Zuster, de zaag graag …

Afgelopen najaar kocht ik een Coaster, met een rotte mast. Mooie boot, maar die mast dat was een uitdaging. De onderkant was ingevreten tot aan de bevestiging aan de mastvoet. Een van de twee ogen voor de mastvoetpin hing er op half zeven bij. Een nieuwe mast was een beetje te prijzig en op zich zag hij er verder nog best aardig uit. Nou ja, de top was ook wat rot, onder de ring voor de verstaging.

Zoals ik al zei, een uitdaging. Gebeld met een mastenmaker, die duidelijk geen zin had in zo’n klus. Al lezende op het onvolprezen internetforum van onze Engelse vrienden kwam ik een discussie tegen over rotte masten, waarin Doug Elliott, de über-houten-Drascombe-bouwer, meldde dat het vervangen van de mastvoet prima te doen is, ook voor ons stervelingen. Hij wilde wel een beschrijving sturen. Na een mail aan Doug kwam er per kerende post een uitgebreid epistel, met tekeningen en foto’s van Doug in zijn jonge jaren. Voor de liefhebber te vinden op het Engelse forum (zoeken op ‘mast foot repair’). Het kwam erop neer dat je de mast schuin doorzaagt, er een nieuw stuk aanplakt, en dat dan weer rond schaaft en schuurt. Eitje.

De truc is dat de hoek waaronder je zaagt minimaal 1:12 moet zijn, want daar ontleent zo’n schuine las zijn sterkte aan. Bij een mastdikte van zeven centimeter betekent dat een zaagsnee van een meter. En liefst wel een beetje vlak. Wordt al wat lastiger, hoewel Doug optimistisch roept dat dat met een scherpe handzaag prima te doen is.

Eerst op zoek naar hout. Drascombe-masten zijn gemaakt van Sitka spruce, een lichte, sterke, peperdure houtsoort, uit bossen in Alaska. Dit is wel te krijgen, maar houthandels willen meestal niet een kort stuk verkopen, zoals nodig voor een mastvoet. Daarom besloten om voor oregon pine te gaan. Vlakbij mijn woonplaats zit een bijzonder bedrijfje: de Bootbouwer. In een boerderijtje midden op het Drentse zand kun je alles krijgen om zelf houten boten te bouwen. Van bronzen schroeven tot breeuwijzers tot foutloos oregon. Met een prachtig stuk hout en de nodige epoxylijm weer huiswaarts gegaan.

Het eerste werk aan de mast: hem goed kaal halen, met verfstripper, krabber en schuurmachine. Daarna volgde gelijk het stuk voor de stalen zenuwen: het amputeren van het rotte stuk. Ik had besloten om de mast door te zagen vlak boven het hoekige deel, en dan dus schuin naar boven, over een meter lengte. Ondanks Doug’s vertrouwen in een scherpe handzaag (en een vaste hand) heb ik ter toch voor gekozen om een cirkelzaag met een geleider te gebruiken. Hoewel mijn cirkelzaag maar vijf centimeter diep zaagt, en de mast zeven dik is, werden die vijf centimeter zo wel haaks en recht. De rest moest met de hand.

Toen ik na tien keer meten en nakijken geen smoezen meer over had, heb ik gas gegeven en de zaag door de mast gehaald. Na het elektrisch gedeelte heb ik met de handzaag het laatste stuk gedaan, waarbij de zaagsnede als geleider dienst deed. En na nog twee halen met de schaaf had ik tot mijn grote opluchting een mooie vlak doorgesneden mast. Vervolgens kreeg het oregon dezelfde behandeling. Het nieuwe stuk was eerst vierkant gezaagd, met zo’n 4 mm ‘overdikte’, en een paar centimeter ‘overlengte’. Tijdens het zagen viel wel op dat oregon veel harder en moeilijker te bewerken is dan sitka. Maar na wat schaven paste alles prima. De rest is eigenlijk niet vreselijk ingewikkeld.

Ik heb de mast op een lange plank geklemd. De zaagsneden zijn volgens de instructie van Doug ingekrast om een maximale hechting van de lijm te krijgen. Als lijm heb ik polypox 700 gebruikt, een verdikte epoxy van Polyservice. Het is handig om alles wat niet vast mag plakken te bedekken met keukenfolie, omdat epoxy daar niet op hecht. Daarna was het een kwestie van de vlakken ruim in de injecteer-epoxy zetten (belagrijk!), insmeren met de dikke lijm, klemmen (maar niet te hard, de hars geeft de sterkte) en een dagje laten uitharden. En daarna schaven. Van vierkant naar achtkant, naar zestienkant, naar 32-kant. Veel houtkrullen. Daarna schuren met een lang stuk schuurband. Veel stof. Gleuf voor de schijf van de grootzeilval boren en beitelen. En als laatste de mast op de juiste lengte afzagen. By the way: een coastermast is 4,16 m lang.

Ik wilde graag de mast voorzien van een toplicht en een marifoonantenne. Nu de mast toch kaal was, heb ik het plan opgevat om een ‘kabelgoot’ in de mast te maken. Ik vind namelijk draden langs de verstaging niet zo mooi. Dus het plan was om een gleuf in de mast te maken en die weer af te dekken met een strip hout, waarbij je daaronder een holte overlaat voor de draden, over de lengte van de mast. Als je die holte niet te groot maakt tast dat de sterkte van de mast niet noemenswaardig aan.

Ik dacht dat ik die gleuf wel makkelijk zou kunnen frezen met een bovenfrees. Niet dus. Een vlakke frees op een ronde mast bleek niet te controleren, ondanks allerlei hulpstukjes. Na tien centimeter wiebelige gleuven maken in mijn mooie nieuwe mastvoet ben ik overgeschakeld op de klassieke methode: met een boor naast elkaar ruim 300 gaten in de mast boren, en die met een beitel netjes tot een gleuf met gladde wanden beitelen. Saai werkje, maar je schiet in ieder geval niet uit.

Van het oregon pine dat over was van de mastvoet heb ik een lange strip gemaakt en die met epoxy in de gleuf geplakt. Eerst de draden in de gleuf gelegd en afgedekt met vetvrij papier, zodat ze niet zouden vastplakken.

Terugkijkend had Doug Elliott helemaal gelijk: een mastvoet vervangen is voor een amateur goed te doen, waarbij ervaring met houtbewerken, en goed materiaal, wel erg handig is. Vooral het doorzagen van de mast met de cirkelzaag was een grote uitkomst. Inmiddels heeft de mast een seizoen prima dienst gedaan. Hij is niet geknapt, het toplicht brandt. En het geeft een band, met je mast.

P.S. Mijn vrouw laat weten dat ze het een mooie mast vindt, maar niet herinnerd wenst te worden aan stof, houtkrullen en natte masten voor haar werkkamer.

Thomas Ietswaart
Coaster Orionniet