Zomerreis van de Walvis in 2005

Maandag 25-04-2005, zwaar bew. 0-3 Ono, 15* 998 mb, droog.

Na een kleine week bezig te zijn geweest met victualiën en anderen wazige zaken aan boord te slepen, zeilen we tegen 14:00 uur de haven uit. Het allereerste plan, om nog voor Hemelvaartsdag in Den Oever te zijn, is vervallen. De vriendin had het plan opgevat om op visite te komen. Ze had twee dagen extra vrij genomen. Dus werd de reis nog een poosje uitgesteld. Tegen 17:00 uur, na een slap tochtje, afgemeerd aan het Schutteplaatje. Op een wild gakkende grote Siberische gans na, die woedend reageerde op het feit dat ik hem op z’n eiland stoorde, zijn we totaal alleen. Je hebt van hieruit een mooie blik op het stadje Veere. Het nieuwe, wat grotere zeiltje opgetuigd en van een tak een nieuw afmeerpaaltje gesneden. De kombuis blijft de eerste dag nog koud, ik ben tevreden met brood en beleg, weggespoeld met een koel biertje. Het is allemaal nog wat inslingeren. We duiken maar vroeg de kooi in. ‘s Avonds het nieuwe hoofdlampje bij het lezen uitgeprobeerd, ik lijk wel een mijnwerker. Prima.

Zondag 01-05, half bew. 2-4 zo, 20* 1000 mb. Droog.

Na een week zeilen op het Veerse Meer met redelijk weer en een eerste trip van dit jaar op de Oosterschelde, die door te weinig wind teleurstellend verliep, liggen we nu voor anker achter de sluis en zijn we van plan om vandaag de thuishaven op te zoeken. Bij Brammetje Dump wil ik een handmarifoon (illegaal) en een nieuwe radio aanschaffen. De ouwe kan op de schroothoop. Wallie krijgt een goeie week rust, want de vriendin komt woensdag. Tegen twaalf uur anker op en op een ruimende wind naar zuidwest, kruisend naar de thuishaven. Tegen vijf uur afgemeerd en Wallie gereed gemaakt voor twee weken rust.

Woensdag 11-05, half bew. 5-6 nw. 12-15* 1015 mb, droog.

Na een volle week van onstabiel weer met polaire wind beloven ze nu wat beter. De wind gaat ruimen naar oost. Na een klusjesdag varen we tegen 17:00 uur op de motor de haven uit. Doel: de omloop. We gaan rustig beginnen met het tweede en hopelijk langere deel van de zomerreis.

Donderdag 12-05, licht bew. 4-6 nno, 7-15, 1015 mb, droog en mooi weer.

07:00 uur overal. Het kost een heleboel moed en overredingskracht om het geraamte uit de warme slaapzak te wurmen. Het is fris en condensnat. Maar de sanitaire noodzaak jaagt me er uit. Dan maar gelijk gloeiend hete koffie en een Brinta met hete melk, suiker en een klont boter. Het valt wel als een blok beton in je maag, maar het houd de honger de eerste paar uren buiten de deur. Heerlijk! De tijdens de nacht geruimde wind blaast precies de kajuit binnen. Deurtje dicht. Om 08:05 uur het eerste marifoonweerbericht. Prima. Veel doelgerichter dan de berichten over de radio. ± 10:30 zijn we zeilklaar. Het grootzeil dubbel gereefd. Het wordt kruisen naar Kortgene. Na een paar slagen won de luiheid weer eens en meerde ik af aan het Zandkreekplaatje. De boodschappen kunnen wel tot morgen wachten. Eten en drinken heb ik nog genoeg aanboord. En dan kunnen we Zaterdag door de sluis. Het hoogwater is dan ook op een iets normalere tijd. Het is nu zes uur in de avond, de dag is verder in alle rust verlopen. De wind is koud, maar in de luwte van een groep bomen en struiken was het in het zonnetje prima uit te houden. ‘s Avonds kreeg ik een telefoontje van broer Ane. Mijn vader bleek, na een onderzoek, weer getroffen te zijn door darmkanker. Hij wordt over twee tot drie weken geopereerd in het ziekenhuis in Purmerend. Hij was moedig en optimistisch. Zo’n dertig jaar geleden was hij daar ook al aan geholpen en dat was voorspoedig verlopen. Dus was hij nu vol vertrouwen dat het nu weer zo zou gaan. De voorgenomen reis naar de Oostzee moest tot nader order afgezegd worden. We zorgen dat we zo snel als mogelijk op het IJsselmeer komen om in de buurt te blijven.

Vrijdag 13-05, licht bew. 6-7 no, 10-18 1010 bm. Droog, maar fris.

08:00 uur overal. Eén voordeel had de koude en harde wind: de kajuit is vrij van condens. De weerberichten geven weinig verandering in de volgende vierentwintig uur. En dan tijdens de Pinksterdagen alleen maar erger. De Hemelvaarttocht van de Drascombeleden op het wad zal voor de meesten ook wel een teleurstelling zijn. Voor de harde wadkern zal het daarentegen genieten zijn.

Nu ik dit na de reis, en de zomerbijeenkomst, zit te schrijven, weet ik dat het inderdaad geen lolletje is geweest. Ik zit zoals gewoonlijk weer eens in tweestrijd, ik zit namelijk wat krap met brood. Op de motor naar Kortgene, dan kan ik gelijk de batterij opladen, of op het zeil bezeild naar Veere. We kunnen ook tot morgen wachten. Met vier sneetjes brood per dag kom ik tot en met Zondag. En in nood kan ik het blikbrood nog aanbreken. De laatste optie bevalt me het beste. Nog maar wat afwachten. Het afwachten duurde tot vier uur en dan de knoop doorgehakt. Er is nooit eens iemand aan boord die voor mij de knoop doorhakt!

Op de motor naar Kortgene. De voortdurende controle van het koelwater liet algauw weer een minimaal straaltje zien. En dan was het weer totaal weg. Op fok en druil terug naar het Zandkreekplaatje en daar, na het afmeren, het koelkanaaltje doorgeprikt. En zie, daar was het water weer. Tegen zes uur in de landbouwhaven afgemeerd. Nog net op tijd voor de stromende regen het zeiltje opgetuigd. Daarna een heerlijke stamppot met peen, uien en spek gebrouwen. Heerlijk!

Een foto’s makende voorbijganger nam foto’s van het hellinggat. Op mijn vraag of ik mijn haren nog moest kammen kwamen we tot een praatje en nam hij foto’s van Wallie en de aardappelschillende schipper. De foto’s werden later per e-mail toegestuurd. Leuk. Als dit verslag klaar is krijgt hij het als tegenprestatie toegestuurd.

Zaterdag 14-05, zwaar bew. 5-6 nno, 15-18* 1005 mb. Droog.

Na de victualiën, benzine en water laden gingen om ± 13.00 uur de lijnen los en zochten we in de luwte van de bomen een ankerplekje. Hier liggen we prima tegen de krimpende wind die met een zeventje blies. Morgen zou de wind afzwakken en wachtte ons weer een nieuwe dag.

Zondag 15-05, Pinksteren, half bew. 3-4-6 nw, 14-18* 1008 mb, droog, fris.

07:00 uur overal. Was en scheerbeurt buiten in de kou. Dan snel weer naar binnen en hete koffie en warme Brinta. Tegen tien uur ankerop en onder fok en druil naar de sluis. De wind blaast weer stevig. Na een uurtje bij de sluis achter de spijker en wachten op de kentering van het tij. We hebben de tijd tot drie uur. 14:00 uur door de sluis, wat na het schutten nogal slordig en niet volgens goed zeemanschap verliep. Het was een aandewindse koers de Zandkreek uit. Bij het zeil zetten was ik vergeten om de val van het grootzeil, met het tweede rif, door het corresponderende harpje op de gaffel te halen. Het gevolg was dat het zeil er belabberd bij stond. Nu was het natuurlijk wijs geweest, ook al omdat de platen nog droog lagen, om rustig verder te zeilen en eerst de uitgaande jachten voorbij te laten gaan. Néé, ik moest dát natuurlijk gelijk corrigeren. En daarvoor moest het zeil naar beneden; met gevolg dat we gevaarlijk dicht bij vastlopen op de plaat kwamen. Daar moest de motor, en overstag gaan, ons weer voor behoeden. Dat had weer als gevolg dat we dwars door de vloot jagende jachten moesten. Nu is het een bekend verschijnsel bij sluizen dat jachten als slakken een sluis binnen varen, maar op topsnelheid een sluis uitjagen. Het gaf dus wat onvriendelijke blikken en woorden bij de ontwijkende jachten. Ergens kan ik ze geen ongelijk geven. Slordig, je leert het ook nooit. Verder was het op de wat afzwakkende wind een fijn tripje naar de Bergdiepsesluis. Tegen zes uur geschut en verder tot het stadje Tholen gezeild. Daar moest de motor het overnemen, omdat het Schelde-Rijnkanaal niet bezeild was. Tegen 20:30, achter het sluisje in Beneden-Sas, in de stromende regen, voor anker. Vlug een warme hap koken en met de sokken aan in de slaapzak. Ik had het koud.

Maandag 16-05, tweede Pinksterdag, half bew. 2-3 nw, 10-18, 1008mb, droog, redelijk weer.

08:00 uur overal, 10:30 zeilklaar. Het eerste doel werd de Volkeraksluis. Daarna zien we wel verder. ± 14:30 waren we door de sluis en weerstond ik de neiging om in Willemstad af te meren. Het koude bier kon wachten. Zeilen omhoog en op pad naar de Biesbosch. De noordwesten wind was daar prima geschikt voor. Alleen verhinderde hij wel de gedachte aan buitenom. Tegen zes uur afgemeerd in de Biesbosch. Ik wou, na twee dagen ankeren, de benen wat strekken.

