Zeiltocht door Schotland met de lugger Castor en Pollux

Een prachtige natuur, rust en vriendelijke mensen. Schotland is de moeite waard, ondanks het onzekere weer. De Drascombe Lugger combineert veiligheid met puur zeilplezier. Meerdere dagen achter elkaar varen in een open Lugger in een gebied met spaarzaam winkels en niet overal sanitaire faciliteiten is goed te doen. De uitrusting moet wel op orde zijn (goede tent, zeilkleding etcetera) en de proviandering uitgekiend, gevarieerd en uitbundig om de moraal op peil te houden.

8 juni: Na een rustige overtocht met de ferry vanuit IJmuiden aankomst 10.00 uur plaatselijke tijd in Newcastle. Via de muur van Hadrianus, Gretna Green en Glasgow naar Balloch gereden aan de Zuid kant van Loch Lomond, het mooiste meer van Schotland. De laatst benodigde proviand gekocht (wit brood zeven dagen vers, houdbaar tot 17 juni). Prachtige faciliteiten in Balloch, twee slipways, maar ook enorme formaliteiten. Een registratie was vereist en verschillende formulieren moesten worden ingevuld. Getooid met twee grote genummerde stickers van 70 bij 20 centimeter, zowel aan bakboord als stuurboordzijde (geldig voor een jaar, kosten £ 5,-) hebben we de boot te water gelaten. De rangers wezen ons op alle gevaren van Loch Lomond. Ze vonden het maar raar dat we van plan waren een paar dagen weg te blijven.

Inmiddels regende het al geruime tijd en hadden we geen zin, na een dag achter het stuur, uren te varen. We zeilden naar Inchmurrin, het eerste eiland, in de hoop daar aan boord de nacht door te brengen. Hoewel de aanlegsteiger bij een hotel hoort blijkt dat geen enkel probleem, hartelijk ontvangen en prima verse koffie gedronken. Overigens op weg naar het eiland prachtige strandjes gezien, maar in verband met mogelijke rotsen durfden we niet aan te leggen. Gelukkig werd het droog. Gewandeld over het eiland nadat we de boot nachtklaar hadden gemaakt. In het hotel nog wat cider gedronken en onder de wol na een Muider Schipperbitter.
9 juni: Om 6.30 uur met regen wakker, gauw terug in slaapzak met fleecedeken. Een straffe wind, we schommelen erg, keren de boot, maar thee zetten en eitjes met spek bakken is helaas niet mogelijk. Om 9.30 uur nog steeds regen. We besluiten in het hotel te ontbijten. Dat is tot 11.00 uur gesloten, maar er wordt voor ons graag een pot koffie gezet. We praten maar niet over een ontbijt. Nog geen opklaringen, toch de spullen ingepakt, eenvoudig met cruesli en melk in de tent ontbeten en tot slot de natte tent afgebroken. Geen moment houdt het regenen op, al valt het niet voortdurend even hard. Ook de lucht belooft nog niet veel goeds. Maar wat is Schotland mooi!

In zware kleding naar Balmaha gezeild en aan een jetty aangelegd. Genoten van een pub-lunch. We waren niet de enige gasten; veel natte wandelaars van the West Highland Way. Prachtig gevaren naar Luss, zelfs een zeilwedstrijdje van een paar bootjes op het water gezien. Vlak bij Luss begon het echt te plenzen. Of er nog niet genoeg water gevallen was…

Aangemeerd aan de pier en besloten in dit schattige plaatsje (toeristisch vanwege een filmopname) een Bed & Breakfast (B&B) met droogfaciliteiten te zoeken. De zeilkleding is drijfnat en loodzwaar. Een opklaring, we zien zelfs een streepje blauwe lucht. Inmiddels is het 17.30 uur. In de zon langs het strand gewandeld, een pub-meal gegeten en terug naar onze B&B (£ 20,- p.p.p.n).

10 juni: Na een stevig Schots ontbijt tegen 11.00 uur vertrokken naar Ardlui (het uiterste noordelijke puntje van Loch Lomond). Zware regenbuien afgewisseld met een enkele opklaring. We genieten. Er is niemand op het water. In Rowardennan even aan wal, een prachtige pier. Aan de West oever verschillende watervallen en wandelaars gezien.

