Zomerreis van de Walvis in 2006

Ik heb er lang over nagedacht en uiteindelijk toch besloten om een verslag te schrijven over de afgelopen zomerreis.

Het is toch weer niet volgens de planning verlopen. Ook ben ik zelf niet helemaal tevreden over de reis. Allereerst was de startdatum verschoven naar eind mei, dit door de plannen van mijn vriendin. En die komt, zoals jullie waarschijnlijk al wel opgemerkt zullen hebben, op de eerste plaats. Moederdag werd op Fuerte Ventura bij haar zoon gevierd. En dan kwam er bij het optuigen van de boot aan het licht dat het blok waar de zwaardval over loopt totaal uitgesleten was. Het was me de vorige zomer wél opgevallen dat het steeds zwaarder ging om het zwaard omhoog te krijgen. Vaak mompelde ik dan: ‘je wordt oud mannetje’. Het zelfde model was natuurlijk nergens meer te krijgen, dus moest er wat nieuws gecreëerd worden. Dat koste weer een paar dagen denken, boren, zagen, lijmen en schilderen. Uiteindelijk was het resultaat beter als de oude constructie. Ik voelde me weer sterk! Door dat alles was de aansluiting aan de trip van Frans en Margot niet meer mogelijk. Ook was ik besluiteloos over de Oostzee.

De zomerbijeenkomst van Klaas in Denemarken, of de langere reis naar Rügen en Polen. Die laatste reis heb ik zo’n tien jaar geleden al een keer gemaakt, en die wou ik eigenlijk uit nostalgische reden, en voordat de botten te schram werden, nog graag een keer maken. Maandag de negenentwintigste mei was het zover; tegen vier uur voeren we op de motor de haven uit. Na een lange regenperiode waait het nu met een dikke zes uit noordwest. Op fok en druil zetten we koers op de omloop voor de nacht. Het is nog een rommeltje aan boord zodat we de avond benutte om alles netjes weg te stouwen. Ook het reddingsvlot, wat ik op aandringen van de vriendin had aangeschaft, moest een plaatsje op het halfdek krijgen. Het paste allemaal net. Na het eerste biertje en warme hap was het dan ook vlug stil amusement.

Donderdag 01-06 2006, zwaar bew. 5-6 nw. 14-15º, 1012mb, regen, droog, fris.

Na een paar dagen rommelen op het meer liggen nu voor de Zandkreeksluis achter de spijker en wachten op de kentering van het tij. We gaan op de vloed naar de Bergschediepsluis en vervolgens via het Schelderijnkanaal naar Benedensas. Tegen drie uur was het zo ver. Het schutten ging vlot. Daarna op fok en druil op een stevige noordwesten bries koers gezet op Tholen. De Zandkreekplaten lagen nog droog. Het was nat en koud, maar we gingen hard op de bakstag wind. Na het schutten door de Bergschediepsluis konden we nog op het zeil tot aan het plaatsje Tholen, daarna moest de motor het overnemen. Het kanaal was niet bezeild. Gelijk de mogelijkheid benut om de accu op te laden. Tegen negen uur viel het anker op ons plekje in Benedensas en konden we het geraamte opwarmen met hete thee en brood. Geen zin om wat warms te koken. Dan nog een biertje en vervolgens de warme slaapzak in.

Vrijdag 02-06, half bew. 1-3 var. 17-19º / 1017 mb. Droog, fris.

Na het ochtendritueel tegen negen uur anker op. Het werd moteren want er was totaal geen wind. Na de Volkraksluis kon er op een slap briesje koers gezet worden op de Biesbosch. Achter de bruggen moest de motor het weer overnemen. Geen wind en stroom tegen. In de Biesbosch merkte ik dat het Pinksterweekend was, alles lag vol met boten. Verder naar het Steurgat en daar, in een doodlopend geultje, geankerd voor de nacht.

Zaterdag 03-06, zwaar bew. 1-3 zw. 17-20º 1016mb, droog, zo,zo.

± 07:00 uur gewekt door het gekwinkeleer van de vogeltjes. Was en scheerbeurt, plus ontbijt. 10:00 uur door de sluis bij Werkendam. Slappe wind, en stroom tegen zorgde ervoor dat de motor weer z’n best moest doen. Iets na twaalf uur door het jachtensluisje van Gorkum. Gelijk de masten naar beneden, en vervolgens victualiën halen. Daarna douchen en happie koken. Klokslag acht uur stapte Frans en Margot aan boord. Ze brachten een overheerlijke cake mee. Op de wal, op een tochtig terrasje, een biertje halen en wat bijgekletst. Ze gaan dinsdag van uit Zoutkamp verder het wad op. We besloten om telefonisch contact te houden, maar verder onze eigen gang te gaan. Na het bezoek de lijnen los en een paar kilometer buiten Gorkum afgemeerd voor de nacht. Vrij van het dronkenmansgebral in de stad.

Woensdag 07-06, half bew. 1-3 nw. Var.17-20º 1010 mb. Droog ,mooi weer.

We zijn een paar dagen verder in de tijd en liggen in de Sixhaven. De tocht van Gorkum tot hier is zonder bijzonderheden verlopen. Na het ontbijt de stad in voor een oplaadstation op solarcellen. De grote accu toont problemen en is niet meer te gebruiken. Bij een campingwinkel, nabij het het Leidseplein werd ik vondig. Daarna Wallie zeilklaar maken en op de motor naar de sluis. Na het schutten onder zeil. In de hoek, achter de dijk bij Durgerdam, voor anker.

