Zomerreis van de Walvis in 2007

Woensdag de drieëntwintigste mei was het weer zo ver, de zomerreis ging van start. Ik had er zin in! Wat zouden we dit jaar weer allemaal beleven. Het begon in ieder geval met een mooie zomerse dag. De barometer stond op 1010 mb., en de zon scheen uitbundig. Nou schijnt die natuurlijk altijd uitbundig, maar in onze streken hangt er, jammer genoeg, maar al te vaak een gordijn voor. De wind was uit wnw. en blies met een drietje. Alles bestens dus.

Tegen 1400 uur de haven uit, onder zeil en kruisend in de richting van Kortgene. Op de vlakke plaat, kort voor Kortgene, achter de spijker. De verleiding om aan de overkant, op het terras van de Meerkoet, een koel biertje te nuttigen, dapper weerstaan. De volgende morgen was de barometer naar 1000 mb. gezakt, maar het beloofde toch weer een prachtige dag te worden. Na ankerop kort de landbouwhaven in, voor een nieuw ankerlicht (zonnecel), en lunch bij de friteboer. Tegen drie uur waren we bij de sluis en konden we, na de getijdenbijbel bestudeert te hebben, gelijk door de sluis. 1630 laagwater. Er woei intussen een koele zeebries uit noordwest. De bedoeling was om met het laatste beetje eb het Engelse vaarwater te halen, maar dat bleek geen haalbare kaart. De vloed begon al te lopen. Dan gaan we, flexibel als we zijn, met de vloed mee naar de Bergsediepsluis en verder via Tholen. ± 1845 uur, na een rustig tochtje door de sluis en voor de nacht achter de dijk voor anker.

Vrijdag 25-05-07, half bewolkt, 0-4 nw.- no., 20-28°, 995 mb. Droog, mooi weer.

De weerberichten voor het Pinksterweekend zijn slecht. De barometer is ook flink aan het zakken. Tegen tien uur ankerop en op de motor het Schelderijnkanaal door. 1200 uur op het Volkerrak, waar de brommer weer uit kon. Er was helaas niet veel wind dus dreven we alleen op het grootzeil in de richting van de sluis. Halverwege kwam gelukkig de zeewind ons helpen, het laatste stuk werd dus nog leuk. Afgemeerd aan de binnenkant van het remmingwerk. We liggen nu nog wat ongunstig, maar de voorspelling is dat de wind naar noordoost ruimt en dan liggen we hier goed. De radioberichten van 1530 uur spreken alleen maar van wind uit nnw., en spreekt niet van noordoost. Dan liggen we aan de andere kant weer beter. Goede raad is duur. Dan toch maar door de sluis en de hoek in geroeid, en aldaar achter de spijker. Je wordt hoorndol van al die tegensprekende weerberichten. Het marifoonweerbericht spreekt weer duidelijk van noordoost. Ze kunnen me wat, ik blijf hier liggen. Het anker is een rots van vertrouwen en morgen zien we wel verder.

0530 Overal en het zeiltje weggehaald, het werd een te grote windvang voor de stevige wind. Jawel, uit het noordoosten dus! We liggen nu dus duidelijk op een ondiepe lagerwal. Dat wordt dus nog een probleem met wegvaren. Eerst nog maar wat verder dommelen tot acht uur. Dan, onder de eerste regenbui, koffie en hete brinta. De paraplu opgetuigd als noodzeiltje. Tegen 1000 uur alle moed tezamen geraapt en het vechtpak aangetrokken. Grootzeil op het eerste rif en ook de druil kreeg een rif toebedeeld. Vervolgens onze situatie bekeken en een plan van actie opgesteld. Het roer en zwaard moesten duidelijk omhoog blijven. De overige jachten, op één na, waren gelukkig allemaal al vertrokken, het pad was dus redelijk vrij. Een moment van windrust afgewacht en dan bliksemsnel het anker omhoog en de fok bak. Wallie viel gehoorzaam over de goeie boeg rond. Druil bij en dan sturend met de riem langzaam, de lagerwal vrij zeilend, de vrijheid opgezocht. Natuurlijk lag het enige overgebleven jacht precies op het pad naar de vrijheid. Ik moest dus wat afvallen om achter langs te gaan. Peilend met de pikhaak bleek er gelukkig genoeg water te staan om het roer er in te gooien en het zwaard een stukje te laten zakken. Een groet naar de schipper van het zeiljacht, die belangstellend uitkeek naar een eventuele stranding van Wallie, jammer ouwe jongen, je hebt geen geluk vandaag. Het grootzeil er bij en, na de eerste slag naar de overkant, op één slag naar de Hitsersekade. Het kleine jachthaventje waar we al twee keer een zomerbijeenkomst met de Drascombe familie hebben gehouden. Afgemeerd in een vrije box en verder een gezellige rustdag met de clubleden doorgebracht.

Zondag 27-05-07, Pinksterweekend 3-4 zw-nw, 17-18°, 988 mb., regen, droog, fris.

± 1130 uur, nadat het zware hoofd wat lichter geworden was, vertrek naar de Biesbosch. Het was gisteravond een dorstige avond geweest. Buiten gekomen, en onder zeil, besloot ik om eerst een rondje “Tiengemeten” te zeilen. Het eerste stuk was wel kruisen, maar de terugweg was keurig bezeild. Er stond een frisse bries, dus was er niets op tegen. Het grootzeil liet ik op het eerste rif. Nadat we het eiland gerond hadden vlogen we op de bakstagwind richting Moerdijkbruggen. Heerlijk zeilen! De lucht was vol met dreigende wolken, maar er kwam gelukkig geen regen uit. Vlak voor de bruggen sliep de wind jammer genoeg in en bleek ook dat we de stroom tegen hadden. Het laatste stuk, ook al omdat het tegen acht uur liep, en er druk beroepsverkeer was, moest de motor het overnemen. In de Biesbosch aangekomen moesten we in de stromende regen een ankerplekje vinden. Door het Pinksterweekend was het weer afgeladen vol. Uiteindelijk een goed stekkie gevonden, ± tachtig centimeter water onder de kiel en beschut tegen de noordwesten wind. Een bier en een noodrantsoen op het vuur, ik had geen zin om uitgebreid te koken. De volgende morgen waren we, na een rustige ankernacht, om 0900 uur reisklaar. Het is zwaar bewolkt en er waait een licht briesje uit zuidoost. De barometer staat nog op 988 mb. Wallie zit onder de vliegjes, ze steken wel niet, maar ze drijven zelfs in mijn koffie. Op het grootzeil zeilen we voor de wind het ‘Noordergat van de vissen’ af. Het ‘Steurgat’ was niet bezeild, dus moest daar de motor het weer overnemen. Door de sluis bij Werkendam en verder, jammer genoeg, op de motor, er was te weinig wind op de Merwede. Na het afmeren in de jachthaven van Gorkum begon het te regen, het zakken van de mast kon dus tot morgenvroeg wachten. Na een friet met kibbeling en een bier terug onder het zeiltje en de laatste wanorde in de kajuit opgeruimd. We komen nu weer langzaam in ons ritme.

