Traditioneel Winter Weekend 2009

Even voorstellen

Mijn naam is Paul den Toom, sinds dit jaar lid van de NKDE. Vanaf mijn jeugd heb ik als daar de mogelijkheid voor was met bevriende scheeps eigenaren voornamelijk op platbodems gezeild. Altijd als opstapper, nooit als schipper. De laatste jaren was dit met Bas Suurenbroek op zijn schokker Vrouwe Alida met Frans van Dijk en ondergetekende als opstappers. In deze formatie al meer dan veertig jaar met elkaar bevriend hebben we voornamelijk zwervend over het wad mooie tochten gemaakt.

Thuis komend van deze reizen en geheel besmet met het zeil virus volgden lange avonden bootjes kijken op internet. Uiteindelijk werd mijn vrouw Esther het zat en besloot een boot voor me uit te zoeken, een Laser 16! Vorig jaar juli deze boot gekocht, achter de auto gehangen en mee op vakantie naar Spanje genomen. Eenmaal varend op de Middellandse Zee vond Esther dit toch wel erg veel water en wat weinig boot. De aanleg van ons zwembad had haar watervrees kennelijk niet voldoende weggenomen zodat de zoektocht naar een ander schip werd voort gezet. Intussen was de Laser wel een mooie oefen boot.

Ineens schipper

Inmiddels bekroop mij het gevoel dat ik ineens schipper was (vaak ben je te bang). Ook al had ik regelmatig geschipperd op de schokker, mocht ik een domme beslissing nemen dan was er altijd een ervaren schipper aanwezig die me kon corrigeren. Deze ondersteuning ontbreekt nu. Dus ben ik lid geworden van WSV Giesbeek en is de winter gespendeerd aan allerlei mogelijke cursussen zoals Vaarbewijs, Marifonie, GMDSS en Theoretische Kust Navigatie. Theoretisch zeewaardig bevonden, nu de praktijk. In een Valk van de vereniging heb ik hiervoor in het voorjaar de cursus CWO 2 Kielboot gevolgd.

Toch een Drascombe

De zoektocht naar de ideale boot duurde voort waarbij nu ook een Drascombe op de verlanglijst verschijnt. Dit doordat vriend Bas mij had uitgenodigd mee te gaan op zijn andere schip, Gulliver, een Drascombe Coaster, met het Traditioneel Winter Weekend 2008. Dit is echter geen boot voor Esther, ze houd niet van kamperen en het schip is haar te klein en te tuitelig.

De zoektocht voert ons naar steeds grotere comfort containers zoals een Sportina 25, uiteindelijk veel te onhandelbaar voor de plas in Giesbeek. De voorwaarden droogvallen en trailerbaar bleven overeind, ligplaats in Friesland werd vereist. Vlak voor onze vakantie naar Spanje in 2009 – dit jaar zonder Laser – lazen we de advertentie van Drascombe Nederland Dalend pond debet aan kelderende Drascombe. De reactie van Esther (mijn droomvrouw) hierop was ‘Koop toch een Drascombe, ik ga echt niet mee, je moet het zelf doen, het is jouw feestje!’ Met beide voeten weer op aarde zijn we direct na de vakantie samen naar Huizen getogen om de daar aanwezige demo Coaster tot de onze te maken. Op 18 september de boot opgehaald en de volgende dag onder grote belangstelling van veel vrienden en familie in Giesbeek te water gelaten en tot Seahorse gedoopt. Dit heugelijk feit werd afgesloten met een heerlijk gezamenlijk diner, een goed begin!

Het eerste doel werd mee varen met het TWW 2009, ik kon nog een maand oefenen op de plas… Maar was dit niet te hoog gegrepen (vaak ben je te bang)? Afgesproken werd dat ik de vaste TWW opstapper van Coaster Gulliver, Frans van Dijk confisqueer en dat Bas dus solo vaart.

De voorbereiding

Dan volgt een tijd van bezoeken aan scheepswinkels en campingzaken om de uitrusting van de Seahorse te completeren. Van kaartplotter tot koekenpan, alles moet nog aangeschaft worden. Maar voornamelijk een zalige tijd van zoveel mogelijk zeilen!

