Traditioneel Winter Weekend 2008

Toch wel één van de leukste jaarlijkse Drascombe-uitjes is het Traditioneel Winter Weekend. Vanouds inmiddels want dit was het vijftiende jaar en de veertiende tocht – we hebben één keer verstek laten gaan vanwege achterstallig onderhoud aan één der lijven. Anno 2008 op een grotere schuit, onder een ruimere tent, met aanzienlijk meer bagage en ons afvragend hoe we dit ‘vroeger’ ooit deden in Coaster Yraida – inderdaad, ik begin een ouwe zak te worden. Waar toen Joppie’s Dump huisleverancier was, zijn dat nu Musto, Coleman, Dubarry en Garmin. En dat veraangenaamt het verblijf op dat onvolprezen Wad aanzienlijk. Waar we in 1993 met ijs aan dek vergingen van de kou, varen we nu met dezelfde temperatuur en aanzienlijk meer wind vrolijk voort alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. En we zijn niet de enigen – meer Drascombes lijken tegenwoordig in dit jaargetijde het ruime sop te kiezen, maar dat kan ook aan het bedachte vaarwater liggen – dit jaar vanuit Harlingen, stuurboord uit naar Ameland en daarna weer terug. Inderdaad, zinloos als je het zo leest maar het verzet de zinnen zeer.

Omdat ik dit jaar door het leven ga als loonslaaf moeten er serieuze maatregelen genomen worden om daadwerkelijk woensdagochtend om 10.00 uur het zeegat te kunnen kiezen. Waar getreuzel op de dag van vertrek eigenlijk de norm was, kan daar nu geen sprake meer van zijn – het tij wacht niet, de gladheid van de helling aan de Nieuwe Willemshaven rond laagwater is berucht – voor gedraal en geteut is geen tijd. Alhoewel gewend aan onmenselijk vroege vertrektijden moet ik toch echt enig geweld aanwenden om rond 0845 in De Tractor te klimmen. Dan begint die heerlijke tocht van Edam over de Afsluitdijk onder een zonnig zwerk met aan de kim de Friese kust. Een volle 8 graden in de zon en uit de wind – heerlijk en het went ook zo snel… ‘Uit de wind’ is een hard-to-find item op een open Gig, ook al is de tent nog zo goed. De opstapper muit wat over een koude, op de logeerkamer doorwaakte nacht maar het lijkt me alleen maar goed om zo vast wat in te slingeren.

Woensdag 29 oktober 2008

Gelukkig kunnen we de helling niet meteen gebruiken want een fenomenale opkomst siert de kaai! Wel drie andere bootjes en één op komst vanuit Lauwersoog. Captain Chris in Coaster Olle, terug van weggeweest na een moeilijke tijd, Koos de Vos met opstapper Rutger van Rijn (gelukkig veilig teruggekeerd na een lang verblijf in het verre Amerika) op de spiksplinternieuwe Drifter 22 Camino, Albert van der Haven op Cruiser Longboat Seagull gepokt en gemazeld door Poseidon tijdens het hardste TWW ooit (2007), Bas Suurenbroek met opstapper Paul in Coaster Gulliver en wij op de open Gig The City of London (TCOL).

Werkelijk fantastisch weer is ons deel. Plan de campagne is een rondje Ballumerbocht – iets wat zeer aantrekkelijk wordt gemaakt door een toevallig telefoontje van Amelander KNRM-schipper Theo Nobel aan de opstapper. Altijd leuk, varen met een missie.

Rond een uur of wat afgevaren met Camino in sleep want daar was de motor in de contramine – iets met koelwater. Gelukkig genoeg wind om te zeilen zodat dit leed buiten de havenhoofden al snel is geleden. Met de eb in de rug en een wolk bruin zeil boven ons de achtervolging in gezet op de rest van de vloot. Het is mij weer gelukt als laatste alle lappen op hoogte te brengen. Maar door omzichtige navigatie en geniepige manoeuvres onder auspiciën van de opstapper lukt het in de Blauwe Slenk telkens de hardste stroom mee te pakken. TCOL komt daardoor als één der eersten bij het Fransche Gaatje aan. Na mazzelend enige droogvallende hoogten schurend net geraakt te hebben stoppen we tij in een vrij frisse koelte nabij de FG11. Samen met Captain Chris de linzenbrij weggewerkt die ons door moeder de vrouw is toegestopt. Echte liefde gaat door de maag. Nu gaan we in ieder geval goed geballast ten onder.

Met het verdwijnen van de zon en het keren van het tij op stil water de Vliestroom over de West Meep in.

