Smiscruise 2011 – ervaringen deel 2

Smiscruise 2011 – Andromeda’s maiden Posthuiswad cruise

Na drie dagen worstelen met zon, eerst gebrek aan wind en dan vrij harde wind arriveren we vrijdagavond eindelijk op het Posthuiswad, zowel voor Andromeda als haar schipper de eerste keer. Zaterdagochtend snel het eiland verkend, door het bos naar het duingebied aan de noordzijde erg afwisselend en mooi. Terug langs het Posthuis dat zo vroeg nog dicht is. Maar net op tijd terug bij de boot voor het opkomende water, komt dat hier sneller door de harde wind?

De admiraal waadt in gepaste kleding langs de schepen die hij nog kan bereiken. Gezien de harde wind die voorspeld wordt gaat een gedeelte van de vloot anker op en richting Den Oever. Met de resterende acht schepen zoeken we een oppertje in de baai van de Vliehors. Om er te komen steken we af, optimaal gebruik makend van de riem en bijbehorende diepgang. Onder de felle zon verandert deze baai snel in een woestijn waar wind en zand vrij spel hebben. In de luwte van de kajuit is het goed pannenkoeken bakken waarna een deel van het eskader het reddinghuisje inspecteert. Na het palaver volgt een verrassend uitgebreide borrel. Als het water komt trekt iedereen zich terug op zijn eigen boot en luistert naar de wind die steeds harder lijkt te loeien. ’s Nachts om 3 uur wakker en een weerbericht opgehaald, moet er maandag echt gewerkt worden? Het KNMI voorspelt dat de wind in de loop van zondag naar het zuidwesten draait en zo mogelijk nog harder gaat waaien, wachten lijkt niet echt een oplossing.

’s Ochtends schijnt de zon en slaan de golven stuk op de banken in het Robbengat als waren het rotsen, een fantastisch gezicht dat je eerder in Engeland of Frankrijk verwacht. Enigszins ongerust stellen we vast dat we daar tussendoor moeten… Terwijl flinke buien zich aankondigen middels donkere wolken gaan we om half tien anker op en met alleen druil deinzend richting Texel, af en toe bijsturend om niet in de branding te eindigen. Snel begint het zachtjes te regenen, daarna harder. Na een half uurtje gaat de fok gereefd bij en stuiven we door het Robbengat richting Binnen Breesem. Twee keer raken roer en zwaard een bankje, val ik stil terwijl de rest van de vloot doorstuift. Hoewel snel gecorrigeerd zie ik de admiraal met een aantal boten in zijn kielzog snel verdwijnen. Er staat in de grotere geulen een flinke golfslag die nog goed te hanteren is, mede door de naar het noorden gedraaide wind waardoor er slechts een paar slagen gemaakt hoeven te worden om in de geul te blijven. We surfen via Binnen Breesem met alleen ruimwindse koersen richting Den Oever, samen met Tuimelaar en Strûner richting Afsluitdijk. In de buitenhaven maakt de hele vloot zich net op om door brug en sluis te gaan, ik kan precies mee. Al gaan de sluisdeuren al dicht als ik ze passeer, blijkbaar ga ik niet hard genoeg met mijn electromotortje.

Voor anker even wat eten en drinken waarna Pepe en Andromeda samen naar de helling varen. Andromeda staat vlot op de trailer waarna met vereende krachten Pepe, ondanks het kapotte sleepoog, veilig op zijn trailer wordt getrokken. Als Andromeda klaar is voor de terugrit vult een gebakken visje de energieniveaus weer aan. Op de terugweg hoor ik op de radio dat de kustwacht een drukke dag gehad heeft met mensen van het water halen die verrast zijn door de harde wind. Ik bedenk dat ik geen moment het idee heb gehad de grens van Andromeda te naderen: windkracht 6 bezeild is geen enkel probleem.