Dinsdag 17-05,half bew. 2-3 nw, 10-18, 1008 mb, droog, regen.

08:00 uur overal, de nacht is op wat lichte regen na rustig verlopen. Nu ziet het zwaar naar regen uit. Tegen half elf zijn we, na de hele kuip van het zand bevrijd te hebben, vaarklaar. Op de motor verder de Biesbosch en het Steurgat door. Na het schutten bij Werkendam de zeilen omhoog, in de hoop een lopend windje op de Merwede te vinden. Helaas, de stroming was te sterk en de wind te slap. Het werd dus motoren. En jawel hoor, midden op de Merwede was het weer gedaan met het koelwater. Je kan geen slechtere plaats vinden om, midden tussen de razende rakkers, te gaan zitten prutsen met een ijzerdraadje om het koelkanaaltje door te prikken. Na tien minuten prutsen en rondloeren naar de rakkers was er gelukkig weer koelwater. Verder de hele zomer geen moeilijkheden meer gehad. De lucht bleef dreigend naar regen uit zien, maar op een enkel spatje na bleef het gelukkig droog. Tegen drie uur door het jachtensluisje in Gorkum. Gelijk de masten naar beneden en de voorraad benzine op peil gebracht. Daarna in een shoarmatent heerlijk gegeten. Alleen moest ik me tevreden stellen met een koude cola, hij verkocht uit geloofsgronden geen bier. Vreemd geloof, niets voor mij! Na terugkomst bij Wallie bleek er steeds een afschuwelijk stinkend kadaver van een eend voorbij Wallie te drijven. Alzo verhaald naar een andere plek. Er drijft hier sowieso veel rommel rond. Geen goed visitekaartje van de stad Gorkum.

Vrijdag 20–05, zwaar bew. , 4-6 zw, 12-18* 1005mb, regen, droog.

Een geweldige klap en dreun rukt ons om zeven uur uit een diepe slaap. We liggen in de Sixhaven in Amsterdam-noord. Gisterenavond had ik bij het binnenvaren van de haven de verandering al opgemerkt. Er wordt druk aan de tunnel voor de noord-zuidverbinding van de tram gebouwd. Het heeft al een stuk van de haven opgeslokt. Volgens de berichten van de leden tijdelijk, maar dat is afwachten natuurlijk. Er waren ook geruchten dat de haven hier zelfs verdwijnt en meer richting sluis verplaatst word. Ze rusten niet voordat er hier hooghuizen staan. Jaren geleden was dat al eens aan de orde geweest, maar dat kon toen, door een grote actie uit binnen- en buitenland, verhinderd worden. De klap en dreun waren van een reusachtige heimachine die de benodigde palen in de grond ramde. En zeven uur was het tijdstip van aanvang. De trip van Gorkum naar hier was, op één grappig voorval na, rustig en zonder oponthoud verlopen. Iets achter de Wierseburg, op het Merwedekanaal, meerde ik af aan een platte bak voor een slok en een hap. Nadat de bierblikjes leeg waren sloeg ik ze gewoontegetrouw met de rubber hamer plat. Dan passen ze beter in de vuilniszak. Dat maakte, naar het gehoor van een rij sportvissers, die aan de overkant een wedstrijd viste, teveel lawaai. Woedend begonnen ze te brullen dat ik niet zo’n herrie moest maken. Waarschijnlijk jaagt dat de arme visjes in de zenuwen. Ze vergaten voor het gemak maar even dat ze door hun massaal geschreeuw meer herrie maakten dan ik. Het was een geluk dat er een hoop water tussen ons was, en dat de brug tamelijk ver was, anders hadden ze me geloof ik gelyncht. Het is sowieso leuk om te zien hoe de hele rij vissers omhoog springt, de lijnen binnen haalt en begint te schreeuwen van: ” boot, boot”, als er een jacht te dicht in de buurt voorbij vaart. Er zijn dan natuurlijk ook schippers die blind zijn en geen meter uitwijken.

Verder de dag zoet gebracht met de masten zetten, wasgoed wassen, radio opnieuw instellen, een wandeling door de stad maken en langdurig genieten van een hete douche.

Dinsdag 24 -05, zwaar bew., 4-7 zw, 14-20* 1010 mb redelijk weer, droog.

Het wil nog niet erg lukken met het mooie weer. Het ziet er weer grijs en regenachtig uit. Dit wordt de laatste dag in Amsterdam. De stad heeft weer genoeg op me ingewerkt. 2.50 Euro voor een fles spa, en 3 Euro voor een haring, zónder staart! Ik kon hem dus niet lekker naar binnen laten glijden. Vandaag nog maar eens met de trein van elf uur naar Purmerend. Bij mijn dagelijkse bezoeken aan mijn vader had ik toch wel een zwaar getroffen vader beleefd. Hij is erg oud geworden, hij was altijd, ondanks dat hij eenennegentig jaar is, opgeruimd en vol energie. Nu zat hij als een hoopje ellende op z’n stoel en heeft nergens meer zin in. Gelukkig woont Ane, mijn oudste broer, en zijn vrouw Martha vlak in de buurt en die zorgen goed voor hem. Vandaag kwam er weer een uitslag van een onderzoek. Hij moet bestraald worden en zou dan over vijf weken geopereerd worden. Vanzelfsprekend blijf ik in de buurt.

Woensdag 25-05, half bew., 3-5 zw –> z, 15-20, 1002 mb, droog.

10:10 Uur zijn we klaar voor vertrek. Het voorlopige doel wordt Monnickendam. Eerst maar even het ontmeren van de grote jachten afgewacht, het leek wel of ze allemaal tegelijk weg wilden. Daarna ontmeerd en op de motor naar de sluis. Hoewel het bezeild was is het onwijs om hier zeil te zetten. Na de sluis konden de zeilen omhoog en gleden we het IJsselmeer op. Het grootzeil dubbel gereefd. De koers werd op Pampus gelegd. Jammer dat Ane niet mee is, want bij de ronding van het eiland zag ik dat de kroeg open was, er zaten tenminste mensen op het terras, en dat er genoeg ruimte was om af te meren. Hadden we het eiland kunnen bekijken en een versnapering kunnen nemen. Nu werd er gegijpt en kon de koers op het Paard van Marken gelegd worden. Het was een prima bezeilde koers. Heerlijk zeilen. Na de ronding van het Paard werd het een aandewindse koers naar Volendam en van daaruit kruisen naar Monnickendam. Tegen 17:00 uur ging op de Stinkevuil het anker over de muur, een prima beschut plekje. ´s Avonds kwam er een bericht van vader, hij hoeft gelukkig niet bestraald te worden. Die dokters weten ook niet wat ze willen. De operatie was over twee weken. Hij was opgelucht dat er nu eindelijk wat vast bekend was. Je kan het maar achter de rug hebben, zal hij gedacht hebben. Mijn pulletje gekookte kip van gisteren stonk als een dooie baviaan tegen de wind in, overboord er mee.

Donderdag 26-05, half bew. , 3-5 zw-w, 15 – 30 1009 mb, droog, prachtig weer.

08:30 Overal. Was en scheerbeurt. Daarna ontbijt. Afspraak met Ane gemaakt. Die jongen heeft zoveel aan z’n hoofd dat hij maar weinig tijd vrij kan maken. Hij is al jaren met pensioen, maar hij heeft het altijd druk. In de lente vogelnesten van weidevogels tellen, met kazen slepen op kaasmarkten in Edam en andere steden, blaadjes voor de kerk drukken en verspreiden, enz, enz. Je zou medelijden met hem krijgen. Maar hij vindt het leuk. Volgende week woensdag en donderdag kon hij mee. Tegen twaalf uur afgemeerd in de jachthaven en wasgoed gewassen. In deze temperatuur en wind was het aan de lijn zo droog. Daarna begaf ik me over de dijk op pad naar Volendam. De wandeling werd maar een half plezier. Deels was het, door de grazende schapen, goed te lopen, maar het laatste en grootste deel was nog niet gemaaid en er liepen ook geen schapen. Het stond kniehoog. Dus moest er beneden de dijk over de weg verder gelopen worden, en dat was zonder de windkoeling van boven op de dijk een vermoeiende bezigheid. Bij de haven van Volendam aangekomen werd er eerst een harinkje genuttigd, weggespoeld met een halve liter Spa. Met deze hitte geen bier. Een uurtje aan de dijk de in- en uitvarende jachtjes bekeken en dan op pad naar de woning van broer Wim en Doortje. Bij Doortje aangekomen ging het eerst biertje er sissend in. Verder een gezellige avond doorgebracht. Tegen tien uur door Wim met de auto terug gebracht.

Maandag 30-05, zwaar bew., 2-5 no–>nw, 10-15* 1012 mb, droog, regen.