Donderdag 08-06, onbewolkt, 1-3 var. 12-25 º 1015 mb., droog ,mooi weer.

05;30 overal! 07:00 uur anker op en op de motor het buiten IJ af. Op het IJsselmeer een heel flauw zuchtje uit noordnoordoost. Op de motor verder; ik deed toch nog een poging om Frans en Margot in te halen. Bij het paard kon de stinkerd uit en kwam er er een lekker briesje. Tegen twaalf uur afgemeerd in Monickendam en wachten op broer Wim. Het werd vervolgens een gezellige avond met de familie in Volendam. Volendam, als jachthaven, is niet mijn favorieten plek. Of je moet je in het nachtleven van de dijk willen storten! Broer Ane nog even verteld dat de makreel, die hij me in het vorige weekend geschenkt had, vanzelf weg liep, toen ik hem uit de verpakking haalde. Tevens een vriendelijke vraag of hij me daarmee wou ombrengen! Hij vroeg nog wat ik er mee gedaan had. Overboord er mee natuurlijk!

Vrijdag 09-06, onbewolkt, 1-3-5 nno. 17-25 º 1015mb., droog, prachtig weer.

Tegen tien uur vertrek uit Monickendam en onder zeil. Het werd kruisen op een fijn briesje uit de oostelijke hoek. Bij de hoek voor Marken draaide de wind mooi mee naar noordnoordoost. Het bleef dus kruisen. Voor Volendam een forse slag naar buiten en vervolgens weer een slag naar Enkhuizen. Nadat de wind eerst wat insliep (wat betekende dat we flink verlijerde in de richting van Hoorn, waar ik dus niet heen wilde) kwam de wind weer terug en schoot wat uit z’n slof. Het plan veranderde, we gaan naar de overkant. Een fijne trip volgde, met een minpuntje. Ik had de kaart van het IJsselmeer niet mee, dus bleef ik koers houden op de energiecentrale. Uiteindelijk bleek ik te hoog uit te komen. Geen ramp, wat afvallen en daar was de jachtendoorgang in de dijk. Schutten en afgemeerd in de Flevomarina. Na het afmeren bemerkte ik dat de motor weer eens geen koeling had.

Zaterdag 10-06, 1-4 oost-zuidoost, 17-25º, 1014 mb, droog, mooi weer!

Bij het betalen van het havengeld (dan ben je eens braaf) wees de havenmeesteres me er op dat als het havenkantoor ’s avonds gesloten is ik dan aan de meldsteiger moest blijven liggen en niet zelf een box mocht opzoeken. Mijn antwoord was dat ze dan ook maar eens steigers voor kleine bootjes moesten bouwen, want deze was veel te hoog en open. Dát vond ze maar vreemd. Zo werk je in de hand dat je sluipsgewijs vertrekt. De monteur was tot maandag niet bereikbaar, of ik moest een hoop voorrijkosten betalen, dus liet ik me door een zeiljacht naar buiten slepen en ging onder zeil in de richting van Enkhuizen. De Friese kust was niet bezeild op de noordoosten bries. Halfweg de dijk ruimde de wind wat naar het zuiden. Ik liet Enkhuizen vallen en richtte de steven van Wallie op Den Oever. Precies om om 22:15 viel het anker, achter de jachthaven, in de binnenhaven. De zon ging net onder. Een fijne doch lang trip. Op de paar windloze stukken voelde ik me net zo motorloos als de rest van de motorloze Drascombe zeilers. Onderweg nog het nieuwe opgespoten vogeleilandje bekeken. Een verschrikkelijke herrie én visstank van de duizenden watervogels die hier nestelen en rusten. Er lagen verschillende boten voor anker, waarschijnlijk om hier te overnachten. Zij liever als ik met die herrie en stank!

Zondag 11-06, 4-5—0 zo., 17-30º 1012 mb, De eerste hittegolfdag van 2006.

Op de zuidoosten wind, die lekker waaide, was Makkum het doel voor vandaag. Tegen tien uur ankerop en onder zeil. Het grootzeil ging op het eerste rif. Kruisend de toch wel nauwe havenuitgang uit. Buiten gekomen kon er 060* gestuurd worden. Een prima koers. Na een klein uurtje kon het grootzeil ontreefd worden, de wind zakte wat weg. We waren net over de ondieptes bij Den Oever. Nadat we gisteren geplaagd werden door de miljoenen IJsselmeer muggen waren we er nu van verschoond. Waar dat aan ligt mag joost weten. Er stond wel wat meer wind als gisteren, maar het is wel warmer. Voor de Breezanddijk viel de wind totaal weg. Grote blaakte! Na een uurtje wachten, we zijn tenslotte zonder motor, begon ik vertwijfeld te roeien. Het grote witte gebouw van Makkum was in de verte al zichtbaar, maar kwam niet of nauwelijks naderbij. Al zwetend zag ik daar al gauw de onzin van in en hield er mee op. Vooral ook omdat ik met noodriemen roei, die eigenlijk te kort zijn, en waar van het blad ook nog eens te smal is. Mijn nieuwe bestelde riemen van Plastimo waren niet op tijd binnen gekomen. Bravo voor de motorloze schippers, maar voor mij is dat niet weggelegd. Nog maar eens alle gaatjes van het koelsysteem doorgeprikt en de motor aan. Een minimaal straaltje. Op zeer langzaam vermogen, scherp het straaltje in de gaten houdend, verder. Na een half uurtje was dat ook weer verdwenen. Motor uit en de riemen maar weer ter hand genomen. En toen, de weergoden hadden zeker medelijden met die arme zwetende schipper, waren daar de eerste baby-rimpeltjes op het water. Ze werden kussend begroet! Rap de zeilen omhoog en op één slag naar Makkum. Bij de ingang van het kanaal ging er net toevallig een zeiljacht ankerop. Kruisend het kanaal in was vandaag iets te veel van het goede, dus na een vriendelijk verzoek werd ik keurig tot voor de haven van de watersportver. Makkum gesleept. Het eerste biertje uit de koelkast ging er sissend in!!