Wim Oostra
Cruiser Longboat Andromeda

Smiscuise 2011 – a/b Coaster Ceive

De voorspellingen aan het begin van de week zijn ongelofelijk goed, zowel qua temperatuur maar vooral qua wind als we de door Captain Chris Vandenbroeck (Coaster Olle) voorgestelde route van Den Oever naar het Posthuis Wad zouden varen. Ceive wordt al maandagavond naar Marina Den Oever gebracht in wat verwacht wordt als een zwoele zomeravond. We hadden beter moeten weten, de regen valt met bakken uit de hemel tijdens deze kille lente nacht. Voordeel is wel dat op woensdag slechts de voorraden aan boord gebracht dienen te worden, de zeilen aangeslagen en de trossen gelost. Zo moet het lukken om de middag cursus sturen op de riem in de Zuiderhaven mee te maken. Het is tenslotte de Smiscruise en ter nagedachtenis hebben we een lege bun, de olielamp gevuld en de slaggaard gevet, dat voegt vast nog een extra stukje spanning toe. Wie schets onze verbazing echter als Pride of the Fleet in de marina gespot lijkt te worden met een 8 pk Honda in de bun. Als we vastknopen blijkt dit echter een identieke Cruiser Longboat met aan boord Diederik B. en Hester van R. te zijn. De wind flauwt af maar de zon brandt goed, door de sluis en we ankeren zoals verordonneerd tussen de O20 en O22 net na de brug in de Afsluitdijk ten N van de vaargeul in de Buitenhaven. Palaver besluit tot vertrek ondanks de flauwende wind, door de Wierbalg met als doel het Amsteldiep – de Westwal daarvan – voor de overnachting. Echter we geraken maar net buiten de haven en met afgaand water ankeren we aan het begin, net buiten de Wierbalg op een ondiep plaatje waar te 2200 drie voet water staat. In de schemering ontwaren we een kleine twintig schepen waaronder Drifter Joanna, Cruiser Longboat Andromeda, de Engelse Coaster Appuskidu van Douglas Hopwood en een armada aan Coasters ten anker. Uit de duisternis doemt even later ook nog het silhouet van de zwarte Drifter 22 Hildelyn op. Opvallend dit jaar, slechts één open schip in de vorm van de machtige Gig The City of London alwaar de bamboe gedragen tent over het jonge gezin al snel staat. Vanaf Olle worden nog de plannen voor morgen verspreid: naar De Hors op de zuidpunt van Texel, dan eventueel buitenom naar De Cocksdorp of binnendoor via het Vaarwater naar De Cocksdorp naar het oost kardinale VC baken aldaar.

Na een rustige nacht met een uurtje droog liggen straalt de donderdag – Hemelvaart 2011 – ons tegemoet. Echter, geen wind…Roeiend en driftend op de ebstroom verdagen we naar de eerder genoemde westoever van het Amsteldiep om daar laag water af te wachten en de voorraden te verwerken. Op Coaster Argo worden als eerste al Hooijkazend de droogtes ten O van het Amsteldiep bedwongen. Palaver op de plaat aan de boorden van Coaster Olle want de wimpel is gestoken – droogliggend betekent dat: palaver, ten anker: afvaart binnen 30 minuten en varend: hier Olle. ‘Als er water komt tegen vloed en tegen de NO wind het Amsteldiep uitkruisen of over de platen op welke andere manier voortgang biedt. Trachten via het Vaarwater over de Bollen het Vaarwater naar De Cocksdorp op te pikken en aldaar op het topje van het wantij – bij het VC baken – ten anker zodat morgen met afgaand tij de hoogste droogte dan al bedwongen is waarna met afgaand water meegeven in W richting.’ Overal wordt vooraf goed warm gegeten, Ceive schat een en ander te optimistisch in en denkt dat op een avond tijdstip te regelen. Anker op bij het eerste water te 1700 maar onder volle tuigage blijkt de voortgang negatief. Dus het Balgzand ten W van het diep op, overboord en duwen dat schip, de druil houdt haar op koers. Dat blijkt een stevige tippel naar het Malzwin, maar als de schipper van een Drifter 22 dat kan kan deze jeugdige schipper dat ook. Als we de noordelijke randen van het Balgzand naderen spotten we over sb een colonne motorende Coasters, dat is vandaag geen optie hier aan boord! Uit de felste stroom snel aan boord gesprongen, fok er bij, grootzeil gezet en één lange streek brengt Ceive ten NO van Oudeschild.

