De Dulcibella Cruise deel 1: Van Huizen naar de Alte Anleger

Na zaterdag 16 juni de hele dag van 0630 tot 0130 gefourageerd en gestouwd te hebben om alles echt ready to go te krijgen lukt het om zondagmorgen te 0800 de trossen van Yraida te lossen en de jachthaven Huizerhoofd in noordelijk richting te verlaten. Y. ligt tot haar plimsollmerk diep voorover in het water. Een kist sinaasappels, 30 grapefruits, kilo’s appels, peren, kiwi’s en nog wat groenten, 75 liter water, bier, wijn petroleum… zou ik iets vergeten zijn? Voor de wind het havenkanaal van Huizen uit, slechts de Grand Banks Sea Lady komt ons geruisloos tegemoet. Volgend jaar zal de aanloop drie keer zo breed zijn en is de overwoekerde oude pier vast van net beton. De wind draait en valt weg: 0900 als het stereo van de Naarder en Huizer kerkklokken ons over het heiige Gooimeer uitluidt. Slechts de KLM en wat van haar gedroomde partners verstoren de zondags rust. Wrik wat door de morgen tot een briesje ons onder de Flevo kust brengt. Hollandse Brug te 1200, weg wind, maar net als ik voor de koffie naar het strandje ten oosten van de Marina Muizerzand ben gewrikt steekt er, dit maal een westelijk, windje op. Het is dan inmiddels behoorlijk buiig, maak Y. zelfsturend, zet zelfs de buiskap op om uit de regen te lunchen en te 1430 een verlate perculator koffie te brouwen. De kap die al het zicht wegneemt gaat weer snel naar beneden, de Centrale Meldpost IJsselmeergebied waarschuwt op kanaal 1 voor windhozen in actieve onweersbuien. Met deze wetenschap en de Pinkster ervaringen twee weken geleden in de Zoutkamperlaag (waar in een straffe noordwester bijna Y. en een charmante opstapper verlaten moesten worden) in gedachten gaat de Crewsaver om en de waterdichte handmarifoon op het lijf. De wind draait na Pampushaven inderdaad naar NNW, Y. vaart zichzelf naar de Flevodijk. Onder Uitdam schijnt er inderdaad zo’n windhoos aan te komen, uit voorzorg reef ik tot fok en druil maar het blijft bij bliksemflitsen, gerommel en plensregens. De Groene Draeck stoomt onder politie escorte op naar Muiden maar hoe ik ook tuur, geen WA aan het roer te ontdekken. Anker te 1800 tegen het strandje onder het Paard van Marken, de eerste keer dit jaar en zalig rustig bij NNW winden.

Het is maandag en dat geeft het echte vakantie gevoel. Te 1130 ankerop, de vuurtorenvrouw zwaait wel als haar man eerder op de motor uit het schuurtje vertrokken is. CP geeft toch een NW 6 af en dat blijkt. Steile golven dippen de papagaaistok af en toe onder water, berg de druil. Jammer dat stuurboord niet Y.’s favoriete boeg is. Te 1300 soep en brood, zelfsturend onder fok en druil. Sluit zelfs een half uurtje de ogen na eerst goed uitgekeken te hebben. Als ik overeind kom draait Y. bij en weet ik op het nippertje de rood-witte boei E-A1 te ontwijken. De druil blijft bij staan als we na een lange slag naar de dijk en nog een kort slagje W zo de Krabbersgatsluizen in zeilen. Y. past onder de snel gesloten brug door, het is 1715 als we even pauzeren aan de remmingen. Onder alweer, maar dit maal Enkhuizer klokgebeier passeren we de bouwwerken voor een nieuwe haven om te 1910 te ankeren op m’n favoriete plek in het Kooizand. Een pittige witlof salade (vier stronkjes lof, elstar, bos radijsjes, vier Surinaamse rode pepers in stukjes gesneden mengen met half bosje koriander, wat kerrie, olie en halve limoen) wordt geblust met wat Palmpjes en afgerond met een brado. Bevind me tussen een kudde schapen met lammetjes, ganzen met zeven jongen en tientallen futen, machtig! Te 2330 te kooi.