Hiervoor heb ik als opstapper mijn moeder, ook een liefhebber. Op de plas komt de wind dan uit de ene en verder op weer uit een totaal andere hoek en is vaak erg vlagerig. We hebben daar ontdekt dat het goed mogelijk is in een vlaag de kuip te vullen met een flinke bak water, je moet alert zeilen en de schoot dan op de hand voeren! Dit alles komt mijn zelfvertrouwen niet ten goede (vaak ben je te bang) maar na een zeil sessie met Bas werd mij verzekerd dat je hier op het wad veel minder last van hebt. Tijdens deze middag hebben we ook het varen op de riem geoefend. Verder ben ik meermaals alleen op pad geweest waarbij me opviel hoe goed Seahorse single handed te zeilen is, hetgeen me blij stemt want dit wordt toch voornamelijk onze toekomst samen.

Uit het water

Een week voor aanvang TWW de boot uit het water gehaald om de nodige zaken voor te bereiden. Er moest nog een accu worden ingebouwd voor stroom op plotter en dieptemeter en het schip moest nog worden ingericht, alles graag goed voorbereid zodat ik buitengaats niet voor verrassingen zou komen te staan. Proviand wordt gemaakt voor drie man, stamppotten, nasi, snert en niet te vergeten gehaktbrood en gerookte drumsticks, onze favoriete snacks tijdens eerdere schokker tochten, ook dank aan Esther hiervoor! Peper, zout, suiker, koffie, bier, drank, alles wordt ingeslagen. Uiteindelijk na het voor de zoveelste keer controleren van de niet vergeten lijsten voel ik me er klaar voor, afvragend of dit altijd dagen werk is of gewoon onervarenheid.

Dag 1: De totale ontmaagding

Eindelijk is het zover en na een uitbundig afscheid van vrouw en kinderen, je weet maar nooit (vaak ben je te bang) om 0800 vertrokken. Onderweg met Bas afgesproken om elkaar te ontmoeten bij de laatste benzinepomp op de snelweg. Na de koffie het laatste stuk samen opgereden om uiteindelijk na een voorspoedige reis te 1130 jachthaven Noordergat in Lauwersoog te bereiken.

Met de reeds aanwezige TWW-ers waarvan sommigen nieuw voor mij begonnen met het optuigen van de boot. Het deelnemers veld bestaat uit Bas Suurenbroek met Coaster Gulliver, Frans van Dijk en Paul den Toom met Coaster Seahorse, Michel en Antoine Maartens met de geleende Engelse Drifter 22 Bolitho 10, Frans en Margot Schaake met de Cruiser Longboat White Seal, Frank van Delden en Else de Haan met Coaster Ultreia, Chris en Co van den Broek op Coaster Olle, Chris van Beek met Shrimper Rietgans, Albert van der Haven met Cruiser Longboat Seagull en Rutger van Rijn met Coaster Tyke.

Tijdens het lanceren blijkt Seahorse net zoveel angst voor het onbekende te hebben als haar schipper, ze wil met geen mogelijkheid van de trailer af. Na inspectie blijkt het zwaard niet goed omhoog. Besloten wordt om met pure spierkracht van enkele mannen haar eerste tewaterlating richting zout te forceren, er was geen ontkomen voor haar aan.

Na enige tijd wachten in de haven wordt men ongeduldig en valt het besluit alvast naar buiten te gaan en tegen het Brakzand op de rest te wachten. Met licht gemengde gevoelens vaar ik motorend richting Robbegatsluis. De eerste keer als schipper met haar schutten, als dit maar goed gaat zonder rare kapriolen of schade (vaak ben je te bang), maar ach wat, ik had dit al zo vaak meegemaakt dus kop op. Uiteindelijk blijkt er geen centje pijn, alles verloopt alsof we hier al honderd keer geschut zijn.

Eenmaal buiten geef ik het roer over aan Frans, zeilen hijsen en motor uit, de rust keer weder en we zeilen voor de eerste keer Op Het Wad. De rust is echter van korte duur, voor mij zie ik plotseling boten overstag gaan en met de roeiriem bomen. Conclusie: snel staggen, de manoeuvre gaat perfect echter, op onze nieuwe koers lijkt de boot geen voortgang meer te maken. Ik zeg tegen Frans ‘het lijkt wel of we vast zitten, haal het zwaard eens iets op’, om tegelijk vanaf de Coaster Olle het advies ‘zwaard omhoog!’ te krijgen Dit is de oplossing, toch een fijn gevoel dat men op je let en je ondersteunt. Na overleg met Captain Chris wordt me duidelijk dat de bestemming het onvolprezen Willemsduin is en dat we richting noordoosten gaan, om het Brakzand heen en onder Schiermonnikoog langs. Heb alleen geen idee waar het Willemsduin is, het staat niet op mijn zeekaart maar gelukkig weet Frans dat het duin op de oost punt van het eiland ligt waarop de opstapper meteen tot navigator gebombardeerd wordt. Ik vaar en jij zegt waar ik heen moet.

