Hoe Seagull aan zijn boordverlichting kwam

Dit is het verslag van een gebeurtenis die in het volgende lijstje van zeer prettige dingen een plaats heeft gekregen:

  • in het bezit komen van en het zeilen met een Drascombe;
  • het per post ontvangen van de boeken van Webb Chiles;
  • idem maar dan de boeken van ons aller Hans Vandersmissen;
  • ontvangst van je Sestrel Radiant kompas;
  • het in bezit krijgen van een Walker Knotmaster Log;
  • je eerste zonnetje schieten;
  • het koken op een petroleumvergasser;
  • petroleumlampen, in het bijzonder die voor navigatie;
  • een brandende petroleumkachel;
  • oliebollen op een 4 pits Haller petroleumstel bakken.

Een goed lezer ziet al snel een opvallend woord: petroleum. Ik heb daar van jongs af aan al iets mee, noem het een verslaving voor mijn part, feit is dat ik een voorliefde heb voor lampen, koken, warmte, gebakken vis en oliebollen als ze maar mogelijk gemaakt worden door, jawel, petroleum. Vandaar dit stukje onvervalste petroleumproza.

Eén en ander start met een vaag telefoontje of wij wel eens Sinterklaas vieren. Mijn antwoord daarop was: ‘ja, compleet met familie!’. Sint blijkt toen contact opgenomen te hebben met Anita, mijn vrouw en dat resulteert in het krijgen van twee surprises. De ene was een boot (van een andere Sint), de andere een ingewikkeld systeem van meerdere pakjes die in de juiste volgorde uitgepakt dienden te worden en zo langzaam onthulden wat het cadeau inhield. En met dat cadeau werd ik recht in mijn hart geraakt. Twee navigatielampen op petroleum met de houder voor de tweekleurenlantaarn er ook nog bij.

Het rijm vertelt er ook bij hoe wij als familie zeilen op het wad met onze onafscheidelijke, uiterst betrouwbare 1:10 gesmeerde Seagull buitenboordmotor buiten gebruik hangend in de bun, maar vooral ook ijs en weder dienende en het niet al te nauw nemen van alle Nederlandse regelgeving die er mijns inziens soms op gericht is het leven van eerbare burgers zo onaangenaam mogelijk te maken. Verder zonder gebruik te maken van allerlei elektronische spullen die het leven er voor mij alleen maar ingewikkelder op maken omdat ik ze niet of slechts na lang nadenken kan bedienen, laat staan repareren.

Eenmaal thuis nog wat beter naar de cadeaus gekeken. Deze waren duidelijk al vaak gebruikt (op Cruiser Longboat Chimera, red.) en hadden dan ook al heel wat zout water over zich heen gekregen, maar dat geeft de zaak juist het goede patina. Als eerste vroeg ik mijzelf af: hoe nu verder?

Een forse opknapbeurt was een eerste vereiste, de lantaarns in hun afgeleverde staat konden niet branden en dat was niet alleen maar een kwestie van brandstof bunkeren. Maar om nu bij TL licht en CV verwarming zo‘n pracht cadeau op te knappen kon ik niet over mijn hart verkrijgen.

Daarom overgegaan op de volgende procedure:

Veraangenaming van het leefmilieu lees verhoging van de temperatuur in de werkruimte door middel van een kachel van het merk Aga. Vanzelfsprekend brandend op: petroleum. Verschaffing van de juiste hoeveelheid licht, dat is in dit geval 350 kaars, opgewekt door een Petromax petroleumvergasser. Ook deze brandend op (de naam zegt het al) petroleum. Een werkbank met veel spullen als allerlei gereedschap, poetsmiddelen, en… petroleum. Verdere veraangenaming van het leefmilieu door de aanwezigheid van een nestje Engelse Zeemeeuwen oftewel British Seagulls die als het moet prima functioneren op petroleum (?) Ja, echt waar, daar doen ze het ook nog op, maar wel inclusief de toevoeging van de 10% olie.

Als eerste tracht ik de brandertjes aan de praat te krijgen. De lekke tankjes heb ik deels dicht gesoldeerd en deels met polyester lekvrij gemaakt. De stelradjes voor de pit zijn uit elkaar gevallen en lijden onder metaalmoeheid. Deze heb ik met behulp van polyester weer in elkaar gezet en geplakt waardoor alles weer betrouwbaar functioneert. Ook nog geprobeerd of er eventueel nog nieuwe brandertjes te koop zijn maar die worden niet meer in die maat geleverd, de operatie moest dus slagen en dat deed hij dan ook. Gelukkig waren er nog wel stelpitjes (nieuw katoen) te koop, samen met een (reserve) lampeglas. Alles bij www.olielampen.nl, hier kan je ook gezuiverde petroleum kopen, brandt super schoon en zeer netjes geprijst. Als dat alles achter de rug is geprobeerd of de boel brandend te krijgen is.

En dit is het resultaat, geloof het of niet, maar de lampjes zijn nog duidelijk zichtbaar op ruim vierhonderd meter! Verder weg kon er niet getest worden omdat mijn bedrijf niet langer is, maar de zichtbaarheid is zeker nog beduidend verder. De halve zeemijl wordt met gemak gehaald, en dat door lampjes die de lichtsterkte leveren van welgeteld één (zegge en schrijve: 1) kaars. Hoeveel Watt dat is weet ik niet, maar niet veel. (De oude lichteenheid kaars vind ik overigens beter passen bij dit soort lampen dan de eenheden van het Internationale Stelsel. Evengoed als ‘boldertrekkracht in Engelse Ponden gemeten’ beter bij een Seagull past dan kilowatts.)