0730 uur overal, na een zeer natte nacht. De oponthoudende stromende regen op het zeiltje, bij een open luik, slaapt heerlijk. Door het natte weer was de nacht ook heel rustig verlopen. Geen dronken en schreeuwende pubers op straat, en ook de brommers lieten zich niet horen. Het loopt nu tegen negen uur en het lijkt wel droog te worden, het is ook wat lichter geworden. Er wordt dus haast gemaakt met de masten. Door de haast maakte ik een elementaire fout. Ik vergat de mast te borgen met de reserve fokkeval. De borgpen van de roller was al los. Gelukkig had ik de roller nog in de hand. En daar stond ik dan zo’n vijf minuten op het voordekje, goeie raad was duur. Mijn eerste idee was om de mast te laten zakken met geleiding van de roller. Jammer, dat ging dus niet. De lijn van de roller zat nog vast op de kikker in de kuip. Ik kon de roller niet los laten om naar de kuip te gaan, de mast zou spontaan door de aantrekkingskracht van de aarde aangetrokken worden. Ook was ik bang dat ik de mast niet onder bedwang zou kunnen houden als hij over z’n dode punt heen zou zijn. Gelukkig heb ik al jaren een reserve stropje met knipsluiting voor op de boeg. Daar kon ik de fokkeschoot doorhalen, strak trekken en vervolgens op een kikker beleggen. Dat alles met een hand. De mast bleef staan (wankel). Vlug de harp van de reserveval los gemaakt en de zaak goed geborgd. Hé, hé! Dat was de tweede keer dat ik deze stomme fout maakte, de eerste keer in de Sixhaven kreeg ik bijna de mast op m’n kop. Na benzine en brood halen ( wat een hele tippel is) waren we reisklaar en gingen de lijnen los. Het was koud, maar gelukkig had ik de wind in de rug. 1915 waren we door de laatste sluis voor Utrecht en konden we afmeren aan de achterkant van het sluisencomplex. Prima plekje, onthouden.

Dinsdag 05-06-07, 1-6 no., 22-26º 1010 mb., mooi weer.

We zijn een week verder in de tijd en liggen in de Sixhaven. De tocht van Utrecht tot Amsterdam is zonder problemen en bijzonderheden verlopen. Alleen de tocht door Amsterdam verliep anders als normaal. De Kostverlorenvaart was gedeeltelijk gestremd, ik moest daardoor mijn route door de andere grachten zoeken. En dat werd, zonder kaart, een aardig zoekplaatje. Toch wel leuk. Alleen voor de de rondvaartboten is het oppassen geblazen. Ze hebben het recht van voorrang, en dát nemen ze ook. Tegen 0700 uur stapte broer Ane aan boord, hij komt een dagje meezeilen. Het doel voor vandaag is Monnickendam. Hij had heerlijke belegde broodjes en twee gebraden kippenpoten mee dus honger hoeven we vandaag niet te lijden. Het binnen-IJ werd op de motor afgelegd. Na het schutten werd er een rif in het grootzeil gestoken, de wind was pittig en kwam precies uit het noordoosten. Het werd dus kruisen. Van kust tot kust lange slagen makend kwam langzaam het Paard van Marken in zicht. Het was genieten geblazen! Wallie nam af en toe speels een golfje en gooide het overtollige water in de kuip. Gelukkig hadden we op tijd de regenbroeken aangetrokken. Ane vond het fantastisch, en kreeg ook het sturen goed onder de knie. De laatste slag bracht ons vlak voor het Oostvaardersdiep daarna kon er ruim varend het Paard gepasseerd worden. Voor Volendam gearriveerd konden druil en fok weg en gingen we op het gemakje in de richting van Monnickendam.

± 1800 uur afgemeerd in een box aan de Haringkade. Biertje, frites en gebraden kippenpoten sloten de prima zeildag af. Na het afleveren van Ane aan de echtgenote, die om acht uur voorbij kwam, verdween ik weer uit de haven en gooide het anker uit op de Purmer Ee. Prima beschut tegen de noordoosten wind. We zijn een paar dagen verder in de tijd. Het is Zondag de tiende juni, het is een mooie, doch benauwde dag. De temperatuur is opgelopen tot negenentwintig graden en het ziet zwaar naar regen en onweer uit. Het weekend heb ik, samen met mijn vriendin, doorgebracht in Volendam bij mijn jongste broer Wim en zijn vrouw Door. Ze is nu weer op huis aan. De rest van de dag doorgebracht met plunje wassen, en tegen de avond weer op de Purmer Ee, of Stinkevuil achter de spijker.

Maandag 11-06, 1-4 noord, 22-27° 1003- 1000 mb., droog, redelijk weer.

0700 uur overal. De nacht is, op een regen en onweersbui na, rustig verlopen. Na vier nachten luxueus slapen was het nu weer even wennen aan de kooi op de boot. Gisteravond nog een belletje van Frans Schaake, hij is woensdag op het Ketelmeer. Dat wordt dus het nieuwe doel voor vandaag. Er staat een gunstige wind voor de overkant. Het zicht is slecht en er is een kleine kans op onweer en regen. Tegen negen uur anker op en onder zeil. Tot aan Marken was het bezeild, daarna werd het kruisen op een inslapende bries tot Volendam. Voor Volendam totale blaakte. Fok en druil weg en de ploffer aan. Jammer. Weer geen koeling. Bij het doorprikken van de koelwateruitlaat viel het rubberen slangetje, dat verhoedt dat het koelwater in de boot loopt, overboord. Dat wordt dus een natte boel achter. Gelukkig viel het wel mee als de motor maar recht naar achteren staat. Er moest op het kompas gestuurd worden, er was totaal geen zichtnavigatie mogelijk. Na een klein uurtje was er weer wind om Wallie met een vaartje van ± twee knopen in de richting van Lelystad te duwen. Om het uur een peiling met het GPS, we schoten lekker op. Tegen vijf uur in een aanschietende wind voor de sluis. Bij het invaren van de kolk maakte ik een stomme beoordelings fout. Er lagen twee vrachtboten aan bakboordskant afgemeerd. Ik dacht dat de achterste al klaar was met afmeren, dus wilde ik er langs om voor in de sluis af te meren. Plotseling kwam het achterschip los van de muur en dreef weer naar het midden van de sluis. Volgas gevend duwde de schipper het achterschip weer tegen de muur, met gevolg dat Wallie met een akelige dreun tegen de kolkmuur aangesmeten werd. Gelukkig zijn mijn stootwillen van fors formaat, ze vingen de klap goed op. Buiten de schrik om geen schade. Afgemeerd in de Houtribhaven. De barometer is schrikbarend aan het zakken. De volgende morgen bracht ons een zwaar bewolkte lucht en een pittige bries uit noordwest. De barometer was op 998 mb. blijven staan.

