Tocht door de wateren van Rügen 7 tot 29 juli 2012

Carol en Christel Fuchs hadden zo‘n prachtig idee. Vertrekken in het Westen van het Boddengebied en dan met de wind mee naar het Oosten. Je haalt vervolgens de trailer op en zodoende voorkom je dat er eindeloos tegen de wind in gekruist of gemotord moet worden. En het idee pakte, dat blijkt wel uit het vervolg, prima uit. De inschrijving werd open gesteld. Best een aardig groepje had belangstelling. Maar toen begon het spel van de tien negertjes. In dit geval bleef er niet één boot over, maar twee en een week lang zelfs drie.

Best eng: drie weken optrekken met iemand die je nauwelijks kent. Dat gevoel bleek wederzijds, maar het pakte goed uit. Na een tocht met weinig files kwamen we op zaterdag 7 juli aan in Ribnitz-Damgarten (een kleine 600 km). De trailer van Carol stond al bij de schitterende helling. Als starthaven is Ribnitz een aanrader. Zoals gezegd een prima (openbare) helling en na enig overleg met de havenmeester konden we auto plus trailer drie weken lang overdekt stallen voor € 25,=. In Kroatië vorig jaar betaalden we wel andere tarieven.

Dit was het begin van een drie weken durende tocht door het Boddengebied. Het is de Oostzee, het water is eerder brak dan zout te noemen en getijdenwerking is er nauwelijks. In vernauwingen wil het wel stromen, maar vrijwel altijd in de richting van de wind, die hadden we achter en de stroom dus mee. Het landschap van het Boddengebied laat zich het best vergelijken met Denemarken. Type Kleine Belt, maar dan wat ruwer. De Hanse had in deze streken vele leden en bijna alle stadjes hebben wel enige allure. Het verval van dat Hanseverbond is ook hier snel gegaan en gelukkig is er kennelijk niet de “welvaart” geweest dit karakter te verpesten. De DDR tijd heeft het onderhoud wel erg op achterstand gezet, maar de extra “solidariteitsheffing” die iedere Duitser moet betalen versnelt het restauratieproces heel erg sterk. Af en toe zie je nog wel een bouwval tussen verder mooi gerestaureerde pandjes. Vaak komt dat doordat erfgenamen procederen met vermeende eigenaren en die molens malen heel langzaam. Ook een opvallend punt: de vele badplaatsen. De gewoonte te “kuren” is begin 20ste eeuw begonnen en heel veel buitens (nu hotels) stammen dan ook uit 1900/ 1905. Leuk ook dat de kuststrook vaak zo smal is dat je er vanuit een boddenhaven in een halfuurtje heen kunt lopen en dan waan je je meteen in het tijdperk van de Duitse adel.

Het is ondoenlijk (en waarschijnlijk ook niet zo spannend) om de vele details van deze tocht te bespreken. Ik pak er wat subjectieve- hoogtepunten uit (Wie heel erg geïnteresseerd is in de details: ik heb een filmverslag van een 90 minuten, je kunt dat altijd eens komen bekijken. )

Als eerste: de Koppelstrom d.i. de doorgang van de Saaler Boden naar de Bodstedter Bodden.
Een smalle doorgang midden door het riet. Schitterend. Daarna de passage van een brug in Duitsland. Dat moet je meegemaakt hebben. De inefficiëntie ten top. Precies op tijd krijg je aangegeven dat er iets gaat gebeuren. Maar voordat die brug omhoog of op een andere manier open is, duurt tergend lang. Dan de vraag: welke kant mag het eerst. Het is iedere keer weer afwachten en waag het niet de brug te passeren voordat die helemaal open is. Ben je door die eerste brug heen hou dan precies de betonning aan, zelfs met een Drascombe. We zagen zwoegende mensen tot hun knieën in het water staand en maar trekken en duwen. We hebben de uitkomst niet afgewacht.

Dan komt Zingst. Zo toeristisch als wat, maar toch leuk. Hiddensee een eiland zonder auto‘s. Ga als het even kan naar Neuendorf. Kook wel aan boord, want het enige restaurant kan ik niet aanbevelen. Vitte is ook leuk, maar toch wel erg toeristisch en op de fiets ben je er zo. Fiets ook even door naar Kloster (daar heb je nog niet geplaveide wegen) en beklim beslist de Dornbusch vuurtoren. Carol kregen we niet mee naar boven, maar Christel had van geen traptrede spijt.

