Als je vrouw van paardrijden en tuinieren houdt, je als gevolg van diverse biologische experimenten in het bezit bent van 3 koters (gezin van 5 is wat veel op een coaster) en het Hemelvaart Wadden Weekend nadert, wat doe je dan? Je bent extra lief voor je vrouw, neemt de laatste week voor het weekend wat vaker een bloemetje mee en chartert een maat. Zo ontstond het stoute plan om dinsdag vanuit Muiden met Frans te vertrekken in NNO-richting om in 2 dagen IJsselmeer, Kornwerderzand, Nes en Engelsmanplaat te passeren en woensdagavond aan te sluiten bij Lauwersoog. Een NNWestelijke bries strooide echter roet in het eten, dus dinsdagmorgenvroeg om 06.00 uur met Gulliver op de trailer richting Lauwersoog en om 09.00 uur te water met bestemming Nes want daar zijn wij nog nooit geweest. Schutten was snel gepiept en vanwege de beloofde NNW 5Bft en dreigende ondiepte onder de Engelsmanplaat wordt het eerste uur op grootzeil en motor gevaren om voldoende hoogte en snelheid te behalen. Na het passeren van de Zoutkamperlaag gaat de herrie uit en blijkt het vinden van de kronkelende geul boven Paesens nog een hele kunst. Hij ligt veel dichter bij de Friese kust dan wij hadden ingeschat en vanwege Rijkswaterstaat’s aangekondigde bezuinigingsdrift waren wij er niet zeker van of hij nog wel bebakend was.
Uiteindelijk bleek er natuurlijk ruim voldoende water op de plaat en vonden wij het in noordelijke richting lopende friesche wad snel door een vissende garnalenkotter. Het zal toch moeilijk vissen zijn in 80 cm diep water, niet! Ons plan was ankeren aan de rand van de geul, pal onder de oostpunt van Ameland met eventueel een uitstapje. Dit konden wij echter op onze buik schrijven door een stevige eb, die ons dreigde richting zeegat te zetten. Uiteindelijk konden wij hem exact dood zeilen. Anker over de reling en lunch dus! Genoeglijk met boterham en melk in de kuip nemen wij pal achter een “recht zo die gaat” viskotter waar die maar niet van wijken wil weten. Hij zal toch wel stuurboord bijdraaien, of toch niet? Na enige moed inspreken toch snel de motor gestart, waarna de kotter uiteraard op het laatste moment bijdraait, om zwaaiend vanaf de brug ons te passeren. Rare jongens……die garnalenvissers.
Na zo’n 2 uur is het tij gekeerd en gaan wij anker op. Het water is nog zo laag, dat de eerste boeien richting het wantij van Ameland maar half hoog staan en de volgende horizontaal op de droge plaat liggen. Voorzichtig scharrelen wij door iets wat waarschijnlijk de geul is. Telkens lopen wij vast, wachten een half uurtje, lopen wat op de plaat de scharrelen dan weer verder tot wij voor langere tijd met een riem over het hek de geul kunnen volgen om uiteindelijk over het wantij te glijden. Daar voorbij passeren wij een voor anker liggende prachtige witte Schokker. Met een windkracht 4 à 5 Bft zijn wij lekker aan het werk, maar vertoont deze tonnen wegende oldtimer geen enkele beweging. Géén bemanning aan dek, luik en deurtjes strak dicht. Het moet daar binnen dineren zijn alsof je thuis aan de keukentafel zit. En dat dan midden op het wad! Héél bijzonder.