Dinsdag 13-06, windstil, 24-35º, 1010mb, tropisch warm.

Anderhalve dag, in een tropische hitte, gewacht op de motor. Uiteindelijk bleek het alleen maar vuiligheid in het koelsysteem te wezen. Doorgeblazen met de compressor. Gelukkig geen nieuwe impeller! Vlug de zaak zeilklaar gemaakt en vervolgens op de motor naar de sluis. Het was bloedheet en windstil. Schutten en onder zeil. Door alle beslommeringen was ik eigenlijk te laat in het tij, dus kreeg ik na een goed uurtje het tij tegen. Plus dat de slappe wind ook nog op kop was. Zeilen weg en op de motor verder naar Harlingen. Ik had besloten om binnendoor naar Delfzijl te gaan. Misschien kon ik dan toch nog ergens Frans en Margot treffen. Via het wad had ik door de over het algemeen valse windrichting helemaal geen kans. Na de sluis van Harlingen kon ik tot vlak voor Leeuwarden voor het grootste deel zeilen en de rest moteren. De bruggen zijn allemaal op een na zeilend te nemen. Alleen moet dan wel de gaffel wat zakken. Tegen negen uur op voor- en hekanker in een leuk zijwatertje voor de nacht ten anker. Even gezwaaid naar een kanoër, die aan de overkant in een tentje bivakkeerde; en dan snel stil amusement.

Woensdag 14-06, 3-4 nnw., 20º, 1000mb., droog regenperiodes.

We zijn weer in Nederland; de temperatuur is weer tot normale waarden gedaald. Het heeft vannacht flink geregend. Een praatje met de vertrekkende kanoër gemaakt. Hij was 62 jaar en had een mooie witte baard. Hij had in z’n leven al veel verre tochten op zee gemaakt. Éénmaal was hij gekenterd en na een uur zwaar onderkoeld door vissers uit het water gevist. Zijn kano was zo zwaar bepakt, zodat een koprol niet mogelijk was. Dan hebben wij het maar ruim op onze bootjes. Hij ging nu naar Leeuwarden waar zijn vrouw hem zou oppikken. Door gebrek aan warme kleding had hij het flink koud. We wenste ons beide een goede reis en onze wegen scheidde zich weer. Het werd nu door de noordoosten wind een zeilloze dag. Koud en nat. De leren pilotenmuts moest weer op. Precies zo’n model als de vroegere echte vliegeniers in hun open houten brikkie’s hadden. Doordat ik me ’s winters vermaak met “Flight Simulator” van Microsoft vond de zoon van mijn vriendin het wel een leuk Weihnachts geschenk. Het bracht wel een lach op de gezichten van de passerende luitjes op de jachies. Laat ze maar lachen, hij is heerlijk warm! Tegen zes uur afgemeerd bij de Gaarkeukensluis. Ik had er genoeg van! Hoe kunnen ze zo’n naam voor een sluis verzinnen. Ik krijg dan altijd weer visioenen van lang geleden dat ik, samen met mijn iets oudere broer, met een pannetje, in de rij voor de gaarkeuken in Purmerend stond voor een hap eten. De laatste winter van de oorlog was het in onze buurt hongeren geblazen. Het was altijd rooie bieten of kool!

Donderdag 15-06, 3-4 no., 18º, 1008 mb. Regen en koud.

Gisteravond nog een sms-je van Margot. Ze hadden een feestje op Spiekeroog. Regina van de “Butterfly” was namelijk jarig. Na het feest gaan ze naar Varel en laten daar de boot een weekje liggen en gaan vervolgens naar huis. Misschien geeft dat de mogelijkheid om ze in te halen. Mijn doel voor vandaag is Delfzijl. Tegen tien uur de lijnen los en tegen zes uur, na een zouteloze tocht afgemeerd in de buitenjachthaven van Delfzijl.

Zaterdag 17-06, half bew., 2-4 zw., 18-24º 1006 mb droog , mooi weer.

Nadat we de vrijdag als rust- en boodschappendag hadden benut zijn we nu klaar voor de volgende trip. Ik had besloten om via Leer en Oldenburg naar de Wezer te gaan. Het Duitse wad was voor mij onbekend water. Het navigeren, én de boot bemannen, is dan wel eens lastig. En ik moet eerlijk bekennen dat ik ook niet zo dol op droogvallen en zo ben. Ik vind de natuur daar prachtig, maar ik vaar toch liever met wat water onder de kiel. Ook merk ik dat ik toch wel een enorm gewoontedier ben! Meestal pak ik onderweg steeds de zelfde havens en vaarwaters. Ik dacht eerst later aan de mogelijkheid om via Emden en het Eems-Jade-kanaal naar Wilhelmshaven te gaan. Laagwater was om elf uur. Half tien gingen de lijnen los om met het laatste beetje stroom het zeekanaal af te varen. De wind kwam uit de zuidwesthoek en blies met een viertje. Dat leverde een prima bezeilde koers naar Leer. Tot Emden hadden we nog wel de stroom tegen, wat voor een flink zeetje zorgde. Tegen vier uur, na een fijn tripje op een loeiende vloed, afgemeerd aan de wachtsteiger van de sluis. Na het schutten gelijk de masten naar beneden. Morgenvroeg moeten we om acht uur door de sluis. Er word hier maar drie maal per dag voor de “sportboten” geschut. Je kan wel, als je geluk hebt, met de beroepsvaart mee.

