Van makrelen en muren van water

Als we voorjaar 2010 met Frans, Paul en Bastiaan onze schokker van Wijk bij Duurstede naar Lauwersoog varen kiezen we voor de meest ambitieuze route. De Rijn afzakken, bij Rotterdam naar buiten richting IJmuiden. Daar aangekomen zijn we wat vroeg en ankeren met amper wind aan de buitenzijde van de zuidpier. Bastiaan, inmiddels verslaafd aan de edele hengelsport, werpt direct enkele lijnen uit. Tot onze verbazing vangt hij onmiddellijk drie makrelen, twee platvissen en een ondermaatse rode poon. Gemotiveerd door dit succes blijft Bastiaan na deze reis aandringen op enkele dagen samen zeilen en vissen met Coaster Gulliver vanuit IJmuiden.

In juli is het eindelijk zo ver. Te 0400 dochter en schoonzoon op Schiphol afgezet en met Gulliver op de trailer doorgereden naar Seaport Marina IJmuiden alwaar wij te 0500 uur parkeren voor een gesloten slagboom. Stoelen in de slaapstand en proberen nog wat rust te krijgen. Te 0700 is Bastiaan niet meer te houden en de marina nog steeds niet open, wij maken een mooie wandeling langs het strand om ons daarna te 0830 uur te melden bij de receptie. Gulliver te water en vervolgens naar de hengelsportwinkel voor pieren, zagers en dergelijke en de Super voor brood, beleg en sinaasappelsap. Gepakt en gezakt varen we te 0930 de haven uit, tussen de pieren de eerste zeedeining, er loopt een mooie swell. Geweldig zoals de Coaster ruim een meter traag op en neer zwiert. Dit voelt als het echte werk!

Het compromis tussen de bemanning is eerst zeilen waarna vissen anders blijft het – zo leert de ervaring – zeker alleen bij vissen. De voorspelling geeft 4Bft, mogelijk later 5 dus kalm aan met fok en druil de pieren uit en zuidwaarts met een vaartje van 4 knoop. Ideaal voor de paravaan dus die gaat meteen overboord. Dat duurt nooit lang. Na een klein half uurtje al drie dikke makrelen! Bastiaan wordt nu wel heel enthousiast dus de voorheen zo succesvolle Zuidelijke Havendam opgezocht alwaar ten anker.

De hele dag gevist en wederom de ene na de andere blauwe rover binnen getakeld. Op het moment dat we genoeg hebben gevangen voor eigen consumptie de vangst gestaakt.
Al vissend is het ongemerkt toch wel wat gaan waaien uit de west en liggen we op lagerwal inmiddels behoorlijk te hobbelen. Nu we er erg in hebben, wij zijn nog slechts het enige bootje hier. Uit mijn ooghoek zie ik dat aan het eind van de pier de golven beginnen te breken. Beetje vreemd, het is daar toch twintig meter diep; het zal zo wel meevallen…

Rond 1600 ankerop richting haven. Ik heb daar een mooi beschut plekje gezien, aan de binnenzijde van de zuidpier vlak voor de marina. Er steekt daar een klein extra piertje uit in oostzuidoostelijke richting met een prachtig Drascombe zandstrandje, lekker beschut voor westelijke winden, ideaal voor de borrel en een eventuele overnachting.
Ankerop dus en op Honda en druil richting kop van de pier om hem te ronden. Halverwege begint de zee plots op te bouwen, steeds hoger en steiler worden de golven. Tot het moment dat ze van top tot dal een hoogte van vier meter bereiken is het nog leuk maar nu wordt het wel vrij serieus en breken ze op de kruin nog ook…
Gulliver echter, veel zeewaardiger dan haar bemanning, klimt moeiteloos omhoog, draait over de golftop en suist naar beneden alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Dit gaat een poosje goed tot de golven zo steil worden dat Gulliver met een daverende knal in het dal klapt, het voelt of mijn schip gekraakt wordt. Op dit soort momenten begint Bastiaan soms teksten te declameren als ‘ik wil nog niet dood’ en dergelijke, ik ook niet en zeker niet samen!
Deze klappen heb ik in de Zoutkamperlaag en de Texelstroom eerder meegemaakt bij straffe wind tegen stroom koersen. Maar golven van twee meter zijn toch iets anders dan vier. Enfin, Gulliver houdt zich goed, de schroef van de langstaart blijft onder water (dat hoef je met een schokker niet te proberen) en de voortgang blijft rond de 4 knopen. Niets is slopender voor het moreel aan boord als je op kritieke momenten geen voortgang meer maakt. Met het meest weerbare deel van Gulliver, haar boeg, recht op de golven bereiken we het eind van de dam.

Maar nu moeten we noordelijk sturen om de pier te ronden en beginnen de golven dwars in komen. Sommige breken op de top met een brullend wit deel van een meter. Niet zo fijn voor Gullivers charmante vrijboordje. Hoe gaat dat aflopen met deze serieuze jongens dwarsscheeps?

Ik wil er niet langer aan denken en koers noordwest om ze half op de boeg te houden. Al voort ploegend zie ik tot mijn verbazing een zeer duidelijk waarneembaar verschil tussen brekend water waar wij varen en een veel kalmer stuk na de lijn van de kop van de pier in westelijke richting. Behoedzaam sturend bereiken we rustiger water. Het waarom van dit enorme verschil laat zich misschien verklaren door de diepte. Tussen het verlengde van de pieren zo’n 28 meter en ervoor 20 meter. Toch wel vreemd want op het wad zijn we veel grotere diepteverschillen gewend die kenmerkend zijn voor rustig en onrustig water. Waarschijnlijk speelt de stroom ook een rol want het is half tij en dan stroomt het natuurlijk behoorlijk rond de kop van de havendammen.

Zoals altijd na het ‘overleven’ van iets spannends smaakt de borrel met een triomfantelijk gevoel in het lijf voortreffelijk. We zoeken het idyllische plekje op en genieten van het intensieve marifoonverkeer van de aan en afvarende schepen.

De volgende dag nog wat gevist onder aanmerkelijk comfortabeler omstandigheden waarna we met Gulliver heel op de trailer huiswaarts keren.

Enkele dagen later een telefoongesprek met een van mijn nautische broers. Hij vertelt dat de Zuidelijke Havendam van IJmuiden inderdaad berucht is door de felle stroom die om de kop raast en die met westelijke wind een steile zee geeft. Hij raadt me aan de volgende keer als ik volle zee kies de pilot te raadplegen. ‘Goed idee’ antwoord ik, ‘in oktober ben ik jarig!’. Maar helaas, het kwartje valt niet, geen pilot. Misschien volgend jaar?

Bas en Bastiaan Suurenbroek
Coaster Gulliver