Smiscruise 1996

Kou, ontberingen, maar …. een belevenis!

De traditionele tocht over het Wad met een vloot Drascombes, op en na Hemelvaartsdag, begint op donderdag 16 mei in Den Oever. Onze traditionele leidsman Hans Vandersmissen heeft het tijdstip voor verzamelen vastgesteld op 11 uur. Ook al zal hij dit jaar zelf verstek laten gaan, omdat zijn Pride lijdt aan builenpest, ook wel “osmose” genaamd.

En ja hoor! Rond 11 uur komt de ene trailer na de ander aanrijden. Ook over water naderen twee Drascombe Coasters. Begroetingen, enkele kennismakingen ….. De boten te water en optuigen! Om 13 uur zijn we allemaal door de sluis en even later gaan we ten anker nabij de strekdam buiten de haven.

Het weer is: ijskoud, maar droog. Een stevige NO wind (4 Bft). LW Den Oever is 15.50 uur, HW 21.00 uur. Wie zijn de koene Drascombe-vaarders die dit jaar de elementen gaan trotseren? Allereerst de dappersten: Johan, Heleen en Maarten Snijders met hun open longboat Aquamarijn, dan Rob en Brigitte Stegeman met hun coaster Maid of Honor, Wiebe Pronker en Gert Engbers met hun Schuymer; Willem Heinen met de Restless, Klaas Hoogewerff met als opstapper Piet van der Meer in de Sequana, Dieter en Wouter Renaud in de Toucan, Michel en Antoine Maartens in Yraida en tenslotte Jacoba en Jan Maurits de Jonge in Riddle ol the Sands.

Nog op de wal hebben we een makro-plan gemaakt: als de wind wat meezit, naar Terschelling voor de nationale droogvaldag. De voorspelling is voor vandaag en komende dagen: 4 Bft, achtereenvolgens uit N, NO, Z en NW richting. Ook is er een mikro-plan voor vandaag: met het staartje van de eb mee naar buiten en dan met de vloed mee, achter Texel omhoog opkruisen en overnachten nabij het VC-baken.

Om 14 uur gaan de ankers op. Met een rif in het zeil jagen we al snel met halve wind door het Visjagersgaatje. Spoedig zijn we bij het Vaarwater over de Bollen, waar we “in verscherfde formatie” doorheen gaan: het ene schip kan wat hoger varen dan het andere. Hier en daar zie je het roer eruit halen en op de riem sturen. We komen er allemaal lekker doorheen. In de Texelstroom staat de eb nog door, maar enige tijd later zie je de tonnen naar het NO gaan Ieunen: de vloed begint in te komen.

Er wordt fors gelaveerd tegen de frisse NO bries in. Toenemende stroom tegen de wind in veroorzaakt holle golven. Zeilkleding is absoluut nodig tegen de nattigheid en snijdende kou. Onder die zeilkleding bevinden zich vele Iagen wol. Het antieke, lange Jaeger ondergoed bewijst goede diensten. Wee degenen, die zich hier niet goed op hebben gekleed!

Omstreeks 18 uur bevindt de vloot zich O van de Oostkaap op Texel, in en rond het Vaarwater naar De Cocksdorp. Doordat de vloed nog maar kort doorstaat, is het hier nog aardig ondiep. Wij gaan voor anker; de meeste schepen volgen het voorbeeld vrij dichtbij. Twee snelle lopers zijn al een heel stuk meer NO, maar gaan daar ook voor anker. Eten wordt gekookt; wegens de kou blijft iedereen maar in het eigen schip.

Omsteeks 20 uur gaan we verder; alle klamme kleding weer aan en de gezichten opnleuw blootgesteld aan de kille wind. Het is mooi zeilen. We zien hier en daar een bleesje (prik of steekbaken), dat van het vaarwater zou kunnen zijn.

Om 21 uur zijn we naar schatting nabij het VC-baken, al zien we het niet. Maar dat zegt niks: ik heb het VC-baken vaker niet dan wel gezien. Bovendien heeft men het misschien nog niet uitgelegd na de winter. We ankeren en het grootste deel van de vloot volgt het voorbeeld. Yraida is op enige afstand gebleven, maar gaat daar ook achter de spijker liggen.

Nauwelijks liggen we voor anker, ot het begint te regenen. Ook steekt de wind kachtiger op. Het weerberlcht spreekt onverwacht van 6 – 7 Bft, NO, later Z. Wat een zegen toch, die windverwachtingen tegelijk met de wind zelf! De bemanning van de open Aquamarijn worstelt met hun designtent, die als een vlag in de storm wappert; zij krijgen hem echter onder controle. Onze bewondering voor dit spartaanse gezin groeit verder.

ln de vallende nacht stampen de boten op de hoger wordende golven; de bezaantjes houden ze goed op de wind en de golven zullen niet al te hoog worden op dit ondiepe water. Diep in de nacht wordt het laagwater, de golven nemen af, de kiel raakt de grond en even later treedt een betrekkelijke rust in. Alleen de wind giert door de stagen.