In de middag begint het hard te waaien (kracht 7) en wordt het in één keer donker. Wat een prachtig wolkendek. Met gauw gestreken zeilen worden we in een zware onheilspellende bui in noordelijke richting geblazen. Een helikopter cirkelt boven het meer. Hoewel je gewend bent naar iedereen te zwaaien, hebben we nu, om verwarring te voorkomen, ons hand maar niet opgestoken.

Laat in de middag in Marina Ardlui aangekomen. Onder het afdakje van de Ardlui rescueboat eten gekookt: heerlijke nasi met kip, gemengde groenten, augurkjes en ei. In een opklaring snel de tent opgezet, de spullen waren vannacht in de B&B weer aardig gedroogd. De avond afgesloten met een drankje in het nabijgelegen hotel.

11 juni: Opgestaan met regen, aanhoudende regen. De tent houdt het goed, maar hier en daar (bij de ritsen en lintjes) sijpelt er toch wat water door. Besloten de auto en trailer op te halen in plaats van zeker drie dagen tegen de wind in naar Balloch terug te kruisen. Geluk met de bus en het weer want het werd even droog. Aangezien iedereen nauwlettend wordt gevolgd ons afgemeld bij de rangers en terug naar Marina Ardlui. In plenzende regen de boot uit het water gehaald en daarbij hulp gekregen van een aardige Schot met four wheel drive aangezien de slipway niet in geweldige staat verkeerde. Door en door nat, nu ook de binnenkant van de laarzen omdat ik in het water heb moeten staan. Over de A82 naar Fort William gereden, een prachtige route.

Bij de Tourist Information naar een B&B geïnformeerd met voldoende droogfaciliteiten en de mogelijkheid de auto met trailer te parkeren. Een prima B&B gevonden en voor twee nachten geboekt zodat we er zeker van zijn straks weer droog aan de volgende tocht te beginnen. In het aardige stadje ‘s avonds gegeten.

12 juni: Het is droog! Na een prima ontbijt alvast op verkenning naar de slipway in Corpach. Deze bleek niet meer te gebruiken en men verwees ons naar de Marina Yachtclub of naar het Underwatercentre, beiden in Fort William. De laatste slipway ligt gunstiger ten opzichte van het openbaar vervoer. Eerst met de auto een prachtige tocht gereden richting de Westkust over voornamelijk singletrack roads. Bij vieren (rekening houdend met tij en stroming) terug bij de slipway om de boot te water te laten en door de zeesluis van Corpach te varen, het beginpunt van onze volgende tocht door het Caledonian Canal (95 kilometer).

We troffen een overbezorgde manager van het Underwatercentre. De stroming was enorm, er waren veel ondieptes en de slipway was erg glad. Wisten we wel waar we aan begonnen? De manager adviseerde nog de trailerhelling bij de jachthaven te gebruiken. Maar ja, de boot stond al in vol ornaat gereed voor de tewaterlating, dus dan is halverwege keren niet zo snel gedaan. Na ook het advies van een rubberbootschipper die uit het water ging aangehoord te hebben toch maar langzaam te water.

Goed zorgen dat in ieder geval de voorwielen op het droge, niet gladde gedeelte van de helling staan. De fonkelnieuwe trailer staat net genoeg in het water om de kantelinrichting uit te proberen. Maar dit hoeft niet meer want… de fiere combinatie boot, trailer en auto schuift langzaam naar beneden richting Atlantische Oceaan. Gelukkig maar anderhalve meter tot de trailer vlak staat op de kiezelstenen aan het einde van de helling.

Dit was schrikken, maar de kantelinrichting hoefden we nu niet meer te gebruiken. Voortaan maar een touw gebruiken tussen trailer en auto. Van de trailer af ligt Castor en Pollux rustig in een poeltje water. De wielen van de auto vinden gelukkig net genoeg grip om met lege trailer weer boven te komen.