Inmiddels contact met Bas en ook hij besluit naar het oosten te gaan. Omdat we hebben afgesproken bij elkaar te blijven (hij heeft mijn proviand nodig en ik zijn ondersteuning) wordt gezamenlijk in oostelijke richting gekoerst. Achterom kijkend volgen steeds meer schepen ons plan, uiteindelijk ook Coaster Olle.

Het weer is perfect en er staat een ZZW wind kracht 2, voor mij ideaal om in te slingeren. De koers wordt steeds noordelijker en we raken in steeds ondieper water. De dieptemeter blijkt het niet te doen maar gelukkig heb ik een bamboe peilstok gemaakt, Frans wordt aan het loden gezet en het plan gesmeed nu alvast over te gaan op de stuurriem. Dit om te voorkomen dat deze actie (roer er uit) gepaard gaat met allerlei ongeplande stormrondjes.

We varen ruim aan de wind dus een ideale uitgangspositie voor deze manoeuvre. Frans legt de riem in de stuurdol en neemt het roer over, ik pak de riem waarna Frans het roer er uit haalt. Een perfecte actie. In eerste instantie is het nog een hele klus om een wat vaste koers te houden en door dit geslinger raken we steeds verder achter op.

Inmiddels doemt uit de invallende schemering vaag het Willemsduin op, volgens de opstapper ‘die twee bulten in het silhouet van Schiermonnikoog’, het zeilen op de 11 voets riem gaat steeds beter. Uiteindelijk bereiken we de plaats van bestemming waar Bolitho 10 voor anker ligt met Gulliver al langszij.

Dan dient er een plan komen hoe naast Gulliver aan te leggen. Ik besluit het te doen zoals ons geleerd op de cursus CWO, namelijk aankomen hogerwal. Het doel is op een gegeven moment op te loeven, als dit moment goed is gekozen liggen we in een keer op slipkoers en is een extra overstag manoeuvre op de riem niet noodzakelijk. (Dit zou mijn eerste aanlegmanoeuvre op de riem zijn en dat wilde ik vermijden). Dan op mijn commando de fok inrollen en naar voren om een landvast over te brengen.

Vanuit mijn positie kan ik het grootzeil bedienen en daarmee de snelheid regelen. Zo gezegd, zo gedaan, maar helaas (vaak ben je te bang) geef ik de commando‘s veel te vroeg, hebben we te weinig snelheid en zien Gulliver aan stuurboord voorbij gaan. Niet getreurd, fok weer uit, afvallen, opkruisen en de tweede poging ondernemen. Prima oefening. Echter, er is geen snelheid meer te maken, de wind is bijna op en ook de tweede poging mislukt. Op naar de derde poging, het duurt allemaal erg lang en het lijkt of we steeds verder van ons doel verwijderd raken. Na een roep van Bas of het nog lang gaat duren (hij zal wel honger of dorst hebben) wordt besloten de zeilen te strijken om al roeiend door de nacht ons doel te 1900 te bereiken.

Nu is het moment gekomen voor de eerste keer aan boord een potje te koken en het servies te gebruiken. De keuze valt op boerenkool met worst. Na een voortreffelijke maaltijd hebben we onder het genot van vloeibare versnaperingen en het mooie weer in de kuip onze ervaringen uitgewisseld om uiteindelijk te 0100 te kooi te gaan. Nagenietend in het besef dat alles wat ik vandaag gedaan heb de eerste keer was en dat dit mijn eerste overnachting op Seahorse wordt…

