Kroatië zomer 2013

Een aantal enthousiaste zeilverslagen over Kroatië in vroegere BAD’s en het vooruitzicht op te varen met aangenaam reisgezelschap geven begin 2013 de doorslag. Coaster Zandloper met opstapper en later de vaste bemanning gaan ruim vijf weken de Dalmatische wateren voor de Kroatische kust verkennen. De logistieke uitdagingen (o.a. autotocht en opstapper na 1,5 week terug en schipperse aan boord voor de rest van het traject) zijn gezien de beperkte rijafstand (1400 km) en de vele redelijk geprijsde chartervluchten snel getackeld.

In twee dagen rijden de schipper en opstapper Frank in regenachtig weer naar Pakostane. De overnachting is op een kleine familiecamping met een klein zwemvijvertje in Oostenrijk. Op de grappig bedoelde vraag waar we daar te water kunnen, wordt wat verbaasd gekeken. Het is koud en guur voor de tijd van het jaar.

Coaster Mellon en Norfolk Gypsy Zwerver, die een aantal dagen eerder zijn aangekomen in Pakostane, hebben de tewaterlating een aantal dagen uitgesteld i.v.m. onweer en harde wind. Voor onze eerste week is de verwachting ‘veel wind en regenachtige omstandigheden’. Dan komen we tenminste een beetje snel vooruit bedenken Frank en ik maar. Met gebruik van de trailerhelling gaan we probleemloos het water in van het kleine, gezellige haventje van Pakostane. Zo vroeg in het seizoen is een incasserende havenmeester nog niet in zicht. We stallen auto en trailer een klein stukje verder op een camping voor de komende vijf weken.

Na water en verse waar ingeslagen te hebben vertrekken we naar de NO baai van het eiland Sit (dat bij de zuidelijke wind goed bezeild is en beschut ligt voor de nacht) voor het rendez vous met de bemanningen van Mellon en Zwerver. Het is toch fantastisch dat je met je eigen bootje na twee dagen rijden in een exotische omgeving mag rondvaren! Heel veel bebergde eilanden, eilandjes, baaitjes en dorpjes zijn hier zo maar voor het plezier van de zeiler voor de kust neergelegd. Navigatie is eenvoudig, grotendeels op zicht en af en toe met hulp van GPS. De baai op Sit is na een aantal uren lekker zeilen snel gevonden. En we doen ons te goed aan de warme ontvangst van de bemanning van Zwerver en Mellon en ook aan de warme pizzabroodjes die we wegspoelen met lekker lokaal bier (pivo). Het begin kan niet beter.

Het baaitje ligt beschut maar door de diepte van 5-6 meter, waardoor zo’n 20 meter ankerketting/lijn nodig is, wordt het toch wat krap voor drie boten. Daarom maar meteen voor de nacht een tweede anker getuit uitgebracht om de draaicircel te beperken en dat gaat goed. Met de toegenomen wind in een vreemde omgeving is de eerste nacht altijd wat onrustig slapen. Daarom regelmatig even buiten rondkijken (en iedere keer weer even genieten) of alles nog klopt en dat doet het gelukkig. De verwachting voor de eerstvolgende dagen is wat hardere wind. Daarom kiezen we de grote en beschutte Telascica baai als het vaargebied voor de komende dagen (de moeilijke Kroatische namen worden aan boord snel vereenvoudigd. Deze baai heet voortaan Teletubbie baai). Op z’n mediteraans kan hier bij kades worden aangelegd om te overnachten en om een hapje te eten in een van de restaurantjes. Een mooring kan ook (rustiger maar verder van de kant).

In de baai komen we een ex-collega van Frank tegen aan boord van een Zweedse 36 voeter die hier al een groot aantal zomers rondvaart. We krijgen veel tips over mooie ankerplaatsen en goede restaurantjes. Ook zullen we met SMS-berichten op de hoogte worden gehouden van slecht weer waarschuwingen. Een van de volgende dagen gaan we inderdaad beschutting zoeken voor een stevige onweersbui in een mooie beschutte baai die echter grotendeels bezet is door een groot motorjacht met nog groter muziekvermogen en zich nog niet bewust van het naderende onheil. Toen in flinke windvlagen daar aan boord het ankeralarm begon te loeien, sloeg de stemming om en waren ze gelukkig snel vertrokken naar de naastgelegen jachthaven. Zo dat ruimt op en geeft rust voor de nacht omdat we nu ruim ankerketting kunnen steken.