Dinsdag 20-06, licht bew., 2-3 zw., 18-24º, 1003 mb., slecht weer op komst.

De toer tot Oldenburg is zonder bijzonderheden verlopen. Of het moet de nacht-wachttijd zijn die we voor het eerste sluisje bij het Elisabeth-veenkanaal moesten doorbrengen. Omdat het bloedheet was zocht ik verkoeling op het terrasje van het kroegje tegenover de sluis. Otto, de oude baas, die de nering bedreef, lade me vol met heerlijk koel bier en vertelde over vroeger, toen hier nog de Hollanders met hun platbodems turf kwamen laden. Zijn lokaal hing vol met oude foto’s uit die tijd. Nu zijn ze er ook nog wel, alleen zijn de schepen iets groter en gaan via het kustenkanaal. Daar laden ze vermalen turf in en varen er mee terug naar Nederland. Daar wordt het met compost vermengt en dan wordt het weer naar Duitsland verscheept en verkocht als ‘Hollandse’ potaarde. We zijn nu weer op getijdenwater in Oldenburg en liggen bij de jachthaven OYC. Douchen, scheren en wachten op Kurt. Hij komt me op halen voor een feestavond in Varel. Tegen elf uur stapte hij aan boord en nam een paar foto’s van Wallie. Dan op weg naar Varel, ± 40 kilometer. Een prettig weerzien met Frans en Margot die vanmorgen uit Wilhelmshaven waren vertrokken, nadat ze gisteren onder een dreigende onweerslucht beschutting in de haven hadden gezocht. Het werd verder een heel gezellige dag en avond met de nodige bieren en braadworsten. Voor de nacht kreeg ik een vorstelijke slaapplaats in een tuinhuisje, wat speciaal voor zulke gelegenheden was uitgerust. Helaas, voor mij, hadden Frans en Margot het plan opgevat om samen met Kurt en Regina een week op het Noordfrieslandsche wad te gaan zeilen. Ze gingen er met de trailer heen. Vervolgens gingen ze een week naar huis en dan vandaar uit verder met de trailer naar Denemarken. Jammer, maar geen verdere samentrip.

Woensdag 21-06, zwaar bew., 3-4 zw., 10-22º 998 mb., droog, regen, vies.

Tegen tien uur was ik weer terug op de boot en maakte haast om Wallie vaarklaar te maken. Het was hoogwater. De masten moesten voor de eerste drie bruggen nog beneden blijven. Daarna wou ik aan een drijvend steigertje afmeren om de masten te zetten. Volgens de schipper van een jachtje kon ik niet met staande mast onder de bruggen door. Misschien was er in de tussentijd een nieuwe brug bij gekomen, dus gingen we op de motor verder. Het was jammer, want het was bezeild. Voor Elsfleth kreeg ik woorden met een knorrige oude visser. Ik voer naar zijn idee te dicht aan z’n lijnen voorbij. Naar mijn idee niet. Ik moest een bril aanschaffen! Ik vertelde hem dat hij een zeer vriendelijk mens was, en dat hij, in zijn kwaadheid, vooral op moest passen dat hij niet van het steigertje af zou vallen. Het zou doodzonde zijn als hij verzoop! Dat kon hij niet waarderen. Dat ik geen dooie vis naar mijn hoofd gesmeten kreeg vond ik toch wel aardig. Inmiddels liep er een dijk van een stroom, dus verviel het plan om in Elsfleth te overnachten. Ook weer zo’n spaarzaam werkend sluisje. Ook was ik daardoor buiten bereik van de oude visser. Je weet maar nooit; ik ben een voorzichtig mens! Ik had nog twee en half uur eb te goed, dus vlogen we met gestrekte masten verder de Wezer op. Dat scheelde weer twee maal rommelen met de masten. Hopelijk houdt de motor het vol, en blijft de koeling intakt. Ik bleef dicht onder de oever varen, om bij eventuele storingen op het anker te gaan. Wind en stroom mee zorgde voor een glad zeetje. Tegen vijf uur liepen we Bremerhaven aan en meerde we voor de nacht af aan de Geeste.

Donderdag 22-06, half bew., 5-6 zw., 18-22 º 1000 mb., droog, regen, fris.