Dag 2: Boeien

Na een verstoorde nachtrust om 0900 uit kooi. De versnaperingen hadden van ons fanatieke bos arbeiders gemaakt. De opstapper heeft de gave om nog voor zijn hoofd het kussen raakt een kettingzaag te starten die mij enige uren wakker hield. Plots werd het stil hetgeen mij de kans gaf om de zaag te starten wat Frans wakker hield! Zo hebben we om beurten slapend en wakend de nacht doorbracht. Na het ontbijt dat standaard bestaat uit gebakken eieren met spek en koffie wordt er een wandeling gemaakt naar het Willemsduin. Aldaar het duin beklommen waar de groep zich splitst. Een paar getrainde wandelaars slaan af naar de oost punt van Schiermonnikoog en enkelen steken over naar de Noordzee kust. Mijn keus valt op de Noordzee kust die – naar ik verwachte – achter de volgende duinen zou liggen, dat leek me niet zo ver. Schijn bedriegt, achter deze duinen nog lang geen zee.

Inmiddels verder gewandeld maar wegens vermeend tijd gebrek het strand niet bereikt en de terugtocht ingeluid. Het is zulk mooi weer en gewoon warm, ik loop nog in mijn zeilbroek maar verder van zoveel mogelijk kledingstukken ontdaan is het nog steeds heet, het lijkt onderhand bijna een uithoudings test. Mijn conditie en waarschijnlijk ook een lichte neiging tot overgewicht begonnen me parten te spelen… Verstand op nul, blik op oneindig, kiezen op elkaar en gelukkig komen de boten weer in zicht en blijken zelfs nog met droge voeten te bereiken. Moe maar voldaan eerst even bijkomen in de kuip.

Om 1700 is het anker op richting Oude Wal op de zuidwest kant van Schiermonnikoog. Onder de eilander kust goed te bezeilen, voornamelijk voor de wind het eerste rak enigszins halve wind waarbij we Gulliver met een noodgang passeren. Schipper Bas vroeg waarom wij zo hard gingen maar eigenlijk was ik er ook niet zo blij mee. We kunnen nu met de invallende duisternis niet meer makkelijk achter hem aan varen en ik zoek een ander slachtoffer.
Dit wordt Cruiser Seagull, haar koers ligt echter veel zuidelijker dan die van Gulliver.

Intussen is Gulliver weer ingelopen. Terug durfde ik niet meer omdat we het hele stuk met de kiel schurend over het zand hadden gevaren en ik bang was na een koers wijziging vast te lopen, Seagull volgen leek veiliger. De nacht valt en de koers ruimt steeds meer tot voor de wind, niet mijn favoriet. Ben ik gewend op de Valk dat het naar binnen vallen van de fok je waarschuwt voor de naderende gijp, op de Drascombe waarschuwt het overkomen van het grootzeil dat de fok later volgt. Waarschijnlijk door het ontbreken van de giek maar juist daarom ook niet desastreus. Desalniettemin vaart het voor geen meter dus wordt besloten de zeilen uit te bomen. Nu wordt ook duidelijk waarom Michel mij twee uitschuifbare bootshaken verkocht. Hij verzuimde echter te vertellen hoe ze in te zetten. De fokkenloet op de grijp beugel gaat perfect maar hoe het grootzeil uit te bomen? Van alles geprobeerd, uiteindelijk maar wat gedaan met een belabberd resultaat.

De wind wordt steeds minder, onze snelheid nog maar één knoop en de achterstand steeds groter, wij maar doortobben. Intussen krijgen we wel meer water onder de kiel en kan het roer gestoken worden. Dit gaat niet zonder slag of stoot, onverwachts loeft de boot en draait keurig in de wind met de nodige chaos van omhoogstaande bootshaken tot gevolg. Alles lossen, rondje varen en vervolgens de zeilen opnieuw uitbomen, deze keer met de uithouder belegd tegen de roeidol staat het zeil veel beter. Dit scheelt meer dan een halve knoop over de grond, hadden we dit maar eerder gedaan.

Blij met mijn wit rondschijnend toplicht heeft vast niemand in het donker deze actie kunnen waarnemen, kijken of we nog wat van de achterstand goed weten te maken. De wind valt verder weg en de vaargeul komt in zicht, we verlaten de Sprutel. Intussen maakt Bas op Gulliver zich zorgen over onze positie en roept op kanaal 77 met de vraag of we de motor hebben gestart. Dat zijn wij niet maar Rietgans waarvan ik het groene navigatie licht in de verte zie passeren. Nu zijn we echt het laatste schip in de nacht. Bas adviseert te gaan roeien om wat bij te blijven. Gezien het ongeschreven taboe op motoren wordt het commando ‘haalt op, gelijk!’ gegeven maar met de bootshaak nog op de roeidol steunend blijkt dit geen succes. Omdat de wind is gaan liggen wordt het grootzeil gestreken.