Hoewel het weer matig blijft, varen we een rondje om het Kornati-eiland Silo. We kunnen tegen een stootje (vooral Frank, iedere dag zwemmen in 20 graden brr) en er moet tenminste één Kornati op het CV van Frank staan voordat hij teruggaat. Het eiland Silo is prachtig, woest en verlaten en het weer valt gelukkig mee. De volgende dagen (na schoon schip maken want we willen later geen commentaar van de schipperse) in rustig tempo terug naar Pakostane voor de bemanningswissel. Frank haalt de bestelde huurauto op om naar het vliegveld te rijden (of hij bezwaar had dat hij een Audi cabrio meekreeg want de Fiat Panda’s waren op; geen probleem natuurlijk).

Inmiddels zijn ook Ernest en Roelien met Coaster Zeehond en bijboot Huiler aangekomen in Pakostane en te water gegaan. De schipperse van Zandloper komt een paar dagen later. Omdat ‘de vloot’ alvast een tochtje maakt heeft de schipper van Zandloper de gelegenheid op de camping de was te laten doen (zodat straks alles aan boord naar bloemetjes ruikt). Vervolgens met de nog natte was, in een paar uur naar de Vrgada baai gevaren (spreek uit als Viagra baai) om te drogen en wat te zwemmen (koud dus: pootje baden).

De volgende dag na verwelkomen van de schipperse en een gezellige gemeenschappelijke avondmaaltijd met Cevapcici, Raznjici en Pljeskavica (en heel attent altijd mayonaise bij de frites) weggespoeld met pivo en vino blijft Zandloper een nachtje in Pakostane voor een rustig begin (en een lekker vers broodje en koffie op het terras de volgend ochtend) terwijl de anderen alvast vooruit gaan naar een volgende baai. Het is overal (zowel in de plaatsjes als op het water) nog lekker rustig en relaxed en het weer is eindelijk zoals je daar mag verwachten; warm en zonnig maar gelukkig is er ook genoeg wind om lekker te zeilen (in vijf weken maar zes liter benzine verstookt).

Zo rijgen de mooie zeil-, wandel- en site-see-dagen zich aaneen. Af en toe schuilen we voor harde wind maar dat is geen straf als je in een mooie baai ligt en naar de kant kunt om de kuitspieren te trainen met een pittige wandeling. Slechts een dag stond de Bora door (een lichte zomer Bora die maar 24 uur duurde). We vonden een erg beschutte plek aan de kant bij een goed restaurant waar de biefstuk uitstekend was. Dus aan deze Bora-ervaring hebben we geen trauma overgehouden.

Vervolgens met ruime wind de Kornati-eilanden aan de buitenzijde gerond. Prachtige woeste rotsformaties die hier en daar bewoond worden door schapen. Er zijn overnachtingsplekken/baaien maar die zijn schaarser dan aan de andere zijde van deze eilandengroep. Aan het einde van de dag wanneer de plekken voor de nacht gevonden waren, kijken wij allen uit naar het opengaan van de bar a/b van Zwerver (met de bartenders Els en Johan). Tijdens het regelmatig gevierde happy-hour kon ieder zijn verhaal en belevenissen ventileren. Indien nodig (voor anker liggend of aan een mooring) verzorgde het bij de bar horende taxibedrijf per opblaaskano keurig het vervoer (dat zo’n kano nog moeilijk te besturen is, blijkt af en toe op de terugweg na het sluiten van de bar).

Omdat het gebied redelijk beschut is voor onheil (deining) van zee (door de vele eilanden), is het daar heerlijk spelevaren voor Drascombes en andere kleine zeilboten. Het is altijd leuk om een interessante baai in te zeilen, rond te kijken en een rondje te zeilen om de (charter)boten die daar voor anker liggen en waarschijnlijk alleen op de motor varen. Ook het oppakken van een mooring-boei onder zeil is geen probleem (de routine ‘man over boord’ zoals geleerd met een Valkje zit er nog goed in).