Niet geheel uneventfull want (natuurlijk) midden op de Texelstroom trekt in de al frisse noordooster tegen de fors lopende (vloed)stroom de wind aan zodat een rif steken wijsheid lijkt. Ceive stuurt zichzelf eindeloos op haar simpele stuur elastiekje en zo voortploegend wordt het rif gezet, ze vaart gewoon door, de warrige golven van de Texelstroom stoer parerend. In de relatieve luwte van Texel vaart ze als een godin, stroom mee, weinig golfslag, zalig. Na zo‘n vijf uur kruisen floept het Vuur van Eierland aan als – waar we het VC baken vermoeden – in last light een vertrouwd silhouet ten anker komt. Naderbij gekomen herkennen we Jeanette H. en Victor V. in Pride of the Fleet! Ook The City of London en Olle ankeren even later in drie voet water, rond 2400 arriveert Coaster Golfbreker nog uit het westen. Ten ZW ontwaar ik een toplichtspel als ware het de nachtelijke skyline van Den Helder; de vloot ligt inmiddels aan het begin van de droogte tegen de Eenhoornplaat ten anker. Het is gelukkig wel een zalige nacht na een vrij smerig instant avondmaal van Grand‘ Italia Tortellini ai Formaggi (de Keuringsdienst van Waarde heeft weer gelijk). Vrijdag daagt weer zonnig maar met stevige windverwachting 4-5 NO. Om 0800 vaart Pride af in N richting, de gronden van het Posthuis Wad hebben hun aantrekkingskracht op haar nog immer niet verloren.

Plan is ankerop te 1000, meegeven in W richting en op een lange lijn ten anker bij de laatste W rode paal boven de steile wand van de Ballastplaat om daar tij te stoppen. Zo gezegd zo gedaan, alleen The City of London vaart in N richting. Hoewel niet geheel rustig ten anker in de felle ebstroom valt de Ballastplaat onvermijdelijk droog en neemt daarmee de beschutting duidelijk toe. Aan boord van Olle wordt ruimhartig gekookt voor zowel de bemanning van Ceive als Golfbreker, dit alles onder het motto je weet nooit wanneer je weer (lees: lekker) te eten krijgt. Een uurtje voor LW ankerop voor een LW tocht tussen de hoge banken van de Vliehors en de Steenplaat. Een uitstekend plan, ware het niet dat de stroom na het ronden van de plaat nog fors naar buiten blijkt te staan. Slechts de schepen die vlak onder de wal in ondiep water opkruisen maken daardoor voortgang. Honderden robben met heel veel witte jongen kijken hun ogen uit maar blijven rustig doorzonnen als de vloot op ruime afstand voorbij kruist. Omdat de voorspelde NO 5 inmiddels echt wel doorstaat varen de meeste schepen onder fok en druil. Wijs, want na de kentering wordt het dan bereikte Lange Gat vrij choppy.

De Captain ankert voor een korte break in de beschutting van een hoge met granaten gelardeerde oesterbank ten Z van het Keteldiep. Er wordt een voedzame avondmaaltijd van avocado’s met balsamico/honing dressing verorberd want we wachten op voldoende water om het Postbuis Wad te bereiken. HW Posthuis Wad is berekend te 2300, dat moet lukken als we niet voortijdig vastlopen op de altijd trekkende bult en maar lang genoeg op Vlielands Vuurduin koersen. Anker op waarna een prachtige schemer tocht volgt. Door de wind-tegen-stroom situatie is het Lange Gat duidelijk te volgen met haar holle golven, aan weerskanten de rust van de droogtes waar we echt nog niet terecht kunnen. Ceive denkt als eerste dan toch de indraai naar het Posthuis Wad te kunnen maken, met haar buik door het slik arriveert ze waar Coaster Gulliver (inderdaad – buitenom en vol verse makreel) en Pride al een hele dag van het uitzicht op Kroons Polders en het zeeschap genieten. Er wordt nog een slaapmutsje gedeeld om morgen vroeg (sommigen zelfs wandelend) nog zo lang mogelijk de prachtige duin omgeving te kunnen smaken. Plannen voor een mogelijke overnachting op de Vliehors gesmeed en te kooi. ’s Nachts zo zachtjes droog gevallen dat ik het niet eens merk, pas als de druil geborgen wordt even naar de wit gevlekte sterrenhemel gestaard. Om een uur of tien ’s ochtends komt het water in rap tempo het wantij opgelopen. Een aantal schepen keert terug naar Den Oever, zij hebben waarschijnlijk de onweer, zware regen en windstoten waarschuwing voor zondag al meegekregen.

