Smiscruise 2009

Best even slikken als je leest dat je belangrijkste zakelijke beurs in Italië precies samen valt met Hemelvaart. Zeker als je hebt besloten tegen alle bezuinigingen in ‘was dus heel goed excuus om niet naar Italië te gaan’ toch heb gepland ’s maandags te vertrekken en donderdagmiddag weer te landen op vliegveld Weeze, strategisch gelegen tussen Kalkar en Venray. Pas als dit akelige samenvallen doordringt rijst de vraag, ‘ga ik überhaupt nog proberen de vloot in te halen of niet’.

Nu hebben wij vorig jaar bij de Zomerbijeenkomst voor het eerst sinds het bezit van Coaster Gulliver moeten laten afweten met nota bene een zeer aantrekkelijke feeder cruise buiten om de Zeeuwse eilanden, dus nu ook nog de Hemelvaart Waddentocht missen is echt te veel van het goede. Aldus – ondanks zeer strakke planning van admiraal De Jonge – besloten de achtervolging in te zetten.

Donderdag 21 mei te 1410 touch down op Airport Weeze, Duitsland. Tijdens de terugreis per auto naar huis in Duitsland (winkels altijd dicht) en in Nederland (Hemelvaart, shit niet aan gedacht) geen proviand ingeslagen. Vrouwlief staat ook op rantsoen dus tussen Leersum en Den Oever gelukkig (sick) bij een tankstation de nodige sandwiches en kant en klaar maaltijden weten te bemachtigen.

Aankomst Den Oever te 2100 en te 2200 met zoonlief door de Stevinsluis die naar marifoon aanmelding keurig schut voor een piep klein Drascombetje. Vervolgens met een prachtige west drie à vier Beaufort bakstag tussen Afsluitdijk en mosselpercelen richting de Vlieter. Onder volle fok, grootzeil en druil heeft heel Gulliver het snel naar zijn zin.

Na het ontwijken van alle staken van de mosselplantage gaat het pal noordwaarts richting Texelstroom en verdwijnt pa al snel in de spacious cuddy om heel even te liggen. De wind, nu half invallend trekt aan tot een dikke vier Bft en we glijden sportief doch comfortabel langs het tweede mosselveld oost van de Lutjeswaart.

Natuurlijk precies op het moment van toch wel serieus donker worden doet de wind er nog een schepje bovenop zodat het twijfel moment komt van wel of niet reven. Geen tijd voor reven echter want wij naderen het hoekje van het mosselveld bij de VL3 en moeten goed opletten niet op zo’n mosselprik te stuiteren. Beetje afvallen dus en zo wordt moeiteloos de diepte van de Texelstroom bereikt. Nou heb ik het niet zo op diep ebbend water tegen westelijke wind en zeker niet met amper twintig meter zicht voor de boeg. Net genoeg om een blinde ton te ontwijken maar met een opbouwend knobbelig zeetje gaat het comfortabele er langzaam maar zeker af, opletten geblazen. Met een hoofd lampje af en toe op de kaart loerend begin ik mij wat zorgen te maken over het Robbenzand en de ook daar weer achter verborgen liggende mossel percelen.

Wat te doen? Oost van het Robbenzand in ondiep water voor anker en eigenlijk, maar naar mijn zin te vroeg te kooi of west daarvan droogte en mosselen ontwijken en proberen de Binnen Breesum aan te lopen. Twijfel dus. Oost betekent afvallen dus rust en veiligheid of west, meer aan de wind en dus ruiger? Het waait mij nu toch echt te hard, leg Gulliver bij en neem in het donker het grootzeil weg. Weer op koersje noord realiseer ik mij dat de veilige optie niet meer mogelijk is door de op dit soort momenten altijd verrassend sterke stroom die ons naar steeds dieper water zet. De maan is verdwenen maar we varen onder een prachtige, wolkeloze sterrenhemel en we kunnen ons goed oriënteren op het licht van Eierland en Vuurduin op Vlieland met daartussen het productie platform achter de Eierlandse gronden. Eigenlijk toch wel heel erg leuk zeilen zo.