0530 uur uit de kooi om te douchen, daarna nog wat door gedommeld tot acht uur. Dat is zo’n gewoonte van me geworden. Vroeg douchen voorkomt omstreeks acht uur de stress van het gedrang. Dan willen ze namelijk allemaal tegelijk onder het gemalen water staan. In de stromende regen, onder de paraplu, de verplichtingen bij de havenmeester voldaan. € 5.50 dat vond ik een redelijk bedrag. Volgens de buienradar op het kantoor zou het na deze bui een langere periode droog blijven. Regenpak aan, de lijnen los en onder zeil. Het was prima bezeild naar het Ketelmeer. De lucht bleef dreigend donker, maar er kwam geen regen uit. Goeie uitvinding zo’n buienradar. Tegen vier uur in de uiterste oostelijke hoek van het Ketelmeer op 52° 36’ 20 NB / 005° 49’ 15 EL achter de spijker. Het is hier wel het een en ander veranderd sinds de laatste keer dat ik hier was. Het nieuwe eiland IJsseloog was me wel bekend, maar de nieuwe opgespoten eilandjes in de hoek er achter waren nieuw voor mij. Een prachtig stukje natuur is hier in wording. De eilandjes zijn door ondiepe geulen van elkaar gescheiden. Prima voor Drascombes! Dit vergoedt uitstekend het wegvallen van de Schokkerhaven als optie om te schuilen voor de boze winden uit de westhoek. Verder de dag in alle rust en lezend doorgebracht.

Woensdag 13-06-07, zwaar bewolkt, 2 -4 westzuidwest, 20-23° 1006 mb., droog, maar fris.

De nacht is rustig verlopen. Er is een trog onderweg naar onze regionen. Frans verwacht ik in de late namiddag, dus we hebben alle tijd. Zit er over te denken om Wallie op het hekanker tegen het strandje aan te zetten, kunnen we de benen wat strekken. Na het schoonschip maken, en diverse andere klusjes die tijdens het zeilen zijn blijven liggen, begonnen met de verhaal operatie. Het hekanker ging wat te vroeg over de muur, waardoor ik drie lijnen bij moest steken. Uiteindelijk, na veel geploeterd en geroei, lagen we enigermate goed. Door het gesjouw met de ankers kreeg ik een seintje van mijn rug dat ik ook geen achttien meer ben. Een scheut in mijn rug en vervolgens een flinke rugpijn. Gelukkig heb ik voor die gelegenheden pijnstillers mee. Pilletje geslikt en een tukkie gedaan. Daarna ging het wel weer. Tegen vier uur kwam Frans om de hoek gezeild en meerde langszij af. Een gezellig weerzien, en bijgepraat. Hij was alleen, Margot komt vrijdag aan boord. Frans moet daar voor naar de Roggebotsluis. `s Avonds de gewoonlijke rijst vispan voor ons beide klaargestoomd. Altijd lekker! Daarna, onder het genot van een slaapmutsje, van het avondzonnetje genoten. Voor de nacht weer los van de kant en separaat achter de spijker.

De volgende morgen was het om 0700 uur overal. De blik uit het luik liet een donkere grijze lucht zien. De wind kwam uit de oosthoek en woei met een viertje. Goed dat we gisteravond los van de kant zijn gegaan. De barometer stond op 992 mb., en het was koud. De weerberichten zijn somber: Regen en onweer. Het plan, dat we de vorige avond besproken hadden, namelijk om naar Urk te gaan en dan vrijdag eventueel samen naar de Roggebotsluis, verviel. Het weer is te onstabiel. Als het weer te slecht zou worden om morgen te zeilen komen we, zonder Margot, in Urk vast te zitten. Weer een pilletje tegen de pijn, het alcoholkonsuum van gisteren was daar niet zo goed voor geweest. Vandaag maar wat rustiger aan met de biertjes. We blijven op het Ketelmeer. Eerst de ankermogelijkheden van het eiland IJsseloog bekijken en daarna zien we wel verder.

Tegen 1000 uur onder fok en druil de geul uit, er moest wel met de riem over de drempel gestuurd worden. Het eiland IJsseloog viel me reuze mee, er loopt een geul door met goede ankerplekken. Maar we bleven toch maar bij ons stekkie van gisteren. Verder de dag zeilend doorgebracht. Tegen de avond, bij het invaren van de geul, kwam er een zware donkere onweerslucht opzetten. Tijdens het ankeren op ± 60 centimeter water, en tussen de waterplanten, barstte de bui los. In vechtpak plus zuidwester, in de kuip zittend, de bui uitgezeten. Door al dat overvloedige hemelwater kreeg ik een geweldige aandrang om zelf water te laten. Helaas was dat, doordat ik stevig ingepakt was, een tamelijk moeilijke, zoniet onmogelijke, operatie. Dus zat ik daar, een goed uur met de billen tegen elkaar te knijpen, voordat het droog werd en ik de boel uit kon trekken. Hé, hé… wat een opluchting. Dan het zeiltje opgetuigd en de droge en warme roef opgezocht. Daarna buurten bij Frans en een vettehap voor ons beide gekookt. Voor de nacht het zeiltje weer opgeruimd, te veel geklapper.

Zaterdag 16-06, zwaar bewolkt 3-5 zuidwest, 18-24° 994mb., droog, regen, onweer.