Aan het einde van de vakantie gaat Zeehond met Ernest en Roelien alvast richting Pakostane om de boel reisklaar te maken. Huiler wordt niet meer gesleept maar ligt gewond in de ziekenboeg. Later horen we dat ze onderweg naar Pakostane in een mooie baai een hotelkamer hebben geboekt met uitzicht op Zeehond. Zo kun je dus ook van je Drascombe genieten. De rest van de vloot volgt een paar dagen later. Lekker rustig aftuigen en op de trailer laden.

Wij blijven een dag op de camping staan (Drascombe als tentje) en toeren wat rond en bezoeken wat steden. Na de schipperse op het vliegtuig gezet te hebben, rijdt de schipper op zijn gemak in drie dagen in rustige etappes naar huis. Onderweg genietend van muziek, luisterboeken en mooie herinneringen aan een heerlijke vakantie in een mooie omgeving met leuk, gezellig gezelschap.

Technische zaken/info:

Kosten:

Al dat moois daar in Kroatië heeft een prijs. Voor tewaterlating melden bij de Capitano waar voor een meer-maanden vaarvignet (sommigen hoefden maar 1 maand te kopen), navigation fees, light dues, administration fee € 170,- op tafel gelegd moest worden. Voor de natuurparken Telascica en Kornati bedragen de dagkosten (inclusief mooringkosten) ca. € 15,- (dagkaarten te kopen bij de Rangers (die je wel weten te vinden) of op voorverkooppunten). Mooring/kade-kosten bedragen in het algemeen € 10 p.d. maar in de meeste stadjes en bij restaurantjes (als je er gaat eten) is het gratis. Op sommige mooringplekken (bv. bij Vodenjak op Iz), wordt je afval door de mooring-beheerder meegenomen en krijg je de volgend ochtend lekker vers brood aan boord gebracht.

Jachthavens zijn duur (ca € 40 p.n.) omdat er qua liggeld niet veel verschil is tussen een Drascombe en een veel groter schip. (Wij hebben niet in een jachthaven gelegen). Gemiddeld valt het met liggeld per dag nog wel mee en is het niet veel duurder dan in Nederland hoewel het allemaal wel een beetje als geldklopperij overkomt (de Drascombe als varende portemonnee waar flink aan geschut kan worden).

Benodigde papieren (te overleggen bij Capitano):
Eigendomsbewijs, verzekeringsbewijs, vaarbewijs, bemanningslijst (dat je niet stiekem vier vaargasten extra meeneemt aan boord van zo’n Drascombe).

Navigatie:

Nautische boekwerken: ‘888 Hafen und Buchten’ is een must met detailinfo over dieptes in baaien, ankerplekken, mooring velden, winkeltjes, restaurantjes etc. Hierin staan ook veel waypoints vermeld (die op internet ook in digitale vorm te verkrijgen zijn). Daarnaast zijn de Kroatische zeekaarten handig en nuttig. Navigatie is over het algemeen niet moeilijk en gaat door de geringe afstanden grotendeels op kompas en zicht. Soms is het lastig eilanden van elkaar te onderscheiden als ze elkaar gedeeltelijk afdekken. Met het geringe getij (30cm verval) hoeft geen rekening gehouden worden (behalve bij het ankeren in heel ondiep water boven rotsen natuurlijk).

Gebiedskeuze:

Het middengebied leek ons het meest ideale omdat: De Bora er minder vaak en minder hard waait (Bora is een koude valwind en het gebergte ligt hier verder van de kust) en er altijd wel beschutting is te vinden in de buurt. Eilanden liggen dicht bij de kust en ook bij elkaar en hebben vele ankerbaaien. Dit geeft een groot aantal mogelijkheden voor dagtochten of tochtjes bij elke windrichting. Maar ook de gebieden ten noorden en ten zuiden zijn mooi en de moeite waard.