08:00 uur overal. Brrrr! Het weer is koud en nat. We liggen aan de haringkade in de stadshaven van Monnickendam. De jachthaven was vol. We zijn het weekend zeilend en ankerend op de Gouwzee doorgekomen. Het weer was niet om te juichen geweest. De zaterdag had ik zelfs, met veel wind, ankerend op de Stinkevuil doorgebracht. Na het ontbijt naar de supermarkt voor wat verse spullen en bier. Elf uur waren we startklaar, het doel was de schuilhaven bij de Diemer centrale. We konden wel wat havengeld sparen. Het totale gebrek aan wind maakte het noodzakelijk om de motor het zware werk te laten doen. Het was gelijk een mogelijkheid om de batterij op te laden. Voor Marken kwam er er een zuchtje uit noordoost. Vol verwachting de zeilen omhoog. Tegen half twee waren we dwars van Volendam en kon de koers op het paard gelegd worden. De wind was inmiddels wat gekrompen naar noordwest. Ook kwamen de eerste druppels uit de loodgrijze lucht vallen. Uit voorzorg het regenpak aan en reddingsvest plus lifeline aangegord. ± 14:45 uur waren we dwars van het Paard en zaten we plotseling in een fel uitschietende wind en een fikse regenbui. Grootzeil er tussen uit. Reven zou de hele kajuit vanbinnen drijfnat maken, dat was dus geen optie. De kaartkoers op de centrale was 210º. Ik kon goed 240º sturen; dat bracht me dus ruimschoots bovenwinds van de centrale. Ook de snelheid was ruim voldoende. Alleen kreeg ik het zo langzaamaan koud, ik was vergeten om de bodywarmer onder het regenpak aan te trekken. Ik had nu alleen een trui aan. De regen maakte het kil en koud. Gelukkig werd het bij Pampus droog en kon het grootzeil er weer tussen. Dat bracht ons wat sneller op de plaats van bestemming. Tegen vijf uur kon het anker over de muur en het zeiltje opgetuigd worden. Dan snel een hete thee met brood en haring in tomatensaus. Het anders normale biertje na de trip kon wachten. Even een uurtje onder de wol voor een tukkie, het werden er twee. Acht uur werd ik met een schok wakker en schakelde ik snel de telefoon aan voor het dagelijkse praatje met vader en vriendin. Geen nieuws.

Dinsdag 31-05, zwaar bew., 3-4 zw–>nw, 10-20* 1014 mb, droog.

Gisteravond laat nog verhaalt naar de zuidwesthoek van de vluchthaven. Dat was een goed voorgevoel geweest, want nu waait de wind uit het zuidwesten. Het is droog, maar het ziet wel zwaar naar regen uit. Het doel voor vandaag is Durgerdam, om morgen Ane op te halen voor de tweedaagse zeiltrip. Ik lig nu vlak bij de Duitser, waar ik in vorige verhalen al eens over geschreven heb. Hij houdt het nog aardig vol hier. Toen hij Wallie voor anker zag liggen kwam hij, voor een welkomstgroet en een praatje, in z’n kano voorbij gepeddeld. Het nogal gewaagde plan om met zijn kleine platbodempje, dat hier in een hoekje achter de spijker bungelt, naar Zuid Amerika te vertrekken had hij inmiddels opgegeven. Hij had inmiddels ook ingezien dat dat wel iets te veel gevraagd was van dat scheepje. Ook hadden ze hem de mogelijkheid ontnomen om bij de supermarkt, die hier ergens in de buurt moet zijn, de etenswaren, die over tijd waren op te halen. Het werd nu uit hygiënische gronden binnen gelagerd. Na een uurtje namen we weer afscheid, het zal wel de laatste keer zijn dat we ons hier treffen, want hij vertelde dat er op het terrein van de voormalige munitiefabriek woningen worden gebouwd en dat er een fietspad vlak naast zijn stekkie komt. Dan is het voorbij met z´n rust. Tegen elf uur ankerop en onder zeil. Het werd nog een leuk kort tripje, op de pittige zuidwesten wind, naar Durgerdam. Vooral het binnenkruisen van de IJmond was spannend. Er moest attent op de razende rakkers gelet worden. De beloofde noordwesten wind liet nog op zich wachten, dus zag ik af van ankeren in de hoek bij Durgerdam. Voor zes Euro nam ik de luxe van de jachthaven. Dat is ook makkelijker om morgenvroeg Ane op te pikken. De avondstemming werd een beetje veel verpest door een wild schurende (elektrisch) huisbezitter. Het zijn hier allemaal houten huisjes en die moeten af en toe een lik verf hebben. Ik kan dat wel begrijpen, maar waarom moet hij dat nu juist doen als ik hier lig. Op de dinsdagavonden worden hier zeilwedstrijden gehouden en daarom was het clubschip tot twaalf uur open, maar …, ik laat me niet verleiden tot een koele dronk. Als ik met gasten ga zeilen moet je het hoofd nuchter houden. Lekker hapje gekookt.

Woensdag 01-06, licht bew., aanvang zomer! 0- var, 2-3 zw, 12-20* 1016 mb, mooi weer.

07:00 uur overal. Na het ontbijt op pad met een vriendelijke schipper om nieuwe batterijen te zoeken voor de handmarifoon. Het toestelletje had tijdens de weerberichten van 08:05 de geest gegeven. Tegen tien uur waren we weer terug en was het wachten op Ane, die gelukkig niet lang op zich liet wachten. Ze waren via Monnickendam naar Durgerdam gereden en waren daar tot de onaangename verrassing gekomen dat het hier eenrichtingsverkeer was en dat ze aan de verkeerde kant stonden. Hij moest dus met z´n tas, volgeladen om een wereldreis te maken, een heel stuk wandelen.

´s Avonds kwamen we tot een minder prettige ontdekking. Hij was namelijk z’n zelf opblazende matras vergeten. Nu zijn mijn kussens ook comfortabel, maar z’n matrasje is toch wel aangenaam. Zelf slaap ik al jaren op z’n ding. Nadat de spullen een plekje gevonden hadden gingen de lijnen los en moesten we op de motor, door een totaal gebrek aan wind, de IJmond uit. Buiten de vaargeul gekomen konden de zeilen het overnemen en namen we koers op het PEN eilandje. Gelukkig kwam er gaandeweg een koele bries uit het zuidwesten, die nadat we bij het eiland aangekomen waren ervoor zorgde dat we op een geriefelijke koers in de richting van Marken konden zeilen. Het eigenlijke plan om naar Enkhuizen te gaan moesten we na lang beraad opgeven. Omdat we van plan waren om op de wal te gaan eten zou dat te laat worden. Hoorn bleek een mijl of zeven korter te zijn. Dus werd dat het nieuwe doel. Na een prima gerelaxt tochtje, dat toch vrij vlot ging door het praten, konden we om ± 19:30 uur in de jachthaven afmeren. Voor mij was dit ook de eerste keer dat ik hier afmeerde, dus was ik eigenlijk een beetje bang dat deze grote haven wel een dure grap zou worden. Het viel gelukkig nogal mee. 7,20 Euro, en broer Ane betaalde (aardige jongen). Wallie klaargemaakt voor de nacht en dan de wal op om iets te eten te zoeken. In een eenvoudig eetcafé werden we goed bediend. Daarna nog een toer door de haven gemaakt, de bruine vloot bekeken en in de stromende regen terug naar de boot. Wat een geluk dat het zeiltje al opgetuigd was, want het was weer even wennen om met twee personen op de boot te slapen.

Donderdag 02-06, zwaar bew. 5-7 zw, 15-20* 1012 mb, droog. Redelijk weer.

05:00 uur overal. Ane bleek een vroegopstaander te zijn. Samen op weg om het badhuis te zoeken. Na de eerste ochtendbezigheden weer snel terug naar Wallie en weer voor twee uurtjes onder de wol. De wind was een dikke zes en het was fris. De weerberichten van acht uur gaven een iets afzwakkende wind en morgen weer regen en onweer. Mijn vage plan om Ane, met zo veel wind, hier op de trein te zetten stuitte, nadat ik hem dat voorzichtig mededeelde, op een hevig verontwaardigde Ane. Mijn verweer was dat ik eventueel geen weduwe van zijn Martha wilde maken. Nou waait het eindelijk eens een beetje en dan wil je me met de trein naar huis sturen, dáár komt niks van in. Terwijl Ane het havengeld ging betalen zette ik het tweede rif in het grootzeil en beruste in het feit dat hij mee ging. Het was een aandewindsrak van 180º naar Volendam. Het zou dus een natte boel worden. ± 09:30 waren we buiten de haven en werden de zeilen ontplooid. Nadat de eerste bak buiswater overgekomen was kwam Ane op mijn goede raad, om in de haven z’n regenpak aan te trekken, terug. Nu werd het een stuk moeilijker om op een wild bewegende Wallie de spullen aan te trekken. Wallie spoedde zich inmiddels met een ruime vierenhalve knoop op een koers van 170º in de richting van ons doel, dat nog in de grauwe nevel verborgen lag. Ane, ingepakt als een Michelin mannetje met reddingsvest, genoot zichtbaar, en ik ook. Ook Wallie genoot; alleen vinden Wallie en ik zoutwater mooier spatten. Het ingeschakelde GPS vertelde dat we inmiddels een ruime vijf knopen voeren. Het was genieten geblazen! Hoorn verdween snel in de nevel en langzaam kwamen de torens van Volendam in zicht. Uiteindelijk kwamen we ongeveer een halve mijl oostelijk van de dijk naar Marken uit. Een prima resultaat. Één slag naar Volendam en dan weer op een slag in de richting van Marken. Nog even een uitwijkmanoeuvre om de betonnen boei, die de berm onder water aangeeft, te ontwijken en dan op korte slagen naar Monnickendam. Tegen twee uur waren we in Monnickendam en meerde we af aan de Haringkade in een box. Het wachten op Martha werd aangenaam doorgebracht met de laatste biertjes en een grote stapel belegd brood. Op een paar mueslirepen na hadden we niets gegeten onderweg. Ane is prettig gezelschap, maar een zeeman zal hij nooit worden. Martha was mooi op tijd. Nog even twee foto’s van Ane met de twee kleinkinderen en ik was weer alleen. Ontmeerd en op de Stinkevuil voor anker. Het was een mooie zeildag geweest. Happie koken en daarna was het snel stil amusement.

Zaterdag 04-06, zwaar bew., 4-6 zw, 14-18, 999 mb, droog, regen. Rot weer.

