Traditioneel Winter Weekend 1998

Woensdag 4 november 1998      Edam -> Lauwersoog

1430 vertrek richting Lauwersoog. M4 (de schipper) in de lappenmand. Eet bij voortduring astronautenvoer en drinkt vreemde druppeltjes met een extreem hoog alcohol gehalte. In Lauwersoog helpt Martin Loos ons met de sleutel aan toegang tot het uitgestorven Noordergat zodat we de boot te water kunnen laten. Chris komt met Olle aangereden als het al donker is. Gigantische bui waarbij de hagel op het dek blijft liggen en er zelfs op bevriest – dit belooft een feest weekend te worden! Om 2200 uiteindelijk met z’n drieën warme pasta met pesto gegeten in de kuip van Yraida; lekker buiten in de (bijna) volle maneschijn bij -3°C. Daarna nog de helling gecontroleerd en de auto’s goed neergezet voor de terugkeer (via de slip in de Buitenhaven) op zondag. (Te) laat te bed – ben kapot en heb het koud. Michel heeft geen stem meer, buikloop en koppijn.

Donderdag 5 november 1998      Lauwersoog -> Noordpolderzijl
1003 Mb, ZW6-8, 5°C, (zware) buien met opklaringen

HW: Lauwersoog      1046      Eemshaven      1209
LW: Lauwersoog      1706      Eemshaven      1827

Als ik eerst naar buiten kijk en daarna naar de brakke schipper vragen wij ons beiden af of de afvaart wellicht uitgesteld dient te worden; het tij wacht echter niet. In een giga, letterlijk gele bui met zeer harde wind en vuile vlagen op kop toch uitgevaren. Het is zo’n bui waarin je je gezicht afwendt vanwege het pijnlijk inslaan van de druppels op het toch al zo getergde gelaat. Als enigen door de sluis en brood gekocht in de Vissershaven want dat had ik in Edam laten liggen. Bij terugkeer vaart M4 met Olle in tandem rond in de haven want de mossel vissers van Yrseke, waaraan we hadden vastgemaakt, moesten absoluut onmiddellijk en met grof geweld hun schuiten keren.
Afvaart vanuit Lauwersoog – lange tijd vast geknoopt aan elkaar gevaren. Ruime, wat afgezwakte wind en gelukkig droog. Snelle tocht naar Noordpolderzijl van 0920 – 1230, we gaan als de brandweer. Grote mokken dampende koffie met eindeloze hoeveelheden boterhammen kaas, avocado en tuinkers. Op het Pieterburenwad losgemaakt, Olle verlegt naar iets noordelijker koers richting Zuid Oost Lauwers terwijl ik recht op de haven afsteven.
M4 krijgt een fit als ik over het dammetje bij Noordpolderzijl vaar – ik zie het probleem niet, half Nederland staat blank, het hoogste water in twintig jaar, dus ook op het Wad. Het zwaard tikt nog niet eens aan en ook het kick-up rudder geeft geen kik. Aanloop Noordpolderzijl onder zeil maar komen in de problemen in het spuiwater van het gemaal. Ik knal de schuit op de lager wal wat een lelijke buts tot gevolg heeft – minnetje voor mij. Nadat we voor de kade liggen begint de regen, de regen en… de regen. Er is een storm aangekondigd en die komt ook daadwerkelijk – Bft 8 begint te beginnen, ben blij binnen te zijn.
Breng een bezoek aan De Mannen die bezig zijn met onderhoud van iets. Eerst hoop ik eindelijk dijk bewaking in de praktijk te kunnen bewonderen, maar niets is minder waar. Ze zitten met z’n tweetjes en nog wat bezoekers in een tot subtropisch zweet paradijs warm gestookte mobiele bouwkeet over het niets uit te staren. Buiten staat voor minstens ƒ 100.000,- rollend RWS materieel op de baas te wachten. De conversatie met De Mannen wil niet echt vlotten maar het kan ook zijn dat mijn randstedelijk leuter ritme te hoog ligt voor deze omgeving. Na een minuut of tien druip ik af naar de kroeg achter de dijk.
In ’t Zielhoes inlichtingen ingewonnen over de vaart naar verboden oorden. J. hoort van G. (die sowieso permanent toestemming heeft voor de vaart in die gebieden!!!) dat Rottumeroog dit weekend niet bemand zal zijn – voorwaar een buitenkans als je bedenkt dat de boetes op ‘betrapt’ astronomische waarden kunnen bereiken. Bijna meen ik enig gemuit onder mijn reisgenoten waar te nemen bij de geachte aan een mogelijke financiële aderlating, maar weet dit snel te smoren in een rondje warme chocolademelk. Wat een informatie na wat argeloze vragen. Ik had spion moeten worden of erger nog – journalist. Enfin – het lijkt mij een slecht plan om die gebieden onbewaakt achter te laten – sinds ik The Riddle Of The Sands heb gelezen ben ik volledig doordrongen van het eminent strategisch belang van deze eilandengroep. Weliswaar verboden gebied maar toch een archipel met ongekende aantrekkingskracht voor mariniers uit het Oosten (en voor mij – dit bezoekje staat al zeven jaar op mijn lijstje – knappe jongen die me er nu nog weg kan houden). Enfin, ik raak wat op drift. Terug aan boord pannekoeken gegeten ter verdeling van de ballast. Op het thuisfront is iedereen ziek dus dat zeilt fijn (maar niet heus). Vroeg op zak – nog steeds kapot, dat krijg je van kleine kinderen.