Klokslag zeven uur werd ik gepord door twee maal luidkeels gebrul van: “Guten Morgen Herr Hauptmann”. Met mijn slaperige kop uit het luik ontwaarde ik aan de overkant een groep van plusminus honderd man, vermomd in zeemansuniformen. We bleken tegenover een opleidingskazerne van de Kriegsmarine te liggen. Dát zijn nog eens militairen! Dan maar gelijk uit de veren, ontbijten, benzine halen en op weg naar de sluis, waar we gelijk door konden. Na een tiental kilometers kwam ik voorbij een doodlopend geultje en besloot tot een rustdag in het groene. Hekanker uit en roeiend naar een oud vervallen bruggetje, op het einde van de geul. Een zachte bons vertelde me dat ik tegen het hout opzat. Vlug naar voren lopend en de voorlijn pakkend sprong ik, terwijl Wallie door de tegenwind alweer terug dreef, midden op het bruggetje. En dát bleek niet zo’n goede zet. De groen begroeide houten palen, waar de planken oprustte, bogen gevaarlijk door en lieten een afschuwelijk gekraak horen. Gelukkig hielden ze mijn gewicht wel. Het was naar mijn idee ook jarenlang niet meer gebruikt, want links was een gesloten metalen hek en aan weerskanten hoog gras en riet. Gelukkig alleen maar de schrik en geen modderbad. Later hoorde ik van de sluiswachter in Otterndorf dat ik midden in een natuurgebied lag en dat het verboden gebied was. Verder de dag in alle rust doorgebracht. Ik was nu blij dat ik gisteren de Wezer zo vlug had gedaan, want het waait nu veel harder en het regent flink. Waarschijnlijk had ik anders vastgezeten in Elsfleth. Nu zit ik tussen de buien door in het zonnetje en geniet van de natuur en een biertje.

Zaterdag 24-06, half bew., 2-3 zo., 22-25º 1008mb., droog, mooi weer.

07:30 overal. We liggen in de buitendijkse jachthaven van Otterndorf. De tocht gisteren van het slootje tot de sluis van Otterndorf is zonder problemen verlopen. We konden nog net op tijd met de laatste schutting mee. Er kan alleen maar twee uur vóór en ná laagwater geschut worden. Je moet namelijk vanuit de sluis door een tunnel onder de zeedijk door naar de buitenhaven. Het is nu halfnegen en de vloed begint langzaam te lopen. We moeten nog wat wachten, want we liggen nog bijna droog. Tegen tien uur waren we buiten en onder zeil. Het was een aangename aan de windse koers naar de sluis van Brunsbüttel. De Elbe liet zich van de plezierige zijde zien. Tegen twee uur lagen we voor de kleine sluis, die meestal voor de pleziervaart is bestemd, en konden we rondjes draaien op de wachtplaats buiten de voorhaven. Het duurde gelukkig niet lang. Na het schutten afgemeerd in de jachthaven van Brunsbüttel. Benzine gehaald, wat een hele tippel is, en dan in tweestrijd. We konden hier blijven liggen, of ± achttien kilometer verder varen tot de volgende mogelijkheid om de nacht door te brengen. De bier- en braadworsttenten die hier vlak voor mijn neus opgesteld stonden verraadde dat het hier vanavond groot feest zou zijn. De havenmeester vertelde dat vanavond de voetbalwedstrijd “Zweden — Duitsland” gespeeld zou worden en dat er tot laat in de nacht live muziek zou wezen. Nou vond ik die bier- en braadworsttenten wel aanlokkend, maar van slapen zou dan niet veel meer komen! Morgen hadden we een lange vaartocht voor de boeg; dus informeerde ik bij de havenmeester of er niet ergens in de buurt een mogelijkheid was om de nacht in alle rust door te brengen. Er bleek gelukkig, ongeveer drie kilometer verder, een uitwijksteiger te zijn. Dus gingen na twee bier de lijnen los en zochten we de steiger op. Heerlijk rustig, alleen wat deining van de zeeschepen. Dat was niet zo erg, want we lagen achter vlotten, die vastgemaakt waren tussen de afmeerpalen voor de zeeschepen.

Zondag 25-06, half bew., 2-3 ozo., 20-25º 1003mb., mooi weer.

05:30 overal. Een rustig verlopen nacht. Tegen zeven uur vertrek. Het is of de duivel er mee speelt, alweer geen bezeilde koers. Recht tegen de wind in! Dit is de vierde keer dat ik met Wallie door het kanaal kom, en steeds was het tegenwind. Dat wordt weer niets met een zeiltje omhoog trekken. Een toeval is ook dat het vandaag op de Kielerfjord de sluitingsdag is van de Kielerwoche. Op de eerste reis kwam ik ook op die dag door de sluis. Na een slaapverwekkende tocht afgemeerd in Rendsburg. Zevenenzestig kilometer. Het clubhuis was gesloten dus was er geen koud bier!! ’s Avonds onweer.

Maandag 26-06, zwaar bew., 1-5 var.–> zw., 20-23º, 1000mb., droog, regen, onstabiel.

Vandaag een uitslapertje. 09:00 uur overal. Ik had vannacht een vreemde droom over terug gaan. Nare dingen waren in mijn onderbewustzijn voorbij gevlogen. Na de koffie waren we wakker en lachte ik over terug gaan. Elf uur gingen de lijnen los en de ijzeren Hein weer aan. Gelukkig waren er tot nu toe geen problemen met het koelwater. Half drie waren we bij de sluis en moesten daar een half uur wachten. Dan schutten en de Oostzee lag weer voor ons. Op fok en druil, op de inmiddels pittige wind uit zuidwest, naar Laboe. Een groot Nederlands zeiljacht met een drie-koppige bemanning, die voor mij in de sluis had gelegen en waar ik een praatje mee had gemaakt, wilde in een ruk naar Zweden. De harde wind kwam uit de goeie richting. Dus ik wenste ze een goede reis. Afgemeerd in de jachthaven van Laboe, de boel was hier wel gemoderniseerd. ’s Avonds contact met Klaas Hoogewerff. Ze waren tot vrijdag bij hun huis in Denemarken. Misschien kunnen we ons nog treffen. Als het weer wat stabieler wordt kunnen we misschien woensdag de oversteek maken. Nu dreigt er nog steeds onweer en windstoten. De kosten zijn hier tien Euro, dus als het weer zo blijft zoeken we een ankerplek.

