Rondje Ameland

We hebben de smaak goed te pakken nadat de Smiscruise ons op een zalige buitengaatse tocht rond Schiermonnikoog trakteerde. Het geeft je een lekker lang vakantiegevoel als je de boot de zondag na Hemelvaart in de haven achterlaat, dan voor de vorm een paar dagen werkt om op woensdag avond terug te keren. Tot en met Pinkstermaandag weer het wad op is dan toch bijna een hele extra week! Voordeel is ook dat het schip gereed is om uit te varen, de cruising routine heb je dan al in de benen – denk je.

Toch duurt het tot vrijdag voor we de Robbengatsluis uitvaren. Het is HW Lauwersoog te 1355 zodat een prettige tijstop in de lij van de Alexabaai (onder de WZW droogte van Schiermonnikoog) de kans biedt de inwendige mens te versterken. Dit alles zonovergoten met een frisse bries uit het NO. Half vier ankerop, het plan is een rondje Ameland en het verschalken van de eerste 2012 makrelen. Het lijkt een ontspannen ruime windse koers door het Westgat naar buiten te worden als we plots serieuze KNRM activiteiten ontwaren. Even later SAR helikopter en NKW vliegtuig in de lucht en alle KNRM vaartuigen uit de buurt om me heen. Op kanaal 16 blijkt de toren een zoekactie naar een vermiste catamaranzeiler te coödineren. De cat is onbemand aangetroffen boven Het Rif ,één opvarende op het strand van de Alexabaai, maar zijn maat is achter gebleven in de gierende eb. Ook wij maken zoekslagen en denken een hoofd te zien dat bij naderende beschouwing een zeehondenkop blijkt. Even later spot de toren de drenkeling in het Plaatgat op weg naar Engeland maar de SAR heli heeft hem er snel uit, gelukkig geen slachtoffers. Na de kentering wisten ze hun schip te richten maar de cat ging er daarop zonder de mannen vandoor!

De bemanning van de Brandaris en de Zeeverkeerspost Schiermonnikoog in stilte dankend voor hun immer oplettende aanwezigheid varen we richting het eerste productieplatform NO van Ameland. Na de Greenpeacepaal boven de Wierumergronden gaat de paravaan overboord op zoek naar makreel. Koersje tien meter dieptelijn ontvouwen de Amelander stranden zich in de lange zeedeining. Het is jammer dat de gasplatforms het zicht op de duinen verstoren maar na de tweede en laatste obstructie gaan we op het Bornrif af. Dan blijkt dat het zeegat van Ameland op het westblad van de 1800 serie staat en niet op het oostblad, het enige dat ik bij me heb! Eigenlijk herinner ik me eenzelfde situatie als bij het ronden van Schiermonnikoog. Een langgerekte bank boven de onbetonde kortste route naar binnen. Die loopt vlak langs het strand. Betond is een enorme detour via het diepe Westgat. Eh…. eyeball navigation dus zonder kaart, altijd spannend, zeker als er geen weg terug is.

Het is bijna LW en het Bornrif blijkt een prachtige goudgele bank waarvan we de brekende uitlopers toch nog weten mee te pikken. We surfen de geul in en raken de grond net niet. Lang tijd om te genieten is er niet wat daar spartelen de eerste blauwe rovers aan de paravaan! Een snelle kill met de pomphandle, halve wind zelfsturend, eerste rif er in en druil weg want de wind komt na het ronden van het eiland steeds scherper in. Nog even de ingewanden en het zwarte vel van de makrelen aan de krabben gevoerd – plan is te ankeren in de luwte van de Vrijheidsplaat om daar even wat te nuttigen. Het is ondertussen een uur of acht en de maag knort bij het zien van zoveel verse vis. In de inmiddels aantrekkende vloed gaat de ankermanoeuvre op de riem (zonder stabiliserende druil) plots heel anders dan gepland en kan ik me onder het slaken van een krachtterm nog net behoeden voor een eenzame full body dip.

