Drascombe Longboat door de “North West Passage”?

Van Mike Jaques te Hadnall (UK) kwam een briefje binnen waarin mijn oordeel werd gevraagd over de geschiktheid van de Longboat Cruiser
om ermee de “North West Passage te nemen”, hetgeen de Jaques klaarblijkelijk van plan is. Alhoewel Willy Roos
er met zijn “WILLIWAW” er niet al teveel problemen mee heeft gehad,
waag ik te betwijfelen of hetzelfde traject met de veel kleinere Longboat ook succes belooft.
Voor een dergelijke Ultra-frisse trip heb je toch een ruime kajuitaccomodatie en een ruime voedselbergplaats
(je moet er desnoods mee kunnen overwinteren) nodig. Eerlijk gezegd geloof ik, ondanks mijn niet te schokken vertrouwen in de Longboat,
dat het innemen van vergif een net zo zekere manier van zelfmoord plegen is. In elk geval kost deze laatste methode een stuk minder.

Naar aanleiding van dit geval lijkt het mij niet onverstandig een enkel woord aan de zeewaardigheid van de Drascombes te wijden.

Uit de vele reisverslagen van lange tochten met Drascombes kan worden opgemaakt dat ze met zware zeeën niet zoveel problemen hebben. Het is beter om brekend water te vermijden, maar, ook al slaat de boot regelmatig vol, je blijft boven water, en min of meer rechtop.

Comfortabel is anders, maar verdrinken doe je niet. Anders wordt het wanneer je dagenlang brekende zeeën aan boord krijgt en al die tijd zonder slaap met natte kleren en een lege maag boot en lijf boven water probeert te houden. Een normaal mens houdt dat eenvoudig niet uit, ook al blijft de boot zelf boven water. Geoffrey Stewart, die in 1973 met zin open Longboat de Atlantische Oceaan overstak, werd op een kwade dag op z’n kant gesmeten. Vervolgens is hij een etmaal in de weer geweest om de boot weer rechtop te krijgen en lens te pompen. Een 20ste eeuwer met een kantoorbaan bezwijkt onder deze omstandigheden. Gelukkig was Stewart zo verstandig om zijn tocht in warme streken te makene Had hij richting North West Passage de Longboat moeten bergen, rondjes zwemmend, proestend, trekkend, duwend etc… , dan was ie binnen een uur dood geweest. Kleren drogen na dergelijke escapades kun je ook wel vergeten.

Een redelijke mate van comfort, en de mogelijkheid lichaam en kleren droog en warm te houden cq. te maken, zijn onmisbare ingrediënten bij het maken van meer dan dagtochten op open water. De conditie van de opvarenden speelt natuurlijk ook een grote rol: Men moet in staat zijn lange tijd niet, of slecht te slapen, en toch inzetbaar te blijven. Fysieke conditie en moreel spelen hierbij een even zware rol. In de winter, thuis, reeds oefenen om in de kou lange tijd stil te zitten, waar ’s nachts zeilen in voorjaar en herfst toch eigenlijk op neerkomt. Draai de kachel gerust flink laag, en probeer het bij 10°C. in de woonkamer gezellig te vinden. ‘T klinkt misschien een beetje overdreven, maar aan kou kun je tot op zekere hoogte wennen. De overlevingskansen zullen dan stijgen, de stookkosten dalen. Mensen die hun woonkamer op 23°C. stoken lopen de kans eerder door kou en ontbering stijf en slaperig te worden, waardoor de juiste reactie op een spannend moment te laat komt of zelfs geheel achterwege blijft. Ik heb ooit twee mannen uit een klein bootje zien komen die van angst en kou niet meer konden praten en nog slechts schokkend bewogen. En dat was nog maar bij harde wind in de Gouwzee, hartje zomer”

Terugkomend op de zeewaardigheid van de Drascombes: Ze kunnen vreselijk veel hebben, maar ze confronteren de bemanning in veel sterkere mate met de overwegend natte en koude omgeving dan aan boord van een groter jacht gebeurt, Taaiheid, onder alle omstandigheden te gebruiken kookgerei en – daarmee samenhangend – een volle maag, zijn noodzakelijke aanvullingen op de eigenschappen van de boot. En alleen de bemanning kan die leveren…………..

HV