De eerste Luggers met steil staande gaffel hadden een lager grootzeil. Later werd het hogere zeil ingevoerd, dat nu algemeen wordt gebruikt. De gaffel werd daarbij verlengt, maar alleen naar boven. Men had een groter zeiloppervlak – nog wel in de hoogte – maar de gaffel was niet meer in evenwicht: de afwijking naar lij was in de top nu groter, een duidelijk nadeel op aandewindse koersen. Ik heb ruim 20 jaar met de standaardversie gevaren, maar steeds met het idee ooit eens een betere gaffel te maken. Een jaar geleden was het zover.
Mijn nieuwe, derde gaffel loopt nu naar beneden door tot aan de reefkous in het voorlijk en inderdaad, de lijwaardse afwijking is nu veel kleiner. Met de nieuwe gaffel kan ik ook bij zwakke wind het zeil hoger hijsen. De lijwaardse afwijking is dan weer groter, maar dat neem ik bij zwakke wind op de koop toe. Het voetblok van de schoottakel wordt in dit geval met behulp van een kort eind en mastworp op de bezaanmast belegd.
In de ruimte, die er onder het onderlijk vrijkomt, knoop ik een oud bezaanzeil met zijn tophoek bij de schoothoek van het grootzeil. Bij Bft 1 vaart de Lugger heel gracieus als een zwaan over het water. Voor het reven verplaats ik de val verder naar boven. Er zijn dus drie punten, waar ik de val op de gaffel beleg:
- op de gebruikelijke plaats
- ca. 90 cm lager bij zwakke wind
- ca. 90 cmhoger in de gereefde stand
Voor de aanpassingen laat ik de gaffel naar achteren op mijn vrije hand neerkomen. De gaffel is nog steeds korter dan de mast en past dus nog in de boot.
Het hoger hijsen van het zeil, en wat daaraan verbonden is, is puur spel. Maar de verlengde gaffel an sich kan ik van harte aanbevelen.
Udo Jäkel / Lugger Otter