De vrijdag, tijdens de afwezigheid van Frans die onderweg was om Margot bij de Roggebotsluis op te pikken, schoonschip gemaakt en rusten achter de spijker. De nog steeds zeurende rugpijn met een pillenkuur bestreden. Het was was een koude en natte dag geweest. Tegen drie uur kwam de White Seal weer in zicht en bungelde even later achter Wallie. Margot hartelijk begroet, ik had me extra geschoren en fijn gemaakt voor de gelegenheid. Je gaat anders na drie dagen ankeren een beetje vreemd geuren. Verder was Frans aan de beurt voor de vette hap koken. Het werd een gezellige avond. Zelfs het weer liet zich van de goede kant zien, het bleef droog en windstil. Nu zijn we een nacht verder in de tijd, die rustig verlopen is, en maken ons gereed voor een nieuwe dag. De wind is inmiddels weer terug en waait met een stevige bries uit zuidwest. Na het ontbijt, stevig in de kleren, het grootzeil op het tweede rif gestoken. Tijdens dat klusje kwamen Frans en Margot heel voorzichtig achter het zeiltje te voorschijn en begonnen ze de White Seal ook vaarklaar te maken. Het weer was weer van het zelfde laken een pak. Regen, onweer en veel wind. Het plan was om nog wat rond te zeilen en dat dan onze wegen zich weer zouden scheiden. Frans en Margot moesten morgen weer thuis zijn. Beiden hadden een drukke maandag voor de boeg. Mijn plan was om de Beulakkerweide op te zoeken. Bij dit onstabiele weer is het IJsselmeer geen optie. Op fok en druil naar de vaargeul. Aldaar wilde ik het grootzeil er bij trekken om kruisend ruimer water op te zoeken. En daar kwam ik in de problemen. Tijdens het rif steken kon ik nog gewoon het zeil omhoog trekken, maar nu weigerde het z’n dienst. Het bleef halverwege steken. Zeilen weg en op de motor naar de Schokkerhaven en achter de havendam voor anker. Even later een lijntje van de White Seal aangenomen. Ze kwamen kijken wat er aan de hand was. Er waren problemen met het blok boven in de mast, voor inspectie moest de mast naar beneden. Eerst maar gezellig samen koffie gedronken en dan kwam het afscheid. Frans wilde eigenlijk ook zo snel mogelijk de thuishaven opzoeken. Ik ging op fok en druil op een bakstag wind via het Ramsdiep naar het Kadoelermeertje voor de nacht. Tegen vijf uur, na een rustig tochtje, roeiend het ondiepe Kadoelermeertje op en achter de bomen een prima ankerplekje gevonden. Door de grote kans op onweer en regen besloot ik de mast klus tot mogen uit te stellen. De weerberichten voor morgen zijn iets beter.

Zondag 17-06-07 half bewolkt, 5-6 zuidwest, 20-24º 994mb., droog, regen, rot weer.

Het weerbericht geeft voor vandaag een kleine rug van hoge druk en vervolgens weer een depressie die ons komt bezoeken. We zitten duidelijk in een depressiefamilie. In een korte droge periode de mast naar beneden. Het blok was totaal uitgesleten. Dat wordt een klus voor een jachtwerf. Het zal wel mijn eigen schuld zijn. Het is normaal dat je de kop in de wind draait om het zeil te hijsen, en dát vergeet ik gemakshalve wel eens. We blijven hier vandaag liggen en gaan morgen op zoek naar een werf. Alvast in de almanak nasnuffelen, of er hier in de buurt iets is. De maandagmorgen bracht weer een regenachtig beeld. Na de ochtendbezigheden het anker uit de grond en een half uurtje later afgemeerd aan de passantensteiger van de jachthaven annex werfje ‘De Voorst’. Het was tegen tien uur, maar er heerste nog een doodse stilte. Naast de toegangsdeur van het woonhuis, waar de blindeergordijnen nog naar beneden waren, hing een mooie koperen bel. Dan zullen we daar maar eens een korte rammel op geven. Dat lokte een woedend geblaf van een grote zwarte hond, en het verschijnen van een slaperige man in pyjama op. De hond bleek naderhand een labrador en na de kennismaking een zeer lief dier te zijn. De slaperig man had ’s maandags z’n vrije dag, maar vond het geen probleem om mij te helpen. Hij vond Wallie een mooi scheepje en was verrast dat er ook houten Drascombes waren. Samen de mast naar de werkplaats gesjouwd, en tussen de onbeschrijflijke wanorde naar een nieuw schijfje gezocht. We werden gelukkig vondig! Het bleek heel eenvoudig om het asje er uit te tikken met een doorslag. Onthouden voor een volgende keer. De gleuf iets uitgevijld, het asje er weer ingeslagen en klaar was kees. Financiële schade twintig Euro minus aftrek een bak verse koffie en een heerlijk stuk gebak. De koffie had inmiddels moeder de vrouw gezet en de taart was over van vaderdag. Inmiddels was ik ook goed bevriend met de labrador. Heel gezellig. Daarna in alle rust de mast weer opgetuigd en vervolgens op de motor naar Blokzijl. Afgemeerd in het hoekje van de haven en een paar koude snuffels op het terras in de zon.

Woensdag 20-06-07, zwaar bewolkt, 998bm, regen, droog.

We zijn via de Weerribben, wat toeristisch gezien een leuk vaarwater is, naar Echtenerburg gekomen en liggen nu te wachten totdat de brugwachter z’n twaalfuurtje op heeft. Het waait hard dus kan het grootzeil op de giek blijven. Ik wil op fok en druil naar een van de twee eilandjes in het Tjeukemeer. Om half twee door de brug, die vrij prijzig is, en dan onder zeil het meer op. Ik werd verrast door het meer. Ik dacht dat het een makkie zou zijn, doch het werd een meer onder dan boven water tocht. Het ondiepe meer zorgde met deze harde wind voor een rottige korte golfslag. Afgemeerd aan de lijkant van het eilandje. De schipper van het enige zeiljacht wat hier lag nam bereidwillig de lijnen aan en nodigde me gelijk op de koffie uit. Het bleek een oud koopvaardijman te zijn, dus was er genoeg gespreksstof voorhanden. Daarna het eiland verkend en wat foto’s genomen. Na twee dagen schuilen voor het bar slechte weer, de weerberichten geven voor de volgende dagen windkracht acht af, gaan we nu op weg naar Lemmer. Als het slechte weer aanhoudt heb ik daar de gelegenheid om via de polder naar Urk of het Ketelmeer uit te wijken. Ik kom zo langzaam zonder mondvoorraad te zitten. Ik kan hier nu ook elk grassprietje uittekenen, dus wordt het tijd.

