Ondertussen op Livø

Woensdag 18 juni 2008 tot en met zondag 22 juni 2008

Zoals uit het verslag van Willem Willems blijkt (To be or not to be) blijven er vijf schepen liggen op Livø. Voor nog een dagje, denken wij naïef, terwijl we het hadden kunnen weten. De voorspelling die gisteren te zien was op de laptop van Roel, ontlokte hem de woorden: ‘Dan kon het wel eens zaterdag worden voor het weer wat beter wordt…’.

Wij zwaaien de vertrekkende schepen uit, gaan wandelen en volgen hun tocht door de meegenomen verrekijkers tot zij uit het zicht verdwijnen. Daarna worden de blikken weer op de fossielen gericht. Vooral Jan en Regina blijken sterren te zijn in het vinden van de meest gave fossiele zeeëgels. Al met al vermaken wij ons prima, als je dan toch verwaaid moet liggen is er geen betere plek dan Livø. Vogels, bloemen, herten, het is er allemaal, net als op de ansichtkaarten. Net als op dinsdag, gaan we ook op woensdag en donderdag en vrijdag eten in de Kro. Dinsdag ging niet iedereen mee, op diverse schepen stonden de pannen al op het vuur toen Jan het idee opperde; op woensdag en de dagen erna gaan we met alle achterblijvers.

De havenmeester/uitbater van de Kro krijgt er steeds meer plezier in om lekker voor ons te koken en bereid op vrijdag een feestmaal voor ons met verse zalm en koffie toe. Zo druk als het overdag in de Kro is, veel dagjesmensen die een rondleiding over het eiland krijgen en lunchen in de Kro, zo rustig is het ’s avonds; wij zijn opnieuw de enige gasten. De vakantiekolonieachtige gebouwen worden op weekdagen bevolkt door groepen schoolkinderen, voor wie educatieve programma’s ontwikkeld zijn. De eilanders zijn zeer vindingrijk als het gaat om vervoer. Alles wat voorzien is van wielen wordt gebruikt om kinderen (en soms ook bejaarden inclusief rollator) te vervoeren. Er is regelmatig sms-contact met de overige schepen. Van Roel een sms-je ontvangen met de tekst: ‘manmanmanman wat een woei!’

Donderdag gaat het overdag regenen, alle tentjes worden op de schepen gezet en de boeken komen te voorschijn. Fred en Els nemen vrijdag de veerboot naar de Rønbjerg om vandaar naar Løgstør te gaan. Ze hebben het geluk mee te kunnen rijden met de brandweerauto die voor onderhoud naar de vaste wal moet. Bij terugkeer op Livø hebben zij een boekje bij zich met de vertrektijden van de bussen. Handig voor Kurt en Regina die zo kunnen uitrekenen dat ze circa vier uur onderweg zullen zijn naar Doverodde om auto en trailer te halen. Zij varen om 16.00 uur de haven uit naar Rønbjeg en gaan morgen naar Doverodde, met de bus. Opnieuw een scheepje minder.

Zaterdag 21 juni begint koud en het waait ZW-W 5-6. Vroeg in de ochtend buien, later zonnig. Er komen die dag veel Denen met de veerboot aan voorzien van scheepsladingen koelboxen voor het midzomerfeest. Al vroeg in de ochtend loopt iedereen met bier of iets sterkers in de hand. In de loop van de middag slingert men letterlijk terug naar de veerboot, prettig aangeschoten.

En wij? Wij lezen en bekijken het spektakel vanuit de luwte. ’s Avonds neemt de wind wat af en wij besluiten om morgenochtend om 04.00 uur écht uit te varen.

Zondag 22 juni loopt om 03.15 de wekker af. Als wij allemaal opstaan, komen onze Deense buren aan boord om te gaan slapen. Om exact 04.00 uur varen we gezamenlijk de haven van Livø uit. Wij zien de zon prachtig bloedrood opkomen en daarna gaat het al heel snel regenen. Dat zal het blijven doen tot we bijna in de Harre Vig zijn. Om 10.00 gaat daar het anker overboord.

Margot Schaake
Cruiser Longboat White Seal