Woensdag 28-06, zwaar bew., 2-4-6 wzw., 18-23º, 1007 mb., droog.

De dinsdag hebben we benut om victualiën te laden en wasgoed te wassen. Het weer was ook te slecht om te varen. Het is nu halfacht en we zijn klaar om te vertrekken. Het weerbericht is redelijk; een viertje uit de westelijke richting. Ik had een koers uitgezet van 15 graden, wat me onder het eiland Æro moet brengen. Ik wist het nu nog niet, maar het zou vandaag een vreemde tocht worden. Uit de beschutting van de bocht gekomen bleek er een stevige zee te staan. Golfhoogte ± anderhalf á twee meter. Nabij de buitenvuurtoren (± 6 mijl) trok de wind stevig aan en ruimde naar noordwest. Grootzeil op het tweede rif. De koers kon niet volgehouden worden. Een klein uurtje later besloot ik terug te gaan. Terug in de Kielerfjord (± 15 mijl) voor anker. De wind flauwde weer af, en na een uurtje besloot ik een tweede poging te proberen. Het was inmiddels twaalf uur geworden. Grootzeil ontplooit en weer op pad. We liepen een goeie vijf en halve knoop. Dwars van de vuurtoren (± 21 mijl), golfhoogte nog steeds een goeie twee meter. Een mijl of zeven voorbij de vuurtoren (± 28 mijl) nam de wind weer krachtig toe. Het grootzeil moest er tussen uit. Doordat dat nogal gehaast ging bleef het zeil achter de rand van de slede, waarop het luik schuift, hangen. Een forse ruk mijnerzijds. En jawel hoor, een scheurend geluid. Een scheur van ongeveer tien cm. onder het eerste rif. Even een kort overleg, op druil en fok verder, of het zeil op het tweede rif. Ik besloot tot het laatste. De snelheid zakte nu tot onder de drie knopen, plus dat Wallie nu op een halve windse koers naar Marstal moest. Een prima koers dat wel, maar het zorgde wel voor een flink slingerende boot. De drang om maar weer terug te gaan werd sterker. Ik zag spoken aan de overkant! Ook wist ik niet of er in Marstal een zeilmaker aanwezig was. De steven werd gedraaid en we namen weer koers op de vuurtoren, die nog net aan de horizon te zien was. Tegen half zeven afgemeerd in de haven van Schilksee. Het was een heerlijke zeiltocht geweest; ± 41 mijl in totaal afgelegd en weer terug op honk. De afstand Laboe –> Marsthal is een goeie 32 mijl. Ik kan me nu nog, terwijl ik dit nu schrijf, alleen maar ergeren dat ik toen niet heb doorgezet. Later op de avond een belletje van Klaas, die verontrust vroeg waar ik bleef. Het gehele verhaal uit de doeken gedaan. Hij vond het een goed besluit. Er was, geloofde hij, geen zeilmaker in Marsthal, en zo ja, erg duur.

Donderdag 29-06, half bew., 3-4 ono., 18-25º, 1010 mb., droog, mooi weer.

07:00 uur overal. Ik ben in een mineur stemming. Als ik door had gezet was ik nu in Marstal geweest. Eerst maar eens douchen, misschien knap ik daar van op. De wind zit nu ook in de verkeerde hoek, blijft daar ook de eerste paar dagen en beloofd krachtiger te worden. Grootzeil bij de zeilmaker gebracht, vanavond klaar. Ze hadden er alleen maar noodtape opgeplakt. Zeker geen bruin zeil in voorraad. Kosten evengoed vijf Euro. Dat had ik in de zak kunnen houden, want die tape heb ik zelf ook aan boord.

Vrijdag 30-06, licht bew., 1-3 ono., 18-24º, 1014 mb., prachtig weer.

De drang om terug naar Nederland te gaan steekt de kop weer op. Gisteravond met de vriendin gesproken. Ze liet de beslissing natuurlijk aan mij over, maar ze kon het wel begrijpen. De fut is er bij mij een beetje uit, en ik ben besluiteloos. Ergens vond ze het wel fijn geloof ik, want ze liet nu door schemeren dat we dan samen in Augustus een wandelvakantie in de Dolomieten of Thüringen konden maken. Tegen elf uur de haven uit en op de motor naar de overkant van de baai. In de hoek achter de jachthaven van Laboe een prima ankerplaats gevonden. Goed beschut tegen de oosten wind, die er steeds meer zin in kreeg. Een kleine meter water en lokkende mosselbanken onder de boot. Hoe krijg ik die in de boot. Tegen de avond, na de de hele dag gepiekerd te hebben, hakte ik de knoop door en besloot om terug te gaan. De vriendin gebeld, ze had er begrip voor en lachte me niet uit. Anker op en op fok en druil naar de sluis. Tijdens het rondjes draaien voor de sluis begaf de koelwatertoevoer het weer eens. Nergens een plek om af te meren. Dan ging de sluisdeur open en lieten een lege sluis zien. Zonder op de lichten te achten voer ik de voorhaven in, om zo snel mogelijk vast te maken. OEI, dát vonden ze in de verkeerstoren helemaal niet leuk! Dat koste me een stevige reprimande en ik moest als de hazewind weer uit de voorhaven opdonderen. Er bleek een vrachtschip, ± vijf honderd meter voor de haven te liggen en die moest er eerst in. De lichten bleken nog rood-wit te zijn. Je mag alleen met dubbel wit naar binnen. Waarom niet gewoon, zoals bij ons. Bij het betalen mijn excuses aangeboden; en de reden verteld waarom ik zo vlug naar binnen wou. Daar hadden ze wel begrip voor. Na het schutten afgemeerd aan een eendenstrontsteigertje en de zaak weer doorgeblazen. Gelukkig weer water. Ook een reden om terug te gaan. Later hoorde ik van een monteur, dat als je veel op zoutwater vaart je nooit de motor gelijk omhoog moet kantelen als je stopt met moteren. Je moet eerst de motor laten afkoelen; daardoor loopt het laatste water uit de leidingen en verhinder je daardoor dat het zout neerslaat in de leiding. Dat is dus waarschijnlijk de boosdoener. Zout!