Nu nadert de beruchte dam, waarvan Frans Schaake mij twee weken eerder zei: “Ik heb respect voor die dam”, uitkijken dus! In een wirwar van rood, groen, geel, bakboord, stuurboord, plat en spits hopen wij de dam correct te passeren om vervolgens met invallend duister Nes aan te lopen. Wij waren eigenlijk van plan om het dorp te bezoeken, maar we gaan na een vermoeiende tocht en een borrel op ons tandvlees te kooi. Woensdag 19 mei verlaten wij om 08.30 uur de haven van Nes en varen strak langs de twee veerboten. Wat een enorme kastelen! Wij hebben geen idee hoeveel water er op de ondiepte (lager wal) bakboord van ons staat. Waarschijnlijk ruim voldoende maar toch nemen wij het zekere voor het onzekere en volgen de vaargeul langs de lichtpalen. Na de luwte van de veerboten ervaren wij een stevige NW bries ca 5 Bft die wij op de motor even op de kop hebben. Al snel krijgen wij een lekker bakstag windje in onze fok, gereefd grootzeil en druil en zeilen zo terug richting Schier. Onder deze condities is het volgen van de geul, aftikken van de boeien en zelfs feilloos vinden van de dampassage een fluitje van een cent. Met inmiddels weggenomen druil is het pal voor de wind een genieten van jewelste. Trots toon ik mijn vriend Frans de zelfsturende eigenschappen van de Drascombe met stuurtouwtje, maar helaas niet voor lang. Met 7.5 knoop surfend van een golf loopt Gulliver regelmatig uit het roer en moet dwarskomen door met de hand te sturen worden voorkomen. Echt enorm kicken om zo hard te zeilen met een boot, welke goed is voor een rompsnelheid van 5.1 knoop. Surfen van een golf om vervolgens af te remmen op de volgende en dan weer een surf. Reuze plezant (later bleek het 6 te waaien)!
Na 3 uur en 2 wantijen belandden wij in druk kotterverkeer op de Zoutkamperlaag. Nog slechts een halfuurtje is het tot het schietoefengebied met de gele palen voorbij Lauwersoog waar wij 2 mastjes met bruine zeilen in NO richting waarnemen. Met gereefd grootzeil, fok en druil wordt er door deze collega hard geknokt tegen een frisse bries, nu zeker 6 Bft en aanzwellende zee met lichtlopend eb. Wat een enorm verschil! Wij comfortabel lui en droog voor de wind, zij hard werken, schuin en nat tegen ruim 1 meter hoge golfen opwerkend. Dichterbij gekomen blijkt het Olle met Chris en Birgit en nemen wij onze eerste instructies in ontvangst van de admiraal in spé.
Rond de klok van 16.00 uur zijn wij uitgeluierd en nieuwsgierig wie zich als deelnemer voor de waddentocht in Lauwersoog heeft gemeld. Gezien de imposant aanzwellende zee, ca 1,5 meter hoge golfen door Westenbries 6 Bft tegen en lekker doorzettende eb, wordt gekozen voor fok en druil met iets hoger dan stationair draaiende motor om wat hoogte te maken. De boot licht door deze zeilvoering lekker stabiel op de golven zonder dat zij teveel weggedrukt wordt. Gulliver danst met haar 500 kg waterverplaatsing werkelijk schitterend over de golven i.p.v. er met onzalig geweld doorheen te ploegen. Dit is weer kicken! Snelle overstag manoeuvres, waarbij de kop zo scherp mogelijk op de wind wordt gehouden, zijn welkom. Afvallen leidt tot onnodige schuinte. Na één ongelukkige manoeuvre valt de boot toch ongewild veel af en schept het stuurboord aan lei een flinke bak zout water. Het gangboord staat vanaf het achter kajuitschot tot aan de motor blank. Oef, gauw oploeven. Ongelooflijk hoe snel Gulliver al dat water loost via loosgat, motorbun en spleet onder de teakhouten hekplank. Wat is dit toch een perfect en veilig ontwerp.
Na 3 – 4 uur zweten lopen wij Lauwersoog aan en meren buitengaats, bakboord van de sluis af aan de politiesteiger. Na een wandeltochtje over de dijk naar de jachthaven aan de zoete zijde ontmoeten wij reeds gearriveerde kringgenoten. Vrolijk weerzien en uitwisselen van recente ervaringen volgen. Chris is een winkeltje begonnen en heeft al zijn inventaris op de steiger uitgestald om op te drogen. Kennelijk water in de boot. Even later schut de vloot naar buiten om tussen diverse kotters af te meren voor de nacht. Muider clubgenoot Mark parkeert zijn longboot achter ons aan de politiesteiger om makkelijk proviand vanuit de auto in de boot te kunnen laden. Door daarbij te helpen, ontdekken wij voldoende lekkernijen voor minstens 2 weken voor 2 personen, waarna wij verklaren de komende 4 dagen dicht in zijn buurt te zullen varen. Na deze bezigheden voegen wij ons bij de vloot en meren af naast Frans Zeegers. Een diner in het restaurant met uitzicht op Schier en daarna aan boord een afzakkertje met Frans (gepensioneerd sluiswachter van Kornwerderzand) maakt de dag compleet en af. Heel sfeervol ca. 15 Drascombes tussen al die kotters met hun netten, garnalen kookapparatuur en ruige dek opbouwen.Ca. 23.30 uur te kooi.