Het is dinsdag 19 juni en de barometer stijgt hetgeen noodt tot een uitgebreid poedelbad naast Y., het zou immers wel eens het laatste zoete bad voor lang kunnen zijn. Afvaart te 1030 met erg weinig, maar sterk draaiende wind, zonnig, miljarden IJsselmeer muggen. Als de stroming zuid wordt vaart Y. voor de wind, zelfsturend naar de Zeughoek. Identificeer langzaam naderbij kruipend het silhouet van Cruiser White Seal aan haar 7,5 kg Bruce anker op de plecht. Praai haar net voor de Stevinsluizen bij Den Oever, maar onze wegen scheiden: Y. gaat rap door naar buiten waar we na suggestie van de welwillende sluismeester een sleep krijgen van een bruine vloot klipper tot na de A7 brug. Te 2000 afgemeerd naast een Noorse kotter in de Vissershaven en een zalige linzenschotel verorberd (met rabarber-ijs toe), thuis in Hippolytushoef bij de gastvrije schippers Karin en Martien van Coaster Engel van Brandaen. Ook nu is lekker echter slechts één vinger lang, te 2300 te kooi terwijl op de kade de lokale jeugd de booming systems van hun eerste auto’s aan het uittesten is. Een visserman die op doortastende wijze kordaat ingrijpt wordt alsnog bedankt.

Het schemert nog niet eens als ik te 0315 uit de klamme lappen rol en zowaar te 0400 de trossen los, op naar de Dodemansbol. Niemand is wakker en we varen in de havenkom zachtjes tegen een slapende zwaan aan. Het tijdstip van vertrek is zo vroeg omdat LW Den Oever al te 0252 valt en de vloed ten volle benut moet worden. De Chef der Hydrografie verwacht met HW slechts twee meter verhoging tijdens de lange tocht over de op sommige bulten 1.60 meter droogvallende Waardgronden. Dat is dus een kritieke marge onder de kiel. Aanvankelijk geen wind, maar wordt met hulp van de Uitwateringssluizen de havenkom uitgeperst als e.e.a. aanwakkert tot Z 5. Het is een onwezenlijk mooie ervaring, de ochtendstond heeft hier op de Lutjeswaard letterlijk goud in de mond. Te 0700, zo’n twee uur voor HW al bij het VC baken, het wantij in de Vaarwaters naar De Cocksdorp, oostelijk van de Vlakte van Kerken. Dit is het ondiepste punt in de Vaarwaters, er staat nog slechts anderhalve voet water, maar als we die hobbel genomen hebben gaat het beter. Het is echt sporten met Y. We voeren eigenlijk net iets te veel zeil (namelijk alles behalve de druil) en ik heb het gevoel op de stuurriem alles uit het bootje te halen wat er in zit, en dat kost moeite en kracht. Wil namelijk met HW te 0900 op het Posthuiswad aankomen. Het zand wervelt in Y.’s zog als we eenzaam over de Waardgrond bulten tussen het Engelsche Vaarwater en het Lange Gat stuiven: het lukt net maar wel met een nat opgeschuurde kielbalk. Te 0930 vastgeknoopt aan Olle die gisteren vanuit IJmuiden via de Eierlandsche Gronden, overnacht onder De Cocksdorp en vanmorgen door het Lange Gat al onder de Dodemansbol ten anker is gegaan. Een uitgebreid ontbijt smaakt uitstekend waarna ik mezelf trakteer op een welverdiende cat nap tussen 1230 – 1345.

Samen met Captain Chris en Commander Ton straffen we de heerlijke pannenkoeken van het Posthuys (bijna tweede ronde besteld) en maken een lange wandeling door Kroons Polders om via de Vliehors weer terug te keren bij de schepen. De lange dag maakt hongerig, Captain Chris kookt voor ons allen terwijl White Seal te 1930 ook vast maakt. Margot en Frans overhandigen met passend ceremonieel de Drascombe Admiraals Wimpel aan de Captain die van nu af in charge van ons welbevinden is. Tafelen nog lang na te a/b van Olle.