Pardoes stijgt onze snelheid met meer dan één knoop, waarschijnlijk omdat we in dieper, sneller stromend water komen en passeren zo met redelijke vaart de veerhaven van Schiermonnikoog. Plotseling doemt achter de fok een grote verlichte groene boei op. Ik kan Frans nog net commanderen ‘bakboord riemen strijken’ en drijven op dertig centimeter langs de boei. Dit verklaarde Frans’ vraag waarom het water wat opspatte tijdens het roeien zo groen oplichtte, ‘waarschijnlijk het plankton’ had hij gedacht.

Weer betrap ik me erop dat ik vaker om die grote fok heen moet kijken. Duidelijk is nu dat we de geul hebben bereikt, de snelheid loopt verder op, het roeien wordt gestaakt en koers gezet naar de volgende rood knipperende lichtboei. Naarmate we de ton naderen begint Frans steeds duidelijker te waarschuwen voor de aanwezigheid van de boei. Waarschijnlijk is zijn vertrouwen in mijn vaarkunst inmiddels stevig gedaald. Hem verzekerend dat ik hem gezien heb en er netjes langs zal varen probeer ik hem gerust te stellen.

Echter, naarmate we de boei naderden wordt me steeds duidelijker dat onze snelheid beduidend hoger is dan ingeschat. Pogingen om er langs te sturen lukken niet. Waarschijnlijk had het geholpen als ik het zwaard had gestoken (…), maar bedenk maar eens de juiste acties op het juiste moment. Nu komt de boei toch wel erg snel dicht bij en de motor lijkt het laatste redmiddel. Met mijn rug naar het gevaar gewend probeer ik de motor te starten terwijl Frans een poging doet naar voren te gaan om aldaar een dreigende aanvaring te voorkomen. In zijn haast glijdt hij uit over de kaart op het brugdek en belandt met zijn voeten buiten boord ruggelings in de kuip. Weer voor me kijkend zie ik Frans liggen en de boei vlak voor ons. Alleen vol naar bakboord sturen kan een frontale botsing voorkomen maar nu dreigden we de boei midscheeps te rammen. Daar ligt Frans met zijn voeten en duwt met een ferme trap af, door vervolgens vol naar stuurboord te sturen varen we het achterschip vrij. Dit was even genoeg sensatie voor vannacht dus de motor blijft bij, de laatste zeilen worden gestreken en de achterstand ingelopen.

Aangekomen op Oude Wal treffen we om 2130 een groep van zes schepen, aan elkaar drijvend en manoeuvrerend onder leiding van Cptn. Chris op zoek naar een geschikte anker plek. Uiteindelijk kan ik naast Gulliver aanpikken. Het veilige gevoel van vandaag kan er niks meer mis wordt nog even verstoord doordat een fender van Gulliver overboord gaat die ik als buitenste boot mag oppikken. Om 2200 zitten we dan toch aan de borrel. Naderhand Gulliver en Seahorse los gemaakt van de vloot, de kuiptent op gezet en ons potje macaroni met veel kaas erdoor bereid op de gloeiboei. Dat gaat trouwens goed als je het nieuwe (inschuifbare) model gebruikt. De nachtrust werd wat verstoord, met twee boten aan elkaar geankerd ligt niet ideaal als je geen spiegelglad zeetje hebt.

Dag 3: Een mooi moment

Om 0700 overall en te 0730 anker op, de tocht ging even het hoekje om naar de Alexabaai. Wederom staat dit niet op mijn kaart en – naar ik later begrijp – op geen enkele kaart. De baai is alleen bekend onder Drascombevarenden, het heeft iets te maken met een huwelijks aanzoek gedaan op die plek. Op Seahorse overigens absoluut geen geschikte kandidaten hiervoor.

Het is ongeveer een half uurtje varen op de riem wat me trouwens steeds beter af lijkt te gaan. De baai binnen varend zie ik aan bakboord Bolitho 10 en Seagull voor anker liggen en aan stuurboord verscheidene boten vast lopen op een droogte. Daar moet ik dus niet zijn, bakboord aanhouden. Zodoende vaar ik, stoer staand op het achterdek, trots leunend tegen de druil tussen alle boten door. Wat een mooi moment!