De tweekleurenlantaarn dient met de bijbehorende houder op het stevenbeslag bevestigd te worden. De houder moest ook opnieuw gesoldeerd worden, maar wat gekker was, hij paste niet op het stevenbeslag. Blijkbaar zijn er door de jaren heen verschillen in maatvoering geweest. Daarom één en ander met een houtvijl passend gemaakt zodat de lantaarn eenvoudig maar toch goed zichtbaar gevoerd kan worden. Hij wordt zo ook niet afgeschermd door de fok, want de lantaarn staat er voor.

Het heklicht had geen houder meegeleverd gekregen. Bij de plaatselijke smid een plaat messing gekocht en daaruit een houder gefabriceerd die op de hekplank met messing schroeven (we blijven in stijl, geen rvs) bevestigd wordt. Messing schroeven in allerlei maten zijn te koop bij www.mooischroefje.nl. Foto hiervan is te vinden in het beeldverslag van de Zomerbijeenkomst in Reeuwijk.

Uiteindelijk vraagt dit alles natuurlijk wel om een Maidentrip in stijl. Welnu, die krijgen we ook. Ons zeilen in het voorjaar loopt op niets uit door plotselinge ziekte van de schipperse met alle ellende die daar bij hoort. Eerlijk gezegd is zeilen een poosje iets wat ons totaal niet bezig houdt, maar na een ongelofelijk snel gedeeltelijk herstel is ons gezin in augustus toch weer zo gezond dat de zin in varen onstuitbare vormen aanneemt. Dit resulteert in een afvaart vanuit Den Oever richting Posthuiswad alwaar wij te maken krijgen met een komen en gaan van een aanhoudende serie troggen met bijbehorende zuidwestenwinden van de kracht 6. Wel hebben wij daar nog Pride of the Fleet met schipper Victor V. ontmoet, dus voldoende gespreksstof vooral ook over het koken op petroleum (‘een heer kookt op een primus’) en petroleumlampen in het bijzonder, verder zijn ook nog het sextant en het Walker log ter sprake geweest, maar toch, na vijf dagen gelegen te hebben willen we ook weer richting Den Oever. Anna (7 jaar) moet per slot van rekening weer naar school.

Ondersteund door vraagbaak/routeerder Michel M. toch het plan opgevat om die ene dag dat de wind naar NW ruimt terug te zeilen. Dat resulteert echter in een terugtocht tijdens WNW Beaufort 7 met in vlagen 8. (Zo blijkt later opgevraagd bij het KNMI). Volgens Victor waait het verdomd hard en hij blijft dan ook liggen, wijs besluit als je geen tijdsdruk hebt. Zelf schat ik dat het wel gaat met als uiterste redmiddel lenzend richting Kornwerderzand. Gelukkig is dat alles niet nodig. Seagull verdraagt de harde wind uitstekend, we sturen met twee slagen ingedraaide fok en één slag gereefde druil zelfs halve wind. Tussen de vlagen door snel de fok uitrollen en dan nog iets hoger sturend komen we zelfs in de Texelstroom terecht. Hierdoor kunnen we W van de Lutjeswaard blijven, mazzel, want anders moeten we het laatste stuk tegen de wind in Den Oever aanlopen. Nu varen we enigszins in de luwte van Texel waarna dan voor de wind het Visjagersgaatje in. Daar staat dan natuurlijk wel wind tegen stroom maar wij verwachten daar toch de wind in de rug hebben. Anita houdt zich kranig en Anna heeft de grootste lol, vraagt zich af of dit nu ècht windkracht 7 is maar geeft tijdens het oversteken van de Texelstroom aan nu toch echt naar bed te willen. Ze ligt al snel, zeevast tussen wat tassen, en slaapt binnen 10 seconden. Aan ons de eer in het Visjagersgaatje nu maar eens te zien hoe snel Seagull loopt over de grond gemeten. Surfend van een golfkam af klokken we 8,8 knopen. In een golfdal liep de snelheid vaak terug tot 0 of 1 knoop met een gierende eb onder het vlak. Die hele dag geen varend schip gezien, op de KNRM Ballumer reddingboot Anna Margaretha na.
Dan begint het te donkeren wat natuurlijk om een vuurdoop van onze nieuwe lantaarns vraagt!

Daarom bijgelegd onder alleen de druil en snel in de luwte van de kajuit onze verlichting ontstoken en opgehangen. Zoals het echte DHR lantaarns betaamt waaien ze natuurlijk niet uit en lopen wij zo volgens de regels verlicht de Stevinsluis aan. Vastgeknoopt en de sluismeester gemeld dat we met een tweemaster aan de buitenkant voor de sluis liggen, keurig netjes en snel geschut.

De volgende dag veel zout afspoelen, de boot op de kar, vis smullen bij Eurofish en dan richting thuis.

Rest te melden dat Seagull voorzien was van een gloednieuw Aerosails tuig, vers van Drascombe Nederland. Wat Seagull tijdens dit schrikkelijk tempeest gepresteerd heeft, had nooit gekund met ons oude tuig. Denk goed na voordat je bezuinigd op je spullen, een kapot grootzeil à la, maar je druil of fok aan flarden wil je niet meemaken als het er op aan komt.

En als allerlaatste: Sinterklaas hartelijk bedankt!!!

Albert, Anita en Anna van der Haven
Cruiser Longboat Seagull