De langste dag heeft toch elk jaar weer iets bijzonders en ik probeer die dan ook zo vaak mogelijk op het wad door te brengen. Gedrieën halen we de ankers thuis te 0815 om al te 1030 in drie voet water op het Groene Strand, bovenwinds van het van Oerol vergeven Terschelling de zeilen te bergen. Olle maakt nog wat kruisslagen over de Gronden van Stortemelk en verschalkt daarbij twee jonge makrelen. Schellinger Coaster Zeezot nadert tegen 1200 en met vier schepen vallen we aan elkaar geknoopt droog. Iedereen wijdt zich aan het noodzakelijke fourageren en douchen. Oerol maakt West voor mij te druk en ik spoed me dan ook rap terug naar Y. waar de schipper van de Zeezot inmiddels een zware rvs barbecue heeft ontstoken. Voor mij als niet-vlees-eter zijn de zalig verse vette makrelen, de overige opvarenden zijn bij de slager langs geweest… sterkte! Het barbecuende flottielje wekt de interesse van vele wandelaars die qua timing niet het meest gelukkige tijdstip van praatjes aanknopen met ‘wat een leuke bootjes’ kiezen. Na een uitermate knusse, maar winderige avond, de Zeezot bedankt voor de gastvrijheid en te 2400 onder een licht- en geluidsshow van Oerol proberen in te slapen hetgeen niet alle opvarenden, maar a/b van Y. wonderwel goed lukt.

Commander Ton verlaat Olle met de eerste snelboot van 0730 naar Harlingen, we gaan iets later dan de geplande 0900 anker op. Genieten van een lekkere ruime 5 à 6, rif er in, druil weg. De schepen bruisen door het zilt onder het genot van some occasional spray: An exhilarating sail!

Kruis als eerste de Vierde Slenk in waar de eb net uit begint te lopen en anker te 1200, Olle en White Seal volgen zo’n 30 minuten later met veel stroom tegen en veel minder water. Karbonades gelardeerd met broccoli, tahoe en salade worden soldaat gemaakt. Dan arriveert een blonde jongeling: BOA i.o. Richard Ubels die ons op de 200 meter droogvalregel wijst, maar (net) niet bekeurt. Hij blijkt een SBB stagiaire te zijn geweest van de Rottumer Bijzonder Opsporings Ambtenaar de heer Corté die ons op Oog begin november 1998, drooggevallen na een, laten we zeggen, navigatiefout, schaakte in een NBW artikel 17 gebied.

We blijken nu op de uitgaande route van eidereenden met jongen te liggen die daardoor, met afgaand water, niet naar het wad durven te zwemmen om te fourageren. De eiders nemen wel een omweg, lopend langs de oever, maar dat kost de kuikens veel meer energie. Niet meer doen dus, zeker niet in de maanden april t/m juni als er kuikengebroed rondscharrelt dat op moet groeien.

Richard, afgestudeerd bioloog, informeert ons zonder probleem en onder het genot van kopjes thee en vruchtensappen zeker drie uur lang over allerlei natuurlijke Wadden wetenswaardigheden. Na zijn aftocht plukken Chris en ik vlierbessenbloesems die met matig succes in pannenkoeken verwerkt worden. Te 2130 anker op om over de Blauwe Balg, door het Molengat, onder Ameland ten anker te gaan oostelijk van de jachthaven, vlak onder de dijk tegen één uur in de stikdonkere nacht. Kan amper d’ogen open houden, ben zelfs te moe om in de zak te kruipen. Erg spannend met zo’n vallende avond op de tast je weg vinden langs onverlichte boeien en staken.

