Thuiswater

Trek een lijn tussen Pampushaven en Volendam en vervolgens een van Almerehaven naar de jachthaven Naarderbos. Deze twee denkbeeldige lijnen vormen de natte begrenzing van mijn thuiswater. Vertrouwd gebied, waar ik uit mijn hoofd vaar. Een kaart heb ik niet nodig, omdat ik altijd wel weet waar ik ronddobber of waar ik heen koers. Het voelt als thuis in het donker, waar ik zonder mijn tenen te stoten tegen een tafelpoot of een kast mijn weg kan vinden. Soms staat aan boord mijn gps’je aan, maar dan alleen uit nieuwsgierigheid. Hoe hard gaat het vandaag richting het Paard van Marken en kan het niet wat sneller? Jongensachtige bravoure.

Thuiswater is geruststellend bekend. Ik kan urenlang doelloos rondvaren, starend naar bijvoorbeeld de verre Waterlandse Zeedijk die de groene, westelijke grens van mijn vaarwater vormt. Heerlijk genieten en uitwaaien. Even helemaal weg, al is het maar voor een paar uurtjes. Maar thuiswater heeft ook verraderlijke kanten. Die keer dat ik bijna plat sloeg, omdat ik een naderende bui veel te laat in de gaten had, staat in mijn geheugen gegrift. In de slaapstand gesust door al het overbekende om me heen, vergat ik om regelmatig de lucht rondom af te speuren. Die enkele donkere wolk was er ineens en er kwam een verdomde hoop wind uit.

De meeste ongelukken schijnen thuis te gebeuren. Men valt van gammele keukentrapjes, zaagt in duim of been, struikelt over rondslingerende spullen of stoot verstrooid een brandende kaars tegen het gordijn. Plaatselijke hulpverleners weten er over mee te praten. Thuiswater heeft hetzelfde achteloosheid versterkende effect. Mijn gps’je schafte ik pas aan nadat ik op een rustige herfstdag ineens, bij of in de vaargeul tussen Lelystad en het Buiten IJ, in de mist verzeilde. Precies op het drukst bevaren deel van het Markermeer.

Ineens werd ik me bewust van het zware gebrom van enkele binnenvaartschepen. Dat geluid was er natuurlijk al de hele tijd, maar kreeg ineens een onheilspellende ondertoon. Het enige wat ik kon verzinnen was zo snel mogelijk mijn koers verleggen naar waar ik de Oostvaardersdijk vermoedde. Toen ik die eindelijk in beeld had, hij was verder weg dan ik had gedacht, daalde mijn adrenalinespiegel weer naar normale waarde. Geankerd in Pampushaven, die op die middag de titel vluchthaven meer dan ooit verdiende, schreef ik in mijn logboek met kapitalen: GPS KOPEN! Inmiddels heeft het apparaatje een vaste plekje aan boord en staan er verschillende vluchtroutes – in de vorm van routepunten – in geprogrammeerd.

De IJtoren markeert het Buiten IJ dat het laatste rakje vormt naar mijn thuishaven Durgerdam en het is me net zo bekend als de stoep voor mijn huisdeur. Ook vlak voor de haven ben ik echter in mijn achteloosheid wel eens de fout in gegaan. Tijdens het opdoeken van de zeilen bij een stevige bries verleierde ik ongemerkt zomaar 150 meter en kwam ineens tot stilstand terwijl mijn bezaan werd gestuit door de ankerketting van een binnenvaartschip. Thuiswatereffect in optima forma!

Ton Wegman