind nog verder in, en draait zelf iets naar NO. Op stroom dobber ik verder tot ik net naast de geul vastloop. Ankertje er in dan maar, en volgende dag verder. Nog even genieten van het schitterende avondrood.

Dag 2

’s Ochtends met opkomend water verder. Wad is compleet anders vandaag: gister verstild en kleurenpracht, nu veel wind (W5) en vele tinten donkergrijs. En regen, buien en buige regen. Vlieg vooruit. Om 1200 ben ik bij het geultje naar NPZ, en omdat ik de situatie niet ken, en er flinke wind staat, wil ik niet het risico lopen dat ik in t haventje veel tegelijk moet doen. Ga dus even voor anker. Leg lijnen en stootwillen klaar, en haal ppg-stok weg. Voor zover ik het kan inschatten zou ik op alleen het grootzeil naar binnen kunnen, en dat geeft me wat extra rust. Overigens merk ik dat er beweging in het druilmastje zit, ziet niet goed uit maar ga beter kijken als ik binnen ben. Tussen de prikken slingert het op een plek net te veel, en kan ik het met alleen grootzeil precies niet halen. Loop meteen vast, maar start motor even en kan verder. Bij aanleg blijkt er toch veel meer ruimte te zijn dan gevreesd; het is misschien Neerlands kleinste zoute haven, maar voor een drascombe toch ruimte als een balzaal.

Contact met verhuurder over de losse druil. De onderkant valt niet in een kuiltje in het polyester, een vorige eigenaar heeft dit ‘gerepareerd’ door het kuiltje vol te epoxy’en en om de onderkant van de druil heen een plankje te kitten. Deze kit heeft het nu opgegeven waardoor de onderkant van de druil alle kanten op kan. Verhuurder komt naar NPZ om de boel vast te zetten met bouten en kit. Lijkt te werken, na anderhalf uur is de boel gefixt en maak ik een droog wandelingetje. Rond 2000 klaart de lucht echt op en laat de meest intense regenboog ooit zich zien boven kwelder en dijk. Imponerend.

npz-regenboog
Regenoog bij Noordpolderzijl

Dag 3

Lange dag voor de boeg: bedoeling om via Oostereems naar het Duitse wad te gaan. NW5 en we zien wel waar het schip strandt… Ruim anderhalf uur voor HW vertrokken, flink scheuren met deze wind. Bij Eems nog even geprobeerd om kruisend onder Borkum te komen, maar man, daar staat een lekkere zeedeining door. Nauwelijks te doen, dus het originele plan opgepakt en met ruime wind de Eems op om iets verderop naar het Oosten af te buigen. Flink stuk over de plaat afgestoken, zo’n beetje halverwege Oostereems uitgekomen, en wat blijkt, daar is het water ook niet echt vlak. WNW5, ebstroom mee en kruisen maar. Het betere intensieve zeilen, leuk hoor!

Onder Juist wreekt de oude kaart zich: het Nordland Fahrwasser blijkt in 5 jaar ruim een mijl naar het Oosten te zijn gewandeld. Met wat gezoek en gedenk en beredeneerd gegok heb ik m dan toch te pakken, maar zet vanwege in-de-windse kronkel en snel naderend gebrek aan water even de motor bij. Bereik net nog het Juister Fahrwasser en vaar mezelf vast, O van het geultje naar Juist. Was best heftig dagje, maar erg lekker. Eten gaat er prima in, en krijg dan per sms windverwachtingen: alles W tot ZW 3 tot 5, af en toe oplopend tot 7 met natheid. We zullen het wel zien..

Dag 4

Schatting van tijd loskomen vrijwel goed. Vind het niet nodig (en ben te lui 🙂 ) om tot op centimeter en minuut uit te rekenen, doe het uit de losse pols. Toch leuk als het dan klopt..

