Twee masten

Soms lijkt het wel dat de brugbediening bij voorkeur veranderd wordt als de nieuwe wateralmanak net uit is. Op zichzelf valt daar weinig tegen in te brengen. Het zal niet anders kunnen. Bovendien wordt het bestaan van amateurschippers er avontuurlijker door. Dat willen we toch graag! Maar vervelend is het wel, als je geracet hebt om op tijd te zijn en de dienstdoende breggewipper zet pal voor je neus het licht op dubbelrood. Nu is haasten nooit verstandig, zeker op het water. Morgen komt er weer een dag. Wie een scheepse pet opzet moet zich niet als een opgefokte stedeling gedragen.

Een bijkomend probleem is echter dat ik voor de wind aan ben komen stormen terwijl de ijzeren hond juist op dit moment een snipperdag neemt (tankje leeg-stom; stom; stom!) Als gevolg van een en ander moet er een heleboel tegelijk gebeuren, zodat ik het dek op en neer huppel als het paard van sinterklaas. Dat de schade beperkt blijft tot één kras valt al met al niet tegen.


Nadat ik heb afgemeerd, en stoom afblaas boven een blikje prik, zie ik een dame op de wal die mijn one man show blijkbaar gevolgd heeft. Ze staat naast haar fiets, met het hoofd een beetje scheef en een gezicht van: “Zou die ouwe man dat echt allemaal voor zijn plezier doen? “Een lieverdje, dat is duidelijk. Als onze blikken elkaar kruisen zegt ze: “Zeker wel moeilijk hé, twee masten?”

Ik maak het onverschillige gebaar dat op zo’n moment van je verwacht wordt, al doet haar bewondering eigenlijk wel goed. Pas later, als ik de brug al lang gepasseerd ben (toch maar naar die brugwachter gezwaaid – je kunt niet weten) begint langzaam het besef door te dringen dat sommige mensen een tweede mast wat véél vinden, net zo overdreven als bijvoorbeeld een dubbele voordeur, een tweede bolide of een derde Jack Russell; kortom, dat hij een statussymbool is.

Daar is uiteraard een helebóél tegen in te brengen. Maar wat zou het eigenlijk? Statussymbolen zijn van alle tijden. Ze suggereren exclusiviteit, welstand en betrouwbaarheid, en geven zwakke naturen een steuntje in de rug. De oude theeklippers werden zeewaardiger gevonden naarmate ze meer masten voerden. En oceaanstomers kregen vroeger een schoorsteen extra. Van één schip – de Normandie geloof ik – werd de achterste pijp als bioscoopzaal gebruikt omdat hij eigenlijk overbodig was.

Toch verdween menige vijfmaster met man en muis, en was de Titanic, ondanks vier pijpen, slecht tegen ijs bestand. Waaruit alweer blijkt dat statussymbolen lang niet altijd bescherming geven.

Wat de tuigage van onze eigen Drascombe betref; hier hoeft natuurlijk niet uitgelegd te worden hoe functioneel hij is. Ik denk niet dat ik een ander tuig even snel omlaag had kunnen krijgen. Daarmee was ik onder de brug dóór gezeild, of in elk geval tot halverwege. Dan had die dame nog véél meer kunnen meemaken!.
“Nee mevrouw , twee masten is niet moeilijk; integendeel”.

Dat ze ‘apart’ staan is trouwens meegenomen.
Dus toch een statussymbool?

Jon Brakelé