Ultra hightechen en ouderwets zeilgedoe

Na op 12 jarige leeftijd een start in een 12 voets jol, later een 16m2, te hebben gemaakt, daarna met mijn vriendin een miniton zeiljachtje, kwam ik zo’n 25 jaar geleden in aanraking met de catamaranzeilerij. Na de eerste schreden op deze cats en in eerste instantie kapot geschrokken van de acceleratie en snelheid, kwam ik uiteindelijk in het wedstrijdcircuit terecht. Heb jaren genoten van dat super hard zeilen op ultra hightech boten op de Europese kustwateren. Rondje Texel niet op drie handen meer te tellen. Vaak op een tweemans cat en (om niet afhankelijk te zijn) ook vaak op een one-up cat. Tussendoor bleven de mono’s ook best trekken en zeilde ik met diverse zeilmaten op hun boot mee, om uiteindelijk zo’n zes jaar geleden het hightech, carbon, roterende masten, high aspect foliezeilen doorgelat met uitgebouwde top, voor de wind één romp er uit en de fokkenist in de trapeze (wildthing), catwedstrijd – wereldje te verlaten. Het was best geweest. Het werd een herhaling van zetten.

Ik blijf het (driehoek-lus-driehoek) wedstrijdspelletje best leuk vinden! Dus vaar ik nog regelmatig wedstrijden op een J109, helemaal in Heiner-wedstrijdconditie te Lelystad, tussen de Delta Loyd, de Yacht 1 en Yacht 2, de Stamhuis, de ABN, met superzeilen, carbon boom en genaker. Toch nog hightechen!

Lekker met een in dezelfde zeilkleding gestoken team van acht man op het grote water bij een harde wind onder genaker de bocht uitvliegen, of met een knoop of 15 downwind de C-boei bij HvH aanzeilen. Is toch wel spannend hoor met een dergelijk groot schip zo hard te varen!

Maar buiten het frustratieweg-zeilende, elkaar voor rotte vis uitmakende, megalomane wedstrijdzeilende wereldje, wilde ik samen met mijn ondertussen al langdurig tot echtgenote bestempelde voormalig ex-minitonmaatje ook eens een mooi scheepje gaan bevaren. Alleen, lekker met z’n tweetjes, met de kids en aanhang, met vrienden en dan een picknickmandje mee. Af en toe op de wadden, of voor anker slapen bij het Paard. Zagen we dus echt wel zitten. Een bootje met smoel, niet zo standaard. In dat wedstrijdwereldje vinden mijn maten alles wat langzamer gaat dan tien knopen ouderwetse onzin, nostalgie, antieke zooi dat eigenlijk thuishoort in Tussen Kunst en Kitsch of beneden in het Enkhuizer Zuiderzee museum.

Als ik tijdens het jakkeren over het IJsselmeer, of langs de kust, wijs op een mooi stuk varend historie, krijg ik altijd te horen dat dit toch ècht niet vaart, ‘moet je kijken wat een water die boot weg moet zetten, wat een hekgolf, kilo’s Tata-staal, heeft een uur nodig om op 5 knoop te komen, een vrouw met een kinderwagen gaat nog sneller over het water’, waarna gelijk ook een snauw over het dek klinkt, dat ik als stuurman op de meters onder aan de mast moet kijken en niet, vooral niet, buiten de boot! Dat doet de tacticus wel! Maar ja, het ondertussen mijmeren, dat kan niemand mij afnemen.

En zo begonnen wij ons te oriënteren. Natuurlijk had ook ik, als watersporter in hart en nieren, de artikelen en boeken van Hans Vandersmissen gelezen. Pracht-verhalen vol met nostalgie naar het ouderwetse zeilgedoe. Een grootzeil katten? Moet je eens proberen met zo’n Quantum wedstrijdzeil! De eigenaar zit gelijk uit te rekenen hoeveel hem dat aan gebroken carbon strings gaat kosten. Na wat praten met Drascombe-eigenaren en oriënteren op internet, bleek dat de importeur bij mij om de hoek zit.