08:45 uur overal. Foei! We hebben de vrijdag ankerend doorgebracht. Het weer was, met veel regen en onweer, slecht geweest. Het plan was om vandaag via de Purmer EE en het plaatsje Ilpendam naar Purmerend te varen. Daarom had ik gisteren de masten al laten zakken. 10:30 door het kleine sluisje in Monnickendam en dan de Purmer EE over om in de Purmerringvaart te komen. Bij het passeren van het kleine plaatsje Ilpendam kwamen er weer jeugdherinneringen boven. Ik had hier vroeger veel gespeeld en met een kano gevaren. Het bezit ook een minibos met oeroude bomen. Het is niet groot, maar in mijn kinderfantasie was het reusachtig en geheimzinnig. Vervolgens kwamen de vier bruggen in Purmerend waar ze vier Euro bruggengeld verlangde. Er zijn hier geen goede en veilige overnachtingsmogelijkheden dus gaan we verder naar het kleine jachthaventje Neck aan de Beemsterringvaart. Lekker rustig en goedkoop. Zelfs de twee oude loodsen, waar ik in een grijs verleden mijn zeilkano stalde, staan er nog. Hier blijf ik twee weken liggen om de resultaten van de operatie af te wachten. Ane gebeld. Hij kwam op de fiets voorbij voor het laatste nieuws en een biertje.

Donderdag 23-06, onbew., 2-3 no, 18-32* 1012mb, prachtig weer.

Gisteravond laat weer terug op de boot. De afgelopen negentien dagen zijn als een nare droom voorbij gegaan. Woensdag de achtste juni werd mijn vader opgenomen in het ziekenhuis en de volgende dag geopereerd. De operatie, die zeveneneenhalf uur duurde, was in eerste instantie goed verlopen. Ze hadden hem een tijdelijke stoma gegeven. Alom opluchting in de familie. De dokters waren ook optimistisch gestemd. Helaas waren de berichten van de artsen de volgende dag niet meer zo goed. Zijn enige nier weigerde dienst en moest door vocht toedienen weer opgang gebracht worden. Dat kon helaas zijn hart niet meer verwerken. Hij werd dus weer op de intensive care opgenomen. De toestand bleef de hele zaterdag, geholpen door de instrumenten waarop hij aan gesloten was, redelijk stabiel. Zondagmorgen werd ik door een verontruste Ane met de auto afgehaald. De toestand van mijn vader was dramatisch verslechterd. Hij was niet meer aanspreekbaar. De uitleg die we van de dokters kregen was dat de nier zijn functie weigerde dat de bloeddruk en hartslag minimaal was en dat de darmen door een gebrek aan bloed begonnen te lekken. Resultaat: bloedvergiftiging. Hij werd alleen nog kunstmatig in leven gehouden, totdat de hele familie aanwezig was en afscheid genomen had. Daarna werden de machines, op slaapmiddelen en morfine na, uitgeschakeld en sliep hij om 16:00 uur vredig en zonder pijn in. God zegen hem. De volgende dagen voor de begrafenis verliepen met allerlei zaken en dingen regelen. Na de begrafenis voor een goeie week met de vriendin naar Duitsland om wat tot rust te komen. Ik heb besloten om de reis naar de Oostzee maar weer voor een jaar uit te stellen. We gaan de richting van Zeeland op. Daar is tenslotte ook water genoeg. Tegen twee uur waren we, na victualiën en benzine halen en afscheid genomen te hebben van de luitjes hier, reisklaar en gingen de lijnen los. Het plan was om via de Beemsterringvaart en Spijkerboor naar de Zaan te varen. Dat is weer eens een onbekende route. Na een leuke tocht tegen negen uur achter het oude Ajaxstadion voor de nacht afgemeerd. De hier rijkelijk voorkomende oude bomen zitten vol met parkieten. Die voelen zich met de op het ogenblik heersende temperaturen sau-woll. Het lijkt wel of we in een of ander tropisch land liggen.

Vrijdag 24-06, onbew., 18-33* 1-3 no, 1003 mb, vallend, prachtig weer.

07:00 uur overal. 09.30 lijnen los en ploffen. De weerberichten geven in de avond regen en onweer. Dat kan ook wel kloppen want het is broeiend heet. Na de bruggen in Weesp een korte stop voor een paar koele biertjes. Het was zo heet dat de trommel van het startkoord weigerde om het startkoord terug op te rollen. Tegen zeven uur iets voor Utrecht afgemeerd aan afmeerpalen. Ik kon niet de wal op, maar dat vond ik geen probleem. Door de problemen, op de vorige reis door de Vecht, met figuren die de brandstoftank wilden stelen, vond ik het prima dat er geen luitjes tijdens het slapen aan boord konden sluipen. Tijdens de nacht een zeer zware onweersbui, met veel regen. Ik had gisteravond uit voorzorg de achtermast al laten zakken. ‘s Morgens vroeg geport door onze gevleugelde vrienden.

Maandag 27-06, onbew., 18-27* 1-3 no 1010 mb droog, prachtig weer.

We liggen in de stadshaven van Gorkum, de masten zijn gezet en we wachten op het bezoek van Frans en Margot Schaake. De trip van Utrecht naar hier is zonder veel bijzonderheden verlopen. In Utrecht had ik Frans en Margot al uitgenodigd, maar daar waren ze verhinderd. Klokslag acht uur stapten ze aan boord. Na de welkomstgroet het stadje in en ons op de markt neergelaten voor een koele dronk. Gezellig bijgepraat en een afspraak gemaakt om de eerste week van September op de Oosterschelde te gaan zeilen. Frans probeert via de Elektro- en normale BAD nog andere leden te animeren.

Dinsdag 28-06, half bew., 18-24* 1-4 no, 1002mb, vallend, droog.

Redelijk weer. 07:00 overal en om 09:00 uur door de sluis en onder zeil. Het was een prima bezeilde koers naar Willemstad en eventueel verder, dus besloot ik om de Biesbosch over te slaan en gelijk via de Nieuwe Merwede te zeilen. De noordoosten wind is een wind die niet zo veel voorkomt, dus dat moet je waarnemen. De vallende barometer vertelde me dat er verandering opkomst was en het weerbericht van 13:00 uur liet weten dat er een depressie op weg was en laat in de avond en morgen onweer met zware windstoten zou brengen. Ik besloot niet verder dan Willemstad te gaan. Tegen vijf uur, na een fijne trip afgemeerd in Willemstad. Hier wachten we het slechte weer af. ´s Avonds werd de fijne zeildag met een frietje en een koel biertje op de wal afgesloten.

Woensdag 29-06, half bew., 1-3 no-o, 20-24* 1000 mb, droog, regen.

09:30 overal. Een uitslapertje. De nacht is met veel regen en af en toe een lichte donderslag rustig verlopen. Om elf uur kwam de zon alweer te voorschijn en werd het behaaglijk. Ik blijf hier evengoed maar tot morgen liggen.

Donderdag 30-06, zwaar bew., 2-5 wzw, 16-22* 898mb, regen, onweer. Brrrr!

07:00uur overal. Na het ontbijt tegen halftien de haven uit en op een paar kruisslagen naar de Volkeraksluis. Na het schutten bleek het doel pal in de wind te liggen. Het grootzeil ging op het tweede rif, de luchten waren loodgrijs en beloofde niet veel goeds. Op de vlagerige wind schoten we niet veel op, dus gingen na een goed uurtje de reven weer uit het zeil. Zo blijf je aan de gang. De luchten boven Zeeland werden donkerder en donkerder. Ik besloot om niet verder te gaan dan Beneden Sas. Het is een haventje vlak bij de ingang van het Schelde-Rijnkanaal en heeft een leuk beschut hoekje om te ankeren. Plus dat het op een punt ligt waar je nog de keus hebt tussen het kanaal en de route via de Krammersluizen en Bruinisse. De laatste paar kilometers naar Beneden Sas deed ik op de motor, ik wou nog voordat de bui zou losbarsten achter de spijker liggen. Helaas, bij het indraaien van de vaargeul begon het te hozen en kon ik in de bui ankeren en het zeiltje spannen. Net vijf minuten te laat. Beneden Sas is ook een prima start- en aankomsthaventje voor de slechtweerroute binnendoor naar de Biesbosch en verder. De masten moeten dan wel naar beneden.

Vrijdag, 01-07, zwaar tot half bew., 5-6 wzw, 20-24* 1002mb, rot weer.

06:30 overal. De nacht is met veel regen verlopen. Geen onweer. De weerberichten geven naar het weekend een lichte verbetering. Droog en meer zon, plus afzwakkende wind. Tegen tien uur ankerop en door het, sinds het hier geen getijde water meer is, altijd openstaande sluisje de vaargeul uit. Buiten gekomen bleek er een stevige zee te staan. Ik koos dus, ook al omdat het tij ongunstig was om via de Krammersluis te gaan, voor het kanaal. Iets voorbij de eerste brug konden de zeilen omhoog, het was redelijk bezeild. De motor hield ik wel standbij voor het eventueel snel uitwijken voor de beroepsvaart. De grote hekgolven zetten je voordat je er erg in hebt op de stenen. Na de laatste brug, vlak bij het plaatsje Tholen, moest de motor het weer overnemen. Tegen een uur afgemeerd aan de wachtsteiger van de Bergsediepsluis. Benzine bijgevuld en een rif in het druiltje. Het grootzeil stond al op het tweede rif. Het weerbericht van een uur gaf afzwakkende wind, dus ik liet het grote voorzeil staan. Dat bleek later op de Oosterschelde een foutje te zijn. Tegen half drie door de sluis en de zeilen omhoog. Uit de luwte van de pieren gekomen bleek er een stevige zee te staan, niks geen afzwakkende wind. Een dikke zes, met stroom mee dat was weer het bekende stroom tegen windeffect. Plus dat Wallie de golven recht op kop had. Het grote voorzeil was te veel van het goede, dus rolde ik het een paar slagen in. Dat was echter geen succes. Het stond belabberd. Het zeil nu verwisselen met het stormzeiltje was geen optie. Na een paar slagen vond ik het welletjes. Rechtsomkeert, terug de voorhaven en de sluis in. De sluismeester gaf me gelijk en vertelde me dat er mogen weer een dag was. Groot gelijk heeft hij. Goed beschut achter de dijk voor anker. Is dat nu laf- of wijsheid?