Rond HW Posthuiswad, half twaalf, afvaart met inderdaad als doel de Vliehors. Hier ligt op het puntje van Vlieland een zeker met NO tot N zeer beschutte baai om de nacht door te brengen. Na een herenkoers, ruime wind en afgaand water ankeren de overgebleven acht schepen tegen de Vliehors, O van de steiger van De Vriendschap (het veer Texel – Vlieland), net onder kilometer paal 32. De meeste schepen vallen met het nu snel vallende water rap droog. Aan boord van Olle wordt een traditioneel pannenkoeken festijn aangericht, op Ceive met Victor de overhaul van Pride doorgenomen waarna diverse bemanningen voldaan onder een stralend blauwe hemel wandelen naar het reddinghuisje en het Noordzeestrand. Terug om 1700 voor Captains borrel aan boord van Olle en Andromeda waar alle bemanningen acte de présence geven. Op Ceive wordt ondertussen wat onderhoud verricht. Gelukkig bericht van The City of London dat zij met het allerhoogste water van deze maand van de Rietgans plaat zijn losgekomen en laagvliegend in Den Oever arriveerden. Op Olle wordt na de borrel een nieuw eigen ontwerp tent opgezet. Zeker snel en licht, maar wellicht zijn er nog wat eenvoudige modificaties nodig voor optimaal gebruiksgemak.

Het is ver na middernacht als we een Kustwacht Dornier 228-212 zoekslagen over de Vliehors zien maken. Op VHF kanaal 67 blijkt er een speedboot op de gronden ten noorden van de Vliehors gestrand te zijn. Het is zondag, verwachtingen zijn NO/N 5-6, later buien met onweer en mogelijk windstoten tot 40 kopen. Plan is afvaart te 1000 maar dat wordt 0930. Vanaf onze ankerplaats zien we brekers wit water omhoog spuiten in de Eierlandsche Gronden. De waarschuwing op de kaart rept van Bevaren van het Eierlandsche Gat zonder plaatselijke bekendheid wordt ten zeerste ontraden, het lijkt duidelijk, uitkijken daar. Anker er uit en al deinzend geraken we zonder verdere inspanningen op het west puntje van de Steenplaat, uitkijkend vanaf de cuddy lijken we de brekers zonder problemen vrij te varen. Fok er bij en aan de wind bruisend op de vloed voor De Cocksdorp langs in de richting van het Foksdiep. Er blijkt in de praktijk van RWS bezuinigingen daar nog slechts één omgevaren prik te staan, zelfs de N kardinaal van de Binnen Breesem is verdwenen. De wind gaat lekker doorstaan en eigenlijk had de druil al lang weggenomen moeten zijn, maar het surft zo lekker! De hoge golven in de Texelstroom pakken Ceive op en versnellen haar ongemeen. Heftige buien spoelen alles zoet, bij de Vlieter plat voor de wind racen we naar Den Oever waar te 1400 weer tussen de 020 en 022 ten anker in de luwte van de dam. Motorstoringen aan boord van zowel Gulliver als Strûner zal je op Ceive niet tegen komen, iedereen geraakt uiteindelijk zeilend dan wel roeiend in de Stevinsluizen en ligt te 1500 gereed voor de helling. Na wat prettig getreuzel, het ophalen van het rollend materieel in de marina en rijklaar maken van de combinaties schuiven de bemanningen van Pepe en Ceive te 1830 net op tijd aan op het haventerrein bij Eurofish. De terugweg dient vanwege rozige hoofden die naar zout en wind staan enkele malen onderbroken te worden voor dubbele espresso’s.