‘Wat kost zo’n bootje?’ Dat was ff slikken! Op internet en bij Drascombe Nederland bleek dat deze bootjes inderdaad thuishoren in Tussen Kunst en Kitsch. Maar dan wel bij die gevallen waar de totale cameraploeg alles laat liggen en hard naar die ene deskundige rent, om net op tijd te kunnen filmen dat deze vol verbijstering uitroept nog nooit zoiets te hebben meegemaakt, uniek, onbetaalbaar, ‘Hoe komt u er aan, u bent een geluksvogel, bijna nergens meer te krijgen, lag zeker onder een heel oud afdekzeiltje verscholen bij oma in een oude botenloods?’

Wat een prijzen! En is de kwaliteit dan navenant? Volgens mij niet, je schrikt je elke keer rot als een kennis voor de eerste keer vanaf het steigerhout op je dekje springt! Het lijkt wel of een middelbaar schoolkind stiekem over het veel te dunne vijverijs loopt. Wat een gekraak! De dikte van het dek en romp geeft toch aan dat de scheepjes waarschijnlijk tijdens een polyestercrisis werden gebouwd. De mastjes van uitstekende kwaliteit? Weinig water in de romp? Zeilen lekker gesneden?

Maar toch, ze zijn wel heel erg mooi, varen lekker, zeker geen dertien in een dozijn, en die prijs is natuurlijk de schuld van dat volk waar wij al honderden jaren nautisch ruzie mee hebben.
Hullie hebben het nog steeds niet kunnen verwerken dat onze Vlissingse held Michiel de R. zomaar de Thames opvoer en London verrot begon te schieten. In die tijd kwam een Brits fregat echt niet de Nieuwe Waterweg op om de Euromast een koppie kleiner te maken. Die strijd tussen de Batavieren, gebroederlijk samenwerkend met de Friezen, en de Kelten met de Picten, wordt nog steeds uitgevochten. Alleen nu in de barretjes aan de Costa Brava, na veel te veel bier.

Na enkele bezoekjes aan Drascombe Nederland, belde Michel mij op. Hij kreeg een mooie Longboat binnen. Echt een beauty, alleen met veel achterstallig onderhoud. Hij hoopte dat wij door het stof heen konden kijken… Dus wij besloten dat Engelse tweemastertje te kopen. (Wedstrijdmaatjes vinden tweemasters trouwens pure kul, de wind zit niet laag maar bovenin, dus alles wat laag zit heeft geen zin. Dat je zo’n scheepje juist door zijn twee masten zo mooi in balans kan varen… ach dat interesseert ze niet, planeren moet ie!)

Natuurlijk had Michel gelijk, na zo’n twee weken hard klussen en het opleuken van het uitgedroogde tropisch hardhout met lijnzaadolie en terpentine, kwam er een mooi bootje onder het stof en in het dekje ingebrande houtveredelingmiddel vandaan.

Dat is ook nostalgisch en ligt lekker op de tong. De thuishaven werd Huizen, lekker dicht bij huis, het grotere water en Drascombe Nederland, voor het geval dat!

Ook ik hoop in 2008 met u mee te gaan lijden op de wadden. Samen met een Weesper Longboat willen wij een paar eilanden gaan aandoen. Als wij het overleven zullen wij u daar zeker over berichten.

Ik hoop u ook tegen te komen bij de Drascombe-evenementen.
En ik weet… wennen en aanpassen gebeurt snel. Mogelijk zal ik zelf over een paar jaar een multihull polyester zeilfanaat verbazen als ik lekker met fok en druil over het IJsselmeer zeil, met een knoopje of vier, en mij dat hard genoeg gaat.

Eeuwig bakboord,

Hans Visser
Longboat Medea