Zaterdag 02-07, zwaar bew., 2-4 zzw., 20-24 * 1006 mb, regen/droog.

07:00 uur overal. Na een nachtje peinzen ben ik er achter gekomen dat het toch wel wijs was om gisteravond terug te gaan. De wind is op het ogenblik wat gunstiger en iets afzwakkend. Ik moet hier wel bij opmerken dat ik toch zo langzaamaan ga merken dat ik geen achttien meer ben. Voor jaren terug zou ik gewoon gegaan zijn. Nu pieker je wat door en denkt: we hebben tijd zat en morgen is er weer een dag. Tegen negen uur door de sluis en afgemeerd aan de wachtsteiger. We zijn weer op zout water. Heerlijk! De wind, die de hele nacht uit zuidoost woei, ruimde gaandeweg weer op zuidwest. Het was weer voorbij met de bezeilde koers. 13:30 was het hoogwater, we hadden dus alle tijd om de zeilen te ontreven en van een bakkie koffie te genieten. Tegen halfelf waren de klusjes gedaan, de koffiekan leeg en had ik de kriebels van het wachten. Lijnen los en op pad. We zien wel hoe we tegen de stroom in komen. Onder een donkere en dreigende lucht werden de slagen in de richting van Yerseke gemaakt. We schoten niet erg hard op, maar je bent bezig. De andere zeiljachten kwamen allemaal op de motor voorbij. Nabij de boei 025/SVLZ kregen we de stroom mee en kwam ik onder de hoge wal. Van daaruit kon ik verder op een bezeilde koers naar de Zandkreek. Deze keer geen ontwijkende koersen bij het kanaal door Beveland. De Zandkreek moest weer kruisend afgelegd worden. Altijd een leuk stuk. Afgemeerd aan de wachtsteiger en zes koude biertjes bij de friteboer gehaald. Onder het nuttigen van die koele versnapering werd er een heerlijke rijstvisgroenteschotel toebereid. Morgen gaan we weer op de thuishaven aan. De vriendin heeft drie weken vakantie.

Woensdag 04-08, half bew., 3-4 nw. 18-22* 1010 mb droog/regen.

We zijn een maandje verder in de tijd. De vriendin is na een fijne vakantie weer terug naar huis. Ze was heel verrast en blij met de Saxonette, die ik van mijn vader overgenomen heb. Normaal fietsen en als je moe wordt gaat het motorretje aan. Lange tochten hebben we gemaakt, ik moest natuurlijk wél tot het einde fietsen. Zo blijf je in beweging. Tegen 17:00 uur de haven uit en op fok en druil naar de omloop en achter de spijker in het slootje.

Woensdag 17-08, onbewolkt, 2-3 oostelijk, 18-23* 1012 mb, droog, prachtig weer.

We liggen voor anker bij de Zandkreeksluis. We zijn de afgelopen veertien dagen, met redelijk tot slecht weer, zeilend op het Veerse meer doorgekomen. Er is weinig over te vertellen. Alleen dat ik een open zeilboot, met een bibberende overboord gevallen zeiler en echtgenote, naar Kamperland sleepte en daarvoor een fles heerlijke witte wijn en een bak olijven met schapenkaas cadeau kreeg. Verder geen schokkende dingen voorgekomen. Vanmorgen was het een vroegertje. Ik wilde de Oosterschelde op om via het kanaal door Zuid Beveland naar de Westerschelde te varen. 08:30 uur waren we door de sluis en omdat de vloed al een uurtje liep en de wind recht op kop was gingen we bij hoge uitzondering op de motor de kreek uit. Iets voor de kardinaal de zeilen omhoog en op een kruisrak naar Wemeldinge. ± 12:00 uur waren we voor het kanaal. Als het schutten een beetje wilde vlotten zijn we precies op het tijdstip van hoogwater in Hansweert. Bij het invaren van het kanaal ging ik uit het oogpunt van de verkeerstoren iets te roekeloos voor een uitvarend beroepsschip langs. Uit mijn eigen oogpunt gezien was dat niet zo. Ik kreeg via de luidspreker een stevige reprimande te horen. Je moet je hier ook eigenlijk melden met de marifoon. In het vervolg toch een beetje uitkijken. Het schutten in Hansweert ging, doordat er maar één beroepsschip was, vrij vlot. De jachies konden gelijk mee. Halftwee waren we door de sluis en konden, op een slap windje uit de oostelijke hoek, de zeilen omhoog. Ik koos ditmaal voor de overloop van Hansweert en het gat van Ossenisse. Als de wind zo slap zou blijven kon ik misschien ergens op een plaat droogvallen of in Terneuzen overnachten. Maar gaandeweg trok de wind iets aan en werd de hoop sterker dat Vlissingen onder bereik kwam te liggen. Het was heerlijk zeilen. Prachtig weer, en de gepasseerde boeien vertelde me dat er een dijk van een stroom stond. Je moet die gierende knapen wel op afstand houden. Ook moet je hier het beroepsverkeer heel goed in de gaten houden; vooral de grote zeeschepen, die hier af en aan varen. Ze varen snel en zijn, voordat je er erg in hebt bij je. Ook de reusachtige hekgolven die ze veroorzaken zijn niet mis. Zeer wijs is het om er recht tegenin te varen. Als je ze dwars in krijgt is omslaan niet uitgesloten. Bij één passerend zeeschip kwam de loods bezorgd op de brugvleugel kijken hoe Wallie het er van afbracht. Ik was net bezig om het rif uit het grootzeil te halen, dus was het nogal een rommeltje. Ik had nog wel de tijd om een groet en een lelijk woord over te brengen. De loods was al op afstand, dus het lelijke woord kreeg hij niet mee. Het is constant opletten en niet indommelen. Voor Terneuzen koos ik voor de pas van Terneuzen en de drempel van Borssele. Na een fijne tocht waren we precies op het tijdstip van laagwater bij Vlissingen en draaiden we de buitenhaven binnen. Schutten en vervolgens bij de steiger van Oost Souburg afgemeerd.

Donderdag 19-08, onbewolkt, 0-2 oost. 18-24* 1004mb droog, prachtig weer.

08:00 uur overal. De barometer zakt alweer; en de weerberichten spreken van een depressie uit Frankrijk die deze kant opkomt. De wind is te verwaarlozen. We gaan weer terug naar het Veerse Meer. De mogelijkheden om buitenom iets te ondernemen is eerst om 14:00 uur. Tijdens de koffie kreeg ik bezoek van een rubberboot, uitgerust met een powervolle motor, bemand met twee gewapende beambten van de Douane. Of ik uit het buitenland kwam en wat aan te geven had. Nee, dat had ik dus niet. Daarna ontdooiden ze wat en maakten we een praatje. Even later gingen ze op bezoek bij twee Franse schepen, die voor mij lagen. Tegen elf uur gingen de lijnen los en sloot ik me aan bij een konvooi jachten. Dan gaat het wat sneller bij de bruggen. Dit keer ging het niet zo goed want de rest ging na de brug van Souburg op topsnelheid verder. Ik had daar geen zin in, met het gevolg dat ik een uurtje voor de brug in Middelburg moest wachten. Ook geen ramp. Nabij Veere, uit een ander oogpunt, foto’s van de grote kerk genomen. Op het meer aangekomen bleek de wind afwezig te zijn. Evengoed de zeilen omhoog, wat ronddrijven en wachten op de zeewind die meestal, met zulk warm weer, tegen de avond wat opsteekt. Tegen vijf uur was het zover. Een zacht briesje uit noordwest bracht ons verder naar de Omloop.

Vrijdag 19-08, zwaar bew., 1-2 oost, 23* 1002mb, regen/onweer.

07:00 Uur overal. Het weer is slecht, de depressie is in Zeeland aanbeland. Veel regen en af en toe een donderslag. Tot vier uur werd de dag, onder het zeiltje, doorgebracht met slapen en lezen. Ik had de dikke bijbel “De Boot” meegenomen. Het waren onze vijanden in de laatste oorlog en ze hebben een hoop ellende gebracht, maar je kan alleen maar respect opbrengen voor de moed en opofferingsgezindheid van de jongens die die U-boten bemanden. Tegen vier uur werd het droog en stak er wat wind op uit wnw. Ankers uit de klei en dan op een bezeilde koers naar Kortgene. Morgen wordt het een boodschappendag. Na het afmeren aan het hellinggat vlug het zeiltje opgetuigd. Alles nog droog geregeld; daarna begon een regenbuitje die, met korte onderbreking, tot vier uur de volgende dag duurde.

Zondag 21-08, zwaar bew., 3-4 nw., 23-25* 1002 mb, droog.