Michel Maartens
Coaster Ceive

De Pofeto (poeier feeder tocht) en de Smis Feeder Cruise 2011

Een klein gezelschap Drascombers schreef zich dit jaar in voor de Smis Feeder Cruise: zeven coasters en een Norfolk Gipsy (van de bekende cineast Snijders). De Cruise zou plaatsvinden vanuit Den Oever, van zaterdag 28 mei tot en met woensdag 1 juni 2011. Rob Moot, Bert Zwaag en ik besluiten er donderdag 26 en vrijdag 27 mei heen te varen, vanuit resp. Almere en Weesp. Eerst naar Medemblik en een dag later verder naar Den Oever. Woensdag, tijdens de voorbereidingen, was het het prachtigste weer van de wereld, maar de voorspellingen voor donderdag en vrijdag waren niet best: veel wind, heel veel wind. Uit de goede hoek, dat wel. Daarom was het doorgaan van de tocht toch geen punt van discussie.

Donderdag, stipt om half elf treffen de Vet-Free en de Ultreia elkaar bij Pampus, even later sluit de Zandloper zich aan. Rob en Bert hadden nog reven in het grootzeil gezet, ik had het niet eens aangeslagen. We richten de steven naar Enkhuizen en nog in de luwte van de zuidwal van het Markermeer valt het allemaal nog mee. Ook tot het Paard van Marken is het best te doen, Rob en ik nemen wel het druiltje weg. De wind trekt nog wat aan en we komen ook op ruim open water. De golven worden hoger en er zitten af en toe wat brekertjes tussen. Soms surfen we de golven af en planeert de boot. Het lijkt wel een Lasertje! Wat gaat dat lekker, ruime wind, felle zon, racen met die boot! Ik ben benieuwd hoe hard we gaan, graai de hand-GPS van binnen en zet hem aan. Er stond nog een maximum snelheid van 8.1 knopen in, ooit gevaren met een dikke wind en stroom mee op de Oosterschelde. Tijdens het afsurfen van een golf geeft hij 10.2 aan! Recordje? Ik rol de fok een stukje in, ben bang dat het iets te heftig gaat. Dat gaat beter, ik wil niet dat de boot uit z’n roer loopt.

De Appelhoek ligt zo’n beetje dwars maar bij deze koers en wind biedt het land geen enkele beschutting, integendeel, de golven zijn nog hoger en de wind is nu vast een dikke zes, zo niet een zeven. Enkhuizen komt in zicht. Dan ineens: rrrrrrt pang! het lijntje van de rolfok is losgeschoten en ik heb weer een volle fok. Ik probeer hem weer wat in te rollen, dat gaat niet, ik zie dat het lijntje van de trommel is gevallen. Shit! Het elastiek aan het eind van het lijntje zat niet vast. Hoe moet dat straks als ik de sluis nader? Ik maak de elastieken aan de helmstok, stel ze bij, kijk het even aan of de boot koers houdt, maak een lijn van m’n lifevest aan de mastvoet. Ik kijk of er geen breker achter me aankomt. Ik ben in een paar snelle stappen naar voren, doe het lijntje om de trommel en ga als een haas naar de kuip terug. Ultreia is op koers gebleven. Snel de fok weer wat verkleind. De GPS geeft als maximum 11,6 knopen aan.

We komen gedrieën aan bij de sluis, zeil weg, motor aan. Afremmen door in de wind te draaien. Als we even later de sluis in gaan moet de motor vol achteruit om af te stoppen. Er staan zelfs kopjes in de sluiskolk! We gaan de Oude Haven van Enkhuizen in en besluiten hier te stoppen.