Wordt op zaterdag 23 juni te 0830 na een verkwikkende nachtrust met een schok wakker. De Captain is echter resoluut en verordonneert vertrek zoals afgesproken te 0900 wat lukt! Gelukkig werkt Y. mee door zich zelf te sturen als de schipper zich laaft aan ontbijt en de krabber hanteert. We arriveren te 1300 bij Het Rif en ankeren ten noorden van de SG23. Knappen na uitgebreide broodmaaltijd een uiltje van 1500 tot wel 1830… als we gewekt worden door het sympathieke stemgeluid van de gekortwiekte schipper van Cruiser Midi, Maître Du Corstanje. Het is LW, Midi ligt in de monding van het Smeriggat bij de SG25 net niet droog als Eugène bij Olle aan boord stapt. Zij zijn om 1300 vanuit Noordpolderzijl naar de Engelsmanplaat vertrokken. De vloed noodt hem terug naar Midi echter niet voor nieuwe plannen zijn gesmeed. Na gezamenlijke maaltijd a/b van Olle verkassen we in een tot O 1 verflauwende wind naar dieper water, 2.50 meter onder de kiel, even noord van de SG27. Coaster Windroos smst dat ze één nm ZO van Het Oerd ligt. Plan in het Smeriggat is te 0600 ankerop en al vissend buitenom Schier naar de oost haak van Simonszand te gaan. Daarom reeds te 0100 te kooi.

De wekker loopt om 0500 af voor de 0600 afvaart vanuit het Smeriggat. Moet over boord want, hoewel Y. nog drijft, stopt ze daarmee als ik op de boeg staand Bruce thuis poog te hieuwen. Vlak langs de NW punt van Schier varend blijkt de haak waar we in september 1999 spectaculair tij stopten in rudimentaire vorm nog te bestaan. Vanaf alle schepen wordt druk gevist, maar nergens wordt ook maar een stootje vernomen. Zelfsturend kruipen we aan de wind omhoog langs de Noordzee kust van Schier, vlagerig, variabel, weinig wind. Ik zoek tussen de brekers het geultje NO van Simonszand op, vind dat maar wordt in een plotselinge windstilte van achteren door een enthousiast grondzeetje overvallen dat naast de kuip ook m’n zeilbroek en laarzen vult… zelfs het roer loopt aan de grond maar het gaat weer goed: het geultje beloont ons met drie witte zeehonden waaronder een puppy op een bank aan de noordzijde. Wordt door Chris en Eugène keurig opgevangen aan de diepe N ingang van de Simonsbaai en vlak om het hoekje afgeleverd naast White Seal. Er wordt gepalaverd, geluncht en verkast naar drie voet water. Chris, Frans en Eugène oogsten twee emmers vol grote kokkels als de Windroos te 1530 arriveert vanuit zuidoostelijke richting. Zij haalt het net niet meer naar het flottielje maar wordt met vereende krachten het geultje ingesleurd.

Els valt even later zijdelings in de zuigende prut maar blijft monter als altijd! Zalmsoep, fruitsalade, zeewaternootjes, drie flessen rood, sardientjes en een lange avond wandeling tot 2310 over het Zand. Eugène presteert het om en passant nog even in Y.’s en Midi’s masten te klimmen ter voorbereiding op de te verwachten grensoverschreiding morgen: het Duitse rood, zwart en goud wordt in gereedheid gebracht voor onmiddellijk gebruik. Toch pas weer in de kleine uurtjes plat.

Maandag 25 juni gloort om 0800 als een pracht dag: 21C, onbewolkt, O 2/4 en de Nederlandse Kustwacht meldt “Een hoge drukgebied met het centrum boven de Waddeneilanden verandert vrijwel niet van plaats”. Hebben nog drie uur voor allerlei onnutte zaken. Te 1115 zijn we los en Hooijkazen 1 de schepen tegen de felle vloed rond het puntje van de nu tot Kokkelbaai herdoopte haak naar buiten: naakte mannen amuseren zich zichtbaar in de brekers!