Op de motor (in ondiepe stand) varen we weg. De stroom van de rivier moet nog behoorlijk worden doodgevaren. Daarna koers naar open water. Voor we vertrokken de zeilen dubbel gereefd maar op het moment dat we wegvoeren was de wind al aardig afgezwakt. Met weinig wind ruim van tevoren corrigerend sturend om de boeien op afstand te houden (2 knopen stroom). Bij de sluis stond men op ons te wachten, we hadden onze komst ’s ochtends al aangekondigd. Dat ging heel vlotjes. Gelukkig wisten we van tevoren dat we lange lijnen nodig hadden. Met openbaar vervoer terug naar de auto en B&B in Fort William.

13 juni: Met alle bepakking en de voorraden weer op orde rijden we terug naar de boot in Corpach. We ontvangen uitvoerige informatie over het hele traject en een sleutel van alle sanitaire voorzieningen. Na de eerste twee sluizen (we zijn het enige bootje) motoren we tot de spoorbrug. Het is net lunchtijd en het wachten is bovendien op een ander schip dat gelijktijdig met ons door ‘Neptunes Staircase’ gaat. Het blijkt een grote Deense tweemaster; zij 19 meter, wij 19 feet. We mogen langszij blijven liggen en deze boot loodst ons als vanzelf in ongeveer anderhalf uur door de zeven of acht sluizen. Verder komen we deze dag niet. We koken ’s avonds macaroni en maken een wandeling langs het kanaal. Helaas worden we later door de midges (hele kleine muggen) naar binnen gedreven. Wat een prachtige avond met uitzicht op de Ben Nevis.

14 juni: Tegen de ochtend begon het te regenen. De wind kwam uit het noorden. Besloten een stuk op de motor het kanaal af te varen. Jammer dat we pal tegenwind hebben, gewoonlijk waait de wind hier meestal uit zuidwestelijke hoek. Na de sluisjes van Gairlochy leggen we aan bij één van de drijvende steigers. Er is verder helemaal niemand, ook geen faciliteiten en de pub ligt op 3,5 mile afstand. Ook op het water maar een enkel scheepje gezien. Tijdens een opklaring zetten we gauw de natte tent op en koken ons eigen potje: heerlijke hachee met aardappelpuree, rode kool en appelcompote. De wind is inmiddels gedraaid. We keren de boot om uit de wind te zitten. Tussen de regenbuien door maken we een wandeling met uitzicht over Loch Lochy.

15 juni: Vertrokken in de richting van Laggan aan de andere zijde van Loch Lochy. Een prachtige wind uit het zuiden bracht ons in enkele uren, grotendeels alleen op de fok, naar Laggan. Wat een mooie oversteek. Onderweg kwamen we slechts enkele schepen uit de andere richting tegen die op de motor het meer overstaken. Ook twee Nederlandse tegenliggende schepen ontmoet. Wisselvallige dag, maar met regelmatig opklaringen. Zelfs een poosje in de zon gezeten. Een wandeling gemaakt en eten gekookt. Geweldige douche facilicteiten, maar verder geen vertier.

16 juni: Na een regenbui de spullen ingepakt en vertrokken. Alles keurig opruimen neemt zeker een uur in beslag. Eerst door de bossen wat geroeid en daarna in vliegende vaart over Loich Oich naar Fort Augustus.
Nog even aangelegd bij de Well of the Seven Heads en wat boodschapjes gedaan. Een ruime sortering artikelen op een zeer beperkt aantal vierkante meters. Bij Loch Oich het hoogste punt bereikt, 32,5 meter boven de zeespiegel. We gaan in de komende sluisjes nu alleen nog maar naar beneden.

Wat een prachtige dag: een schitterende natuur en bewolkt weer maar met flinke zonnige perioden. Opnieuw heel rustig op het water. Vandaag maakte Castor en Pollux een fotogenieke dag door. Zeker acht keer werd het bootje op de foto gezet. In Fort Augustus is het behoorlijk druk. Wat heet, er liggen misschien vijftien andere boten (bijna allemaal verhuur). Een leuk plaatsje en lekker gegeten in Bothy, één van de restaurantjes.