Tegen 0900 uur was ik klaar om te vertrekken. Tijdens het zeiltje aftuigen kwam er een donkere onweerslucht boven het eilandje hangen, nog maar even schuilen en het boze weer afwachten. Na een uurtje leek het meeste voorbij te zijn en gingen de lijnen los. Op de motor tegen de keiharde wind in naar de brug. We waren nog geen vijf minuten onderweg of het begon weer te gieten, plus heftige bliksemschichten en donderslagen. Onplezierig. Onder de brug lagen verschillende zeil- en visboten te schuilen voor het noodweer. Ik bleef doorvaren. Gelukkig liet het onweer spoedig afweten, maar het bleef tot Lemmer hozen. Afgemeerd in de gemeentelijke jachthaven. Tijdens het bezoek aan het havenkantoor werd het droog en kwam zelfs het zonnetje even te voorschijn. Wonder, ó wonder! Vlug het zeiltje opgetuigd en de kuip van het overtollige water bevrijdt. Maar helaas de volgende bui (twee uur) liet niet lang op zich wachten. Na deze bui aan de wandel naar het centrum voor inkopen. Het bleef verder de hele dag droog.

Dinsdag 26-06-07, zwaar bewolkt, 3-8 noordwest, 18-19º, 986 mb., regen, rot weer!

Na drie dagen vertoeven in Lemmer zijn we nu in tweestrijd. Eén, we gaan vandaag door de polder, of twee, we blijven hier nog een dagje liggen. De barometer heeft een record dieptepunt bereikt. Het weerbericht vermeldt het passeren van een trog, behorende bij een depressie boven zuid Zweden. Tijdens het eten van een appeltje en twee mandarijntjes viel het besluit, we blijven hier nog een dag liggen. Het hoost op het ogenblik weer, en de vlaggen aan de vlaggenmast waaien strak uit het noordwesten. Arme Klaas, Regitse en andere Drascombe zeilers in Zuid Engeland. Het schijnt daar ook noodweer te zijn. Hier kruipen we nog maar even onder de wol. Dooei. Na het slaapje prees ik me zelf over het genomen besluit. Het waait nu met een dikke acht uit noordwest en het heeft tot nu toe gehoosd. We liggen gelukkig met de kop in de wind, het roefdeurtje kan dus open blijven. Ook het zeiltje kan, met extra lijnen vastgezet, blijven staan. Een ding is niet zo leuk, ik heb alle boeken uitgelezen. Ik kan ze natuurlijk altijd nog van achteren naar voren lezen.

Verder de dag, op een halfslachtige poging om een wandeling te maken na, in alle rust doorgebracht. De volgende morgen bracht het zelfde weerbeeld. Alleen was het, op een pittige hagelbui na, langere periodes droog. Vandaag stond een bezoek aan de kapper op het plan, en dan de tocht door Lemmer. We gaan door de polder. Hier heb ik het zo langzaam wel weer gezien. Lemmer bruist ook niet over van leven en bedrijvigheid. Na de middagpauze van de brugwachter, door de bruggen en een korte stop voor de sluis voor het laatste biertje en een foto van het kerkje en de oude mijnenveger “Roermond”. Daar kwamen de oude herinneringen, over de fijne tijden die ik op die boot heb doorgebracht, weer boven. Hij is nu in goede handen bij de zeeverkenners. Het sluisgebeuren ging vlot. De Friesesluis, of Bumasluis, zoals hij bij de plaatselijke bevolking bekend staat, heeft een verval van ± zesenhalve meter. Daar had een huurmotorjacht met Duitse bemanning duidelijk moeite mee. Dan hebben ze een boegschroef en alles en dan komen ze nog niet goed tegen de kolkmuur. We zullen de schuld maar aan de strakke wind geven die dwars op de sluis stond. In de polder vreugdevol de druil en fok uit gerold, het was keurig bezeild en weinig bomen. Tegen zes uur in een doodlopend slootje achter boeg-en hekanker. Het is lekker zonnig en droog, alleen de wind is nog strak. Prima.

Zaterdag 30-06-07, 3-6 zuidwest, 18-23º, 999 mb., droog, regenachtig.

0600 uur overal. Wasbeurt. Fris en nat! Na de rustig tocht door de polder, liggen we nu alweer twee dagen achter de bomen op het Kadoelermeertje. De lezers zullen wel denken, begint hij alweer over het weer. Maar het is tot nu toe ook een bijzonderheid dat het zo lang zo’n onplezierig weer is. De ene depressie na de andere overrolt ons. En als je dan zo lang buiten verkeerd is het weer zeer belangrijk. Ik heb nog genoeg leefvoorraad aan boord, maar we gaan vandaag verder. Ik denk er aan om maar weer in de richting van Zeeland te gaan. Het plan om in de richting van de Oostzee te gaan vervaagt door het slechte weer. Tevens is er tijdens het bezoek van Frans en Margot het plan opgekomen om samen met Kurt en Regina van de ‘Butterfly’ in Augustus twee weken in Zeeland te gaan zeilen. Dan moet ik sowieso weer thuis zijn. Tegen acht uur het anker omhoog en roeiend het meertje af. In het vaarwater gekomen, op een bakstag wind naar de Kadoelersluis. Op het open Zwartemeer bleek er nog een flinke bries te staan. En wat erger is, recht op kop. En om in het toch wel smalle vaarwater naar de Schokkerhaven te kruisen vond ik geen best plan. Een blik op de kaart liet de mooie route over het Zwartediep, Scheepvaartgat, Goot en Ganzediep zien. Dat was nog onbekend gebied voor mij, dus werd de koers verlegd. Het stuk Zwartediep was aan de loefkant alleen beschermd door wat rietkragen. Dan hoop je maar dat de motor blijft lopen, anders zit je gelijk tegen de stenen aan. Dan helpt alleen het anker, of een razendsnelle actie met fok en druil. Gelukkig liet het ijzeren monster me niet in de steek. Eenmaal in de Goot aangekomen werd het een pleziertocht. Jammer dat de wind uit de verkeerde hoek komt, anders is het hier prima zeilen, zoals een paar zeilschippers glunderend lieten zien. Bij het sluisje aangekomen, om op de IJssel te komen, kwam ik tot een onaangename verrassing te staan. De vaste brug en de sluisdeur (zo’n hijsgeval) bleken een hoogte te hebben van viermetertachtig. Ik dacht op de kaart gelezen te hebben vijfmetervijftig. Foutje mijnerzijds. Afgemeerd en de mast een goeie meter laten zakken. Na het schutten de boel weer omhoog en verder naar Kampen, waar we afmeerde in het gezellige jachthaventje ‘De Riette’. De oude en nieuwe buitenhaven waren gereserveerd voor platbodems. Er waren platbodemwedstrijden. Hier liggen we prima, rustig en alle voorzieningen in de buurt.