Als we te 1300 nog niet uit de Lauwers zijn wordt er overlegd en besluiten we aan de N kant van Rottumerplaat Rottumeroog of Borkum tij te stoppen. Ondanks de waterzeilen op Y. (met dank aan de Zeezot) en Windroos komen we te 1500 niet voorbij Rottumerplaat. Palaver en ankeren in tandem op de rede met op anderhalve meter van elk schip een verzwaring op de trossen om de schokken te dempen. Maître Du Corstanje kookt een fabuleuze groentemeuk met saffraan/witte wijn/roomsauce, Windroos levert haar geliefde noten rijst, Olle de salade en op Y. worden verse kokkels bereid. Yoghurt met aardbeien toe. Op Y. kwijt de afwasploeg zich van haar ondankbare taak tot er te 2030 ankerop gegaan wordt richting Borkum dat al de hele middag met haar schitterende hoogbouw aan de einder heeft liggen lonken.

Het waterzeil blijkt te werken maar ik wordt toch te 2200 gepraaid door Olle en op sleeptouw genomen; er is bijna geen wind en de avond valt. Ankeren achter de plaat N van de stad die baadt in de spaarverlichting, welkom in Duitsland…

Hoewel de wekker te 0700 af loopt ontwaak ik pas een uur later: afvaart te 0830 blijkt toch mogelijk. Varen onder een staal blauwe hemel met een lekker zonnetje al ontbijtend en scherend om het RSG (Robben Schutz Gebiet) over het Hohes Riff buitenom Borkum. Weet nog even het ondiepste stukje van de Brauerplaten aan te tikken, brekers midden in de geul blijven trekken! Midi parkeert als eerste aan het begin van het (inmiddels – oktober 2001 – verzande) Haaksgattfahrwasser, tussen de Kachelot Platte en Memmert waar een uitgebreide lunch genoten wordt. Windroos is aan de einder verdwenen en, naar later blijkt, onderlangs Memmert gevaren.

Te 1430 ankerop in een aantrekkende wind. Kruisen tot onder de Haaksdünen waar toch echt het eerste rif er in moet. Hoewel het nog steeds stralend weer is, toch bijliggend de kuip leeggehoosd. Door de Juister Balje onderlangs Juist waarbij een vergelijking met de Vlielander Vuurduin kust zich opdringt. Voorbij de lange havengeul ankeren we O van de haven waar Windroos en Butterfly met Kurt en Regina Mross al liggen. Het lukt Y. en Olle met vallend water nog goed er naast te kruipen, Cruisers Midi en White Seal hebben even later meer moeite maar uiteindelijk liggen de zes Drascombes gezusterlijk naast elkaar te palaveren. Captain Chris overhandigt plechtig de Admiraals Fahne aan Kurt die vanaf nu de Gruppe zal voorgaan naar zijn thuishaven Varel, diep in de Jadebusen. De laatste, inmiddels helemaal ontzande Nederlandse kokkels worden soldaat gemaakt, Regina bakt Bratkartoffeln en ik fabriceer een wortel/tahoe/tempeh schotel afgeblust met santen en koriander. Na een weerbericht op kanaal 18 te hebben opgepikt dat melding maakt van een van O naar ZO ruimende wind worden in een slikkige exercitie de ankers verlegd in de verwachting vannacht de slaap niet te hoeven onderbreken.

Te 0330 komen de zes schepen los in een aangetrokken ZZO, door de eerder verlegde ankers blijft de schade aan materieel en nachtrust beperkt. Er wordt besloten te blijven liggen bij Juist omdat het Duitse weerbericht windkracht 10 voorspelt. Dat blijkt niet te gebeuren maar de wind draait wel. De dag wordt nuttig gebruikt voor wassen, knippen, batterijen laden, inkopen doen van Brot, Gemüse und Obst. Bij de Friseur worden douchemunten à 2 DM verkocht, maar daar wordt meteen ook de gsm batterij voor opgeladen. Alle jerrycans worden weer afgetopt aan de rand van het droogvallende Juister haventje vol prachtige Jollenkreuzers die daar in alle soorten en maten langzaam in de prut zakken. Met de laatste Wasserkanisters slepend blijven we de snel opkomende vloed bijna voor, al lopen de Stiefel daarbij wel vol. Na een uitgebreide Macaroni à la Christophe a/b van Olle palaveren we te 2000 en besluiten te 0400 anker op te gaan met als doel Hilgenriedersiel, op de kust onder Norderney. Wandelen over het door een kolossaal Kurort overheerste eiland waar men op kosten van de Krankenkasse zeewater drinkt, te 2300 licht uit.