Genietend vaar ik me, na herhaaldelijk waarschuwen van Frans nu aan bakboord vast. Alsof dit onderdeel van een plan is hebben we de zeilen gestreken en roeien in afwachting van Gulliver nog wat verder de baai in. Intussen zie ik Ultreia voorbij komen met Frank aan het roer in zijn boxer, even dacht ik ‘wat een bikkel, zo warm is het nu ook weer niet’, maar nadat een tweede boot met schipper in zelfde outfit passeert begrijp ik dat ze te water zijn geweest om hun schip vlot te trekken.

Deze ervaring is me bespaard gebleven maar zal vast nog wel komen, dan echt liever ‘s zomers. De rest van de dag drooggevallen doorgebracht, sommige bemanningen wandelen naar het dorp. Dit leek mij persoonlijk, na de eerdere ervaring, geen goed plan, we beperken ons tot een wandeling over de plaat naar de Noordzee. Verder was dit een mooie gelegenheid om wat slaap in te halen. Wat kan zeilen op zo’n manier toch een prachtig synoniem voor lekker luieren zijn. De Alexabaai is overigens wonderbaarlijk mooi.

Na de ervaring van de voorgaande nachten besluiten we vannacht niet aan elkaar te blijven liggen dus kan ik nu mijn eigen Bruce gaan testen. Bruce uitgelopen maar kenners vinden dit geen goede plek omdat we zo White Seal zouden kunnen raken mocht de wind draaien, prettig deze oplettendheid. Verder wordt de tijd gedood met inspectie van elkaars boten, uitwisseling van ervaringen en het bekijken van het aanwezige materieel. Na een klacht van Gulliver (bekend als een goede afnemer van spare parts) over het verkleuren van zijn Aerosails race set zeilen blijkt dat zowel fok als druil verkeerd om opgerold zijn, dus met de anti-uv strip naar binnen. Dit ter plekke opgelost, nu zijn ze weer als nieuw. ‘s Avonds hebben we nog de opvarenden van Ultreia gememoreerd. De schipper was zijn vrouw ophalen van de veerhaven waar ze met de laatste postboot was aangekomen. Ergens in het donker tot over de knieën wadend door het water probeerden ze nu hun Coaster te vinden. Een dappere onderneming die mijn Esther nooit zou ondernemen.

Dag 4: Lager wal

Alweer berenvroeg om 0700 uit de kooi (komt normaal op mijn klok niet voor) want met bijna hoog water water was er niet veel tijd om nog weg te komen uit de inmiddels leegstromende lagune. 0730 anker op na vooraf overleg gepleegd te hebben hoe dit te doen. Het plan is anker binnenhalen, deinzen, druil iets los, achterschip naar bakboord sturen en vervolgens de fok over stuurboord uitrollen. Moet lukken, het enige obstakel is White Seal die gevaarlijk dicht bij ligt. Gelukkig maakt ook White Seal aanstalten anker op te gaan dus daar even op gewacht. Als de kust vrij is zijn wij er helemaal klaar voor. Helaas denkt de fok er anders over, het rol/reef lijntje raakt in de knoop en we worden op lager wal gezet. Dan maar roeien, hoogte winnen en het nogmaals proberen. Intussen vaart Olle ons voorbij op een manier die ik me ook zo had voorgesteld. Hoe krijgt hij het toch voor elkaar.

Helaas mislukt de tweede poging, op het moment dat de fok uitrolt worden we meteen weer op lager wal gezet. Gelukkig is Seahorse niet het enige schip dat moeite heeft om weg te komen. Dan de derde poging ondernemen om nog meer hoogte te winnen. Als deze ook mislukt wordt het tijd voor bezinning en vooral even op adem komen. Na enige minuten wordt het nu toch echt hoog tijd om benen te maken uit de steeds droger wordende baai. Het motor taboe heb ik toch al enige malen doorbroken en volgens mij had ik vanochtend al geronk gehoord. De motor wordt in de ondiepwater stand aan geslingerd. Buiten de baai kan hij weer uit maar op fok en druil maken we te weinig voortgang, het grootzeil moet er bij. Maar is een enkel rif voldoende? Dan maar het tweede rif (vaak ben je te bang). Dit had ik op de plas geoefend dus dat moet lukken.

