Met een kleine week solo zeilen in het verschiet ga ik proberen Stockholm te halen om schipperse Karin aan boord te nemen voor een twee-drie weekse tocht door de archipel ten oosten van Stockholm (afhankelijk van de wind al of niet gecombineerd met de Malaren ten westen van Stockholm).
De volgende dag is het zonnig en komt de wind gunstig uit het oosten voor de noordwaartse tocht door de fjord richting Södertälje ten noorden waarvan de Malaren beginnen. Ik kies de beschutte route ten westen van het eiland Mörkö. Door de vaste brug van 4m komt hier geen druk vrachtverkeer. Na een uitgebreide lunchstop is de zin om er nog een lange dag van te maken gezakt en Södertälje is dichtbij. Ik vaar nog een uurtje door tot in een beschut baaitje het anker valt. Mooi uitzicht, lekker weer, muziekje erbij, biertje, wat lezen; het leven kan stressvoller zijn.
Södertälje is een aardige stad met een jachthaven tegen het centrum aan, goed voor alle inkopen. De jachthaven is duur maar een havenmeester laat zich niet zien en de code voor het sanitair-gebouw is snel ontfutseld bij medewatersporters. Na een dag passagieren gaat het door de sluis de Malaren op. De tocht gaat naar het Viking-eiland Birka met een bezoek aan het vikingmuseum en een vikingbegraafplaats.
Het is prachtig zonnig weer en er waait een lekker drietje uit het oosten. Niemand te zien op het water. Zonde om het al om 18.00 uur voor gezien te houden. Een rondje Birka met wat uitdagende passages tussen kleinere eilandjes en rotspartijtjes door (op de kaart een plusje voor een rots geheel onder water (de gevaarlijkste) en een plusje met puntjes voor rotsen net zichtbaar op de waterlijn) brengt Zandloper naar een baaitje aan de westzijde van Birka waar ik het anker om 21.00 uur in 1.5 meter water laat vallen voor de nacht. De volgende ochtend raak ik bij het wegvaren na het anker opgaan met het zwaard een rotspartijtje dat toch echt duidelijk op de kaart staat. Voortaan nog beter oppassen en de extra sterke leesbril opzetten als de kaart wordt bekeken. Zweedse zeilers zeggen altijd dat er in het gebied twee soorten boten rondvaren. Boten die tegen een rots aangevaren zijn en boten waar dit nog gaat gebeuren. Zandloper hoort nu tot de eerste categorie. Door de rotsberoering en ook nadat ik het zwaardval een keer uit de hand laat glippen waardoor het zwaard met een klap naar beneden komt ontstaat er averij. Het U-profiel waar het zwaard in scharniert knikt (op het punt van het asje) naar achteren met als gevolg dat het zwaard klem komt te zitten als het helemaal wordt opgehaald. Ook dringt het U-profiel op het knikpunt lichtjes door het polyester van de zwaardkast heen met lekkage tot gevolg. Gelukkig hoeft in Zweden het zwaard nooit helemaal omhoog en hebben we een flinke rol duct-tape aan boord zodat de lekkage onder controle gehouden kan worden en de tocht voortgezet kan worden.
Na nog paar dagen in de Malaren gaat het richting Stockholm (De Malaren en het aansluitende Hjalmaren met steden als Upsala, Mariefred etc is groot genoeg om nog eens terug te komen om een volledige vakantie door te brengen).
Vlak voor Stockholm ga ik op een spannend meertje wat spelevaren om een mooi lunchplekje te vinden om het verse brood aan te snijden dat een paar uur eerder in het plaatsje Tappstrom is gekocht. Die plek vind ik in beschut ondiep water achter een uitstekende rotsformatie. Lokale boten komen van een afstand een kijkje nemen naar dat eigenaardige buitenlands bootje met gekleurde zeilen (alle Zweedse boten hebben witte zeilen) dat hun wateren aan het verkennen is. Ik heb inmiddels het navigeren in dit gebied aardig onder de knie wat resulteert in steeds uitdagender routes.
Afgezien van af en toe een kano en speedboot is het rustig en er varen weinig zeilboten. (In het hoogseizoen is het drukker met vooral in planee-varende motor/speedboten. Deze boten zijn in feite de autovervanger voor het vervoer van en naar de zomerhuisjes. De meesten houden wel wat in als ze langs zeilboten gaan en de hekgolf is gering.)
De Hammarslussen bij de toegang van Stockholm zijn in tien minuten genomen (Eur 20 evt terugweg gratis). Het is weer een stralende dag als ik op de motor Stockholm binnenvaar. De wind is mee maar de zeilen gaan al na tien minuten weg. Zeilen is hier niet te doen want het is een grote klotsbak door de vele veerboten, cruiseschepen, watertaxi’s en beroepsboten. Met het zicht op de prachtige oevers van Stockholm leggen we aan in de Vasa-Jachthaven. Dicht bij het centrum, een veerboothalte van Gamla Stan (de oude stad) verwijderd, en naast het Vasamuseum. Als in de meeste jachthavens liggen we aan korte drijvende vingersteigers met vier springen (Zandloper ligt naast een 40 footer in een zelfde maat box). Met Eur 40 per nacht is het aardig prijzig hier dus zo snel mogelijk maar weer weg wezen.
Na een hapje eten en een wandeling naar het nabijgelegen Tivoli en over de Strandsvagskajen hebben we voor deze dag wel weer genoeg mensenmassa’s gezien en gaan we vroeg de kooi in.
We hebben een dag ter vrije besteding in Stockholm. Het eerdere idee om een beetje door Stockholm te zeilen hebben we in deze klotsbak maar laten varen. Vroeg in de koele ochtend maakt de schipper schoon schip want de volgende dag komt de schipperse aan boord en na de test met het witte handschoentje willen we geen reprimande krijgen. Dus alles is weer spic&span. Ook water en benzine worden opgetopt. We kunnen er voorlopig weer tegen. Daarna naar het Vasa-museum waar het compleet gerestaureerde oorlogsschip Vasa te zien is dat in 1628 kort na de tewaterlating in het zicht van de haven gekapseisd is en gezonken. Het schip was instabiel en topzwaar met twee dekken vol met kanonnen. De Zweedse admiraal had na een instabiliteitstest (30 man die in kadans van de ene kant van het dek naar de andere kant renden) zijn twijfels over de stabiliteit uitgesproken maar de Zweedse koning had haast want zijn rooms-katholieke neefje in Polen, waar Zweden mee in oorlog was, moest snel een lesje geleerd worden.
Het schip is compleet bewaard gebleven in de conserverende modder tot het rond 1960 is geborgen. Ook van een aantal verdronken bemanningsleden is het leven gereconstrueerd (lichaamslengte (rond 1.60m (klein)), mate van cariës (groot), variatie in voedsel (beperkt), gebreken (veel), ziektes (veel) etc). Het leven in onze tijd is een stuk beter. (Zeker ook omdat er toen nog geen Drascombes waren).
Ik besluit de dag met een lange wandeling over het groene eiland Djurgarden.
Rob Moot
Coaster Zandloper