Al ras word het ondieper en na het passeren van het Scheurrak gaat het roer er even uit. Te 0100 lopen we vast in de Binnen Breesum en ga na een sigaartje zeer voldaan te kooi. Toch weer goed afgelopen.

Vrijdag te 0530 zijn vader en zoon getuige van een prachtig ontwakend wad en gaan de zeilen omhoog. Een beetje hulp van de Honda is nodig om ons over de Binnen Breesum te helpen waarna we NO koersend het Foksdiep volgen om vervolgen pal noord op Vlieland dorp aan te koersen. De lappen kunnen het inmiddels alleen en op af en toe de stuurriem bereiken we te 0800 de inmiddels grotendeels ontwaakte Drascombe Hemelvaart vloot op de Dodemansbol, het onvolprezen Posthuyswad.

Na enkele begroetingen is het goed koffie drinken en babbelen op de gastvrije Cruiser Longboat Zwerver. De dag wordt benut voor een zeiltochtje naar de Richel in gezelschap van circa acht Kringgenoten alwaar wij voor anker genieten van het Harlingen -Terschelling sloepenrace spektakel. Nog nooit heb ik zoveel schepen bij elkaar gezien, laat staan op het wad. Begeleidingsboten, reddingboten, ex-reddingboten, loods- en kustwachtschepen en zelfs een rijnaak met publiek en zo nu en dan een roeisloep met bezwete masochisten.

Daarna strekken wij even de benen op de plaat onder de Richel en gaan – eigenlijk te laat – via het zeegat, noord om de Richel retour Vlieland. Ik schat de wind op 5 à 6 Bft uit westelijke richting. Dat is dus flink opkloppen op fok en druil. Met de Honda bij is dat een feest waarbij Gulliver over de stevige golven hobbelt in plaats van er dwars doorheen, zoals Hans Vandersmisse ons jaren geleden al had beloofd (maar dan zonder Honda). Jaloerse blikken nemen wij graag in ontvangst van een op de motor tegen het geweld in beukende schokker, wij zijn zeker zo snel als zij. In de luwte van Oost Vlieland kunnen wij voor het eerst het dubbele rif van het vorig jaar aangeschafte Aerosails raceset grootzeil uitproberen. De motor wordt gesmoord en het is fantastisch hoe wij met weinig helling redelijk comfortabel door de smalle geul onder het dorp westwaarts laveren. Onder Vuurduin op een prachtige plek liggen vijf Drascombes gezellig te borrelen. Wij proberen op eigenlijk nog wat ondiep water de rest van de vloot bij het Posthuys te bereiken en dat lukt.

Daar aangekomen ontstaat er een onverwachts, buitengewoon gezellig borrelmoment met veel boten aan elkaar geknoopt en nog veel meer schipper mannen en vrouwen aan boord van Norfolk Gipsy Zwerver. Daarna late maaltijd en te kooi.

Zaterdag 23 mei, 0800 ankerop. Het is hoogwater, onwaarschijnlijk mooi weer en helaas, nauwelijks wind. Dobberen dus in zuidelijke richting. Naar voorbeeld van Pride of the Fleet’s schipper Hans V. gaan bij de meeste boten de riemen te water en wordt het ‘bloed aan de palen’. Zodra enige diepgang in het Lange Gat gepeild wordt laat volkomen visverslaafde zoonlief een nepvis te water in de hoop dat een echte het verschil niet ziet. In plaats van makreel blijkt het echter Lugger Castor en Pollux van Rob en Karin die toehapt. Geen slecht formaat lijkt mij zo, kun je mee thuiskomen.

Toch is Bas lichtelijk aangeslagen, laat zijn lijn slippen en oplettende Rob haalt snel zijn roer omhoog waardoor het nepvisje net niet verspeeld wordt. Na duidelijk gesproken maar onverwacht advies vanaf een rood/blauwe Cruiser Longboat staakt een deel van de harde Kring kern haar ankerpogingen bij de Steenplaat en verplaats de aanzienlijke vloot zich richting de zuidrand van de Vliehors voor een welverdiende lunch. Een prachtige plek onder haast tropische omstandigheden maar toch lokt het strand onder het vuur van Eierland. Samen met Seanymph weken wij ons los en landen op een prachtig strand pal onder de vuurtoren. Anker uitlopen op het strand en vervolgens naar het paviljoen voor lekker koele Schumkoppe en ijsthee, zowaar het walhalla op aarde.

