Te water tot hij breekt

In plaats van omhoog te komen klapt het zwaard met een forse klap omlaag. Na al die jaren trouwe dienst vindt de zwaardkabel het blijkbaar welletjes. Zo’n dreun gaat je door merg en been, al komt hij niet helemáál onverwacht. Ik was gewaarschuwd, heb ook overwogen de binnenkant van de zwaardkast te inspecteren, maar ben er telkens voor teruggeschrokken die doos van Pandora te openen. Stel dat er water in je salon loopt. Wist ik veel… Daarna heb ik het probleem verdrongen, en vervolgens vergeten. Tot vandaag aan toe; eigen schuld, dikke bult.

‘Het valt me mee dat ie het zo lang volgehouden heeft’, zegt Michel als ik – wat beschroomd – telefonisch om raad vraag. Samen met Antoine runt hij een bedrijf waar – onder andere – gebruikte (soms zelfs mísbruikte) Drascombes weer zeewaardig worden gemaakt. Een soort Pieterburen voor schepen. Hij is dus deskundig op het gebied van Drascombinante ouderdomskwalen.

Wat je eraan doen kunt? De zwaardkast openmaken. Het is volstrekt ongevaarlijk en kan heel makkelijk omdat er nu geen spanning op de kabel staat. Daarna kan de trommel losgemaakt en de kabel door een nieuwe vervangen worden, of beter: door een kunststof bandje, want die kabels zijn ondingen’. Als ik me hardop afvraag bij welk bandencentrum je voor zo’n kleinood terecht kunt vertelt Michel dat hij het zelf leveren kan, en desgewenst op de trommel bevestigen. Het moet wel góéd gebeuren, bij voorkeur met een getapt schroefje.

Nu zit er bij mij, naar mijn lief wel eens zuchtend constateert, op zeilgebied niet zelden een schroefje los. Maar ik heb geen énkel probleem met het vullen van glaasjes. Toch lijkt het beter in dit geval een deskundige tapper aan het werk te zetten. Vakmanschap is meesterschap.

De volgende dag al sta ik met mijn trommel in Huizen bij de loods waar Drascombes in verschillende staat van verloedering, én vertroeteling, bij elkaar liggen.

Terwijl Peter aan het tappen slaat loop ik met Michel langs de scheepjes – grappig: aldoor dezelfde fotogenieke neus en hetzelfde hoekige kontje, maar telkens weer in een ándere kleur. En aan elk schip is wel iets bijzonders te zien. Ik vraag Michel zogezegd het hemd van het gat, want nu ik eenmaal hier ben wil ik álles weten. Maar hij antwoordt geduldig, zelfs op de allerdomste vragen.

Als ik, na een leerzaam uurtje, naar huis rij ben ik een schat aan informatie rijker, én een helgekleurd kunststof bandje, dat zelfs onze ministerpresident niet zou misstaan.

Misschien is er al eerder over dit onderwerp geschreven, maar ik kon niets vinden. Daarom hierbij een paar tips voor wie, net als wij, het wiel nog moet uitvinden:

  • Voor deze operatie moet het midzwaard ópgehaald zijn. Bij een gebroken kabel is dat niet eenvoudig. Wij probeerden een ketting onder de boot door te trekken. Toen het zwaard bijna boven was glipte de ketting er overheen en volgde nóg zo’n doodklap. Daarna zijn we naar de kraan gevaren. Op de trailer trekken schijnt ook te kunnen, maar die was niet beschikbaar.
  • Je opent de zwaardkast door het ‘tafelblad’ los te maken dat met zes bouten aan de bovenste flenzen van de zwaardkast vastzit. De vier kleinere bouten die in een vierkant zitten even laten rusten. Als het blad los is kun je die laatste vier bouten ook losmaken waarna de trommel vrijkomt.
  • Ook als het zwaard omhoog en ondersteund is kun je er moeilijk bij. De werfbaas kwam met twee houten keggen. Daarmee kun je de zijkanten van de zwaardkast zover uit elkaar drukken dat je er met je vingers tussen kunt komen.
  • Tot slot een waarheid als een koe: voorkómen is beter (en goedkoper) dan vóórkomen. Zoals de rechter zei.

Jon Brakelé