Smiscruise 2015 op het Oostelijk Wad

Je zal toch maar niet van zeilen houden! Dan kom je toch echt wat tekort.

Als rechtgeaarde zoetwaterzeiler (Markermeer, IJsselmeer, Eemmeer en vooral de Loosdrechtse Plassen), werd ik door tennis- en oud-hockeymaat Gerard uitgenodigd om mee te varen op zijn Geertruida, een Longboat Cruiser uit 1976 die haar sporen verdiend heeft. Mijn eerste zoutwatertocht….

Aan het begin van de woensdagmiddag werden de benodigde spullen in het, voor mij toch wat kleine kajuitje, opgestapeld. De proviand (veel) was reeds aan boord en verdeeld onder de bankjes. Elk luikje voor de juiste tijd van de dag en het natste plekje voor de gele rakkers.

Met een redelijk windje togen we vanaf Gerards luxe stacaravan, richting de sluis. Daar ontmoetten we al de eerste van de vele Drascombes die mee zouden varen. Als verzamelplek was de jachthaven aan de zoute kant uitgezocht.

Speciaal voor ons was het restaurant ‘t Ailand open gebleven. Langzaam verzamelde de groep zich in de ruimte waar we werden bediend door een alleraardigste jongedame en een kok die zo in de Pirate of the Carabian mee zou kunnen spelen. De opgave van de gekozen gerechten had even wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk kreeg iedereen toch het gewenste voor de neus (visvaria). De drankjes gingen er al goed in, wat een opmaat zou zijn voor de Bonte Avond.

Admiraal Sytse nam het woord en stelde voor om de volgende dag rond 7.00 uur te vertrekken, wat met instemming werd aanvaard. De geplande route van de eerste tocht werd op de kaart aangewezen en de ankerplaats, onder voorbehoud, bepaald, in de buurt van het Pieterburenwad. De cruise kon beginnen!

De eerste nacht in Gerdards schip was even wennen, niet in de minste plaats voor Gerard. Je slaapplek is toch iets anders dan thuis of op je eigen schip. Ook moet je de geluiden van het schip en haar omgeving in je op gaan nemen en niet te vergeten de geluiden van de schipper. Hij heeft overigens meer aan mijn “geluiden” moeten wennen!

De vroege tocht voer ons, zoals gezegd, naar de eerste ankerplek richting Pieterburen. Geankerd werd niet in de geul maar op een naastgelegen zandplaat, rond een uur of 12. Keurig aan het anker werd laagwater afgewacht, waarbij mij opviel dat de druil bleef staan. Na niet al te lange tijd liepen de eerste schippers al naast hun schip, al dan niet met een waadpak. Voor mij een aparte ervaring te zien dat je gewoon van het ene naar het andere schip kan lopen.

De Brave van Sytse was al snel omringd door een kleurig gezelschap van in dikke zeilpakken gestoken Drascombers. De eerste verhalen werden uitgewisseld en de Beerenburg kwam in zicht. Veel handigheidjes op de Brave werden besproken, waarbij mijn oog viel op een klein luikje in het verlengde van de zwaardkast…

Er werd wat gegeten en gedronken en ongemerkt kwam het zoute water al weer opzetten. Rond een uur of vier stond er genoeg water om te vertrekken naar de volgende stek, te weten de Rede van Schier. Met een lekkere halve wind en nog steeds zonder regen, vonden we weer een mooi ankerplekje om de nacht naar vrijdag door te brengen.

´s Ochtends weer redelijk vroeg uit de klamme lappen om rond half 9 te vertrekken naar ‘t Oerd, een natuurgebied op Ameland. Onderweg af en toe een paar fikse vlagen, wat de vloot een beetje uit elkaar dreef. Bij Ameland aangekomen bleken een aantal schepen het lage water niet voor te zijn geweest. Zij moesten helaas achterblijven, buiten loopafstand van de grootste groep. Na een bezoekje aan de uitkijkpost en een kort gesprekje met de natuurbeheerder van het eiland, was het tijd voor een drankje.