Daar glorieus via de Zuid Meep de nacht ingebruist. Nabij de ZM13 een lichtje geplaatst, rifje gestoken en afgesproken net na het Vingegat (NW van Zwarte Haan) bij de VH2 de nacht door te brengen op het wantij. Zoals gebruikelijk is het licht nog niet weg of de vloot valt als Mikado uit elkaar. Wij proberen de Oost Meep te bereiken maar varen krabbend over het Jeltjes Zand. We verdagen flink maar weten ernstig vastlopen grotendeels te voorkomen. Vrees dat we zelfs min of meer de Vlakte van Oosterbierum zijn overgestoken. Geen nood, het is komend water. Uiteindelijk een koers naar de VH2 geplot en daar met hulp van de sterren op aan gekoerst. In de verte peilen we Gulliver – al voor anker – door haar led-toplicht en de rode gloed van hun snorrende gloeiboei verwarming.

Olle en Camino proberen over de platen te scharrelen maar zijn wat minder fortuinlijk. Ze lopen vast op de droogtes NW van de Oost Meep en verliezen elkaar dan uit het oog. Seagull blijft een nachtje aan het begin van de Oost Meep liggen om een eerste ronde slaap-inhalen af te werken – die heerlijke combinatie van kleine kinderen en vrij ondernemerschap is een zeer vermoeiende.

Na wat gescharrel het tentje op de schuit weten te plaatsen en met de Kustwacht marifoon weerberichten van 2305 op zak. Voor het eerst technische onderkleding aangetrokken bij het bestrijden van de ergste koude èn mijn Erasmusmuts op het kale hoofd tegen frisse voeten. Gelukkig hoeven we hier niet de hunk uit te hangen of ons bereid te houden voor Immediate Action. Een koele minus 2 graden teistert de wereld om ons heen maar dubbele mariniersmatjes en die onvolprezen zak met biffy bag houden ons behaaglijk warm. De wind is inmiddels volledig gaan liggen – een zeer rustige nacht is ons deel met daarbij dat aantrekkelijk vooruitzicht van zeer lang ongestoord slapen terwijl Bruce de wacht houdt. Bijna niets is mooier dan vrijwel ongemerkt zachtjes droogvallen en kabbelend weer vlot raken.

Donderdag 30 oktober 2008

Vroeg wakker maar snel terug op zak voor flink wat gelanterfant. Hoogwater te 1000. We willen naar de Ballumerbocht maar totale blakte. Marifoonpalaver op 1 watt doet een ieder besluiten nog even de zak om te houden – voorwaar geen straf. Maar al deze heerlijke lethargie wordt om 13.30 uur ruw door Captain Chris verstoord – bloed aan de paal, zij het met mate. Eerst heeft hij alle schepen aan elkaar geknoopt, ons warm eten bereid en nu komt hij met de briljante ingeving dan maar met de hele club aan elkaar als vlot naar Ameland te verdagen.

Waar ik volledig gelukkig zou zijn geweest met een boekje en een gezellige kout kan de Kager woelwater altijd maar actief zijn. Bruce komt er zeer tegen zijn zin uit (alle schepen hingen daar inmiddels aan) en in een uur of zes drijven we via de Kromme Balg het zeegat over, het Molengat door en de Ballumerbocht in.

Dit behoeft enige toelichting. Op de eb het wantij afdrijven gaat goed en het is werkelijk wonderbaarlijk wat een snelheid er gemaakt wordt met uitsluitend stroom mee. Heldere geesten houden zich bezig met de navigatie en er wordt scherp geplot of wij wel optimaal in de stroom liggen. Wisselende ploegen worden ingezet om het vlot (inmiddels vijf breed want Seagull is weer aangehaakt) goed in de stroom te roeien. Op TCOL (in het midden) wordt dapper meegewrikt. Albert – in het dagelijks leven tuinder en waarschijnlijk daardoor als enige behept met regelmatig benutte spierbundels, trekt bij herhaling het hele vlot uit koers – hoe de anderen (geregeld wisselend) op Gulliver ook aan de palen hangen.