Bijliggen en dan op mijn dooie gemak het rif leggen, tegelijk mooi even bijkomen van alle geleverde inspanningen deze ochtend. De rust wordt verstoord door een oproep vanaf Gulliver wat ik in vredesnaam allemaal aan het doen ben. Bas is blijven wachten maar roept dat we nu echt voort moeten maken omdat we op deze manier over de eb wel erg ver het zeegat in drijven. Nooit aan gedacht maar gelukkig was ik net klaar. Dus opkruisen tegen de inmiddels fors doorstaande ebstroom. Na een half uur varen zeg ik tegen Frans ‘kijk daar heb je de Alexabaai weer, hoe je gauw een eind weg drijft’. Het opkruisen lukt steeds moeizamer, we maken weinig voortgang. Bas roept op kanaal 77 met de mededeling dat het zo niet gaat lukken en dat we ondieper water moeten opzoeken. Dus wordt er een slag de plaat op gemaakt, dit zet meteen zoden aan de dijk totdat in de verte Gulliver overstag gaat en op de riem verder vaart.

Hier heb ik met deze wind geen zin in en ga snel ook overstag. Als we nog van de plaat af komen kunnen we na de volgende slag met behulp van de motor – om wat achterstand goed te maken – in het Gat van Schier de GvS4 ronden. Dan vervolgens met ruime wind de Zoutkamperlaag oversteken richting Paesensrede voor de geplande tijstop. Bas heeft ook de motor gestart om nog weg te komen van de droogte, we verliezen hem uit het oog. Uiteindelijk komt de Paesensrede in zicht.

Weer maak ik een inschattings fout. Om niet vast te lopen op het puntje van de Eilanderbult (vaak ben je te bang) te ver door gevaren staggen. Deze manoeuvre wordt te weifelend ingezet waardoor Seahorse netjes in de wind draait, ze wil alleen over stuurboord verder waar aan lagerwal de ondiepte van de Moker dreigt, deinzend komt de PR6 steeds dichterbij… Boeien hadden we genoeg en van dichtbij gezien dus wordt de motor te hulp geroepen om zo richting de reeds geankerde schepen te koersen. Toch maar net buiten gehoors afstand de motor uitgezet om vervolgens na een perfecte anker manoeuvre plaats te nemen naast de andere schepen. Van Olle komt de opmerking dat de boot sneller zeilt als je de motor uit het water haalt, mijn antwoord was ‘niet als je hem af en toe aan zet’ maar bij me zelf dacht ik, ‘heb ik nu alles met die motor in het water gezeild? Moet er toch eens gewoonte van maken om hem er direct uit te halen’.

Gulliver was in afwachting van onze aankomst wat aan het kruisen om nu zo dicht mogelijk naast ons te ankeren. Na een eerste poging vond hij de afstand wat te groot en ging het nog eens proberen. Dit mislukte, de fokkenschoot bleef haken, de fok valt bak en de boeg wordt weggezet waardoor hij nog verder weg ligt. Een geruststelling om te zien dat ook bij ervaren zeilers niet alles altijd vlekkeloos verloopt! Drie maal is scheepsrecht dus werd de ankermanoeuvre nog een keer ingezet. Met deze poging was hij tevreden, volgens mij overigens op precies de zelfde plek als de eerste keer.

Nu werd de truc met de fok voor anker mij uitgelegd: op beide geankerde schepen wordt de fok over de andere boeg bak getrokken en zo komen de boten langszij. Om 1015 beginnen we aan ons ontbijt. Te 1400 uur is het bijna laag water, anker op en, omdat de wind volgens mij wat is afgenomen worden beide riffen er uit geschud. Op de Zoutkamperlaag zie ik de andere boten wel gereefd kruisen en merk op dat ze ondanks dat soms moeite hebben recht op te varen. Wij hebben, waarschijnlijk door onze gewichtstrim van bijna 200 kilogram (waar het overgrote deel aan mij is toe te schrijven) Seahorse prima onder controle. Het gaat helemaal perfect, lekkere wind, heerlijk opkruisen, mijn zelfvertrouwen groeit en ik geniet met volle teugen. Seagull is onze gids, waar zij overstag gaat doen wij dat ook. Eindelijk kan ik de andere schepen bijhouden, met name de Seagull wat – naar ik later begrijp – een uitzonderlijke prestatie blijkt te zijn.

