Traditioneel Winter Weekend 2007, zoals beleefd op de KITTIWAKE

Donderdagnacht, 23:45 25-10-07, en de slaap wil niet komen… H

et TWW weekend staat voor de deur, het schip is voorbereid, getest en in orde bevonden, maat Lex is al in droomland en de schipper ligt te woelen. Het is de spanning en opwinding van de eerste echte meerdaagse tocht met mijn Coaster KITTIWAKE, naar een tamelijk afgelegen stukje Waddenzee in een jaargetijde waarin de meeste mensen spannende verhalen bij de kachel lezen, en hun boot zeker al in de winterstalling hebben liggen. We kunnen niet de volle 5 dagen maken zoals gepland, maar zullen het met 3 dagen moeten doen. Gisteren ben ik met de schipperse naar Den Oever gegaan om op het ralley point te kijken welke schepen er gearriveerd waren. The City of London met Michel en Antoine druk in de weer om de tent te plaatsen lag afgemeerd in de buitenhaven van Den Oever. Het was een gure avond, en na een korte kennismaking hebben we ze alleen gelaten, met de verwachting dat we elkaar ergens bij Vlieland zouden treffen.

Als de wekker afgaat is het vrijdag 26-10-07 03:45.

Ik ben zelf ook áf! Waky wake, rise and shine!! Een snel ontbijt, aankleden, auto starten, en binnen 20 minuten onderweg naar de botenhelling aan de Waddenzee, waar de reis zal aanvangen. Volgens berekening zullen we met het laagwater de boot op het Kuitje te water laten, en met het restje van de eb het Balgzand afvaren zodat we met de kentering in het Marsdiep liggen en dus het opkomende tij kunnen gebruiken om via de Texelstroom naar het wantij in de buurt van de Cocksdorp te komen. Een goed plan. Na de routine van het overigens probleemloos optuigen zal rond 04:50 de maat tijdens het tewaterlatings ritueel melden dat zijn lieslaarzen vol water staan. Toch lastig in het donker, op een onbekende glibberige helling met een boot in de hand terwijl de getijdestroom gestaag langs kabbelt. Uiteindelijk ligt de boot aan een van de palen van de helling en kunnen we de afvaart voorbereiden. De schipperse is terug naar huis met auto en trailer, en gaat nog lekker de warme kooi in. Wij kerels gaan een gitzwarte nacht in…

05:15 Het is volle maan, echter een dik wolkendek laat totaal geen licht door. Het enige schijnsel is van het gascompressie station, welke de Oostoever in een spookachtig schijnsel zet. Als achtergrond verlichting moeten we dit zien te gebruiken om de staken welke het vaarwater markeren te identificeren. We zeilen in de luwte van de dijk, en zien de staken moeizaam. Ik maak me zorgen omdat we de Napoleon dam, een basalten dam welke een tamelijk kleine slecht gemarkeerde doorvaart heeft, moeten passeren. Ook weet ik dat een aantal staken zijn afgebroken op de waterlijn en “holy sh*t” We zijn zojuist over een staak geschoven! De boot maakt een gier naar links en draait richting de ondiepte. Een hoop gerammel aan het roer en plots stil. Klaarblijkelijk is de staak los, en vervolgen wij onze aanloop naar de doorvaart. Stuurboord uit, en terug op koers. Dan komt de doorvaart in zicht, dat wil zeggen de staken, met radarreflectoren erop, en moet ik iets BB uit. Helaas, het roer wil om onduidelijke reden wel SB maar niet BB uit! In een flits bedenk ik me dat het roerblad door de staak is opgedrukt, en nu klaarblijkelijk tegen de slijtlijst blijft hangen. Een flinke haal aan de roerkoning, en ik voel ‘m loskomen. Terug op koers. Door de doorvaart het Marsdiep op.