Donderdag 20 mei 2004. 8.00 uur palaver op de dijk met schitterend uitzicht op het wad en Schiermonnikoog. Admiraal Chris ontvouwt de plannen aan een leuk enthousiast publiek. Wij hebben er zin an! Om 08.30 uur tuft een ieder op de motor tussen de pieren om in windkracht 0-1 de zeilen te hijsen. Een flink lopende vloed brengt enige beweging in oostelijke richting. Leuk om weer al die karakteristieke zeiltjes om je heen te zien. Relatief snel komen de eerste gele palen van het oefengebied langs zij. Een deel van de vloot kiest die betonning noord van het schietgebied, terwijl de strategen onder ons de diepere en dus sneller stromende geul door het oefengebied volgen. Geluk lijkt uiteindelijk toch te bepalen wie sneller is. Halverwege de route naar het wantij over het Hornhuizerwad houdt de wind het voor gezien. Het restje wind uit westelijke richting houd net het grootzeil en fok respectievelijk bak- en stuurboord uitgeboomd op haar plaats. De onbeschrijflijke stilte en weidsheid van het wad is nu voor mij een nieuwe ervaring. Enkele zeehondjes drijven luierend aan bakboord van ons, waarna Maus en Karin hun eigen hondje krijgen die op ca. 10 meter afstand hun houten lugger Elliot enige tijd volgt. Nieuwsgierig draait hij zijn snuit regelmatig 360 graden rond en inspecteert de bruine zeiltjes. Na enige twijfel of het wantij haalbaar is steekt er exact op tijd een NW briesje op om over de ondiepte heen te glijden. Uiteindelijk hoeft het roer er niet eens uit. Vanaf de SP3 wordt het kruisen in noordelijke richting naar de afgesproken stop bij de SP15. Tussen de S13 en S15 ontwaren wij plotseling een prachtige trage ca. 1 meter hoge zeedeining. Kennelijk komt de geul nu onder de invloed van de Noordzee. Schitterend zo’n golf van 1 meter, die traag je boot optilt, waarna je langzaam weer in een golfdal zakt. Even krijgt de vloot de tijd om te consolideren, waarna de leiding rustig de route tussen de plaat en een ondiepte aftast. Spannend.
Brekend water aan bak-en stuurboord en daartussen 17 Drascombes in 2 meter diep en 100 meter breed water. Plotseling doemen recht voor uit twee ijzeren staven op uit het wateroppervlak en schieten enkele Drascombes bakboord daarvan door een wild kolkend ondiep geultje met net voldoende water de lagune van Simonszand in. Als 5e boot lopen wij vast in de ingang van de geul. Met de wetenschap, dat in zulk snel zakkend water loskomen een utopie is, berusten wij snel in ons lot. Met vereende krachten lukt het nog Mark zijn longboot verder in de geul te slepen. Voor ons en vele anderen wordt het wachten op opkomend water. Voor ons voltrekt zich een fascinerend schouwspel. De lagune van Simonszand wordt leeggezogen door de eb. Wat rest is een romantische toegangsgeul met aan bakboord een droogvallende plaat en aan stuurboord een zeer steile geulrand met daar achter de brekende Noordzee. Een wandeling leert ons dat de bodem van de lagune deels bestaat uit slik met enorm veel kokkels en een overgroot deel uit hard zand. Met en harde wind ca. 6 Bft uit NW is dit enerzijds een zeer verlaten oord en anderzijds ook weer niet door de gezelligheid van ca. 17 boten en 2 zeekano’s met iglotent! Iedereen is enthousiast en verrukt over deze unieke ligplaats midden op dit verlaten wad.