Maandag 03-07, onbewolkt, 2-4 no.–> 1 zo., 24-35º, 1007 mb., tropisch.

07:00 uur overal en met een zwaar hoofd om acht uur door de sluis. De tocht door het kanaal is met een nachtstop in Rendsburg, en een nachtstop in Brunsbüttel zonder problemen verlopen. In de haven van Brunsbüttel was het weer groot feest, met alles der op en der aan! Deze keer liet wilde ik me in het feestgewoel storten om mijn toch wel spijtige gevoel van de terugkeer naar Nederland te verzuipen. Kennis gemaakt met een solozeiler uit Delfzijl en er een gezellig nacht van gemaakt. Op een slap briesje uit zuidoost op het grootzeil alleen in de richting van Otterndorf. De koers was recht voor het lapje dus was de fok en druil overbodig. Na een goed uurtje de hulp van de motor ingeroepen. De wind was te verwaarlozen en ik moest haast maken. Het geultje voor de haven van Otterndorf loopt snel droog. Na het afmeren gelijk de masten naar beneden en om drie uur door de sluis. Achter de sluis voor de nacht afgemeerd. Gelukkig in de schaduw van de bomen. Koud bier bij de havenmeester. Aardige baas; hij was de vijfde generatie van de familie die hier de scepter zwaaide.

Zaterdag 08-07, zwaar bew., 2-5 zw., 25º 1006mb., regen, droog.

04:30 uur overal. We liggen in de binnenhaven van Leeroort. De tocht van Otterndorf tot hier is zonder bijzonderheden verlopen. Het is een vroegertje omdat de masten nog omhoog moeten, en er om acht uur geschut moet worden. Het heeft de hele nacht flink geregend, maar het is nu gelukkig droog. Het dreigt wel! Na het schutten afgemeerd aan de wachtsteiger. Er staat hier op de Leda een flinke stroom, dus is dat altijd een kunststukje. En dan maar hopen dat de motor blijft draaien. Tegen twaalf uur is het hoogwater, dus hebben we nog de tijd om een babbeltje te maken met een Nederlandse schipper, die via Papenburg naar Berlijn wilde. Om twaalf uur de lijnen los en onder zeil. Er kon tot aan de kering, vlak voor Emden, gezeild worden, daarna moest de motor het overnemen. De stevige bries uit het zuidwesten was recht op kop en ik wou voor het kenteren in Delfzijl zijn. Ik had geen zin om nog een nacht in Emden te blijven liggen. Een stevige paaltjes pikkende tocht later konden we precies op tijd in de buitenjachthaven afmeren.

Vrijdag 14-07, half bew., 4-6 no., 20-28º , 1011mb., tropisch.

We liggen in de stadshaven van Stavoren. We zijn via de Friese meren richting IJsselmeer gevaren. De tocht was deels zeilend en deels moterend afgelegd. Zonder veel bijzonderheden. Ik wil nu zo snel als mogelijk in de thuishaven zijn. De dochter van mijn jongste broer gaat trouwen, en dan wil ik van de partij zijn. We zijn nu gereed voor de oversteek naar Enkhuizen. De windrichting is prima en over de sterkte is ook niet te klagen. Grootzeil op het tweede rif, en ook in de druil ging een rif. Door de sluis en onder zeil. De bakstag wind trok zienderogen aan. Een droomkoers voor Wallie. We vlogen naar de overkant! Twee uurtjes later ging in de Companiehaven het anker in de grond. De schipper van een nabij gelegen jacht ging met de bijboot victualiën halen en was zo vriendelijk om ook wat bier voor mij mee te nemen. Tegen acht uur anker op en een plaatsje in de Buyshaven gezocht. De wind is nog steeds hard, en dan slaap je toch wat rustiger.

Zaterdag 15-07, half bew., 2-6 no., 20-27º, 1019 mb., mooi weer. 06-30 uur overal.