Maandag 02-07, 1-6 zuidwest, zwaar bewolkt, 20-24º, 994mb., droog, regen.

0545 uur overal. De sanitaire stop joeg me onder de vette lappen vandaan. De ochtend is donker, nat en koud. Gelijk ontbijt en dan Wallie vaarklaar maken. Tegen acht uur op de motor de IJssel op, de wind was nog te verwaarlozen. Kampen verdween, doordat de stroom ons een handje mee hielp, snel in de nevel. De zaterdagavond en zondag had ik besteed om Kampen te bekijken. Een aardige stadje, met veel bedrijvigheid op het water. Ik was er nog nooit geweest. Ik vocht met twee ideeën, een we gaan naar het ankerplekje, waar we alweer een paar weken geleden hadden gelegen, of we gaan gelijk de Randmeren op. Het IJsselmeer was jammer genoeg geen optie. De inmiddels strakke bries uit zuidwest was geen fijne wind om in de richting van Amsterdam te koersen. Ik besloot uiteindelijk voor de Randmeren. Het eerste stuk kon er nog gezeild worden, maar daarna moest de motor het weer overnemen. Hier hoop je eigenlijk op een noordwesten wind. In de middag afgemeerd in het kleine haventje ‘Smient’. Buiten drie overpuilende vuilnisbakken (goed voor de ratten) totaal geen voorzieningen, maar wel na 1700 uur liggeld verschuldigd. Afpersers zijn het hier!

Vannacht passeert er weer een trog, met veel wind. Het is hier goed beschut, dus we blijven. Toch nog maar even de kaart bestuderen of er in de buurt geen goede ankerplaats voorhanden is. Spaart weer liggeld uit. Er blijkt een mogelijkheid in de hoek bij Elburg, bij de Van Kinsbergen haven. Het plan liet ik toch maar schieten, er komt weer een diep zwarte lucht boven ons hangen. Zeiltje optuigen en weldra weer schuilen voor de bui. Tegen 1900 uur kwam de havenmeester voorbij en knoopte me 3.60 Euro af. Voordat geld hadden ze tenminste een chemie-clo neer kunnen zetten. 0830 Overal, na een rustige nacht. Hier is het windstil, maar aan de zwaar naar het noordoosten doorbuigende bomen is het te zien dat er veel wind staat. Alles rustig aan gedaan. Tegen elf uur de lijnen los en op de motor verder naar Elburg. Het is hier overal te smal om te kruisen. Onderweg het eilandje ‘Eekt’ verkend, een klotsbak. Met de motor op de laagwaterstand de hoek bij de Van Kinsbergen haven in. Het laatste stuk moest roeiend afgelegd worden. Anker uit. Het was wel even spierballenwerk geweest om tegen de wind in te roeien, er was nogal wat zeegras, maar het resultaat is prima. Laat het maar waaien. Een telefoontje naar Frans en Margot, morgenavond een biertje in Elburg. Het wordt tijd dat we victualiën laden, want tijdens de vette hap in elkaar draaien kwam de bodem van de bierkelder in zicht. Tussen de buien door nog lekker van het zonnetje genoten, je bent met weinig tevreden.

Woensdag 04-07, zwaar bewolkt, 2-6 wzw., 17-22º , 991-994mb., fris, regenachtig, rot weer.

0630 uur overal. De nacht is onrustig, en met weinig slaap verlopen. Tegen 2300 uur kwam de eerste zware onweersbui boven ons hangen. Omdat er weinig wind was, wel ontzettend veel regen, bleef hij gezellig zo’n drie uur de boel verlichten met hemelvuur. In vechttenue, onder het zeiltje, het spektakel meebeleefd. Zoals gewoonlijk hou ik het met zulk weer niet uit in de roef. Ik zit dan tussen angst en verrukking. Zo’n natuurgeweld kan je niet met je ogen dicht beleven, als die klap dan moet komen wil ik het tenminste met m’n ogen open beleven. Ik geloof tenminste niet dat die twee kettingen van het want in het water veel zullen helpen. Dan weer de kooi in en proberen verder te slapen (koud). Tegen zes uur kwam de tweede bui die tot 0830 uur duurde. Toch wel fijn dat die ouwe Thor en z’n zoon Wodan me een paar uurtjes slaap gegund hadden. Na de bui ankerop en met behulp van de fok, en sturend met de riem, terug naar open water. Daarna op weg naar Elburg, waar we alweer in de stromende regen afmeerde. Na de boodschappen werd het eindelijk droog en konden we Elburg verkennen. De honderdzevenenvijftig (echt waar, zelf geteld) treden van het mooie kerkje beklommen en genoten van de mooie blik over de randmeren. Met knikkende knieën kwam ik weer beneden. Een paar foto’s genomen en dan met een harinkje en twee amsterdammertjes uitrusten op een terrasje. ’s avonds om acht uur kwamen Frans en Margot voorbij en brachten als verrassing een bak heerlijke kersen en een stapel boeken mee. Nu heb ik tot Kerstmis genoeg te lezen. Het bier smaakte weer best.

0700 uur overal bij een scheel zonnetje. Het heeft vannacht weer flink geregend. Gisteravond, licht onder de invloed van het geestrijke vocht, het plan geopperd om eventueel de beroemde reis van Jack The Crow te varen. Even een opheldering over Jack The Crow. De waar gebeurde geschiedenis van een ’typische’ Engelsman met tropenhelm, die in de jaren negentig een reis ondernam in een mini zeilbootje met één zeil en een stel roeiriemen. Zijn plan was om een weekje of twee op een riviertje, ergens midden in Engeland, wat te spelevaren. Het liep lichtelijk uit de hand. Na een jaar, was hij na veel avonturen (piraterij, enz.), en bijna verdrinken, via de Theems, Londen, het kanaal, rivieren in Frankrijk, Duitsland en verdere Oostblok landen (Donau) op de Zwarte Zee aangekomen. Het hele verhaal is in het humoristisch geschreven boek “de wonderbare reis van Jack de Crow” te volgen. Ik zou dan wel niet vanuit Engeland vertrekken, maar vanuit een haven aan de Franse kust.