We hadden het geluk dat er ook rondleidingen werden gegeven over Hiddensee in de DDR tijd. Hiddensee was altijd al een eiland met nogal veel eigenwijze kunstenaars. Dat gaf toch wel speciale verhoudingen met de Grenzpolizei. We gingen door naar Ralswiek. Een dorp van niks, maar ze houden daar jaar in jaar uit levensechte openluchtvorstellingen rond de zeerover Störtebeker. Een soort Robin Hood, maar dan in de Hanzetijd. Van de in totaal 8000 zitplaatsen waren er een 6000 bezet. Twee echte Koggen, veel paarden en ook wagens die samen met een 150 acteurs en veel kanonnen voor veel boem boem zorgden.

En niets geen gedrang. We hadden in de pauze binnen de 10 minuten ons bier te pakken en aan het eind vrijwel geen rommel. Zoals het hoort (het was de laatste episode) werd Störtebeker onthoofd. Hij liep vervolgens nog een tiental kornuiten langs (ik ken dat alleen van een kip die ook nog een eind loopt als zijn kop eraf gehakt is) die allemaal werden vrijgelaten. Volgend jaar nieuwe avonturen van een herrezen Störtebeker. Het allerleukste was misschien wel dat er in de pauze een heel zwarte wolk overtrok. Massaal werden capes, die vooraf tegen de somma van € 2,50 waren aangeschaft, aangetrokken. Wij zaten in volledig off-shore tenue inclusief laarzen en hadden dus de capes niet nodig.

Stralsund.
We hadden geluk. Er waren Stralsunder Fest Spiele. Maar ook zonder is de stad zeer de moeite waard. De restauratie is nog volop bezig, dus het wordt alleen maar mooier. Stoomtrein De Rasende Roland die zich met een vaartje van een 40 km door het Rügense landschap beweegt. Voorin word je gerookt, maar achterin is het goed toeven. Ons gezelschap bestond toen overigens uit zes personen. Peter en Sietske (D22 Drifter) hadden zich in Stralsund aangesloten.

Het eiland Ruden is met name door de geschiedenis heel interessant. Rond de Hanzetijd had Zweden al veel belangstelling omdat ze van hier uit de hele Duitse Oostzeekust konden beheersen. Het is nooit doorgegaan. Op dit eiland was in WOII ook een waarnemingspost gevestigd. De V2‘s die (tot het bombardement door de geallieerden, daarna ging men ondergronds) in Peenemunde werden ontwikkeld, probeerde men uit op een ander eilandje: de Greifswalder Oie. Op Ruden werd de lanceerhoek gemeten, belangrijk voor de te behalen afstand. (Doel: Londen en andere Engelse steden)

Wolgast met het Achterwasser. Fantastisch. Wij hadden bovendien het geluk dat er een optocht was van old- timers waarvan filmopnames gemaakt werden vanuit een modelhelicopter

Dan nog Zempin. Wanneer er een strand in de buurt was wilde Christel er heen om stenen (bij voorkeur HuhnerGotter‘s vuurstenen met gaatjes erin) te zoeken. Nu is het leuke van Oost Duitsland dat textiel baders en niet textiel baders vrijelijk door elkaar heen liggen. Maar hier overheerste het niet textiel percentage toch wel heel sterk. Op de terugweg bleek dat we de aankondiging FFK strand gemist hadden. Heel opvallend: we hebben geen enkele opmerking gehad.

Aan de graad van bruining te zien was 2012 een jaar met heel veel zonuren. Dat hebben we niet meegemaakt, maar veel regen hebben we ook weer niet gehad. Wisselend, met wind variërend van een Beaufort 3 tot 6/7. Kortom: omdat de wind meestal ruim inkwam, heel goed te doen.

Samengevat: best een gok om met zo weinig boten op pad te gaan, maar dankzij de souplesse van Christel, Carol, Peter en Sietske en met name ook door de uitzonderlijk goede voorbereiding door Carol, was het een unieke tocht die we ieder kunnen aanbevelen. Wij voeren een 250 nm en maten slechts 4 motoruren.

Johan en Els Snijders

Norfol Gipsy Zwerver