De weerberichten zijn gunstig. We boffen wel met de IJsselmeer-oversteek. Tegen negen uur door de nieuwe sluis, nadat ik eerst een half uur vergeefs voor de oude gewacht had. Een schipper van een motorjacht vertelde me dat je je hier eerst met de marifoon moest melden. Het grootzeil bleef op het tweede rif, maar de druil kon ontreefd worden. We liepen een goeie vier knopen. Genieten geblazen. Het plan om Monickendam aan te lopen verviel al gauw. Tegen vier uur waren we bij de Oranjesluis en werden we vlot geschut. De Sixhaven bleek overvol te zijn, dus voeren we door naar de oude houthaven en gingen daar achter het anker. Masten laten zakken en dan weer verder tot achter het oude Ajaxstadion. Aldaar afgemeerd aan een ponton. De prachtige oude bomen, vol met parkieten, die hier stonden zijn omgezaagd. Nieuwbouw moest er komen! Jammer voor de parkieten, en voor ons. Door het prachtige weer werd ik tot laat in de nacht gestoord door feestvierende Mokumers in Pieremachochels. Ze veroorzaakte nogal wat motorherrie en deining.

Zondag 16-07, onbewolkt, 22-27º, 2-4no., 1016 mb., prachtig weer.

We gaan ditmaal via Dordrecht naar Zeeland. Er is vlak voor Dordrecht een jachtwerfje die gespecialiseerd is in renovatie van houten jachten. Ik wil daar mijn licht eens opsteken over een, eventueel, nieuw dek op Wallie. Er zijn twee routes om via Gouda daar te komen. Eén, we kunnen via de Nieuwemeersluis en het Brasemermeer, of twee, we gaan via de Amstel en de Kromme Mijdrecht. Via het Brasemermeer was ik in een ver verleden al wel eens gegaan en het staat me bij dat ik dat niet zo leuk vond. De route via de Amstel is wat natuur aan gaat aantrekkelijker. Dus kozen we voor de Amstel. Op de Amstel was het een drukte van belang. Alle roeiverenigingen, die de Amstel rijk is, waren door het dolle heen. Van alle kanten kwamen ze aan geroeid. En ik daar slalommend tussen door. Leuk? Nou, niet echt. Op de kromme Mijdrecht werd het wat rustiger. Ik kwam net te laat voor de laatste brugopening bij de Dubbele Wierecke. Ik kon gelukkig op een schaduwrijk plekje afmeren, want het was weer een bloedhete dag.

Maandag 17-07, onbewolkt, 2-3 no., 22-30º, 1012 mb., tropisch.

Na een lange tippel voor benzine om tien uur door de brug de Dubbele Wierecke op. Een leuk vaarwatertje. Dan een klein sluisje door om op de gekanaliseerde IJssel te komen. Verder naar Gouda, en daar door de sluis om op de stromende IJssel te komen. Het was gelukkig afgaand water. Door gebrek aan een kaart van dit gebied maakte ik de fout om te ver de IJssel af te varen. Na de Brieneroordbrug werd de omgeving steeds stadser. Onder een brug door om op rustiger water te komen, en daar aan een schipper, met kaart, gevraagd waar ik in de fout was gegaan. Een kilometer voor de Brieneroordbrug had ik bakboord uit moeten gaan om de Lek op te varen. Terug tegen stroom. Tegen zes uur op de Noord afgemeerd in een klein gezellig jachthaventje.

Dinsdag 18-07, onbewolkt. 1-3 no., 22-30º, 1012 mb., tropisch.

Na het bestuderen van het getijdeboekje, bleek ik van af tien uur tot aan Willemstad de stroom mee zou krijgen. Dat was boffen. Tussen Hendrik Ido Ambacht en Zwijndrecht ligt er op de Noord een eiland, de naam is mij onbekend. In de westelijke nevengeul daarvan is weer een zijgeultje, genaamd: ‘Strooppot’ , en daar moest het renovatiewerfje zijn. De westelijke geul bleek vol te liggen met oude schepen, rijp voor de sloop. Afgemeerd aan de steiger van het werfje. De baas was bekend met Drascombes, maar bleek heel verrast te zijn dat er ook houten Drascombes waren. De kosten voor een nieuw teakdek kwam ongeveer op tien tot twaalf duizend Euro. Daar moeten we we nog maar een nachtje over slapen. Verder ploffen via Dordrecht en de Dortsekil naar het Hollandsdiep. Aldaar een poging gewaagd om te zeilen. De slappe wind sliep helemaal in dus moest de motor het weer overnemen. Bloedheet, de paraplu werd als zonnescherm gebruikt. Na de Volkraksluis kon er weer gezeild worden. Vanwege het tij koos ik voor het Schelderijnkanaal. Het was geheel bezeild. Tegen half zeven achter de spijker bij de Bergschediepsluis. Het was een lange dag geweest dus was het na de warme hap snel stil amusement. Morgenvroeg is het om tien uur hoogwater, we kunnen dus uitslapen.

Woensdag 19-07, onbewolkt, 1-5 no., 23-30º 1007 mb., tropisch heet.

09:30 door de sluis en achter de sluis nog even afgemeerd voor koffie en ontbijt. Daarna op een bezeilde wind koers gezet naar het Veersemeer. Een prima afsluiting van de Zomerreis. Het meer werd moterend gedaan, ik wou naar huis. Tot slot wil ik nog vermelden dat het ondanks de vroege terugkomst een fijne trip is geweest. Ik moet er maar zo langzaam aan wennen dat ik ook niet meer de jongste ben, en dat die maanden lange reizen maar verleden tijd moeten zijn. Nederland heeft tenslotte genoeg water om te spelen! Verder wens ik jullie allemaal het allerbeste en tot ziens. Toedeloe!!

Reijer Bergsma, schipper van de Walvis.