In en uit het water/stalling auto en trailer:
Met enig zoekwerk op internet is wel een goede trailerhelling en stalling van auto en trailer te vinden. Carol Fuchs van Mellon heeft voor ons het voorwerk gedaan en heeft in Pakostane een leuke, relatief rustige haven gevonden voor de tewaterlating (trailerhelling of kleine kraan). Stalling van auto, trailer, laatste douche en watertappen op camping Nordsee vlakbij (€5 per dag).

Weerberichten:

Via mobiele data is de website van de Kroatische weerdienst met speciaal bericht (en waarschuwingen) per regio voor de watersport altijd goed te raadplegen. Over de marifoon komt driemaal per dag een op de watersport toegesneden weerbericht met evt. waarschuwingen tot ons (altijd wel een kanaal te vinden met voldoende bereik). De uitzendingen zijn in het Engels en Duits. De mooiste tijd is (naar onze mening) juni (eind mei). Daarna wordt het drukker op het water (meestal met op de motor varende charter zeiljachten). Volgens een aantal Nederlanders die in het gebied al jaren met een eigen boot varen breekt in augustus de hel los met de komst van vakantievierende charter-Italianen (harde muziek, veel drank en het ontbreken van alle nautische kennis en van kennis van etiquette). Drukte valt wat te vermijden als met de charter verkeersstroom rekening wordt gehouden (vlak voor en in het weekeinde niet in de buurt van de grote charterhavens komen). Aan de buitenkant van het gebied (de Kornati’s) valt de drukte altijd wel mee.

(Uit) Eten en drinken/ Water en gas:

Water is altijd wel voldoende te krijgen (desnoods heel goedkoop in reuze flessen). Grotere campinggaz flessen kunnen bij gasvulstations voor een paar euro worden gevuld; kleinere zijn wel te verkrijgen bij campings en zo. Brood, worst, tomaten zijn te koop in kleine lokale winkeltjes. ’s Avonds is er meestal wel een restaurantje (of meerdere) in de buurt van anker of aanlegplek. Uit eten is erg goedkoop (maar je moet wel van gegrild vlees of vis houden). We hebben een keer lekkere vis gegeten bij een leuk, hippieachtig openlucht restaurant in de ondiepe baai Mala Luka. En in Kablin op het eiland Sestrunj opende de restauranthouder (die wij beneden in het dorp tegenkwamen) speciaal voor ons zijn restaurant op heuveltop; zeer gastvrij.

Ankeren:

De bodem is rotsachtig met stukken zand en af en toe kelp. Het water is helder dus het anker is op zicht wel op de lichter gekleurde zandplekken te mikken. Een hoofdanker met een punt die zich kan ingraven (Rocna’s voldoen goed) en met ketting (voorloop) van voldoende lengte is belangrijk. Ankeren op zo’n 5-7 m diepte met 3-4 maal de diepte als lengte ankerlijn. Als het krap wordt op de ankerplek een 2de anker uitbrengen om het zwaaien te beperken of een lange lijn naar de kant. Op zicht (even lekker het water in met duikbril) kun je controleren of het anker zich goed heeft ingegraven.

Ons opvouwbare stokanker(tje) voldeed redelijk als hekanker. De bladen hebben een klein oppervlakte en dat geeft in modderige havenbodems wat minder houvast. (Dan maar achter het hoofdanker liggen met lijnen achter naar de kant.

Overige zaken:

Aanleggen gebeurt op z’n mediteraans en dat is met enige oefening niet lastig. Achter lig je vast aan een mooring waarvan de hulplijn op de kant hangt. Dus de procedure is hulplijn oppakken (wordt meestal aangegeven door iemand op de kant), voor vast leggen en achterlijn strak trekken. Er is meestal wel een aanlegplaatsje te vinden om bij de wal te komen. Slechts twee of drie keer zijn we met kleding, schoenen en handdoek in een waterdichte tas naar de kant gezwommen om boodschappen te doen of te gaan wandelen.

Een opblaasboot of kano is handig (zie het informatieve artikel op de Drascombe website van Carol Fuchs ‘Onze rubber dinghi…’) als je er de plaats voor (over) hebt aan boord. Goede ventilatie is belangrijk net als een goed zonnescherm en een goede zwemtrap (of atletische kwaliteiten).

Rob Moot
Coaster Zandloper