05:35 Ruim water, gitzwarte nacht, kentering en op weg om hoog aan de wind over te steken richting de veerhaven van de Texelse boot. Met een rifje in het grootzeil, de volle bezaan en fok erop loopt ze als een goudhaantje. Weer schuiven er grote tonnen vanuit het niets vlak langs! De uitkijk heeft een serieuze taak, want zeker nu de kentering is geweest gaat het al snel pittig stromen. Ter hoogte van het NIOZ pikken we de boeienrij op welke ons langs Oude Schild zal voeren. Halve wind nu, het loop voorspoedig, zeker nu de vloed goed doorzet. Even voorbij Oude Schild is het nautical twilight, en kunnen we de grijsvarianten van de Waddenzee langzaam maar zeker waarnemen. Texel is nu ook goed visueel, en we gaan gestaag op de ondiepten ten zuid oosten van de Cocksdorp af. Namen als Vlakte van Kerken, Breesem en Scheer doemen op op de kaart. Vuurtoren Eierland van de Cocksdorp is nu goed zichtbaar, en van hieruit trek ik twee peiling waartussen ik de boeienlijn naar het wantij van de Scheer wil vinden. Het opkomende tij heeft ons ongemerkt toch meer oostelijk richting het Scheurrak weggezet als dan verwacht, dus flink opsteken. We varen goed bezeild het Scheer op en noteren om 0930 de oost kardinaal staak! Foto’s maken, thee zetten en genieten van het feit dat we midden op het wantij liggen, beseffend dat de eerste milestone is gehaald. Op een of ander vreemd en ogenschijnlijk verlaten vaartuig na zijn we helemaal alleen. Ook zitten we op de kentering hoogwater, dus we voelen ons veilig. Rustig de staakjes afvarend gaan we NW richting het Vogelzwin. De wind is wat aan het afnemen, het rif gaat eruit, en langs de zuidkant van de Ballastplaat schuiven we langzaam met een gestaag toenemend afgaand tij richting het Robbengat. Ons doel om vanmiddag af te meren op het Posthuiswad zou wel eens in gevaar kunnen komen omdat we na het ronden van de uitloper van de Hengst in het Engelschmans Gat in een veel te grote tegenstroom kunnen komen van het aflopende water van de Waardgronden. Dit zou gedwongen wachten betekenen, en dus te laat aankomen. Om toch ons doel te halen hebben we besloten om de hele uitloper af te snijden. Dit was een snel beslismoment want de ebstroom zette flink door. Bij de laatste staak onder aan de ballastplaat, zo net voor de W kardinaal VC6V zijn we SB uit gegaan, op een N koers om zo in een keer de Steenplaat over te steken. Het zwaard kwam gelijk al los, dus gelukkig ruim bezeild kon het zwaard omhoog en het roer eruit, en de lange stuurriem erin.

In tegenstelling tot de mensen die de diepte verafschuwen, heb ik wat moeite met ondiepten. Vooral in een gebied waarvan ik twijfel of de kaarten welke mij ter beschikking staan accuraat zijn, het tijdens afgaand tij gebeurt, de mogelijke onvrijwillige droogval plek midden in de Eierlandsche Gronden liggen, en het in de maand oktober is. Zand en schelpen glijden geruisloos onder de bodem door, en gefascineerd zie ik dit stukje hard Nederland onder mij door schuiven. Als het maar vlak is, als we er maar snel genoeg af zijn, als er maar geen drempel in de overgang naar de Kolk ligt. Wat als we vastlopen, afstappen en terugduwen?

Ondertussen heeft maat Lex in alle koelbloedigheid een lekker bakkie koffie gezet, en krijg dit tot mijn stomme verbazing uitgeserveerd in een porseleinen kopje met bijbehorende schotel! Dit verhoogde het vertrouwen in een geslaagde crossing van de Steenplaat aanzienlijk. En inderdaad, na een aantal kleine bumpjes over het strand in wording voeren we de Kolk in waar we de stroom recht op de kop hadden. Vanaf het wantij naar de Kolk duurde precies een uur, maar was een spannend stukje wat veel langer leek te duren. Na het inmelden bij observatiepost Cornfield hebben we de ijzeren fok gestart, en zijn volle kracht vooruit richting het Posthuiswad gevaren. Inmiddels krioelde het van de zeehonden, welk nieuwsgierig onze kant uitblikten. Het getijde in het Keteldiep welke vlak onder de wallekant van Vlieland loopt, stroomde zo hard, dat er weinig vooruitgang in zat. Bij het Langegat ging de stroom eraf en konden we weer zeilen. Weinig wind, en volgens berekening draaide we om 12:00 vanuit het Langegat naar een NNO koers het Posthuiswad op waar we de TCOL in de verte zagen. Ook kon ik twee Drascombes zien, welke hoog op het Posthuiswad zeilden. Ook hier weer over op de stuurriem, zand en schelpen onder de kont door, en een prachtig rendez vous met de gebroeders Maartens. Met de prikstok als maatvoering scheerden zij langs met de mededeling dat we “naar het puntje gingen” Puntje, puntje? Zeker de place op het Posthuiswad to be? Dus omgekeerd, achter TCOL aan en op naar het “puntje”. In volle vaart door het Keteldiep richting de Kolk. “Waarom vaar ik achter iemand aan als ik eigenlijk niet weet wat ‘ie precies bedoeld?” Vraag ik mijn maat Lex. Vooral de kostbaar bevochten mijltjes om op het Posthuiswad te komen zijn in een vloek en een zucht weer ingeleverd. Me erbij neerleggend dat ik de nacht dus niet op het Posthuiswad zal doorbrengen zeilen we westwaarts naar de uitloper van de Hengst om daar ten anker te gaan. Achter de VH3 gaat het onvolprezen Fortress lichtgewicht anker overboord, en een serene rust daalt op ons neer. Meeuwen, zeehonden bij de vleet, en heel ver weg het geroezemoes van mensen op het strand bij de vuurtoren van de Cocksdorp. Wat een plek om te liggen. Koffie en een hapje eten, en dan even een heerlijk uurtje knorren.