Vrijdag 17 mei om 6 uur drijven we weer. De wind is harder geworden: de hand-windmeter meet 7 Bft in de vlagen. Het regent en de wind is nog steeds bitter koud. We hebben het in de slaapzak maar nauwelilks warm kunnen krijgen. Wat moet de familie Snijders een kou hebben geleden!

Wij overwegen de mogelijkheden:

  1. door naar Vlieland; maar daarvoor waait het nu te hard en recht tégen;
  2. schuilen in Oude Schild of ‘t Horntje: dat is niet zo leuk;
  3. terug naar Den Oever: al helemaal niet Ieuk. En wat dàn?
  4. naar Kornwerderzand: saai en oncomfortabel;
  5. voor anker blijven, wachten tot het rustig wordt en dan verder.

We besluiten, dat de laatste optie de beste is voor de hele vloot. We ontbijten. Het regent en de wind loeit. Om ca 8.30 uur plegen we geschreeuwd overleg met de dichtstbijzijnde schepen. Familie Snijders meldt dat zij terug willen naar Den Oever: hun tent Iekt en zij hebben het te koud. Kunnen wij ons voorstellen, maar het creëert tweestrijd: kunnen we hen alleen Iaten gaan met windkracht 6, in de vlagen 7? Maar ook Toucan en Sequana komen melden, dat zij het niet meer zien zitten. Tja, wat zeg je dan: “Kop op, de wind gaat wel weer liggen?” Het weerbericht zei wel iets over afnemende Z wind, maar niet wanneer …

De diverse kapiteins tonen zich tamelijk vastbesloten. De reisleiding besluit geen dappere, opzwepende of overredende praatjes te houden, maar te berusten in splitsing van de vloot. Wel vraag en krijg ik de stevige belotte, bij elkaar te blijven voor het geval een van de boten averij mocht oplopen. Triest zien wij, hoe de kleine zeiltjes gehesen worden en hoe zij spoedig verdwijnen in de grauwe regensluiers. De achterblijvers duiken in hun kajuitjes met warme thee en een goed boek.

Nauwelijks twee uur later, 11.45 uur, noteer ik in mijn logboek: “De wind is zeer afgenomen, 2 Bft. Aarzelt tussen O en ZO. Scheveningen Radio heett alle waarschuwingen ingetrokken. Later veranderlijk, 2 – 4″. Yraida is naar ons toegekomen en ligt bij ons voor anker.

12 uur: op voorstel van Michel gaan we naar het Eierlandsche Gat. “Anchors aweight”. De wind is nu 0 (nul) Bft. Wij roeien met de vijf schepen N-waarts om in een geul te komen. Blijkt het Foksdiep te zijn; zaten dus toch iets Oostelijker dan we dachten. Zien veel zeehonden. Drijven wat met de eb mee, totdat een NO windje opsteekt, dat snel 2 – 3 wordt. We spuiten langs de Ballastplaat, die nog onder water ligt.

14 uur: na een mooi stuk zeilen ankeren we op de W punt van de Steenplaat, dus nabij de ingang van het Engelsmangat richting Vlieland. Een groep van 20 à 30 zeehonden doet wedstrijdjes wie het dichtst bij de mensen durft te komen; sommigen laten zich op de stroom telkens opnieuw langsdrijven en kijken dan nieuwsgierig naar binnen. Wij lunchen en kijken op onze beurt zeehondjes!

16.15 uur: het tij kentert zeer snel en wij zeilen rond de kop van de Steenplaat naar binnen, richting Vlieland/Posthuis. Heerlijk N – NO windje, 2 – 3. Verderop laveren we ontspannen en als het water te ondiep wordt, ankeren we om 17.30 uur met de vijf boten bij elkaar in de buurt. Een borrel en hap temidden van de verrukkelijke eenzaamheid.

18.30 uur: Er staat nu voldoende water, dus we hijsen het anker en varen met een lange slag over SB, later over BB, naar het Posthuis, waar 20.30 uur voor anker. Er liggen warempel al vier Drascombes: de Hornblower, Loodsman, Skua en Rust. Oppervlakkige contacten worden over en weer geschreeuwd.

Zaterdag 18 mei om 8.00 uur wakker. Heerlijk geslapen. Helaas heeft de wekkerradio niet gewerkt, waardoor Scheveningen Radio gemist. Het is mooi weer: zwak NW windje, bewolkt maar droog; niet zo koud meer.

De reisleider waadt langs alle boten en overlegt. Er zijn diverse onsamenhangende weerberichten ontvangen; zij wijzen alle op Z wind morgen. Wij besluiten niet naar Terschelling te gaan, maar naar het Vlieland-dorp en dan Z-waarts te varen.

9.30 uur: ankerop en richting Vlieland-dorp. Al gauw valt de wind geheel weg. Om 10.15 varen we, door de nog doorstaande vloed, achteruit en ankeren om dit te voorkomen. We drinken koffie met alle boten aan elkaar en maken een nleuw plan: nog van deze vloed gebruik te maken om Z-waarts te varen.