17 juni: Vanochtend vroeg begon het al hard te waaien. Het wakkerde aan tot kracht 7 of 8 op open water. Gelukkig hield de tent het goed. Hij schudde wel aan alle kanten maar bleef toch netjes staan. We hadden al besloten deze dag op een andere manier te besteden, dus dat kwam goed uit. Overigens hadden we met de boot niet verder gekund, omdat de sluizen gesloten waren vanwege een vermiste lokale pubgast (John). Met sonar apparatuur en camera’s werden de sluizen doorzocht. Nadat we alles opgebroken en ingepakt hadden, met de CITYlink en een lokale bus naar Corpach gereden om de auto en trailer op te halen. Zagen bij aankomst een platte rechter voorband, dus gewisseld en meteen laten repareren. De hele dag bleef het hard waaien en daarom een B&B opgezocht.

18 juni: De sluizen blijven gesloten. John is nog vermist en vandaag komen er duikers aan te pas. Het hele verhaal stond zelfs op de voorpagina van de Press and Journal. Hierin stond ook een artikel over acht reddingsoperaties ten behoeve van schepen die door de storm voor de Westkust in moeilijkheden waren gekomen. Gelukkig hebben we de auto om een tocht te maken. We besluiten een kijkje op het eiland Skye te nemen. De ferry is helaas (waarschijnlijk vanwege de nog harde wind) buiten bedrijf. Onderweg komen we veel Nederlandse auto’s tegen. Tegen de avond keren we terug naar dezelfde B&B. Het menulijstje dat we de vorige avond met onze ontbijtwensen hebben aangestreept is zorgvuldig uitgegumd, de zogenaamde Schotse zuinigheid.

19 juni: We waren niet de enigen toen we om 10.00 uur door de sluizen gingen. Kruisend voor de wind (kracht 5 soms toenemend naar 6) met gekat en eenmaal gereefd grootzeil is het probleemloos gijpen. Wat is het giekloze zeil van de Lugger toch heerlijk eenvoudig en veilig. Zonder in de wind te hoeven draaien is het grootzeil in vlagen makkelijk te strijken en bij wat minder wind weer te hijsen. Castor en Pollux surfte van de hoge golven. Bij toenemende wind op de fok verder gevaren waarbij we toch een snelheid van ruim vijf knopen haalden. Wat prachtig en we hadden Loch Ness bijna voor ons alleen. Om de hoek bij Urquhart Castle met bezaan erbij de baai in gezeild en aangelegd in een zeer rustig en beschut haventje. Van de wind is hier nog weinig te merken.

De vaargeul naar het haventje is wat moeilijk te vinden maar is aangegeven met rode en groene olietonnen. Onze Zweedse buren hadden eerder van een Noorse boot te horen gekregen dat de bebakende route beter niet kon worden gevolgd, maar dat op de oranje mooring boei moest worden aangevaren. Dit bleek niet zo’n goede raad. Van het één op het andere moment schoot hun echolood van 130 naar 1.5 meter, te weinig voor 1.90 meter diepgang en rotsen geven niet mee. Maar Zweden zijn wel wat gewend in hun scherengebied en kunnen een stootje hebben. Waarschijnlijk liggen Noren en Zweden elkaar niet zo goed of had de Noorse adviseur wat minder diepgang.

Alle schepen betalen hier £ 7,- liggeld, maar er is geen enkele faciliteit. De zon brak door, daar genieten we de rest van de middag dan ook volop van. Van de Zweden konden we de barbecue gebruiken waarop we onze hotdogs warmden en van wie we ook nog een karbonaadje kregen. Vroeg in de avond naar Drumnadrochit gewandeld en in de pub annex hotel wat gedronken. De chauffeur van het hotel stond er op ons met zijn busje weer naar de haven te brengen.

Aan wal gekookt en bij de ondergaande zon heerlijk gegeten. Het opzetten van de tent gaat steeds sneller: vijftien minuten! Na het eten uitgenodigd op de koffie bij één van de motorboten. Enthousiaste verhalen gehoord over zeilen op de Shannon rivier in Ierland. Vervolgens geborreld bij onze Zweedse buren. Zij raden ons aan eens op de Zweedse meren te kijken waar je ook het rijk alleen hebt. Het werd al bijna licht toen we terug naar Castor en Pollux gingen. Trouwens, de vermiste pubgast is vandaag in één van de sluizen toch boven water komen drijven.