± 09:00 uur, na een slechte tot zeer slechte nacht, overal. Geen oog dicht gedaan door het geschreeuw en gejoel van de jeugd die het café op de hoek onveilig maakte. Ze zijn tot vier uur in de morgen geopend en dan duurt het nog wel een uur of twee voor dat de laatste afdruipt. Je zou ze met een roeiriem uit elkaar slaan. Hier nooit meer op de zaterdagavond overnachten! ± Halfelf vertrek en op fok en druil naar de sluis. Laagwater om 11:30. Bij de sluis aangekomen bleek er een storing in de ebdeur te zijn. Uurtje wachten. Daarna schutten in een stampvolle sluis. Ik had me wel brutaal naar voren geritseld. Ik krijg de kriebels als ik zie hoe de meeste jachten naar binnen kruipen en aan de eerste de beste paal of oog vast maken. Ze zijn meestal doof voor de stem van de sluismeester, die ze naar voren stuurt. Het voordeel van voorin liggen is dat je, voor de meute uit, als eerste weer buiten bent. Op de inmiddels al lopende vloed kon ik volgetuigd in één slag de kreek uitzeilen. Ik zocht wel de groene boeienlijn op, en hield ze aan stuurboordzijde. De rest van de zeilende jachten kwamen, de rode boeienlijn volgend, bij de bocht in het vaarwater in moeilijkheden en dreigden op de platen vast te lopen. Ik had hier mijn les wél geleerd. Tot 15:00 uur slagen gemaakt in de richting van de Zeelandbrug. Daarna dreigde de vloed me toch in de richting van Goese Sas te zetten. Terug de kreek in en afgemeerd aan de binnenkant van de wachtsteiger van de sluis. Voor morgen een plan uitwerken.

Maandag 22-08, licht bew., 0-1var. 4-5 zw. 20-24* 1002mb, mooi weer.

06:00 Uur overal. 06:30 hoogwater, vertrek 07:30. Een slappe koelte bracht me de Zandkreek uit. Daarna aandewind richting Zierikzee. Het plan was om via de Roompotsluis naar buiten te gaan en dan morgen eventueel buitenom naar Vlissingen. Doch helaas, na de brug overviel ons een grote blaakte. Het werd meedriften op de eb. Dat werd niks met de Roompotsluis, of we moeten de motor het werk laten doen. Daar had ik eigenlijk helemaal geen zin in. Dus wachten we maar rustig af wat de dag ons brengt. Ik kon net voor de kentering van het tij de Vuilbaard ronden en daarna dreven we weer rustig terug naar de brug. Alleen nu langs Colijnsplaat. Voor Colijnsplaat drijvende hoorde ik plotseling een merkwaardig gesnuif rechts achter me. Ik bleef even achter me kijken (de zee was olieglad) en zag toen plotseling een donkere zwarte rug met een vin boven water komen en hoorde weer dat gesnuif. Vissen snuiven niet, dús moest het een zoogdier zijn. Ik schatte de lengte op een goeie meter. Voor een dolfijn eigenlijk te klein. Ik vermoede dat het een bruinvis was. En dan heb je natuurlijk net de camera ingepakt. Later tijdens de trip met Frans en Margot (ook weer met een spiegelgladde zee) kwamen we twee maal een school van een stuk of vier vijf dieren tegen en hoorde we weer die geluiden. Ze waren het met me eens, het moesten bruinvissen zijn. Na de brug weer een slappe koelte uit noordwest, het lijkt wel of hier een ander klimaat heerst. Dwars van de Kardinaal, die de vaargeul in de Zandkreek aangeeft, een plotseling ruimende wind naar zuidwest en doorschietend naar een goeie vijf Beaufort. Toch nog een leuke afsluiting van de dag.

Zondag 28-08, licht bew., 2-5 zw., 23-25 * 1010mb droog, prachtig weer.

We zijn weer een goeie week verder in de tijd. De afgelopen week deels doorgebracht op het Veerse Meer en deels thuis. Het weer is eindelijk weer eens goed en de vooruitzichten ook. We liggen voor de sluis, op ons normale stekkie, en wachten op het tijdstip van kentering van het tij. De laatste twee uurtjes van de vloed wil ik benutten om bij de Zeelandbrug te komen en van daaruit kan ik dan op de beginnende vloed in de richting van de Krammersluis varen. De afspraak met Frans en Margot om elkaar in Stavenisse te treffen is na telefonisch contact veranderd. Ze zijn al onderweg in deze richting en het zou leuk wezen om elkaar ergens op het Hollands Diep te treffen. De melding in de Electro- en normale BAD had, op Leo v/d Vaart na, die bij mij als opstapper meegaat, geen verdere liefhebbers voor de feedercruise opgeleverd. Bij nader inzien heb ik geloof ik een fout gemaakt om Stavenisse als vertrekpunt te kiezen. Klaas maakte me daarop attent. Het probleem was namelijk, hoe komen we na de Zomerreünie weer terug bij de auto’s. Ik, als autoloze persoon, had daar helemaal niet bij stil gestaan. Het vertrekpunt had natuurlijk Hitsersekade moeten zijn. Waarschijnlijk hadden we dan wat meer liefhebbers gehad. Volgende keer beter! ± 14:30 had ik genoeg van het wachten en ging het anker omhoog en gingen we op weg naar de sluis. Laagwater is eerst om kwart voor vijf, maar ik heb een hekel aan wachten. Tegen twee uur waren we geschut en gingen we onder druil en fok de kreek uit. De koers was bezeild en we hebben geen haast. Nabij de kardinaal ging het op één rif gezette grootzeil er bij en namen we koers op de brug. De beloofde windkracht vijf liet op zich wachten dus ging al snel het rif er weer uit. Nabij de brug sliep de wind zelfs in en werd het weer drijven, en wachten op de vloed. Tegen vijf uur had ik er genoeg van en gingen we op de motor verder naar Stavenisse. Er stond net genoeg water in het kanaaltje om, heel voorzichtig in het midden, naar de haven te varen. Afgemeerd en tevergeefs gewacht op de havenmeester, die zich ‘helaas’ niet heeft laten zien. De havenmeester moet namelijk van Sint Annaland komen en dat is voor één eenzame passant te veel gevraagd. Wat vind ik dát toch jammer.

Maandag 29-08, onbewolkt, 2-3 zw., 22-26* 1010mb, prachtig weer!

06:30 Overal. Douche en scheerbeurt. Nog steeds geen havenmeester gezien. Tegen negen uur ontmeerd en naar buiten. Er stond nu ruim voldoende water in het kanaaltje. Stavenisse is meestal een heel rustig haventje. Er is maar een heel klein deel van een steiger gereserveerd voor passanten. Grote jachten komen hier, door het nauwe en ondiepe kanaaltje dat maar een paar uurtjes tijdens hoogwater te bevaren is, niet of nauwelijks. Onder zeil en op een heerlijk briesje naar de Krammersluis. Tegen twaalf uur geschut en verder op een wat inslapend windje, door de groene soep, naar de Volkeraksluis. Je kan wel merken dat je hier weer op zoet water bent. De heren van Rijkswaterstaat hebben hier heel goed hun best gedaan om de natuur te vergriepen. Er moest zo nodig een sluis op het getijdenwater komen. Ik kan me de tijd nog herinneren dat je bij Zijpe op een loeiende stroom door de engte joeg. Reuze jammer. Door het warme weer kreeg ik heel veel zin in een koel biertje dus meerde we na het schutten af in Willemstad. Vijf Euro voor een nachtje is een nog redelijke prijs.

Dinsdag 30-08, onbewolkt, 3-4 no, 22-26* 1016mb. Prachtig weer.

De zomer is weer in het land. Na het ontbijt victualiën en benzine laden. Voorlopig kreeg ik daar geen gelegenheid meer voor. Daarna naar buiten en op fok en druil, buiten de vaargeul, kruisend wachten op de White Seal met Frans en Margot die uit de Biesbosch komen moesten. Na ± dertig slagen kwamen eindelijk heel wazig de zeiltjes van de White Seal in zicht. Grootzeil omhoog en op één slag in hun richting. Ze hadden mij ook in het snotje gekregen want ze kwamen mijn richting uit. Een hartelijk welkom en dan afgemeerd in Willemstad. Een gezellig slot van de dag met een wijntje en lekker eten. We verheugen ons al op de week die we samen op de Oosterschelde zullen doorbrengen.

Woensdag 31-08, onbewolkt, 3-4 no-zo, 22-26* 1006mb. Prachtig weer, doch dalende barometer.

Om negen uur moesten we helaas voor een paar dagen van Margot afscheid nemen. Ze moest de plichten van oma, door op een ziek kleinkind te passen, waarnemen. En dat zijn dingen die voor gaan. Frans en ik gaan alleen door. Ook de kleine kans dat Klaas Hoogewerff met de Sequana nog mee zou komen was helaas in het water gevallen. Jammer, het is altijd gezellig met Klaas en Regitse. Tegen elf uur door de sluis en dan op een slap briesje, door de groene soep, naar de Krammersluis. Tegen één uur waren we weer op zout water. Wat een verademing. Een bezeilde koers naar de “Slikken van de Dortsman”, waar we tegen vier uur achter de dijk voor anker gingen. Later, toen we droog lagen, bleek dat we iets verder door hadden moeten varen om wat geriefelijker droog te vallen. Er loopt namelijk vlak onder de dijk een geul waar je al vlug na het tijdstip van laagwater weer kan varen. Nu moesten we langer wachten totdat we weer water onder de kiel hadden. Tegen zes uur lagen we droog; en kon ik, aangemoedigd door Frans de honneurs van kok waarnemen. Helaas viel de grote pan met vis, groente en rijst, tijdens het pruttelen op het gasstelletje, om en veroorzaakte een zwijnenboel. Gelukkig was Frans niet kieskeurig en ik ook niet, dus verzamelde ik ongeveer 80% van de hap weer in de pan en werd er onder het genot van een glaasje wijn heerlijk gesmuld. Daarna nog wat wandelen over de plaat en dan vlug in de zak.

Donderdag 01-09, half bew., 5-6 zw 22-25* 1002 mb, droog.