Vrijdag 6 november 1998       Noordpolderzijl ~> Rottumeroog
1002-1024 Mb(!), NW4-5, 5°C, onbewolkt met zonnige perioden

HW: Lauwersoog      1125 / 2356      Eemshaven       1249 / 0109
LW: Lauwersoog      0525 / 1746      Eemshaven       0647 / 1908

Na een winderige nacht Bft 8 (waarvan ik niets heb gemerkt…) wakker om 0800 – meer dan tien uur geslapen, wat een genot. Ik ontwaar Olle half onttakeld, voor anker midden in de haven, de druil mast ligt er af. Maakt rare, weinig nautische gier bewegingen in de haven kom – Chris moet een zware nacht gehad hebben.
Gedoucht – heerlijk warm, lang en voor weinig, waar vind je dat nog in watersportend Nederland. Langzaam maar zeker komt de vloed op. De kade raakt overspoeld. Ik kan op de tast nog net terug aan boord komen maar arme Chris glijdt uit en verdwijnt tot de liezen in het ijzig koude water als hij Olle wil bestijgen. Ondertussen verdwijnt de kade steeds verder onder water, loopt de Usquerter vissers vloot binnen, gaat de wind wat liggen en verschijnt de zon. Chris’ broer Ton is nu ook van de partij, ze wijden zich aan het uitspoelen en drogen der spullen terwijl wij met een grote mok warme peut wachten op de dingen die komen gaan. Wat een heerlijke dag: vier lagen fleece, een steeds mooier briesje en het gevoel iets heel bijzonders aan het doen te zijn. De zon blijkt toch wat warmte te kunnen ontwikkelen.

Varen redelijk bijtijds, rond een uur of twaalf, af. Langzamerhand verschijnt aan de einder ons doel en begint de Grote Kaap zich steeds duidelijker af te tekenen. Vol verwachting klopt ons hart. Pal noord over het Wad, langs de Zuiderduintjes over stuurboord, daar is Rottumeroog waar we even later zachtjes aan de grond lopen. Het eiland blijkt geheel en al uitgestorven. Een late lunch (waarbij de edelprei soep plakkerig door de kajuit gaat) terwijl we wachten tot het laatste water is weggespoeld. We stappen overboord en bevinden ons op prachtig harde zandgrond. Het huis van de familie Toxopeus is door RWS/SBB onbewoonbaar verklaard. We inspecteren op en naast de paden het gehele eiland en komen tot de conclusie dat het de vorige nacht, tijdens de storm, bijna helemaal onder water moet zijn gelopen. Overal zijn kleine kweldertjes en kabbelt het water. In het huisje van de bemanning staat nog een ouderwetse waterpomp in de keuken. Het is enorm wijs op Rottumeroog temeer daar we er niet mogen komen. Dit gevoel heb ik niet meer gehad sinds ik als kleine jongen huizen-in-aanbouw als speelterrein had. Het is echt een wandelend eiland in verval, dat blijkt uit alles. Er zijn zelfs geen vogels meer te bekennen.
We hebben voor onze ontdekkingsreis over het eiland teveel gesnoept zodat we geen zin meer hebben om te koken. Bietsen bij Ton en Chris om eten – gelukkig zijn het vriendelijke jongens. Olle’s nieuwe pausmobiel (sprayhood extensie) staat heel erg mooi zodat wij tijdens het diner lekker uit de ijzige wind zitten. Bij het afscheid nemen vergeet ik Michel zodat ik wat nautische toeren moet uithalen om hem alsnog droog aan boord te krijgen. Hij knapt trouwens zienderogen op na het de afgelopen dagen grondig doorspoelen van de holtes met zout water: stem terug, griep is weg!
Prachtige volle maan met een wolkeloze nacht en veel sterren. Haast geen wind – het is werkelijk heel bijzonder op een onbewoond eiland.