Zo rond 16:00 is het laagwater en gaan we anker op. Met dat we losgaan is de wind nagenoeg verdwenen. Dus roeien we ons rond de uitloper om terug het Robbengat in te komen. Daar pikt de ebstroom ons op en strevelen we via het Vogelzwin het Foksdiep in. Het is nu al bij zessen, en we besluiten de nacht door te brengen in het Foksdiep, voor het wantij Binnen Breesem.

Om 18:06 gaat het Fortress anker erin, en maken we ons gereed voor de nacht. De TCOL hebben we pas later zien vertrekken, en ze moeten wel last van het opkomende tij hebben gehad. Pas veel later kwamen ze het Robbengat binnen, en zijn naar de aanloop van het wantij Scheer gevaren. Na wat ge SMS’t te hebben, zijn we aan de avondtafel gegaan, en hebben de avond afgesloten met een goeie Whiskey.

Zaterdag 27-10-07 09:00.

Wakker worden op het Foksdiep. Wie heeft het… Een grauwe ochtend, er staat flink wat wind, dus er gaat een rif in. We ontbijten met roggebrood en eieren. Boel aan kant, tuig nalopen, en om 11:00 anker op. Wind is omgegaan naar de ZW, en we moeten motorend het wantij op. De staken zijn op cruciale punten mankerend, en het vinden van de weg is een inspannend karwei. Over het wantij begint de zeegang toe te nemen, en we maken geringe voortgang. Toch lekker die Helly Hansen pakken! De spray komt flink over maar koud is het niet. Als we uiteindelijk om 12:10 van de ondiepte zijn gaat het zeil omhoog, en kunnen we met grote slagen richting het Scheurrak. Het tij loopt dan al af, en met een dikke 4 en matig zicht gaan we op zoek naar de betonning van het Scheurrak. Hierbij komen we uiteindelijk bij het begin van het Vaarwater Beoosten de Javaruggen, en gaan overstag richting Texel. We worden opgelopen door een aantal platbodems en scherpjachten welke waarschijnlijk vanuit Friesland komen. Onze slag gaat zo hoog mogelijk richting de Lutjeswaard, en bij het hoogte houden kruipen we boven het Nesserzand over de mosselpercelen heen. In ons ethousiasme hebben we het Vogelzand niet goed op het netvlies, wat resulteert in een niet al te duidelijke positie ergens in het Oergat. We schuiven met zeer weinig water door het Oergat naar het vaarwater over de Bollen. Vanaf hier gaat het ineens erg hard. Met het hoogte houden worden we voorbij Oude Schild gezet, en moeten afvallen om de haven te bezeilen. Uiteraard zeilen we naar binnen, onder bewonderende blikken van badgasten. Dat hebben we toch maar even gefixed! Roeiend komen we aan in de jachthaven WSV Texel, en meren af voor de nacht. Na een goede stevige bruine bonenschotel visiteren we de kroeg op de jachthaven voor het innemen van de broodnodige bieren, en gaan dan gereed maken voor de nacht. De weersverwachtingen zijn onheilspellend, met een weersverwachting van ZZW6.

Zondag 28-10-07 07:00.