Met opkomend tij worden alle boten tegen de schemering diep in de lagune gevaren om een voor alle winden perfect beschutte ligplaats voor de nacht te waarborgen. Wat zeilen Chris, Birgit en Michel toch perfect op fok, druil en stuurriem naar hun ankerplekje! Hoe doen die jongens dat toch? Zij lijken één met de boot. Vrijdag 21 mei. Het palaver van de avond daarvoor beval ons om 11.30 uur “anker op”. Wij zijn op tijd waardoor wij als 2e boot achter Olle over de drempel voor de geul de lagune verlaten. Wij zijn er nog niet uit of wij worden gegrepen door een nog net niet brekende golf, die dwars van bakboord aan komt zetten. Sjoeoeoef, wij worden ca. 5 meter zijwaarts gedrukt. Rustig oploeven en de volgende golf uitrijden. Sjoeoeoef, dit is kicken zeg! Na 4 of 5 golven is de pret over en komen wij in dieper water, waar wij gaan bijliggen en de verrichtingen van de rest van de vloot over de drempel en de golven kunnen volgen.
Iedereen verlaat zonder al teveel brokken de lagune, waarna het met een 5B ft. in de rug zuidwaarts door de Spruit richting de Mothoek gaat. Hierna draaien wij in westelijke richting en beleven een plezant tochtje met halve wind, richting de haven van Schier. Door een aanwakkerende NW, er wordt 6 met mogelijk 7 voorspeld, laat men het plan Oost Ameland aan te doen varen en wordt in plaats daarvan drooggevallen oostelijk van de haven. Best nog wel even sjorren aan de riem om tegen de inmiddels stevig lopende eb en aan de wind nog dicht bij het eiland te komen. Wij lopen vast, net iets boven het anker van de Zeevonk. Dit gele gevaarte is een bekende verschijning op het wad. Best wel lekker in je blootje op een reuze catamaran, maar onbegrijpelijk dat de gasten rust vinden onder 2 oorverdovende, gillende windgeneratoren op het achterdek! Reden voor ons om na een voortreffelijk diner met maat Frans en 2e Frans Zeegers in restaurant “Brakzand”anker op te gaan en hoger onder het eiland plaats te nemen voor de nacht. Genoemd diner was overigens buitengewoon interessant. Je wilt niet weten wat iemand na 9 jaar grote vaart in de jaren 70 en enkele jaren jachtschipper in dienst van een eigenaar zoal te vertellen heeft. Prachtige kerel die Frans!
Zaterdag 22 mei 11.00 uur blijkt de vloot al behoorlijk uitgedund en het meeste animo voor het restant van ca. 8 boten is voor schutten bij Lauwersoog en nog 2 dagen lekker zeilen op redelijk beschut zoet water. Nog steeds blaast een NW 6 met een enkele uitschieter naar 7. Een plezant tochtje voor de wind volgt, daarna schutten en in de beschutting van het eiland aan stuurboord na de sluis op het Lauwersmeer voor anker. We liggen1e rang. Een flink kajuitjacht ligt op ca. 300 meter vast op lager wal. Pal daarnaast een open zeilboot onder dezelfde condities en nog dichterbij op 100 meter nog een open zeilboot ook lekker stevig verankerd op lager wal. De bemanning van laatstgenoemde lijkt zich in haar lot te berusten, maar na uitblijven van KNRM hulp wordt de verleiding voor Chris al snel te groot en schiet hij te zeil de ongelukkige te hulp. Helaas, na een perfecte bovenwindse positionering krabt het anker en komt Olle wel heel dichtbij polshoogte nemen van de situatie! Zonder noemenswaardige krassen ontworstelen de boten zich en worden de schipbreukelingen uiteindelijk toch nog door de KNRM van de ondergang gered. Na al deze avonturen en lunch is het tijd voor vertrek richting het geultje van Ezumazijl in de zuidelijke trechter van het Lauwersmeer. Door vreemde draaiingen van de wind om het eiland is het verrekte lastig opkruisen in het nauwe vaarwater. Hierdoor verdagen wij weer richting de sluis om vervolgens uit de luwte voor het eiland weer op te kruizen naar de oorspronkelijke ligplaats om de “complimenten” van deze zinloze actie vanaf de White Seal in ontvangst te nemen. Dan maar roeiend onder het eiland door om goed getimed voorbij de punt scherp aan de wind het schip direct op koers te leggen om de broodnodige schaarse hoogte en ruimte van de ondiepte aan bakboord te maken tot de eerste overstag manoeuvre. Na 2 slagen zijn wij voldoende vrij om af te vallen naar een zuidelijke koers met bakstag wind. Lekker surfen met windkracht 6 op de kont, gevolgd door Castor en Pollux met Rob en zijn dappere Karin. Geweldig hoe ook zo’n relatief kleine boot als een lugger droog en mooi zeilt onder deze pittige omstandigheden.