Frans heeft het vertrouwen nog niet helemaal terug gewonnen (geef hem eens ongelijk) en begint me uitzonderlijk vroeg te waarschuwen voor het naderen van de snelle veerboot. Na verschillende peilingen ben ik er van overtuigd dat hij, weliswaar op korte maar veilige, afstand voor ons langs gaat; de opstapper ziet uiteindelijk ook in dat het goed komt. Het levert een mooi plaatje op, die grote boot zo voorlangs. Wederzijds, getuige het aantal foto‘s dat er van ons wordt geschoten. Zo zeilen we om 1500 de zeehaven van Lauwersoog binnen om vervolgens de sluis in te motoren die precies op tijd haar deuren voor ons opent, Seagull roeit naar binnen! Een passagiers schip moet er ook nog bij maar kan niet opvaren omdat er een riem uitsteekt vanaf Seagull waarvan de schipper zijn handen vol heeft met pogingen zijn boot bij de glibberige muur te houden. Ik ben dus niet de enige die soms handen te kort komt.

Na het schutten de zeilen gehesen om in afwachting van de rest nog even heerlijk heen en weer te kruisen op het Lauwersmeer. Een vertrouwd gevoel op beschut water zo zonder stroom. Nadat allen geschut zijn op een echt ondiep stuk water voor anker gegaan en alle schepen aan elkaar geknoopt. Het is tijd voor onze laatste biertjes. Gezellig worden over en weer verschillende bezoeken afgelegd, wij krijgen Albert te gast die zich tevreden moet stellen met ons noodrantsoen, een fles kruiden bitter. Het wordt tijd voor ons avondmaal, inmiddels 2300. Omdat er te veel eten is wordt Albert verplicht mee te eten. Volgens mij al zijn derde warme maal vandaag! Bij het licht van mijn gaslamp wordt het verorberd, je wil toch zien wat je eet. Sorry Chris maar die lamp kan echt niet lager ik weet dat de Brandaris er verlegen van wordt. Moe maar voldaan worden de boten los geknoopt, Gulliver blijft langszij en weer veel te laat gaan we te kooi.

Dag 5: Het afscheid

Om 0900 reveille, een betere tijd. De kruiden bitter plaagt nog wat in de bovenkamer dus eerst koffie. Seahorse ziet er gebruikt uit met haar bakskisten vol afvalzakken, overal ligt vuile vaat. Gelukkig belooft Frans dit straks in de haven allemaal te regelen. Om 0930 wordt afgevaren naar de haven, maar waar is die in de mist?

Volgens Gulliver op fok en druil voor de wind ‘die kant op, kom je er vanzelf ‘ en ja hoor, daar doemt even later de Noorderhaven op. Plotseling is het mijn beurt om Seahorse uit het water te lieren, Frans is nog druk met de vaat dus moet ik het alleen zien te klaren. Gelukkig is er ter plekke assistentie. Natuurlijk zit de lierband dan nog gedraaid maar uiteindelijk, na wat nuttige tips van omstanders, lukt het zonder omhaal. Nu staat ons nog een flinke klus te wachten, de boot moet helemaal leeg want zij mag gaan pronken op de Beurs Klassieke Schepen te Enkhuizen. Gelukkig verloopt dit aanzienlijk sneller dan de dagen die ik nodig had om haar te stouwen. Rest ons nog afscheid te nemen van iedereen, om na het verorberen van een visje via Huizen huiswaarts te keren door de inmiddels stromende regen.

Tot slot

Mocht ik in de toekomst meer zeilervaring opdoen dan zullen de verslagen waarschijnlijk minder lang(dradig) zijn, simpel door het feit dat je het anders beleeft en je het de moeite van het opschrijven wellicht niet meer waard vind. Echter, wil ik tegenwoordig wat onthouden dan moet ik het opschrijven! Deze eerste waddentocht vergeet ik dus nooit meer, mijn enthousiasme is gegroeid, elke seconde genietend van Coaster Seahorse en ik moet wel een verschrikkelijke goede smoes hebben om er in de toekomst niet weer bij te zijn. Misschien was dit TWW voor de doorgewinterde zeilers een tocht met wat weinig zeil uren en wind, voor mij was het uitmuntend. Ik heb zoveel geleerd en volop genoten!

Paul den Toom
Coaster Seahorse