Vandaag kort dagje: Juist – Norderney. In hetbehoorlijk smalle geultje komt me een, voor deze omstandigheden enorm, groot vrachtschip tegemoet. Het past allemaal maar net. Nog onder Juist begint het water raar te worden. De golven lijken verward. Wind is ZW4, maar er lijken ook golven uit N te komen. Iets verderop wordt het duidelijk, er staat gewoon een flinke zeegang het Busetief in. Het is niet anders te omschrijven als een chaotische zee.

Vlak voor de haven van Norderney alles soepeltjes weggehaald en naar binnen gemotord. 2 Uurtjes varen en al weer vast. Gaat snel vandaag. Ook leuk: douchen, internet, ’t is net de bewoonde wereld hier. De havenmeester vertelt me tijden en kanalen voor UHF weerberichten, best handig, was ik nog niet achter gekomen. s’Avonds in het Norderneyer Brauhaus (fijne pils maken ze 🙂 ) Die Mannschaft de halve finale van het EK voetbal zien verliezen. Gelukkig maken Bier und Bretzel de sfeer beter…

Dag 5

Wegens verwachting wind 8 in haven gebleven. Dus als rechtgeaarde Hollander kan je dan natuurlijk niet anders dan over de dijk gaan fietsen..

Dag 6

Plan is om Westwaarts te gaan, hoe goed dat gaat bepaalt waar vandaag eindigt. Ben benieuwd. Wind W4 (in nacht stoten tot 8), dus t wordt n goede test-case. Plan: afgaand water gebruiken om tot onder O-punt Juist te komen, daar in Kalfamergat tijstopje,  als er weer water is verder, mogelijke eindes: anker in Evermansgat of Borkummer Wattfahrwasser, of eventueel Greetsiel.

Bedenksel: qua stroom is het optimaler om na HW van wantij onder Oostpunt Juist naar het westen te gaan. Maar dat maakt de keuzes waar heen te gaan beperkter. Ik besluit te gaan zodra het kan, en zo veel mogelijk over de platen te gaan, omdat ik verwacht dat daar de tegenstroom het minst is. Maar of dit de handigste tactiek is? Ik weet het eigenlijk niet… Iemand hier goede ideeën over?

Na 2 uur is het onbetonde Kalfamergat echt te ondiep en anker ik. Het laatste stuk is puur genieten: in n zonnetje kruisen in steeds nauwer wordend vaarwater. Veel diepte peilend maar ook op zicht (heel helder water, zandbodem goed te zien) telkens vlak voor de plaat overstag. Mijn Friesland-ervaring komt me hier goed van pas. Eenmaal verjaag ik een zonnende zeehond door een wapperende fok in de overstag, sorry zeehond…

Anderhalf uur later ga ik weer verder, kruisend over niet al te diep water op de plaat onder Juist. Besluit voor de eerste keer te vissen: laat ’n plug (zo heet dat geval, is mij verteld) zo’n 30 meter achter me aan slepen. Halverwege de middag zakt de wind wat in, ben ondertussen ongeveer bij Memmert. Besluit in de luwte van Borkum te gaan ankeren. Kruis ondertussen rustig verder op de Oostereems, rond kentering nu. Bij het Borkumer Wattfahrwasser wordt de route in-de-winds, en omdat ik wel beschut wil liggen gaat de motor aan. Bij het binnenhalen van het vistuig blijft het haken, en ben ik de boel kwijt. Note to self: volgende keer eerder binnenhalen, voor het ondiep wordt. Tegen 5 uur lig ik voor anker, bij LW blijk ik op een veld vol oesters te liggen, geen wonder dat het plugje haakte.. 🙁 De verrekijker aan boord is trouwens niet om over naar huis te schrijven. Misschien voor Sinterklaas een goede eigen en met een kilo meer afreizen volgend jaar?

Reacties, bijvoorbeeld op de vraag hoe om te gaan met tegenstroom (zie dag 6) hoor ik graag!

Eltjo, a.b. Elisabeth