Afmeren, pakken uit, kuip droogmaken. Koffie op de wal en een loopje door Enkhuizen. Bezoek aan de Dromedaris die ingrijpend verbouwd gaat worden en anderhalf jaar dicht gaat. De waardin vertelt ons daar uitgebreid over en komt ook nog met een rondje bier van het huis. Terug naar de boten. Ik bekijk zo‘n beetje alle beschikbare weerberichten en over één ding zijn ze eensluidend: veel wind. Te veel wind om het weekend het Wad op te gaan. Ik bel alle Feeder Cruisers dat het palaver van vrijdagavond uitgesteld wordt naar zondagavond. Jammer maar helaas. Onze Britse gast Douglas is natuurlijk al wel onderweg, we dirigeren hem per SMS naar Enkhuizen i.p.v. Den Oever.

De volgende morgen (vrijdag) waait het opnieuw dat het rookt, absoluut geen zeilweer. Reuze stoer vertrekken we in vol ornaat, bewonderend nagekeken door alle schepen die bleven liggen. Wat zij niet weten dat onze ‘tocht’ na circa een halve mijl al weer eindigt in de Kompagniehaven van Enkhuizen, vanwege de trailerhelling voor Douglas en douches voor ons. Met Johan en Els, die met de Zwerver in Medemblik liggen, bezoeken we uitgebreid het Zuiderzeemuseum.

We doen een borrel aan boord en tegen zessen zien we een met een fraai dekzeil ingepakte Coaster het haventerrein oprijden. We eten met z‘ allen in de stad en helpen Douglas zijn boot te lanceren. Een verzameling snufjes en handigheidjes doet ons verbazen. Hij blijkt ook nog een prachtige kuiptent te hebben, met stahoogte. We spreken af de volgende morgen (zaterdag) te vertrekken naar Den Oever.

Even na tienen vertrekken we, vier bootjes nu, langs de kust op weg naar het vuurtorentje van de Ven, waar we op het ondiepe water van het Kooizwand nog even het varen met de stuurriem oefenen. Douglas kan er geen genoeg van krijgen en blijft ver achter. Bert, inmiddels met schoonpa Mart, vaart door, Rob en ik gaan een stuk terug. Lang kunnen we onder de wal blijven maar bij Andijk begint de oversteek naar de dijk van de Wieringermeer. De wind is weer fors, 5 a 6, uit het zuidwesten en vanuit Medemblik bouwt zich weer een aardig zeetje op. Regelmatig staat de lij-kuipbank vol water, het lozen ervan door dat kleine loosgaatje duurt lang, en als een golf de boot recht gooit krijg ik weer een bak water erbij in de kuip. Vaak pompen. Bij Medemblik zijn er allerlei wedstrijden aan de gang, 470’s met o.a. CHI, CRO en JAP in het zeil vliegen moeiteloos over de hoge golven. Verderop zijn al even internationale Lasers met elkaar in de strijd, het lijkt erop dat wie het minst vaak omslaat en de boot het best kan houden met deze wind, gaat winnen.

Als ik bij het dijkmagazijn vaar en omkijk zie ik de druil van Douglas vrijwel horizontaal naar lij steken. De red ensign raakt bijna het water. Ik rol de fok vrijwel in en blijf bijliggen tot Douglas bij is, start de motor en ga langszij. Na kort overleg besluiten we het haventje van Oude Zeug in te gaan om de zaak te klaren, Rob vaart ook mee naar binnen. We bekijken de schade. Het achterste stukje van de roerplank is gekraakt. Zonder druil en alleen op de fok gaan we door en gaan naar de jachthaven van Den Oever, waar Bert al een mooie plek in de luwte voor ons heeft geregeld. Zwerver ligt inmiddels al in de Vissershaven.