Langs hoge banken gaat het met daarop tientallen zeehonden met staarten in de lucht, in vervagend daglicht aan de einder een eenzame klipper op de plaat. Dan het Westgat in waar uiteindelijk toch de hulpmotor bij moet – één is wel voldoende voor het hele vlot – TCOL’s 8 pk-tje mag aan slag. De nacht valt gitzwart en zeer fris, de navigatie wordt spannender. Dwars op de inmiddels fors doorstaande vloedstroom, boeien ontwijkend, varen we de Ballumerbocht in. We beschijnen de staken en scharrelen het geultje door. Daar heeft Theo Nobel (inmiddels ook schipper van Coaster Northern Isle) de kade verlicht met koplampen. We maken in de KNRM-museumhaven van de Stichting Ameland Maritiem vast aan roemruchte schepen als Zeemanshoop, Baron van Kattendijke en TCOL aan de wonderbaarlijk mooie strandreddingsloep Ida Mary. Theo, schipper van de Anna Margaretha (2.000 pk – 6 ton diesel – 16 uren raggen met 32 mijl per uur – drie keer rond gerold in 2006 en toch veilig thuis gevaren) heeft het bemanningsverblijf voor ons geopend. Voor het eerst betreden we een plek van mensen die echt kunnen varen. Koffie met Jan Hagel gaat rond en we spreken af de volgende ochtend wederzijds bootjes te kijken – Anna Margaretha tegen Drifter 22 Camino – zonder meer een eerlijke ruil!

Vrijdag 1 november 2008

Nadat ik besmuikt snel KNRM Redder aan de Wal ben geworden gaan we aan boord van de Anna Margaretha. Ik val een beetje stil bij de faciliteiten en haar staat van verzorging – werkelijk uitzonderlijk mooi – alles dubbel uitgevoerd en super robuust. We kruipen op de buddyseats en onze mannen moeten ongeveer een slabje om – een heel bijzondere ervaring. We nemen afscheid na deze hartelijke ontmoeting.

Planning is te 1400 via het Molengat zee te kiezen, er moet tenslotte toch ook wat gevaren worden. We willen de Blauwe Balg door om daar, of verder nabij de Wierschuur op Terschelling, te overnachten. Dit loopt op TCOL enigszins anders dan bedacht. Eerst verschalken we nog ten anker in de bocht de laatste resten linzenbrij – er wordt weinig gekookt dit jaar – en raggen dan onder vol tuig richting Westgat. We stellen weer via marifoonpalaver voor verder te varen omdat er door de toren oost 6 tot 7 wordt afgegeven maar men wil wandelen en droogvallen op de nu eindelijk vrij toegankelijke droogte ten noorden van de Blauwe Balg. Wij besluiten na wat gedraal toch door te varen maar stranden op een onverwacht hoog bankje midden in de geul. Dat leidt tot een aantal werkelijk koude uren voordat we weer drijven. De Gig ligt dwars op de wind en ik ben niet daadkrachtig genoeg om de tent op te zetten. We wachten op hoger water en drijven rond 1900. Ondertussen spelen onwaarschijnlijk grote hoeveelheden zeehonden rond de boot. Echt heel dichtbij op een meter of drie – lijkt wel of ze zichzelf af en toe krabben op ons bankje. Ze worden steeds brutaler – het zijn er inmiddels ook zo ongeveer achtduizend heb ik gehoord.

Spijker er uit in aardedonker met lichte zeedamp, op fokje en wrikriem richting BB12. Dat is even spannend want de truc om met de lamp reflecterende boeien aan te schijnen werkt nu niet. Gelukkig hebben we het boeitje geplot – dat was al de tweede keer. Daar peilen we vier voet water, hangen Bruce overboord, zetten de tent snel op en liggen te 2100 op zak. We spreken af de volgende ochtend om 1100 anker op te gaan.

Zaterdag 2 november 2008

We blijken bij ontwaken precies op de goede plek te liggen – dit tot ons beider starre verbazing. Ik was namelijk weer eens volledig de weg kwijt, story of my life zal ik maar zeggen. Oostelijke koelte kracht 4-5, wij moeten naar het westen, dat gaat allemaal goed. We koersen door het Oosterom onder Terschelling – dik aangekleed, op fok en druil. Fok alleen was ook goed geweest maar wie de route kent weet dat het keren en draaien is, wel lekker bezeild allemaal. Blijkt dat inderdaad niet alle boeien (meer) van reflectiemateriaal zijn voorzien. Onze mighty Maglite viel vannacht dus niets te verwijten. We speren als een raket door het Oosterom en stoppen rond 1415 tij op het Terschellinger Wad, een plaatje ten NW van de O32.

Een bepaald kittig zeetje probeert onze lunch te verpesten maar dat lukt niet. Er wordt alweer voor ons gekookt aan boord van Olle – dit moet geen gewoonte worden! Snel de voortent opgezet en daarachter die meestal betrouwbare petroleumvergasser ontstoken voor een kopje soep en de afwas. Helaas de Kloesofoon thuis gelaten die bij het ontsteken meestal als windbreker dienst doet. Dat wordt dus nogal een hels karwei met een inmiddels bepaald frisse bries om de boot. Maar ook hier wint de aanhouder. Fantastisch apparaat maar hier gaat waarschijnlijk een benzine gestookte Coleman verschijnen – het wordt steeds moeilijker om petroleum als brandstof te vinden. Na de afwas anker op voor een dolle rit naar een voor mij nieuwe plek.