Het waait hard, zelfs in de beschutting van de jachthaven giert het eroverheen. Gaan of niet, dat is de vraag. Je laat je boot niet graag achter, zeker niet als het vlak om de hoek thuis is. Na nog een weerbericht te hebben genomen besluiten we toch te gaan kijken of het kan. De kentering hoog is net geweest, dus we moeten opschieten om maximaal van het getij te kunnen profiteren. 2 riffen in het grootzeil, fok 1/3 ingedraaid, en een puntje bezaan moeten genoeg zijn om ons terug naar het vaste land te brengen. Motorend verlaten we Oude Schild, en in de havenmond hijsen we de zeilen. Tussen de pieren komt de wind al vol inzetten, en ik bedenk me of het voor het opkruisen niet te veel van het goede is. We besluiten dat we een aantal slagen gaan maken en dan beslissen of het kan of niet. Het effect van wind tegen tij begon al langzaam aan te sterken, en er kwamen al vervaarlijke witte koppen op de Texelstroom. We namen water met bakken over, en het grootzeil werd geborgen. Alleen op een puntje fok en een halve bezaan liep ze nog steeds redelijk. De zeegang werd steeds oncomfortabeler, en het bergen van het grootzeil was een verstandige keuze. Ik begon te twijfelen aan de juistheid van mijn beslissing v.w.b. de belasting waar ik de Kittiwake aan blootstelde. Zo in de haven of tijdens het klussen lijken zaken als boegbeslag en wandputtings hele stevige constructies. Kom je daarna midden in de steile zeeën op de Texelstroom en Marsdiep waar wind hard tegen het tij ingiert, dan begin je er toch heel anders tegenaan te kijken. Dan worden het ineens akelig dunne RVS beugeltjes die door het dek heen geboord met moertjes ergens daar beneden vast zitten. Vanwege het zware slingeren heb ik het zwaard 2/3 opgehaald, om zo de belasting op de zwaardkast te verminderen. Door de geringe zeilvoering was er weinig druk op het zwaard, terwijl de slinger motie groot was. Dit resulteerde in een hevig klappen van het zwaard in de zwaard kast. Door de schoorlat welke de bovenzijde van de zwaardkast met de romp verbindt bleef de beweging van de zwaardkast zelf in ieder geval tot een minimum beperkt.

Ter hoogte van het Gat van de Stier ging het echt goed los. Zeegang maximaal, weinig effect van het afgaande tij wat ons richting Den Helder moest stuwen, veel drift door weinig zwaardvoering, en ik begon een wat krakend en rammelend gevoel in het roer te krijgen. Kruipend en tergend langzaam wonnen we hoogte om uiteindelijk af te kunnen vallen richting Balgzand, hogerwal, dus rustig vaarwater. Vanwege de mossel proef percelen in de ingang van het Malzwin moesten we relatief veel hoogte winnen om uiteindelijk naar de hogerwal te kunnen afvallen. Met nog steeds een harde wind, maar met een snel afvlakkend zeetje was Den Helder uiteindelijk goed te bezeilen. Korte tijd later lagen we tussen de vertrouwde pieren van de Marine Haven en na een vlotte schutting door de Koopvaarders schutsluis weer op zoet water. Een machtige tocht was ten einde, de doelen gehaald, en het vertrouwen in het schip flink toegenomen.

Een aantal lessen heb ik geleerd (en soms herbeleefd), ik wil ze u niet onthouden. Waarschijnlijk trap ik allemaal open deuren in, maar toch… Loop niet in het donker met een waadpak of lieslaarzen te ver het water in. Stap je het diepe in dan kun je top side down komen te liggen, waarbij je laarzen als drijvers fungeren. En je dus verdrinken kunt. In het donker over de Wadden varen is zeker niet zonder gevaar. Zeker vanwege de stroming lijken boeien vooral in het donker doelgericht op je af te komen. Vertrouw niet blind op kaart en of plotter. Zeker in het Eierlandsche Gat is de weergave van de diepten en banken etc niet accuraat.

Vertrek bij harde wind liever ondertuigt weg. Een zeiltje is zo gezet, weghalen is lastiger. Misschien zelfs in sommige gevallen helemaal niet weggaan. Controleer roer en zwaard mechanieken goed voor vertrek (winterklus). Bij harde wind in combinatie met flinke zeegang krijgt het zwaard het zwaar te verduren. Mijn roer is door een oude beschadiging op het scharnierpunt wat ontzet geweest, en is daarom in bovenste stand blijven hangen. Hierdoor liep hij tegen de slijtlijst vast. Ook is de scharnierpen blad/koning versleten, en heeft teveel ruimte. Is dit eenmaal zover dan gaat het verder slijten hard. Maak een goed reisplan. Zeker in het najaar is het weer een factor welk plannen in no time ongeschikt kunnen maken. Achteraf was het volgen naar “het puntje” een zeer gunstige wending in het reisplan. Hierdoor kwamen we vwb de terugreis beter in ons reisschema te zitten. De reis vanaf Oude Schild naar Den Helder is qua verheid geen wereldreis, maar het gevecht tegen wind en tij maakte het wel het zwaarste stuk van al. Zelf hadden we eigenlijk 1 dag spare tekort.

Laat zeekaarten insealen. Dan hou je aan het eind niet een of ander zout papperig vodje over! Mooier is om een kopie te trekken en deze in te sealen. Heb je een mooi exemplaar om met een vetpotlood te bewerken. Als ik tijd heb ga ik dit jaar zeker weer. De Waddenzee is altijd al een rustig gebied, maar in oktober waan je je helemaal alleen op de wereld.

Marc Langbroek, Coaster KITTIWAKE