Zaterdag 7 november 1998       Rottumeroog -> Simonszand
1024 Mb, Z3-4, 4°C, zonnig, later mistig

HW: Lauwersoog      1226      Schiermonnikoog      1249      Eemshaven      1340
LW: Lauwersoog      0610 / 1825      Schiermonnikoog      0603 / 1819       Eemshaven      0732 / 1948

Slaap opnieuw de slaap der onschuldigen van 2300 tot 0700 – wat een genot. Begin me nu door al dit gepit echt moe te voelen. We worden zoals gepland wakker zonder water, wrijven de slaap uit d’ogen en worden vergast op een oogverblindende zonsopgang. Foto. M4 en ik maken van de nood (hoebedoelu?) een deugd door nogmaals een lange wandeling over het eiland te maken, er is echt geen vogel te bekennen maar wel is duidelijk dat er overal oude nesten zijn. We doen extra voorzichtig.
Terug en net aan een fris fruitontbijt rondt een korvet van de Kriegs Marine o.i.d. de west hoek, gaat voor anker en zet een landingsparty van een man of twaalf op het strand af. O jee, als dat maar goed gaat – dit correspondeert überhaupt niet met al onze intelligence activiteiten in Noordpolderzijl.
Het hele gezelschap vertrekt het eiland op in NO richting, behalve één naderend silhouet… Kort daarop verschijnt met kwieke tred een allerinnemends manspersoon aan ons boord die zich voorstelt als opsporingsambtenaar AID A.G. Corte. Wat we aan het doen zijn. Hij labelt ons betoog dat het toch al 1 september is geweest als niet overtuigend (en terecht met nieuwe kaarten, dito almanak en een GPS aan boord). Tegelijkertijd lijkt hij het leuk te vinden dat wij zijn eiland ook mooi vinden. De schade die we hebben aangericht is nu ook weer niet zo groot. Kortom: wij worden niet beboet. In tegendeel – we krijgen het grootste hebbeding uitgereikt dat hier te krijgen is: een officiële waarschuwing nog wel middels een officieel aangetekend schrijven. Al met al hebben we natuurlijk mazzel want we hadden ook Fl. 2.000,- lichter kunnen zijn.

Bij navraag blijkt dat het staatssecretaris Monique de Vries zelf was die polshoogte kwam nemen van de kustafslag. Dit in gezelschap van een roedel persmuskieten. Grappig te merken dat onze veldwachter de naam van zijn hoogste bazin niet kende… Hoe ver en irrelevant is de Residentie wanneer je belast bent met het welzijn van 5.000 wulpen en een wandelend eiland.
Inmiddels is het weer tijd geworden om een eindje te gaan zeilen. We varen aan de wind naar Rottumerplaat door een bizarre golfslag met vreemde stromingen. Olle bruist hard door de kruisende golven heen. Dit is echt een soort zeegat – ik zou hier niet graag zijn in zwaar weer. Yraida brengt ons al snel in de beschutting van Rottumerplaat. Rottumerplaat is, zo door de kijker gezien, echt een ‘luxurious beach resort’ in vergelijking met Rottumeroog. Er is werkelijk alles – een aanlegsteiger, een paar loodsjes, een huisje en wat scheepjes voor de wal. Ongekende drukte. Helaas ook weer verboden gebied voor ons. Het lijkt niet verstandig weer een ontmoeting met een diender te riskeren dus varen we verder naar Simonszand. De eb trekt ons van onder het eiland met een noodgang naar buiten maar door het rustige windje, de strak blauwe hemel en het herfst zonnetje is het toch een heerlijke bezadigde tocht. Olle had al langs Simonszand geankerd maar daar heb ik een veto over uitgesproken i.v.m. klotsend stromend water van de Zuid Oost Lauwers langs mijn hoofdeind tijdens het slapen. Na wat nautisch gedoe om een beetje uit de hoofd stroom te komen opnieuw geankerd – beduidend beter maar toch niet perfect. We waren te laat want de boel was al aan het droogvallen. Eigenlijk had ik aan de westzijde van het zand willen liggen, net achter een landtongetje maar ik word voor Pietje Precies uitgemaakt. Enfin, dit was ook mooi hoor, geen klachten. Na het droogvallen tegen vieren een lange wandeling gemaakt over het eiland. Echt prachtig – een grote koude zompige, steeds grijzer vervagende, met robben afgebieste zandvlakte onder een waterig opkomende maan. Na donker terug bij de boot. Het was nu merkbaar kouder. Terwijl zeemist onze wereld verengt tot twee maal 22 voet uitgebreid voor de schipper gekookt, daarna de afwas aan hem overgelaten.