Al spoedig bereiken Kurt en Regina als eerste het geultje. Net niet bezeild roeien wij bij de ingang van de noord oever op om op ons gemak de zeilen te strijken en starten de motor. Als wij dit idillische geultje invaren zien wij Frans Zeegers al rukkend aan zijn helmstok om het roer op te kunnen halen verdaagd aan lager wal. Als wij vragen naar de reden van zijn verrichtingen luidt zijn commentaar: “Ondiepe klotezooi hier!”
Na 10 minuten varen bereiken wij de kleine haven van Ezumazijl en meren af in een box. Met 6 andere Drascombes beleven wij een oergezellige laatste avond. Er wordt flink geborreld op de Butterfly met 4 dames in de kajuit en 8 heren in de kuip. Zo wordt het drijfvermogen van een coaster in optima forma getest. Afgesproken wordt, dat bij eventueel liggeldheffing het bezit van de andere 6 drascombes wordt ontkend. “Nee hoor, geen idee waar die mensen zijn! Wij zijn zojuist met 12 man bemanning op ons riante jacht aangekomen!” Na veel plezier om 24.00 uur te kooi. Nog even een afzakkertje in de kuip van Gulliver met Frans Z die naast ons ligt. Als wij in de klamme lappen gaan neemt hij nog een borrel en begint het geluk van 9 jaar grote vaart met hartstocht te bezingen met teksten zoals “IK ZIE HET VUUR” en “RECHT ZO DIE GAAT”. Opmerkingen als: “die klootjavanen van de Koninklijke” begrijpen wij niet helemaal goed.
Zondag 23 mei biedt zonneschijn en goedgehumeurde kringgenoten. Palaver, lees nabeschouwing van een zeer geslaagd Wadden Weekend op de prachtig gerestaureerde sluis van Ezumazijl is een feest. Na een kleine wandeling om de sluis en achter de dijk leert ons dat schutting minstens 5 dagen van te voren moet worden aangevraagd en er dient in echte onvervalste Hollandse guldens betaald te worden. Hoezo Friezen eigenwijs?? Om 11.30 uur glijden de 7 Drascombes gemoedelijk op fok en druil door de priel om een sportief tochtje laverend aan de NW windkracht 5 Bft naar de jachthaven van Lauwersoog te aanvaarden. Aldaar aangekomen is Gulliver al weer snel op de trailer en zijn wij na uitgebreid afscheid alweer onderweg naar het midden van het land.
Het Hemelvaart Wadden Weekend was een onbeschrijflijk mooie ervaring! Een zeer gevarieerde tocht met sfeervolle garnalenkotters, indrukwekkende stilte bij windkracht 0, zeedeining, de unieke kokkelbaai, bezoek aan een sfeervol waddeneiland, sportief zeilen op zoet water en typische Friesland ervaring bij Ezumazijl. Vanaf deze plaats wil ik graag voor deze unieke ervaring de volgende mensen bedanken: De knecht, ankerlier, fokkemaat, branding hooykazer, kok en scheepstemeier Frans van Dijk, prachtige verhalen vertellende Frans Zeegers, met zichtbaar veel ervaring admiraal Chris van den Broek en vice admiraal Michel Maartens en uiteraard alle andere aanwezige kringgenoten voor een bijzonder gezellige tocht.
Vanaf z.s. Gulliver.
B.G. Suurenbroek