Vannacht een ruimende wind op zuidwest en aanwakkerend. De weerberichten melden een passerende trog en dan weer afzwakkend. Een stevig bewegende Wallie, maar vanaf ± 06:00 uur lagen we weer droog en kon er nog wat gedommeld worden. Ik slaap altijd slecht als de boot stevig in beroering is. Vooral het bonken van Wallie’s kielbalk op het harde zand doet me dan pijn. Tegen één uur hadden we weer genoeg water onder de kiel om op pad te gaan. Het doel was de “Schelphoek”. Een oude werkhaven, iets noordwestelijk van Zierikzee. Het anker uit de grond en op fok en druil, met de riem sturend, de plaat af. Op dieper water kon het grootzeil er bij. Wallie was zwaar gereefd: grootzeil dubbel, druil eenmaal, en de stormfok. Er stond een pittige wind tegen stroom zee. Tot en met de brug hield ik Frans aardig bij. We konden het beiden in één slag halen. Achter de brug zwakte de wind een moment wat af en ruimde naar west. Frans liep snel uit. Ik moest een slag naar de brug terug maken om voorbij Zierikzee te komen. Het is op westenwind altijd een lastig hoekje om langs te komen. Maar eventjes de motor bij om voorbij de pier te komen. Voorbij de bocht konden de zeilen het weer overnemen. Ik verdaagde snel op de dijk. Frans was inmiddels in de nevel verdwenen. Even een kort overleg met de oude zeilmaat, die in die gevallen altijd helpt. Frans telefonisch gemeld dat ik voor de nacht Zierikzee opzoek. Morgen zien we wel weer verder. Ik kom nu, als ik doorzet naar de “Schelphoek”, waarschijnlijk toch te laat om droog te vallen. Een uurtje later afgemeerd en even later een praatje gemaakt met een zeiler-echtpaar, die extra voorbij kwamen en vertelde dat ze genoten hadden van een zeilende Wallie en foto’s hadden genomen. Dat doet me goed.

Vrijdag 02-09, half bew., 2-4 zw–>no., 18-22* 1012mb, droog, redelijk weer.

05:00 Uur overal. Een vroegertje vandaag. Gisteravond al gedoucht en geschoren. Ontbijt en dan de lijnen los. In het halfdonker zag ik helemaal over het hoofd dat ik een stootwil, die ik aan de steiger had vast gebonden, vergat mee te nemen. Ik kwam daar eerst veel later achter. Stom, stom! Buitengekomen bleek de wind goed in de zuidwesthoek te zitten. Prima bezeild naar het doel. Tegen acht uur draaide we de haven in en ontwaarde ik de White Seal, droogliggend op het strand, in de nevel. Ik maakte een grote fout door aan de verkeerde kant het grote caisson voorbij te zeilen. Hevige grondberoering. Nu is dat normaal met een Drascombe niet zo’n probleem. Maar ditmaal was het een ramp. We waren midden op een bed van grote Japansche oesters terecht gekomen. En die zijn niet bepaald van watten gemaakt. Hevig krassen, op snel vallend water. Oei, oei dát deed Wallie geen goed. Anker uit en snel het zeil naar beneden, de fok en druil waren gelukkig al weg. Nu kwamen mijn nieuwe rubberen onderwaterschoenen goed van pas. Overboord, en duwend en even later roeiend dieper water opgezocht en weer voor anker. ± Eén meter water onder de kiel en in het klare water een dreigende laag van oesters, met nog zakkend water. Dat ligt niet rustig. Na plusminus tien minuten weer ankerop en roeiend en motorend (ondiepwaterstand) nog dieper water opgezocht. Nog een paar maal geschraap en toen hadden we genoeg water én zand onder de kiel. Hier liggen we goed. Gelijk een aantekening in de kaart gemaakt. De hele oostelijke hoek van de haven is niet geschikt om droog te vallen. Tegen tien uur kwam er leven op de White Seal en hadden we telefonisch contact. 14:00 uur komt de White Seal vlot; we hebben dus alle tijd om nog even uit te puffen van de stress en een tukkie te doen. Tegen één uur contact met een visser en een fles Schippersbitter, die we eigenlijk voor Klaas z’n verjaardag hadden gekocht, geruild voor een grote Zeebaars en een nog grotere Harder. Dat wordt vanavond smullen! Na het vlot komen van de White Seal onder zeil en op een prima bezeilde koers, stroom mee, naar het Veerse Meer. Zes knopen werd er geklokt. Tegen half vijf door de sluis en op mijn stekkie voor anker. Een heerlijk vissie met gebakken aardappeltjes. Iets te veel wijntjes. In de avond kregen we nog bezoek van een vloot zeeverkenners, die met hun vletten een vierentwintiguurs zoektocht maakte over het meer. Wij hadden ons al een tijdje afgevraagd wat er voor raar geval op ongeveer dertig meter van ons af in het water dreef. Dat bleek dus een opdracht van de verkenners te zijn. Het doel voor morgen is Veere om daar Margot op te pikken.

Zaterdag 03-09, zwaar bew. Mist. 3-4no->o, 20* 1018mb.

09:00 Uur ankerop en op de motor de oever van Noord Beveland opgezocht. Het zat potdicht van de mist. Vervolgens de dijk volgend naar de landbouwhaven van Kortgene voor victualiën en benzine. Daarna onder vol zeil op een iets opklarende lucht naar Veere. Jammer voor Frans, nu ziet hij weinig van het meer. Ik had een bijna botsing met een lichtopstand, een schampschot zo te zeggen. Tegen halftwee afgemeerd in de haven van Veere. Er was groot platbodemfeest, dus was er weinig plaats. Gelukkig paste we net met twee boten aan het steigertje van het kleine hellinggat. Half drie stapte Margot, tot gróte blijdschap van een eenzame Frans, weer aan boord. De zieke was weer aan de beterende hand, dus was de hulp van oma niet meer nodig. Terwijl die beiden een wandeling door Veere gingen maken bleef ik aan boord om op de boten te passen. Ze waren hier nog nooit geweest en het is een leuk stadje om te bekijken. Daarna weer onder zeil en voor de nacht op weg naar het “Bastiaan de Lange plaatje”. ‘s Avonds telefonisch contact met Leo v/d Vaart, die, voor de volgende dagen tot en met de zomerbijeenkomst, als opstapper mee zou varen. De beste plaats om hem op te pikken was mijn eigen thuishaven, dus dirigeerde ik hem daar naar toe. Ik moest weer ankerop en op de motor naar de Oranjeplaat. Tegen negen uur stapte hij aan boord. Kennis gemaakt, we waren vreemden voor elkaar, dus het was voor ons beiden even wennen. In het donker op weg naar de omloop en voor anker in het slootje. Onderweg vertelde hij dat zijn ontbijt uit Muesli en poedermelk bestond en aangezien dat ook mijn ontbijt is brak dat gelijk het ijs een beetje. Geen problemen met een uitgebreid ontbijt. Alleen had hij liever een bakkie thee in plaats van koffie. Nu, daar is overheen te komen. Vlug het zeiltje opgetuigd en daar maar eerst voor de nacht zijn spullen gedeponeerd.

Zondag 04-09, licht bew., 3-4 no->o, 20-24* 1004mb, prachtig weer.

07:00 uur overal. Leo was vol verbazing over dit ankerplekje. Een prachtig stekkie, en zijn vreugde kende helemaal geen grenzen meer toen hij een ijsvogeltje voorbij zag vliegen en een specht hoorde timmeren. Hij doet namelijk op Texel, je spreekt het uit als Tessel, dat probeerde hij mij tenminste wijs te maken, iets in de natuur. Ook is hij een verwoed zeekanoër. Ankerop en op de motor naar Frans en Margot. De batterij moet ook weer opgeladen worden. Na de begroeting een kort palaver. Omdat we naar de sluis de wind recht op kop hadden en het tij niet wacht werd besloten om op de motor naar de sluis te gaan. Tegen elf uur geschut en verder op de motor de kreek uit. Druk verkeer en stroom en wind tegen. Bij de kardinaal de zeilen omhoog en kruisend in de richting van Yerseke en eventueel de Rattekaai. Na een leuk tripje tegen zes uur afgemeerd in Yerseke. Rattekaai, in de hoek van het Verdronken Land van Zuid Beveland, bleek toch iets te ver weg. Dat werd dan het waarschijnlijke doel voor morgen. Het is toch wel leuk om een opstapper mee te hebben, dan kan je het sturen eens aan een ander overlaten. De tijdstippen van laag- en hoogwater zijn in deze week niet erg gunstig. Ook een trip over de Westerschelde moeten we om deze reden op een laag pitje zetten. ‘s Avonds een wandeling door het dorp en dan mosselen eten.

Maandag 05-09, licht bew., 3-4 zo 20-22* 1002mb, prachtig weer.

06:00 uur overal. Na de douchebeurt bleek Leo nog diep in dromenland te zijn. De luide brul: “weekie, weekie, de Russen komen”(zo porden ze ons vroeger bij de marine) maakte daar snel een eind aan. Het dan volgende palaver overtuigde Frans ervan dat ook vandaag de Rattekaai niet of nauwelijks haalbaar was. We moesten dan tot halftwee op voldoende water wachten en het droogvallen zou dan pas laat in de avond plaats vinden. Ook niet leuk. Dus werden de plannen omgezet. Schelphoek werd het nieuwe doel. De wind was daar uitermate geschikt voor. Alleen de stroom zouden we halverwege tegen krijgen. Maar als de pittige bries zou blijven waaien zouden we daar geen problemen mee hebben. Dus werd er in een razend tempo ontmeerd en gingen we onder zeil. Het weer was prima, als dat de hele week zo zou blijven hoefden we niet te mopperen. Ter hoogte van Goese Sas was het met de eb gedaan en kwam de vloed ons tegemoet. Wallie had er geen problemen mee, we haalden zelfs een scherp jacht in. Bravo, bravo! Ter hoogte van Zierikzee flauwde de wind jammer genoeg wat af en moest de motor het overnemen. Iets ten westen van Zierikzee maakte we een korte tussenstop in een lagune-achtige bocht aan de oostkant van de Roggenplaat. In de Schelphoek tegen het strandje aan voor anker en wachten op droogvallen. Vlak voor het droogvallen veranderden onze plannen weer en gingen we voor de nacht op dieper water achter de spijker. Het zou anders morgen weer laat in de dag zijn voordat we genoeg water onder de kiel hadden.