De Difter van Chris werd als hangplek voor het happy hour gebruikt, waarbij iedereen wat proviand aandroeg. De hoeveelheid sixpacks van een bepaald Twents merk, was opvallend. De eerste worstjes (soms met verpakking en al) werden aangesneden…

Sytse bracht de kaart weer tevoorschijn en het plan was om richting Lauwersmeer te gaan om daar de zaterdagochtend van zout naar zoet te varen. Na een rustig tochtje met een windje schuin achter, belandden we in de buurt van de Rede van Paesens. Rond een uur of 10 lieten we het anker vallen en werden de diverse dektenten tevoorschijn gehaald. Het was behoorlijk afgekoeld en de nadering van een regenfrontje was al voelbaar.

Zaterdagochtend rond 8.00 uur richting de sluis. Beetje regen en een lekker windje. Toch maar een rif gezet voor het comfort. Met een boot of zeven de sluis in op weg naar het eiland Stropersplaat. Buiten de sluis nog even gewacht op de rest van de groep, voor zover die nog meeging naar het eiland. Telefonisch werd nog contact gelegd met de “achterblijvers”. De motorpech van Eric is nog getracht te herstellen, maar niet gelukt, waardoor zij genoodzaakt waren de werf op te zoeken.

Uiteindelijk met een boot of tien richting Stropersplaat. De weersvoorspellingen van de diverse app´jes gaven aan dat het rond een uur of 4 open zou breken. Dit bleek te kloppen, waardoor het tijdstip van de Bonte Avond met een paar uur werd vervroegd. Wederom deed het schip van Sytse dienst als hangplek. Omdat diverse schippers wat luidruchtig werden, besloten de dames (al dan niet vrijwillig) het belendende vaartuig op te zoeken. Daar hadden ze ook meer ruimte om de diverse versnaperingen te bereiden. De een nog gezonder (de eerste vitamines van de reis) dan de ander, maar gelukkig voor deze slagerszoon, ook genoeg worst. Een voor een werden die omhoog gehouden met de vraag of ze met of zonder vel gegeten konden worden. Er was natuurlijk één persoon om dat aan te vragen…

Een poging om de Bonte Avond te verrijken met gezang of andere ingestudeerde acts van de diverse schippers, smoorde in twee toch niet onverdienstelijke pogingen. Via de marifoon en om een stereo-effect te krijgen, ook via een mobieltje, klonk in de verte de accordeon van Eric van Coaster Ronan die vanwege motorpech in Lauwersoog bleef.

Daarna volgde Louis met een zeemanslied waarvan wij in ieder geval het refrein mee konden brullen.

Klokslag zes uur werd Sytse in het zonnetje gezet. Met een fles mooie whiskey werd hij bedankt en gecomplimenteerd met zijn perfecte organisatie. De fles werd geopend en de Smokey Joe ging in het rond. Door niet-whiskey drinkers daarna geneutraliseerd met een biertje of een wijntje.

Ondertussen deden zich de wildste verhalen de ronde over het geheimzinnige luikje in de vlonder van de Brave. Van springkussens tot huishoudsters en van wijnkelders tot zwembaden. Alles paste er in, maar voorlopig bleef het gesloten.

Tegen negenen werd Herman nog gebeld. Hij was uit de geul gewaaid maar was onderweg. Ondanks dat de meesten hun buikje al rondgesnackt hadden, kon Herman na aankomst het niet laten de gaspit te ontsteken om met hulp van o.a. Karin pannenkoeken te gaan bakken. Deze vonden uiteindelijk toch nog de weg naar een aantal magen.

Het was inmiddels half tien en bij de mij gingen de luikjes al richting slaapstand. Dat krijg je als om vier uur de Bonte Avond al begint!

Na een zeer rustige nacht in de luwte van het eiland, vertrokken de eerste scheepjes rond negen uur. De schippers en hun bemanning namen afscheid en konden aansluitend nog een stukje zeilen onder een lekker zonnetje en een straffe wind.

Namens de bemanning van de Geertruida nogmaals dank voor jullie gezelschap en organisatie en hopelijk tot volgend jaar. Een fijn zeilseizoen gewenst!

Gerard Lettinga
Hugo (de slagerszoon) Kortbeek

PS
Het raadsel van het luikje in de Brave is door Sytse uiteindelijk (onder geheimhouding) aan de slagerszoon onthuld!