Open Longboat op open zee

In 1998 trailerde ik met een Duitse vriend onze houten Longboat Columba naar La Baule, Bretagne, om daar twee weken lang de kust te verkennen. De weerkaarten toonden een lange trein van lage drukgebieden vanaf de Azoren tot in Beieren. Om de twee dagen kwam er een front over met wind en regen, gevolgd door een opklaring, kalme wind om nadien weer te regenen. Tussen windstilte en onweer viel er wel wat te zeilen.

Na één week hadden we de monding van de Loire overgestoken, Île de Noirmoutier en Île d’Yeu bezocht en belanden we terug in de baai tussen Île de Noirmoutier en het vasteland. Door het zout en de regen werd de vochtigheidsgraad in kleren en slaapzakken stilaan licht onaangenaam, de stemming zakte gelijk met de barometer. Na een nachtje storm en onweer stonden we op met een loodgrijze hemel. We beslisten ondanks de stevige wind terug naar La Baule te zeilen en ons over het vervolg van de reis te beraden.

In de luwte van het eiland woei de zuidwestenwind circa 4 Beaufort. Eenmaal uit de luwte nam dit toe tot 7 Beaufort, mogelijk meer. We bevonden ons nog op ondiep water in de baai (5-10 meter) en bleven van de zee beschut door een klein eilandje en ondiepe rotsen aan loef. De golven waren koppig en bouwden op. Regelmatig stond er zout water in het gangboord en gulpte een golf in de kuip, er mocht al eens gepompt worden. Zodra we achter de ondieptes uitkwamen en op dieper water voeren, werden de golven ronduit indrukwekkend.

Uit het zuidwesten kwam een lange oceaandeining met golftoppen van ruim vijf meter hoog, die bij momenten hoger waren dan de mast, zonder gaffel weliswaar. De afstand tussen de golftoppen was wel lang, zodat de boot netjes werd opgetild en over de top gezet, om in het golfdal af te dalen. We voeren ondertussen met fok en druil zo hoog mogelijk, hoger dan halver wind, maar minder scherp dan aan de wind. Diep in de kuip verscholen was het flink sturen om de golftoppen vloeiend te nemen en de boot onder helling te houden. De kunst bestond er uit geen water in te nemen want bijliggen en pompen was geen optie.

Hoewel de lagerwal ver weg was, moesten we wel een ondiepte aan lij laten liggen die door een boei was gekenmerkt. Om zover mogelijk van deze ondiepte weg te blijven (5 meter diep bij laagwater) probeerden we zo hoog mogelijk te zeilen en zo min mogelijk te verlijeren. Met fok en druil is dat niet eenvoudig en als de omstandigheden het toelaten, prefereer ik een dubbel gereefd grootzeil met een puntje fok. De omstandigheden lieten dat hier zeker niet toe.

Via twee meetpunten op de kust konden we onze positie bepalen en wisten we dat we ter hoogte van de ondiepte kwamen. De boei was moeilijk te zien, alsof wij telkens in een golfdal zaten wanneer de boei op de golftop kwam. Intussen merkten we dat de golven iets meer opbouwden, namelijk dat de lengte tussen de golftoppen korter werd door de oplopende zeebodem. De golftoppen werden hoekiger, maar sloegen nog niet over. Pas na lang turen kwam de boei in zicht. We bleken er redelijk ver van verwijderd te zijn maar er nog niet voorbij. Verlijeren of afvallen was geen keuze, zoniet zouden de golven onhoudbaar worden. Het duurde misschien nog een kwartier, maar toch één van de spannendste in mijn leven. De golftoppen bleven hoog en dreigend, om niet te zeggen dat we het bijna in onze broek deden.

Eenmaal de boei ruim voorbij werden de golven terug langer. We passeerden een grote zeesleper die ter plaatse op de golven steigerde. We hebben nooit geweten of ze ons hebben zien passeren. Ook in de Loiremonding werden de golven wegens de zeewaartse stroming iets korter, maar toen waren ze al wat lager. Vervolgens moesten we nog de ingang naar de baai van La Baule vinden tussen een vuurtoren die in zee stond en een boei die een ondiepte aanduidde. Eenmaal daar gepasseerd, leek de zee bedaard, de twee meter hoge golven leken plots zeer onschuldig en de voortrazende wind kon ons niet meer verontrusten.

Eigenlijk waren we nogal murw toen we de betonnen blokken aan de ingang van La Baule binnenvoeren en er enkele mensen applaudisseerden. Het kon ons niet veel doen. De tweede week van de vakantie hebben we geannuleerd en we zijn in betrekkelijke stilte terug naar het noorden gereden. Dit waren geen omstandigheden voor een categorie C. Toch deed de Longboat het prima. Het kan dus wel, maar het hoeft niet.

Louis Verstraeten Longboat Columba