Een giek voor Potter

Al jaren hebben wij bij vlagen de wens gehad om het grootzeil van onze Coaster uit te rusten met een giek. De reden is eenvoudig, ik verwacht dat het zeil er mooier bij staat, zeker bij wat ruimere koersen en dan vooral bij wat minder wind. Tevens zou je het vlakker moeten kunnen trimmen als het wat harder waait. Een bijkomend voordeel is dat je een eenvoudig tentje (stuk zeildoek) over de giek kunt trekken.

Een van de grootste bezwaren was altijd de buiskap. Alhoewel wij bijna nooit met gezette buiskap zeilen kan het toch een enkele keer voorkomen dat we onder zeil gebruik willen maken van die beschutting. Ingeschat werd dat in zo‘n geval de buiskap in de weg zou zitten voor de giek. Naar de halshoek van het zeil te oordelen zou het lummel beslag vrij dicht boven het kajuit dak komen en dus zou – ook bij een gestreken zeil – de giek abnormaal hoog moeten worden opgetrokken.

Meerder opties passeerden de revue totdat ik op een gegeven moment op het idee kwam om een vaarboom zodanig uit te voeren dat hij eenvoudig als giek kan worden ingeschoren. De klauw zou dan tegen de mast worden gezet en de schoothoek en de schoot zouden aan de achterkant aan de boom worden gesnapt. (red.: Zoals op de vintage Open Longboat standaard was, daar door middel van een pocket aan weerszijden van de schoothoek.)

Dit idee was blijven hangen en kristalliseerde steeds verder uit. Op een gegeven moment werd het plan van de boom vervangen door een permanente giek. Uiteindelijk heeft een en ander afgelopen zomer 2010 vastere vorm gekregen en is uitgevoerd.

We hebben een stuk essen genomen en daar een klauw aan gemonteerd. Twee gaten in de klauw zodat we een borg touwtje konden bevestigen en verder helemaal niets. Het was inmiddels eind oktober en de herfstvakantie stond voor de deur. Een mooie gelegenheid om onze giek eens te proberen en proefondervindelijk te bepalen hoe nu verder. We hebben wat sluitingen, oogjes, schroefjes en een eindje touw meegenomen en zijn vervolgens en route gegaan voor vier varen dagen over een winderig noordelijk IJsselmeer.

Er is één Drascombe gewoonte die we niet willen laten varen. We moeten het lijntje met de vier klootjes dat de gaffel tegen de mast houdt kunnen laten zitten, zodat we zonder meer kunnen blijven reven, dus zonder dat de gaffel vrij komt van de mast. En ook willen we het zeil, met dat lijntje in tact, op kunnen bergen. Tevens katten we het grootzeil nog al eens bij een achterlijke wind en die mogelijkheid willen we zeker behouden. Verder willen we de halshoek goed strak doorzetten alsmede de schoothoek kunnen spannen. Daarnaast dienen we ook te kunnen reven, bij voorkeur zonder het zeil helemaal op te moeten bergen.

Een volgend onderwerp is dat de giek niet helemaal aan dek zakt op het moment dat je het zeil laat zakken. Tenslotte moet de giek voldoende ruimte hebben om vrij over de buiskap te bewegen.

De klauw

De klauw leunt tegen de mast en wordt daar vanzelf tegenaan geduwd door het zeil en de strak getrokken halstalie. Aan de voorkant zit een vrij ruim borg lijntje wat er uiteindelijk voor zorgt dat de giek niet helemaal los kan komen van de mast. Als dit zo ruim zit dat de klauw net niet vrij komt dan kun je zonder probleem de giek ook helemaal tegen de mast klappen. Aan de bovenkant van de klauw hebben we een lijntje bevestigd dat de klauw omhoog houd. Als je het zeil dan laat zakken zakt de giek niet aan dek. Indien je de halstalie lost is er toch voldoende ruimte om de giek vrij te laten bewegen, ook over de gezette buiskap heen. Tenslotte zit er een snapsluiting op de giek die we eenvoudig in het volgende oog aan het voorlijk snappen om zo te reven. Als we deze sluiting los snappen kunnen we zo het voorlijk katten.

De achterkant

Aan de achterkant hebben we een ruim gat in de giek geboord. Hier loopt een lijn doorheen met een snapsluiting. Ook zit hier een soort trapleer met kralen aan. Door de snapsluiting los te maken kun je het zeil opbergen, indien je de snapsluiting in een volgend oog aan het achterlijk snapt kun je de lijn als smeerreep gebruiken. De traveller zorgt ervoor dat de nieuwe schoothoek bij de giek blijft. Bij rustig weer kun je zelfs de spanning van het zeil regelen door de traveller te vieren of juist aan te halen. Het kikkertje om dit lijntje te beleggen zit vrij ver naar voren, alleen op deze manier is het lijntje altijd te bereiken van uit de kuip. Een nadeel is natuurlijk dat er nogal wat lengte over is. Dat knopen wij voorlopig nog een beetje uit de weg.

We hebben de schoot permanent bevestigd aan het uiteinde van de giek. Wellicht kunnen we de huidige schootvoering vervangen door een schoot direct op de overloop. Tenslotte is er nog een kraanlijn ingeschoren om de giek omhoog te houden tijdens het reven of als het zeil gestreken is.

De giek is 3.100 mm lang, de klauw heeft een opening van 80 mm en een lengte langs de mast van 125 mm. Deze winter gaan we hem nog wat tweaken, het ophouder lijntje aan de voorkant wordt bijvoorbeeld aangesplitst. De traveller is inmiddels geen touwtje met knopen meer maar ook netjes gesplitst en in het gat achter in de giek gaan we een klein schijfje plaatsen zodat minder slijtage optreed en het lijntje wellicht nog makkelijker glijdt. Als gezegd, de schoot gaan we waarschijnlijk zo inscheren dat hij alleen nog maar over de overloop loopt.

Voorlopig werkt het geheel prima, we hadden uitstekende herfstachtige test omstandigheden. En in het gure najaar ook plezier van het zeiltje dat we over de giek konden trekken.

Sietse van der Zee
Coaster Potter