Wat kan het leven je toe lachen, maar het kan nog mooier. Op de terugweg naar good old Gulliver zien wij een man zeevissen vanaf het strand. ‘Oh pa, zullen wij eens kijken of wij een paar zeepieren kunnen bietsen?’, roept Bas enthousiast en waarom eigenlijk ook niet? De man in kwestie blijkt bijzonder sympathiek. Hij vist voor het eerst met 30 jaar oud materiaal van zijn overleden vader wat hij onlangs op zolder vond. Een gezellig praatje is voldoende om hem afstand te laten doen van zes springlevende zeepieren.

Gulliver naar vijf voet water verlegd en vissen maar. Na diverse pieren verspeeld te hebben is het tijd voor ankerop en met de laatste keer binnenhalen haakt een pracht van een zeebaars aan de hengel. Geval van meer geluk dan wijsheid of juist vakkennis van de visser, maar we hebben hem wel! Werkelijk een prachtige vis, van boven en opzij zilver als een haring en vanonder schitterend zeewaterschuim wit. Visje schoon gemaakt en snel achter de reeds gepasseerde vloot aan richting VC baken. Aldaar eerst trots de vangst aan Coaster Brandaen getoond waarna hij met peper en zout in de pruttelende olijfolie verdwijnt. Hoe mooi is het om ’s avonds het door je oudste zoon gevangen, super verse visje met een lekker wit wijntje weg te spoelen.

Als toetje genieten we van een aan de winds avondtochtje met exact de juiste wind voor voltuig. We hebben de sokken erin en na een lichte uitschieter in zuidwestelijke richting maken we een slag zuidoost om tegen de schemering aan te sluiten bij The City of London en consorten, zuid van de Binnen Breesum. Het is fantastisch – hoewel wat bokkig – ankeren na zoveel avontuur op een dag.

Zondag 24 mei gaat de vloot al vroeg richting Den Oever en dat vinden wij een beetje zonde van nog een zonovergoten waddendag. Rond 0830 gaat het anker op en richting Den Helder. Daar zijn we lang niet meer geweest en we willen graag de unieke marine sfeer van de KMJC haven opsnuiven. Bovendien hebben wij vier jaar geleden enkele enorme harders gespot langs de met zee-anemonen begroeide kademuur en die ervaring heeft Bastiaan nooit meer losgelaten. Ankerop dus met Coaster Seanymph die op een noordelijker koers dan wij ook richting Marsdiep stuurt. Tussen Oudeschild en de Mokbaai vergis ik mij nog lelijk in de stroom. Wij varen midden in de geul en de eb zet al zo sterk door dat ik pal zuid moet sturen om Den Helder niet voorbij te schieten. Het gaat nog net goed. Met vol tuig varen wij majestueus de haven binnen en knopen vast bij de KMJC. Daar wordt een zeilende aanloop nog gedoogd!

Na lunch in het restaurant naast de veerboot wandelen we over het oude marinecomplex naar het reddingbootmuseum waar wij toen voor een dichte deur stonden maar gelukkig is het nu geopend. Daarna een biertje op weg terug naar de boot alwaar om 1530 de trossen weer los. Een stevige vloed zet ons rond 1930 af bij de sluis van Den Oever. Schutten, bootje op de trailer, diner in havenrestaurant en de thuisreis wordt aanvaard.

Dit was zowel nautisch als sociaal een buitengewoon geslaagd Hemelvaart weekend, mede door de inspanning van admiraal en admiraalse De Jonge, met dank. Ook de aanwezigheid van de legendarische Hemelvaart Waddentocht initiator Pride of the Fleet gaf deze tocht een extra bijzonder tintje.

B.G. Suurenbroek en B.J. Suurenbroek
Coaster Gulliver