Frans was onmiddellijk zeer enthousiast over het plan, en stelde voor om Wallie en mij aan de Zwarte Zee met de trailer op te halen en terug naar Zeeland te brengen. Nu weer geheel nuchter lijkt het me toch wel wat te veel van het goede, voorál, hoe vertel ik mijn vriendin dat ik voor een jaartje of zo aan me palen trek. Ook al omdat ze tegen die tijd stopt met werken. En ik krijg haar voor geen goud mee. Egocentrische personen zeggen dan: ‘je bekijkt het maar, ik ga’. Zo zit ik dus niet in elkaar. Na vers brood gehaald te hebben gingen de lijnen los en vertrokken we uit Elburg. Voorbij de brug bleek het krap aan bezeild, dus gingen de zeilen omhoog. Al kruisend kwamen we bij de Bremerhoek, waar het vaarwater nauwer wordt en een bocht neemt. Niks vermoedend nam ik de bocht en kreeg plotseling de volle windkracht zes te speuren. Recht op kop! Wallie was ongereefd, dus dan heb je plotseling de handen vol om Wallie te mannen. Uitwijkend voor een motorjacht raakte ik even buiten de boeienlijn en zat gelijk muurvast op het zand. Zwaard omhoog en gijpend geprobeerd om weer in het vaarwater te komen. Vervolgens liep ook het roer vast. Wallie heeft geen klaproer. Zeilen naar beneden en verwoedende pogingen gedaan om het roer omhoog te krijgen. Dat lukte in eerste instantie niet. Op de een of andere manier lukte het toch om even in een dieper stukje te komen en kon ik het roer in het verlengde van de gleuf draaien, gelukkig, het schoot omhoog. Verder was het geen probleem meer, fok er voor en sturend met de riem kwamen we weer in het vaarwater. Gemakshalve bleven we verder maar op de motor varen. Ik voelde er niets voor om weer ergens vast te lopen hoewel de ruimte om te kruisen hier groter is. Wallie vroeg om het tweede rif en de druil moest ook gereefd worden en dat vond ik hier tussen het vele jachtverkeer iets te veel gedoe. Afgemeerd in de Knar jachthaven en ’s avonds een wandeling door Harderwijk.

Zaterdag, 07-07, zwaar bewolkt, 2-5 zuidwest, 18-22º 1000mb. Droog, regen. Fris, rot weer.

0645 uur overal. Een licht stijgende barometer en de wind is wat uitgebriest. De vrijdag hebben we schuilend in Harderwijk doorgebracht. Windkracht acht. Goodby Harderwijk. Op het meer gekomen bleek er toch nog een flinke zee te staan en de wind was natuurlijk weer recht op kop. Eerst even afmeren aan de nieuwe voorziening bij het opgespoten eiland. Wallie werd goed gereefd en verder gingen we weer. Na een half uurtje kruisen in de geul bleek het toch onbegonnen werk te zijn, te veel verkeer en in het achterhoofd de gedachte aan weer vastlopen. De zeilen naar beneden en op de motor verder. Bij Nijkerk een korte stop bij de sluis om benzine bij te laden en zelf water te laten. Dan door de sluis en verder hakken. Voor Huizen was het genoeg en meerde ik af in de gemeentelijke jachthaven. Tegenover het restaurant, waar we de laatste voorjaarsbijeenkomst gehouden hadden. En omdat we hier prima beschut tegen de wind liggen, en de zon inmiddels rijkelijk schijnt, nodigde het terras aan de overkant me uit tot het nuttigen van een paar koele snuffels. Vervolgens mijn plichten voldaan bij de havenmeester en met de inboorlingen verder gevierd in het clubhuis van de vereniging. Nat, maar gezellig.

Zondag 08-07, Half bewolkt, 2-4 nw., 18-24º 1002mb., droog, mooi weer.

Tegen 0800 uur kwam er leven in het geraamte. Een behoorlijke kater. ± Tien uur de haven uit en onder zeil. De wind was slap uit noordwest, dus ging na een half uurtje de motor weer aan. De bedoeling was eigenlijk om vandaag nog Durgerdam te halen. Onderweg drie Drasjes gesignaleerd. Een was zo dicht bij (de naam weet ik toch echt niet meer) dat ik bijdraaide en een praatje wilde maken. Ze schenen het niet op prijs te stellen, ze kwamen vrij stuurs over. Er zijn dus schijnbaar ook onvriendelijke Drascombe schippers.

Voorbij de brug konden de zeilen het weer overnemen en gingen we kruisend het nauwe stuk uit. Door het mooie weer en de zondag was het afgeladen vol met schepen. Voorbij de jachthaven kon ik gelukkig tot de dijk door zeilen en buiten de vaargeul blijven. De wind kreeg er ook steeds meer zin in zodat het nog een fijne zeildag werd. Tegen zes uur in de hoek bij Durgerdam achter de spijker. 0700 uur overal, na een rustige ankernacht. De wind was tijdens de nacht weer naar zuidwest gekrompen, zodat we nu op lagerwal liggen. Gelukkig had ik daar gisteravond al rekening mee gehouden, voldoende lijn gezet en een extra gewicht mee uitgevierd. Het gewicht komt ± een halve meter boven de bodem te hangen en zorgt er voor dat de hoek mooi klein is. Het weerbeeld is weer het zelfde. Onstabiel. Tegen tien uur door de sluis en afgemeerd in de Sixhaven. Het was nog droog, dus werd er gelijk met de mastenklus begonnen. Ditmaal vergat ik niet om de mast te borgen. Verder een douche- en wasdag. Het bezoek aan de familie in Purmerend verviel doordat ze op de camping in Egmond aan zee zitten. Morgen naar Volendam om de verjaardag van Doortje, de vrouw van mijn jongste broer te vieren.