10.45 de wind is weer opgestoken uit het NO. We vertrekken met ruime wind, koers eerst 150, later 180°. Varen met z’n vijven in gestrekte linie, soms het roer eruit, soms is het weer wat dieper. Na een uurtje bereiken we het Engelse Vaarwater en besluiten in kort overleg dat in W richting te volgen en dan het Foksdiep weer op te varen.

Dat blijkt een leuke keus met spannend varen, hier en daar de grond raken en veel zeehonden zien! Ergens middenin het Foksdiep houden de prikken op. We koersen dan rond 150° tot we bij de Binnen Breesem zijn. Dan keren we terug om een ondiep plekje te zoeken en gaan daar om 14.45 uur voor anker.

17.30 uur: geluierd, gelezen en geslapen. Nu is het LW; de schepen liggen net droog. We Iopen allen naar de Maid of Honor en drinken een ruime borrel op de goede voortgang. Maken plannen voor vanavond. De meningen blijken verdeeld: sommigen willen comfortabel naar Texel en daar ankeren nabij de molen voor een rustige nacht. Anderen geven de voorkeur aan een avondtocht naar het Amsteldiep bij Wieringen, om morgen niet te lang tegen de Z wind op te moeten boksen. De plannen worden in stemming gebracht en de kapiteins stemmen met de kleinst mogelijke meerderheid voor het laatste plan.

Dan breekt de opstand uit onder de bemanningen: “Mogen wij soms niet meestemmen?”. Het voorstel wordt opnieuw in stemming gebracht, waarbij één bemanning een andere stem uitbrengt dan haar kapitein. De uitslag is overigens dezelfde: een kleinst mogelijke meerderheid voor het Amsteldiep. Waaruit de betrekkelijkheid van medezeggenschap weer eens blijkt!

De wind is weer flink opgestoken: 5 Bft uit het NO. De vloed komt zó snel op, dat niet allen nog met droge voeten in de laarzen het eigen schip bereiken. Om 19.20 uur vertrekken we onder fok en gereefd grootzeil; koers 210-220°. Het is mooi zeilen, maar we schieten maar heel langzaam op tegen de loeiende vloedstroom. Schuin steken we de Texelstroom over en bereiken na lange tijd de Lutjewaard. Overleggen daar al varend even over: doorgaan ot niet; het wordt snel donker.

Maar we besluiten tot doorvaren en met de vloed dwars en een knik in de schoot schieten we nu heel hard op en het is prachtig varen.

Toch is het al vrij donker als we in het Malzwin komen. Steken dit over, mede georiënteerd op de lichtton LW en het flikkerlicht op de kop van het Balgzand. In het donker vinden we de ingang van het Amsteldiep feilloos. Dan volgt een spannende tocht langs de onverlichte prikken, die we dikwijls pas zien als we ze bijna doormidden varen. Het is al 22.30 uur als we zo’n beetje aan het eind van het Amsteldiep komen en daar gaan we voor anker, vlak bij elkaar. De diepte is hier heel gering en de golfslag is dan ook niet hoog; we zullen hier een rustige nacht hebben. Het was een prachtige tocht!

Zaterdag 19 mei: we ontwaken om 7.30 met een lekker zonnetje en een zwakke Z wind. We liggen in prachtig blauw water. Willem heeft een weerbericht opgevangen: waarschuwing voor Z 6, komt er snel aan.

8.30 uur vertrekken we, met aanschietende wind vliegen we dwars over de Breehorn naar Den Oever. In de Wierbalg pikken we de geul op en bereiken met halve wind en de volle stroom mee enorme snelheden. Veel te vlug (ca 9.30 uur) zijn we alweer in Den Oever.

Na sluis en trailerhelling drinken we met z’n allen koffie op een ponton van Rijkswaterstaat, dat er op de wal geparkeerd ligt. We zijn het erover eens, dat het een heerlijke tocht was, ondanks het stormachtige en ijskoude begin. Wij betreuren de schippers, die na de eerste nacht afhaakten, met alle begrip overigens als je in een open boot bivakkeert of als je onvoldoende geprepareerd bent op een na-winter. Niemand kon voorzien, dat het weer zó snel kon omslaan van windkracht zeven naar nul. We hopen maar weer op hun deelname volgend jaar.

Overigens hebben wij ons voorgenomen in 1997 te vertrekken uit Lauwersoog. Dat biedt meer mogelijkheden, meer beschutting en is weer eens wat anders na viermaal Den Oever. Voor de traileraars is het iets verder rijden, maar voor vier dagen maakt dat niet veel uit. Voor de heen-zeilers, zoals onze Grote Reisleider Hans, geeft het wat meer problemen, maar wij hopen die met of voor hem op te lossen.

Goed seizoen toegewenst!

Jan Maurits en Jacoba de Jonge