Als vanaf 0300 meerdere wekkers in serie aflopen lukt het zelfs Midi (0350) om te 0400 te varen. De vroege morgen gloort langzaam als we twee uur voor HW door het Juister Wattfahrwasser en het Busetief voor de haveningang van Norddeich de prikken van het Wagengat oppikken. Met fok te loevert maar met de eb al tegen kruipen we onder de wal die al haar grijstinten langzaam prijsgeeft. Ik kan voor het eerst sinds het ook al zo matineuze vertrek uit Den Oever een sterk Riddle of the Sands gevoel niet onderdrukken. Het is 0900 als vlak bij de verzande uitgang van het voormalige Siel de ankers over boord gaan en allen zich in het heldere water met harde bodem verliezen in het poetsen van de schepen. Nuttig het tweede deel van een fris fruitontbijt voor een gezamenlijke voettocht naar Hilgenriedersiel aanvaard wordt. De zon warmt de tot FKK gebied uitgeroepen kuststrook verder op, we blijken toch niet zo uitgeslapen te zijn na het hazenslaapje van vannacht en ook geen twintig meer… . Vlak na 1200 betreden we een landelijke Kneipe waar een volslanke waardin de scepter zwaait en ons inclusief sliklaarzen koffie, Kuchen en enkele Vom Faß verstrekt. De terugtocht verloopt aanzienlijk vlotter, Butterfly tapt nog wat bier maar a/b van Olle daalt de rust neer en, na een snelle lunch met sardientjes met verse peterselie gaat ook op Y. het licht uit.

Ongemerkt trekt de wind aan tot NNW 5, zet de vloed flink door en verandert de vlakte al snel, maar buiten mijn beleving, in een knobbelige lagerwal. Nog steeds buiten bewustzijn wordt het vertrek vervroegd tot 1630 maar blijft het voor Midi, Olle en Y. toch 1700. Omdat er een nijpend gebrek lijkt te ontstaan aan wildwater foto’s kiekt Chris vanaf Olle met een onderwater camera in scene gezette koersen van Y. en Midi. We kunnen een trekje in het kolkende zeegat tussen Norderney en Baltrum niet weerstaan en komen nog net tegen de vloedstroom in naar buiten. Eugène verschalkt twee makrelen met zijn fameuze paravaan waarna we ankeren voor de haven van Baltrum op een mooie harde zandplaat. Er wordt geborreld met kaas, chips en nootjes tot niemand meer trek heeft in z’n avondeten.

Vrijdag 29 juni belooft een stalende dag te worden, westen windje kracht 3, zonovergoten Baltrum en 23C. Na een uitermate rustige morgen met gebruik van keurige faciliteiten maken de singlehanders een lange wandeling rond het eiland. De Noordzee kust blijkt vergeven van prachtige bankjes met warme doorwaadbare binnenzeetjes waar tientallen meeuwen in nog niet eerder opgemerkte zwermen gezamenlijk achtergebleven spieringen opjagen. Genieten matige ijscoupes in het te saubere dorp en zijn daardoor twintig minuten te laat voor palaver. Daar wordt besloten te 1800 ankerop te gaan, onder Langeoog door naar Spiekeroog.Als de zeilen gehesen zijn staat er eerst nog een laatste stroom mee, maar in het Baltrumer Wattfahrwasser wordt de vloot in een verflauwende wind uiteen geslagen. Windroos, Midi en Y. voeren hun waterzeilen hetgeen slechts bij Midi echt wat blijkt uit te maken. De schepen die noord in het geultje varen worden door de eb sterk naar zee gezet. Boven de banken van de Langeooger Plate en het Janssand staat nog amper water, maar daardoor ook geen noemenswaardige ebstroom. De wind valt nu helemaal weg, aan de palen dus.