De volgende morgen tot elf uur het vertrek van de boten aangekeken. Altijd weer een belevenis in deze mudje volle haven. De boten worden steeds groter en meren dan langszij de palen af. Met gevolg dat de kleine boxen vaak onbelegd zijn. Of, zoals ik de volgende morgen beleefde, dat je er niet uitkomt voordat de grote jongens weg zijn. De beste stuurlui staan meestal op de wal en hebben dan op plat Amsterdams hun commentaar gereed. Een ‘schipper’ liet, bij het uitvaren van een groot huurjacht, honend horen: ‘dat huurt dan een boot en kan niet varen’. Maar toevalligerwijze deed de buitenlandse (ik geloof een Rus) schipper het prima. En zonder zijn boegschroef te gebruiken. Toen even later het honende schippertje vertrok was het lachen geblazen. Werkelijk alles ging mis. Palen rammend en de pikhaak verliezend vertrok hij met een rode kop. Ook nog een gesprek met de voormalige Drascombe-schipper van de Zeezot. Hij lag met z’n twaalf meter jacht in de haven en ging morgenvroeg met het grote avontuur beginnen. Een wereldreis voor onbepaalde duur. Ik wenste hem, wel wat jaloers, een zeer goede reis en veel avontuur toe. Van de havenmeester kreeg ik te horen dat het de afgelopen nacht op het IJsselmeer flink gespookt had. Veel onweer en wind. Dan met de pont naar de overkant en met de bus naar Volendam voor het verjaardagsfeest. Een gezellige dag en avond doorgebracht met de familie. Als verjaarsgeschenk nieuwe vloerbedekking in de caravan gelegd. Toch nog een aardig klusje. Morgenvroeg vertrekken ze voor vier weken naar Frankrijk. Met de laatste bus weer terug naar de boot. De volgende morgen kon ik pas tegen elf uur, nadat de grote langslapers vertrokken waren, de vrijheid opzoeken. Over de vaart tot iets voorbij Maarsen valt weinig te vertellen, alleen dat alles weer onder regenachtig weer verliep. We liggen nu afgemeerd tussen de waterplanten in een oud vervallen droogdokje dat overgebleven is van een gesloopt werfje. Het is nu een braakliggend terrein, wat ongetwijfeld in de toekomst wel weer bebouwd zal worden. De laatste schutting in Utrecht haalde ik sowieso niet meer en hier lig ik rustig én vrij van rovende lieden die interesse in mijn benzinetank hebben.

Donderdag 12-07, zwaar bewolkt, 3-6 zuidwest, 18-20º 1002 mb., fris en druilig weer.

0700 uur overal. Het is nog frisjes, toch maar in m’n blootje een wasbeurt. Ik vond me eigen toch wel wat stinken. En dat wil wat zeggen als je zo ver ben. De weerberichten voor het weekend gaan naar het andere uiterste toe, temperaturen tot over de dertig graden en zondag hevige onweersbuien. Een idiote zomer tot nu toe. Tegen halftien vertrek uit het dokje, er moest geboomd worden. De waterplanten waren niet goed voor de motor. In de sluis van Utrecht kwam er een oudere heer op mij toe en vroeg of ik ook bij het betalen een kwitantie van de sluismeester had ontvangen. Nee dus. Hij vertelde vervolgens dat hij hier vroeger ook als sluismeester had gewerkt en dat ze vaak het geld, dat ze zonder nota incasseerden, in de fooienpot, of in eigen zak staken. Stoute jongens toch, die sluismeesters. Ik kan er niet wakker van liggen. Verder varen en tegenover de roeivereniging afgemeerd voor benzine en een friet met kibbeling.

Dan op weg naar Gorkum, waar we tegen zeven uur in een druilige regen afmeerde. De volgende morgen de masten omhoog en tegen twaalf uur door het sluisje. Het is droog en de barometer en de temperatuur lopen omhoog misschien wordt het dan toch nog zomer. De motor moest het werk weer doen. Wind was pal tegen en kruisen op de Merwede is uit den boze. Via de Biesbosch, Amer en het Hollands Diep naar de Volkeraksluis. Bij de bocht naar de Noord konden de zeilen het weer overnemen. Ik kreeg eerst nog bij Willemstad het idee om voor een nacht in de grote nieuwe jachthaven af te meren. Dat was nieuw voor mij. Laat maar, dat komt een andere keer wel weer eens. Ook het koude bier kon me deze keer niet verleiden. Verder naar de sluis en achter de spijker op het zelfde plekje waar de reis was aangevangen. De wind belooft nu uit de zuidelijke hoek te blijven waaien, prima. Terwijl ik in de hoek roeide zag ik uit één oog dat er een klein, doch mooi zeiljachtje lag, met een duidelijk geïnteresseerde bejaarde schipper. Er werden wat foto’s genomen maar verder geen contact. Het is inmiddels acht uur en er moet nog een warme hap klaar gestoomd worden. De zon schijnt voor het eerste keer sinds weken uitbundig, ik zit in mijn T-Shirt! Dat is deze zomer nog niet veel voorgekomen.

Zaterdag 14-07, licht bewolkt, 2-6 zuidwest, 24-26º, 998mb., droog, regen, mooi weer.

0600 uur overal. Op een rustig briesje uit zuidelijke richting werd er genoten van een rustige ankernacht. Soms zijn de ankernachten het einde. De temperatuur is al opgelopen tot vierentwintig graden. Bij het ankerop gaan zeilde ik op fok en druil voorbij het jachtje, waarvan de schipper gisteravond de foto’s had genomen. De schipper was ook een vroegopstaander, want hij kwam de kajuit uit, riep mij aan bij mijn naam en wenste mij een goede vaart en een tot ziens. Bij mijn verwonderde vraag hoe hij aan mijn naam kwam vertelde hij dat hij mijn verhalen op het internet gelezen had. Later kreeg ik de foto’s op een CD thuis gestuurd en in de begeleidende brief vertelde hij dat zijn naam Jacob van der Schaaf was en dat hij een ex Drascombe zeiler was. De lugger ‘Waer & wijn’ was zijn boot geweest. Tijdens het schutten draaide de windmolens weer in de zuidwestelijke richting, geen gunstige ontwikkeling.

Het kruisen is hier door het vele beroepsverkeer niet zo gunstig. Tot het plaatsje Tholen, via het Schelderijnkanaal, werd er dus gemotord. Na de korte stop voor benzine verder naar de sluis en aldaar voor anker. Hoogwater om 1645 uur, dat was een boffertje. De wind was intussen hard geworden, er werd dus gereefd. Na het schutten en op open water gekomen bleek de wind weer totaal ingeslapen te zijn. Wallie was duidelijk ondertuigd. Ik had geen zin om alles weer te ontreven, dus ging het op de motor verder. Na het schutten door de Zandkreeksluis achter de spijker op ons vertrouwde stekkie. We zijn weer thuis. Alles met alles een toch wel mislukte zomerreis.

Zondag 15-07, licht bewolkt, 2-5 oostnoordoost, 23-30º, 1002mb., onweer, regen, droog.

Na een uitslapertje waren we tegen elf uur klaar om te vertrekken. We hebben de eerste onweersbui weer achter de rug, maar nu lijkt het mooie weer er aan te komen. De temperatuur loopt op en de zon gaat flink schijnen. De noordoosten wind was gunstig om op het gemakje naar de thuishaven te zeilen. Einde van de zomerreis.

Een groet aan alle lezers en lezeressen en een toedeloe!

Reijer Bergsma