Zondag blijven we liggen. Weer snoeiharde wind. Echt goed dat we niet het Wad op gegaan zijn. Ik bel Pim (Rupert Bear) en Peter (Argo) met het advies hun boot de volgende morgen te lanceren, er staat veel te veel wind recht op de trailerhelling. Frans ligt nog met Skua in zijn thuishaven Harlingen, no way dat hij naar Den Oever kon zeilen. Douglas repareert de druilsteun provisorisch met een stuk hout dat Rob nog aan boord heeft liggen. Inmiddels zijn Else en Karin gearriveerd en ‘s avonds eten we met z‘n allen (nou ja, zonder Frans dan) in het havenrestaurant en nemen we het plan voor de volgende dag door: om 12.00 door de sluis, tegen enen het Visjagersgaatje in met vallend water, dan over de Bollen, met de vloed de Texelstroom over, de Binnen Breesem op, ergens een tijstop en zien hoe ver we komen richting Vlieland. Het weerbericht is heel goed, wind ZW, 2 tot 4, zonnig en warm. Ik bel alles door aan Frans, hij zal zelf proberen richting Vlieland te komen.

Maandag gaan we dan, de Smis Feeder Cruise, nog maar drie dagen over. Om Twaalf uur door de sluis, het zoute water op. Johan sluit aan en tegen enen draaien we met vallend water het Visjagersgaatje op. Het wordt heerlijk zeilen! Niks zeilpakken, warm, er gaan steeds meer kleren uit. Bij het begin van het Vaarwater over de Bollen zakt de wind een beetje in en aan het eind is er helemaal geen wind meer. Gedachtig de naamgever van de Cruise gaan de riemen in de dollen en roeien we de Texelstroom op. Maar om niet meegevoerd te worden door die stroom en de Binnen Breesem te missen, starten we toch de motoren maar en kiezen we een ankerplek ten westen van de Binnen Breesem met een meter diepte, zodat we ’s nachts droog zullen vallen. Er wordt gezwommen, al is het water volgens de temperatuurmeter op de Zwerver maar 16,7 graden. De zon gaat geel onder. Van het in de nacht droogvallen merken we niet veel.

Dinsdag 31 mei is het weer helemaal anders. Regen en wind, NW 4, een stuk kouder dan maandag. We gaan om acht uur anker op, zeilen zuidwestwaarts naar het begin van het Vaarwater naar de Cocksdorp, gaan overstag en over stuurboord het Vaarwater op. In de verte doemt een klein bruin zeiltje op. en ja, het blijkt Frans te zijn, die al bij Vlieland is geweest bij de Dodemansbol. Uitbundig zwaaien. Hij draait om en vaart met ons mee op. De club is compleet. Het wordt een kort tochtje vandaag, want westelijk van de Scheer ankeren we weer op ruim een meter water. Om twee uur wandelen we over het drooggevallen zand richting de Vlakte van Kerken, waar een vogelwachtershuis op een ponton op het wad staat. Onderweg ontmoeten we biologen van het NIOZ die een onderzoek op het Wad doen naar de voedselrijkdom van het gebied aan de hand van algen net onder het zandoppervlak. We hebben om vier uur staand een borrel op het wad, waarbij de achtersteven van de Zwerver de juiste bar-hoogte heeft. Zo‘ koperen buis om je voet op te zetten ontbreekt er nog maar aan. Die borrel eindigt vanzelf, omdat het stijgende water en de beperkte laarshoogte iedereen weer naar het eigen schip dirigeert. Het wordt een mooie avond waarbij de zon knalrood onder gaat. Geen groene flits gezien.

Woensdag gaan om negen uur de ankers op en koersen we richting Den Oever, om ons vanavond aan te sluiten bij de Smis Cruise. De wind is NW, matig, prachtige felle zon. We crossen dwars over de platen naar de Texelstroom, die neemt ons tijdens de oversteek nog een beetje mee naar het westen, en tussen het Vaarwater over de Bollen en de Lutjewaard koersen we naar het Visjagersgaatje. Bakboord uit gaat het naar Den Oever. Een prachtige tocht, heerlijk zeilen!

We komen dicht bij elkaar in Den Oever aan. De eersten worden door de havenmeester naar de nieuwe drijvende steigers in de Waddenhaven gedirigeerd, de anderen volgen. Bert vaart meteen door naar de sluis en naar huis, hij kon alleen de Feeder meevaren. We meren af en gaan foerageren en douchen. Er liggen al een paar Drascombes klaar voor de Smiscruise, waar we ons graag bij aansluiten.

Frank van Delden
Coaster Ultreia