Roei Y. bij gebrek aan mechanische voortstuwing het zeegat (de Otzumer Balje) over naar Spiekeroog, kruipt vlak onder het ZW strand uit de nu gierende eb en weet heftig transpirerend, puffend en af en toe krachttermen uitkramend met open blaren op de handen de geul naar het haventje te bereiken. Daar verwelkomt een warm ZZW windje ons om het tochtje te 2230 onder zeil af te ronden, maar niet nadat een aanvaring tussen de uitstekende tien voets riemen en onopgemerkte staken de roeier twee maal vol in de maagstreek treft. Ankeren met hekanker naast elkaar op de steile modderige rand van de geul en vallen rap droog, Y. ligt daarbij onder een nog net draaglijke helling, Butterfly, Windroos en White Seal liggen horizontaal maar als de wind plots draait met de kuip op de wind. Olle en Midi zijn inmiddels ten anker gegaan op het Süderriff, O van de OB7/LW10. De tweede avond met Bonbonbloc, nootjes en een pakje instant soep… dat gaat niet goed zo, ik voel de krachten verslappen. Pas laat (0130) te kooi.

Zaterdag 30 juni begint met zulk slecht weer dat de bemanningen er voor kiezen te kooi te blijven. In een onweersbui arriveren Midi en Olle als ik Y. wat verder de kant op trek. Gelukkig klaart het op en onder leiding van Regina verkent men het eiland en een schelpenmuseum. Ik mis e.e.a. maar daardoor niet een warme douche en geniet van Jollenkreuzers in vele soorten en maten die af en aan kreuzen. Te 1900 afvaart naar de Alte Anleger. Y. vaart zelfsturend met halve wind onder fok en druil de hele geul af terwijl ik de meuk van het over de boeg ingehaalde hekanker verwijder, en passant afvallend ruimte gevend aan een inkomend jacht door in het BB gangboord te gaan staan, “Het benne leuke bootjes die Drascombes…”. Bij de Alte Anleger, de voormalige haven op de west punt van Spiekeroog, staat met HW (2001) één meter water, we knopen voor vast aan de vervallen steiger en brengen wederom hekankers uit. Een waar feestmaal wordt aangericht in de luwte van het oude perron van de Eisenbahn die tot 1981 voor 0,50 DM have en goed naar het dorp en de nabijgelegen camping ‘Halte Zeltplatz’ transporteerde. Maître Du Corstanje serveert zijn eigenhandig onder Baltrum verzamelde mosselen, Admiraal Kurt houdt de Uzo glazen gevuld en Windroos en Olle zijn net op tijd terug van een korte excursie naar Neuharlingersiel om een tweede vorkje op de Alte Anleger mee te kunnen prikken. Mede omdat morgen, zondag 1 juli, tot algemene was- en rust dag is uitgeroepen wordt het toch laat en blijft een explosie van vaat achter op de Anleger, niemand die er de komende nacht last van zal hebben.

In de volgende ElectroBaD o.a.: Strandkorben test op Wangerooge, nachtelijke expeditie naar Kaiser Wilhelms Schnellboot Anleger, Frische Brötchen op Nassauponton, vier meter verval in Jadebusen, Vareler Forellen Fest, bezoek aan Schwimmendes Moor en de Drascombe Schnellsegel Regatta om de Herr Oscar Bohlen Bokaal.

Michel Maartens a/b Coaster Yraida

Door wadvaarder avant la lettre, wijlen ir. Hooijkaas geperfectioneerde, aan jagen verwante techniek waarbij schepen aan een lange omgegorde lijn door doorwaadbare prielen en slenken of langs/over platen en banken voortgetrokken worden.