20 juni: Eindelijk is het de hele nacht droog geweest en met de zon op het tentdoek wakker geworden. Een Engels ontbijtje smaakt heerlijk in de zon. Op ons gemak vertrokken om de rest van Loch Ness af te zeilen. Een glad wateroppervlak, zeer weinig wind. Om wat vooruit te komen regelmatig bij moeten roeien. Aan het einde van het meer een kiezelstrandje opgevaren. Het water is zeer helder en de bodem is tot anderhalve meter goed te zien.
Pannenkoekjes gebakken en in de zon opgegeten en vervolgens naar Dochgarroch gevaren. Er kwam iets meer wind opzetten. Na de sluisjes aangelegd. Het postkantoortje/winkeltje dat op de kaart aangegeven stond was leeg en de dichtstbijzijnde pub is op vierenhalve mile afstand. Wat gewandeld en naast de boot in de zon met een glaasje wijn kaasfondue gegeten. Op tijd gaan slapen.

21 juni: Rond koffietijd vertrokken om het laatste stuk van het Caladonian Canal deels zeilend/roeiend en deels motorend af te varen. Het landschap wordt minder afwisselend en de bergen nemen aan de Oost- en West oever in hoogte af. Net als gisteren staat er weinig wind. Voor Inverness ontdekken we een public slipway (tussen de brug en de Caleymarina). De Caleymarina lag helemaal vol, het Muirtownbasin zag er ook niet echt gezellig uit, dus varen we de boot terug tot bij de brug. Met de bus (CITYlink) naar Fort Augustus gereden om de auto en trailer alvast op te halen. In Bothy eerst nog wat gegeten. Met een Muider Schipperbitter niet alleen de dag, maar ook een werkelijk schitterende zeilvakantie afgesloten.

Karin Kemp en Rob Moot

Loch Lomond

Het grootste meer van Groot Brittannië is gelegen ca. 15 mijl ten noorden van Glasgow. De lengte van Loch Lomond is 23 mijl met een grootste breedte van 5 mijl. De noordelijke helft is slechts 1 mijl breed. Voldoende steigers en pontoons om aan te leggen en te overnachten. Voor overnachtingen in marina’s deze van tevoren bellen (telefoonnummers worden bij aankomst verstrekt). Er zijn veel eilanden waarvan sommige met zandstrandjes. Uitstekende trailerhelling en trailerparking in Balloch (gratis), waar ook een goede waterkaart, weerbericht en andere informatie te krijgen is bij de zeer behulpzame rangers. Prachtige natuur, niet voor niets een natuurmonument. Op zonnige, zomerse weekeinden kan het drukker zijn met watersporters uit Glasgow. Verder mooie internetside: www.loch-lomond.net

Caledonian Canal

Ca. 95 km lang. Verbindt de Atlantische kust (Fort William) van Schotland met de Noordzee kust (Inverness). De verbinding bestaat grotendeels uit meren (Loch Lochy, Loch Oich, Loch Ness) die doormiddel van kanalen en sluizen (29 stuks) met elkaar verbonden zijn. Navigatie is simpel. Omdat je tussen bergruggen vaart is de wind meestal mee of tegen. Van ZW naar NO heb je de meeste kans op wind mee. Volledige documentatie en kaarten worden aan het begin van de tocht uitgereikt. Het nemen van de sluizen gaat zonder stress. De sluismeesters nemen netjes de lijnen aan en zijn zeer vriendelijk. Het kanaal is erg rustig en er zijn voldoende aanlegmogelijkheden aan steigers waar ook overnacht kan worden. Hier zijn ook vaak faciliteiten als douches en wc’s. Een bewijs dat de boot WA verzekerd is, is verplicht. Een 7 dagen pas (inclusief het gebruik van alle faciliteiten) kost £ 14 per meter. Een uitstekende internetside: www.scottishcanals.co.uk