Dinsdag 06-09, licht bew., 1-2 no 20-24* 1000 mb. Prachtig weer.

07:00 Uur overal en tegen elf uur ankerop en op de beginnende vloed de Schelphoek uit. Ik was voor de verandering eens de eerste en zag even later de White Seal, naar mijn idee tenminste, gevaarlijk de richting van de ondiepte kiezen. Het bleek gezichtsbedrog, want een telefonische waarschuwing stelde me gerust. Ze gingen aan de goeie kant het caisson voorbij. Ter hoogte van het restaurant “Flauwershoek” viel het briesje weg en werd het zeer nevelig. We namen beiden het onbetonde geultje vlak onder de dijk door en besloten om Zierikzee aan te lopen. Frans en Margot waren daar nog nooit geweest en het is een leuk toeristisch stadje. Leo was daar vroeger veel op vakantie geweest, dus vond hij het ook leuk om herinneringen op te halen. In het geultje varend kwamen we de al eerder vermelde kleine school bruinvissen tegen. Jammer dat het moment altijd zo kort is, je krijgt nooit de tijd om een foto te nemen. Tegen twee uur afgemeerd en eerst maar een koele Hoegaarde op het terras gedronken. Daarna het stadje verkend en de voorraad bitter aangevuld. Ook moesten we voor Klaas een nieuw presentje voor zijn verjaardag kopen. Leo kwam nog een collega zeekanovaarster tegen en raakte niet uitgepraat. Ze kwam goed van pas, want ze kon gelijk een foto van ons viertjes nemen. En dan in de avond ons verwend met een lekker etentje op de wal.

Woensdag 07-09, licht bew., 2-4 nno 20-24* 1010mb prachtig weer.

06:00 Uur overal, en na de gewoonlijke douche en scheerbeurt een was-sessie ingelast. Er moesten wat t-shirts en pendekken gewassen worden. Een drooglijn tussen de afmeerpalen gespannen en daar de spulletjes te drogen gehangen. Het zonnetje kwam lekker door de nevel heen en er woei een koel briesje. Alleen vergat ik, totdat het bijna te laat was, dat de eb liep en dat daardoor de was buiten bereik kwam. Door de opmerking van Margot dat ik mijn zeiltje daar ook wel te drogen kon hangen kwamen we er achter dat de was wel erg hoog hing. Op mijn tenen staande kon ik er nog net bij. Opletten. Tegen twaalf uur gingen de lijnen los en voeren we op de motor het kanaal uit. De zon scheen inmiddels uitbundig en er woei een fris briesje uit noordoost. Gisteravond hadden we al besloten om buitenom naar het Haringvliet te vergeten. De wind was wel gunstig, maar het tij niet zo. En met weinig wind is ongeveer zevenendertig mijl toch een hele afstand. Het doel werd de Grevelingen en misschien Brouwershaven. Het werd een rustig tripje. Tegen vier uur voeren we in de engte bij Zijpe en werden we bijna geplet tussen een visser uit Bruinisse en een knaap van een containerschip. Voor Leo was het een hele ervaring; zoiets kom je op de wadden niet zo snel tegen. Door mijn ervaring op de grote rivieren was ik iets rustiger, je kan als schipper ook geen paniek uitstralen. Het ging gelukkig alles naar mijn berekening en dus goed. Daarna door de sluis en op de Grevelingen nog wat rond gezeild. De wind was te zwak om nog voor donker in Brouwershaven te zijn. Voor de nacht achter de spijker in de lagune van de Archipel op ± vijftig centimeter water. Een prima stekkie. Leo was wild enthousiast over het onderwaterleven hier. Hij wist van elk friemelbeestje de naam en liet ons vol trots zien hoe vlug de scheermesslak, nadat hij hem eruit had getrokken en voordat de kleine visjes, die hier rond zwemmen, hem opgepeuzeld hadden, zich weer in het zand wist te werken. Na het borreluurtje werd er een gezamenlijke hap gekookt en was het daarna snel stil amusement.

Donderdag 08-09, nevelig, 1-3 nno, 20-23* 1006mb, prachtig weer.

07:00 Overal. De ochtendrompslomp verloopt al een paar dagen chaotisch. Twee man in de boot veroorzaakt toch een hoop kleine problemen. Gelukkig is het weer uitstekend. Alles speelt zich buitenaf. Met regen zou het niet zo leuk zijn. In de boot is het een rommeltje. Ik kan niets meer vinden. Maar het is toch ook wel gezellig, doch langer als één week moet het niet duren. Onderweg naar de sluis bleek de sluis gestremd te zijn. De brug was kapot. Dan maar weer de voorhaven uit en wat rondgezeild. Later kwamen we er achter dat wij gewoon hadden kunnen schutten, de brug was namelijk hoog genoeg voor ons. Doch we hadden ons niet verveeld. Leo kreeg les in knopen en steken, roeien en sturen met de riem. De mastworp moet hij nog maar eens goed oefenen in een donkere kast. Ook bracht ik hem het kleine foefje bij om bij het overstag gaan, op het grootzeil alleen, het grootzeil bak te trekken. Tegen halftwee door de sluis en onder zeil naar de Krammersluis. Leo voorzichtig het sluisgebeuren bijgebracht. Het wisselen van zout- naar zoetwater vond hij maar vreemd en mijn uitleg daarover eigenlijk een beetje ongelovig. Op het Volkerak werd het eerste kwartiertje op de motor afgelegd, daarna kwam er een koel briesje. Tegen zes uur afgemeerd in Ooltgensplaat, een kleine twee mijl voor de sluis. Na een gecompliceerde afmeerprocedure (kade te hoog en geen afmeerpaaltjes) het dorp in en na inspectie van het kerkhof, rondom een mooi kerkje, in het enige verpozingslokaal van het dorp een eenvoudige hap tot ons genomen. ’s Middags hadden we al een geweldige rookpluim boven de westelijke horizon waargenomen, het moest ergens geweldig branden. Hier, in het donkere en rokerige lokaal, vertelden ze ons dat er hier vlak in de beurt een grote opslagplaats in vlammen was opgegaan. Zo hoor je nog eens wat.

Vrijdag 09-09, onbew. Licht nevelig, 1-2 nno.1006mb, prachtig weer.

Tegen tien uur ontmeerd en op de motor naar de sluis. Bij aankomst in de voorhaven gaf ik het roer over aan Leo en verzocht hem om Wallie voorzichtig en zeker door het sluisgebeuren te leiden. Voor Leo werd dit de eerste keer in zijn zeilcarrière dat hij door een sluis moest. Hij bracht het er goed vanaf. Hij vond wel dat ik af en toe een beetje mopperde omdat hij te langzaam voer. Als je ook ruim twintig jaar solo-ervaring hebt met allerlei sluizen vaar je wat harder. Maar ik begrijp ook wel dat hij de boot graag heel wou houden. Na de sluis onder zeil en verder naar Hitsersekade, waar we tegen vier uur afmeerden.

Maandag 12-09, licht bew., 3-4 nno, 22* 1002mb, prima weer.

07:00 Uur overal. De zomerbijeenkomst is weer voorbij. Zo als gewoonlijk was het weer beregezellig. Het verslag over dit weekend heeft Michel al geschreven dus hoef ik daar niet veel meer over te vermelden. Tegen tien uur afscheid van Frans en Margot, ze gaan weer zeilend op huis aan. Na afscheid van de havenmeester en andere Drascombe-leden gleed ik een goed half uur later ook de haven uit. De noordoosten wind was prima voor een vlotte thuisreis. Ik piekerde nog even over buitenom, maar een blik op de getijdenbijbel vertelde me dat dat niet zo gunstig was. Onderweg nog een groet aan de twee Bassie’s die nog wat aan het zeilen waren voordat ze op huis aangingen. De Volkeraksluis gaf een oponthoud van een goed uur. Dat was jammer want dat bracht ook weer verlating van het gunstige tijdstip om bij de Zeelandbrug te komen. Ik koos dus voor het Schelde Rijnkanaal. Dat was op deze wind ook voor honderd procent bezeild. Tegen zes uur afgemeerd in Tholen.

Dinsdag 13-09, licht bew., 1-2 var. 18-22* 1014mb, fris maar mooi weer.

07:00 Uur overal. Hoogwater is om 10:55. Negen uur lijnen los en op de motor naar de Bergdiepsesluis. De wind was te verwaarlozen. Tegen tien uur door de sluis en dan helaas op de motor verder. Jammer dat de laatste dag van de officiële zomertrip zonder wind moet verlopen. Onderweg nog een grote houten pallet uit het water gevist en later bij de sluis in de vuilnisbak gedeponeerd. Dat kost tenminste geen kapotte schroeven meer. Na het schutten het Veerse Meer half zeilend en motorend afgelegd en tegen zeven uur in de omloop afgemeerd. Verder een groet aan alle lezers en lezeressen en een hopelijk tot weerziens.

Reijer Bergsma