(Voldoende witlof in de lengte doormidden klieven, harde puntjes eruit kruisen, met olie in de koekepan, lang genoeg aan beide kanten bakken. Twee tenen knoflook, rode peper – naar smaak met of zonder zaad – tegen het einde meebakken. Ruim kerrie en wat djahé, koriander en andere exotische kruiden toevoegen. Op het laatst met kwartje slagroom overgieten. Na opscheppen bestrooien met kokos en tijdens het nuttigen prakken met aardappels of rijst).
Olle gezellig bij ons koffie gedronken en lang geleuterd over van alles en nog wat. Deze jongen voelde zich toen een tikkeltje van de slappe en trok zich terug in de spacious cuddy – met de verwarming hoog aan (inderdaad bepaald brandgevaarlijk, maar wel 22°C!) en in de warme zak.
Wat ik had verwacht gebeurde: de vloed kwam en zorgde voor een onrustige nacht van gorgelend geborrel en geklots. Een pijnlijke tegenstelling met de serene rust van de voorafgaande. Zo’n nacht waarin je je hopeloos probeert schrap te zetten tegen alle wanden van een rollend schip. Uren tellend in de wetenschap dat het toch niet helpt: slechts de eb zal de zo verlangde slaap uiteindelijk kunnen brengen.

Zondag 8 november 1998      Simonszand -> Lauwersoog
1012 Mb, ZW4-5, 5°C, druilerig, later hoosbuien

HW: Lauwersoog      0036 / 1305      Schiermonnikoog      0058 / 1328
LW: Lauwersoog      0644 / 1916      Schiermonnikoog      0649 / 1903

De upside van al deze nachtelijke onrust is dat we weer op tijd drijven. Dat moet omdat we in Lauwersoog ons hellinkje in de Buitenhaven willen gebruiken (de Robbengatsluis draait vanaf 1 november tot 1 april niet op zondag). Dat is i.v.m. eb echter maar beperkt bruikbaar – we moeten er uiterlijk om 1500 zijn.
Afvaart om 0930, opboksen tegen de wind in maar met de stroom mee. We varen dicht gereefd want het blaast toch wel hard in het zeegat. Olle beukt er weer mooi doorheen. Voel mijzelf niet helemaal senang, dat drukt de pret enigszins en maakt bij vlagen behoorlijk onhandig. Bibber zelfs een beetje. Ik heb nou eenmaal niets met tijdsdruk op vakantie. Gelukkig maken we een stop op het wantij van het Hornhuizerwad om flink te nassen zodat ik weer wat op temperatuur kom.

Het is al met al toch een mooi tochtje met Schier aan de einder en de grote leegte van het oostelijk Wadden gebied daar omheen. We kunnen met de opkomende vloed mooi afsteken over het Lutjewad en zijn zowaar op tijd bij het hellinkje. De wagens worden gehaald en de schuiten onder grote lokale belangstelling (van achter glas) op de trailers gelierd. Dit alles inmiddels in de werkelijk met bakken neer stromende regen. Ton en ik halen zijn motor op in Noordpolderzijl – hoe leeg kan Nederland zijn, zelfs op de vaste wal. Bij terugkomst zijn de schippers klaar met rijvaardig maken van de boten. Na een aangenaam maal van gebraden vissen koppen gaan we uit elkaar met grootse plannen voor volgend jaar. Dan wordt officieel toestemming voor een landing op Rottumerplaat aangevraagd, noteert u vast het eerste volle weekend van november 1999?

Antoine Maartens a/b Yraida met dank aan M4 en d’Olle crew.