Seagull’s schipper Albert heeft bij zuidoosten wind uitstekende ervaringen op de Grienderwaard nabij de Blauwe Slenk 6 (BS6). We scharrelen de Noord Meep door, steken vanaf de NM3 over naar de Zuid Meep 1 en volgen dan de noordelijke randen van de Pannenplaat, noord van Griend. We blijven met een krabbend roer zo ondiep mogelijk varen om de golven klein te houden en in de Vliestroom en Blauwe Slenk de laatste eb dood te kunnen varen. Zelfs liefst nog een tikkie voortgang te kunnen maken. En dat gaat echt goed – wat zeilen we toch een vette schuit! Het poeiert inmiddels met de beloofde oost 6 maar de Gig geeft geen krimp. Ook op de overige schepen wordt ondanks de kou en de frisse koers genoten. Langzaam valt de nacht – het wordt in ieder geval vroeg donker.

De regen zet inmiddels gezellig door als we rond 1730 ankeren, uiteindelijk nabij de BS8. De hekgolven van Rederij Doeksens nieuwe Tiger (catamaran) slaan dood op de rand van de bank – heel fijn, wij liggen er beschut achter. De wadrollen zijn onder de boot getrokken – wij slapen rechtop vanavond. Na het keren van het tij om 1815 wachten we nog een paar uurtjes en varen te 2000 de plaat wat verder op. We horen op kanaal 72 van een bijna-aanvaring tussen Camino en Seagull – loopt gelukkig allemaal goed af. Buiten hagelt het gestaag maar neemt de wind wat af. Binnen brandt de Coleman Black Cat Heater zodat wij de koude enigszins op afstand
weten te houden. Vroeg op zak – altijd fijn, zeker als het zo koud is. Lang duurt het voor aan het geschuif en geknars onder de boot een eind komt.

Zondag 3 november 2008

We worden wat laat wakker – geloof dat we volgens planning te 0900 zouden afvaren maar dat gaat vandaag niet lukken. Verder geen haast, we willen rond hoogwater in Harlingen zijn en dat is te 1134. We zijn enigszins gereed als buiten een steeds dichter wordende zeemist zich over het wad uitrolt richting Friese wal. Waarschuwingen vanaf de toren op Terschelling, ‘Zicht tussen de 50 en 100 meter, soms minder’ – vrij spannend. Gelukkig kan niemand varen waar wij varen – dat is altijd een fijn gevoel in de mist. Op Gulliver horen wij rond 0915 wat gestommel en zien de verbijsterde gezichten van de schipper en zijn opstapper. Nu varen zij er aanzienlijk minder gesoigneerd bij dan de bemanning van TCOL en zijn dus zo klaar voor vertrek. Het lukt ons weer om als laatste af te varen, waarschijnlijk toch door het afbreken en zeevast stouwen van alle inventaris op de open boot. We kruisen weg over stuurboord en kunnen bijtijds groen op groen staggen voor de uit de grijze soep opduikende witte romp van de Friesland en vervolgen de tocht aan de rode kant, buiten de geul. Denk nog over een rifje maar dat zakt met de wind snel in.

Uit de mist doemt plots een narrige Captain Chris op. Olle is door de P48 geprest om voor anker te gaan – ‘En wel nu!’ – vlak naast de Blauwe Slenk. Chris weigert eerst hetgeen hem bijna op een bekeuring komt te staan. Wij doen ook maar even rustig aan. Uiteindelijk klaart het op en varen we langs de ondiepe noordzijde van de Pollendam op de motor een zonnig Harlingen binnen. Daar knopen we wonder boven wonder weer als eerste vast. Het bleek dat ook Gulliver en Camino door de RP48 gepraaid en ten anker gelegd waren: zonder twee marifoons en radar mocht er niet gevaren worden. Logisch, we zouden ook niet durven.

Tijdens het weer op de karren lieren en opruimen heeft het Harlinger nautisch wandelpubliek vooral veel belangstelling voor Drifter 22 Camino. Via Den Oevers viskraam terug naar Edam voor een traditioneel warm onthaal thuis.

In 2009 wordt het Traditioneel Winter Weekend (voor de vijftiende keer derde lustrum tenslotte) vanuit de Noorderhaven te Lauwersoog gevaren van woensdag 28 oktober t/m zondag 1 november 2009. Het is alweer enige tijd geleden dat de NKDE om en nabij Rottumeroog is geweest. Afvaart rond hoogwater: 11:06 uur

Antoine en Michel Maartens

Gig The City of London