Een ideale nachtrust is gedacht onder de hoge duinen van Het Oerd, de oostkant van Ameland maar dat blijkt toch wat te optimistisch geplot. Na een zonnige middag ruime wind valt de avond, het wordt fris en de invloed van het komend water is te gunstig ingeschat. Met name de keuze voor het diepe, recht in de wind liggende Danziggat blijkt onverstandig. Ik dacht ‘diepe geul, veel stroom die me tegen de wind in helpt’ en dat klopt. Echter, dom als je dan het stroom tegen wind effect vergeet. Vast een gevolg van het alle voorgaande dagen op Heerenkoersen varen. De wind trekt aan, de nacht valt en in het donkergrijze Danziggat lopen hoge, holle, af en toe zelfs wit brekende korte golven. Dat is alle luiken dicht, snel het tweede rif steken, veel water over nemen, blijvend pompen en hozen in de wetenschap dat we steeds verder richting rustige droogtes varen. Gelukkig zijn de vele overstag manoeuvres op de Kikkertplaat in de noord en het Hoge Wier aan de zuidzijde van het gat in relatief dan even rustig water. De laatste postboot vaart vanaf Holwert, ik duik achterom de Zuider Spruit in op weg naar de oude stenen dam onder het eiland. Er staat nog weinig water zo vroeg in de vloed, we zijn onder het eiland in rustiger vaarwater beland. Dat is ook wel handig want de gele boei die de bevaarbare doorgang in de dam markeert wil ik wel graag oppikken. Nu is het lekker kruisen op de 11′ stuurriem de Noorder Spruit in. Peilend met de slaggaard en net op tijd staggend verkennen we het op het uitgestrekte Pinkewad doodlopende geultje naar Het Oerd. We lopen een eenzame ankerligger op de rand van de geul op als het 2330 is en het water op. De energie ook trouwens. We peilen onze positie 1.5 nm ten ZW van Het Oerd. Na shipshape gemaakt te hebben toch nog even de planning voor morgen doorgenomen. Van uitslapen kan geen sprake zijn, wind tegen is de verwachting en weinig water maar wel weer een warme zonnige dag, dus vroeg op.

Zaterdagochtend ontbijt op het Pinkewad is toch eigenlijk alles wat een mens zich kan wensen! Dat zou een dagje niksen moeten worden, beetje kokkels rapen, Het Oerd beklimmen en dergelijke. Niets van dat al, met de weersverwachtingen en de planning is het doel vandaag de Alexabaai die pal in de wind ligt. As the crow flies zo’n negen mijl naar het oosten. Actie dus want het binnenlopen van de baai lukt sowieso niet meer. Op de rede ten anker lijkt het hoogst haalbare en met deze hogerwal ook niet zo’n probleem.

Het zijn ideale zelfstuur omstandigheden. Vol tuig met een NO3-4, weinig golfslag op de droogtes en een heerlijke temperatuur. Zo kruisen we de eerste uurtjes over de vloed naar het Wierumerwad. Ook daar al weer zo’n ontsierende boorinstallatie, nu op de wal, die zagen we vannacht ook al in een krans van verstorende led verlichting. Als we de grond beroeren overstag voor wat hoogte naar de noordelijker Paesensrede en weer staggen over de Eilanderbult. Met het inmiddels behoorlijk aflopende water komen we daar niet overheen, er volgt een lange slag in oostelijke richting over de Zoutkamperlaag slechts bedoeld om hoogte te winnen. Plan is daarna af te vallen om via de Glinder en het Gat van Schier over de eb de geul naar de Alexabaai in te draaien. Daarbij ontmoeten we een rood Termunter kottertje dat tegen de wind liggend haar zeilen bergt maar daarbij behoorlijk op onze koers verdaagt. Wij ankeren tegen vijven op de rede van de Alexabaai die dan al helemaal droog is gevallen. Het kottertje ankert onder de Oude Wal, geen goed gevoel bij, in de gaten houden vannacht!

De makrelen verdwijnen in de rookoven en smaken als vanouds – zelf gevangen en gerookt, wat een top dag! In de kabbelende rust van de ondiepe hogerwal verloopt de nacht gelukkig uneventfull. Het scheepje valt droog zonder dat we wakker worden, de eerste zonnestralen kondigen alweer een stralende dag aan! We hebben afgesproken in het Noordergat om de onfortuinlijke schipper van Coaster Mellon even te helpen met het op de trailer lieren van zijn schip. Hij is bij aanvang van de Smiscruise in de sluis gevallen en heeft daarbij zijn arm gebroken. Vandaar vandaag al naar binnen, de wind is naar het noorden gekrompen zodat een herenkoersje naar de haven in het verschiet ligt. Binnen is het een zondagse zomerdag, wat een drukte vergeleken met het onvolprezen wad. We ankeren tegen de avond op het Lauwersmeer onder de N361 ten westen van de Meeuwenplaat. Dit in de wetenschap dat het Pinksterverkeer na sluiting van de vistenten op de haven snel zal opdrogen.

Maandag tweede Pinksterdag is een lekker luierdagje, we pakken alles in en prijzen ons gelukkig al binnen te zijn. Vanuit het noorden drijft een dikke verkillende zeemist de kust op. Buiten wordt alle scheepvaart – behalve die met minimaal twee marifoons en radar – stilgelegd. Op de de haven worden korte broeken en T-shirts verruild voor fleece en windstoppers. Na Mellon op de trailer geholpen te hebben en zelf de boot op de kar te hebben vastgesjord blijkt een bezoek aan het nieuwe Proeflokaal ’t Ailand een traktatie. Door de uitbater zelf gevangen slow food – gelukkig geen gepaneerde – wadden vis, verse garnalen pellen en wat een uitzicht, verrekijkers liggen ruim voorhanden, een aanrader!

Michel Maartens
Coaster Brandaen